Wanneer we bij ons op school over leerlingenzorg spreken

advertisement
Schoolplan 2015-2019
2
Voorwoord
Het schoolplan 2015-2019 van basisschool Fatima, die tot de Stichting Movare behoort,
ligt voor u.
In dit schoolplan beschrijven we ons beleid voor de komende vier jaar. Het geeft
informatie over hoe wij op onze basisschool het onderwijs vorm gaan geven en hoe wij
denken en werken. De school heeft haar missie geformuleerd op basis van haar visie op
diverse beleidsdomeinen. Het door Movare vastgesteld strategisch beleidsplan 2014-2017
is richtinggevend en vormt het kader voor het beleid van onze school.
Over veel zaken op onze school zijn we tevreden: die willen we graag behouden voor de
toekomst. Een school staat echter nooit stil. De samenleving verandert, waardoor we voor
nieuwe uitdagingen komen te staan. Er worden nieuwe inzichten over het onderwijs en de
opvoeding ontwikkeld. Door dit soort ontwikkelingen is het noodzakelijk om als school een
proactieve houding aan te nemen en voortdurend de kwaliteitszorg te waarborgen: doen
we nog wel de goede dingen en doen we die dingen wel goed genoeg?
De directie heeft de aanzet gegeven tot het schrijven van het schoolplan. Een aantal
onderdelen zijn met het team ontwikkeld en een aantal met het team besproken.
Vervolgens is het schoolplan uitgewerkt door de directie, besproken in het
managementteam en
voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Ten slotte is het schoolplan vastgesteld door
het bevoegd gezag (Movare).
Bert Gubbels
Directeur basisschool Fatima
3
INHOUDSOPGAVE
Heb geduld, alle dingen zijn moeilijk voordat ze gemakkelijk worden.
1
ONS SCHOOLPLAN ................................................................................................. 5
1.1
Doel schoolplan .................................................................................................. 6
1.2
Samenhang ........................................................................................................ 6
1.3
Totstandkoming .................................................................................................. 6
1.4
Relatie met andere documenten ......................................................................... 6
1.5
Vaststelling ......................................................................................................... 8
2
ONZE ALGEMENE GEGEVENS .............................................................................. 9
2.1
School ...............................................................................................................10
2.2
Bevoegd gezag ..................................................................................................10
3
ONZE CONTEXTGEGEVENS .................................................................................11
3.1
Korte inleiding ....................................................................................................12
3.2
Landelijk beleid ..................................................................................................12
3.3
Bestuursbeleid ...................................................................................................12
3.4
Schoolomgeving ................................................................................................12
4
ONS FUNDAMENT EN ONZE KEUZES ..................................................................13
4.1
Onze identiteit....................................................................................................14
4.2
Onze missie .......................................................................................................15
4
5
6
7
8
9
4.3
Onze visie ..........................................................................................................15
4.4
Analyse algemeen .............................................................................................19
4.5
Analyse specifiek ...............................................................................................19
4.6
Strategische keuzes ..........................................................................................25
ONZE OPDRACHT ..................................................................................................30
5.1
Inleiding .............................................................................................................31
5.2
Wettelijke opdracht van het onderwijs ................................................................31
5.2.1
Ononderbroken ontwikkeling ......................................................................31
5.2.2
Brede ontwikkeling......................................................................................31
5.2.3
Pluriforme samenleving ..............................................................................32
5.2.4
Kerndoelen/referentieniveaus .....................................................................33
5.2.5
Kinderen met extra ondersteuningsbehoeften.............................................38
5.2.6
Onderwijs aan langdurig zieke kinderen .....................................................49
5.2.7
Sponsoring .................................................................................................49
ONZE KWALITEITSZORG .......................................................................................51
6.1
Inleiding .............................................................................................................52
6.2
Voorwaarden van onze kwaliteitszorg ................................................................52
6.3
Huidige kwaliteit m.b.t. resultaten ......................................................................57
6.4
De inrichting van onze kwaliteitszorg .................................................................59
ONS PERSONEEL ..................................................................................................60
7.1
Personeelsbeleid op MOVARE-niveau ..............................................................61
7.2
Personeelsbeleid op schoolniveau .....................................................................61
ONZE FINANCIËN ...................................................................................................63
8.1
Inleiding .............................................................................................................64
8.2
De inrichting van ons financiële systeem ...........................................................64
ONZE MEERJARENPLANNING ..............................................................................66
9.1
Inleiding .............................................................................................................67
9.2
Overzicht strategische keuzes in de schoolplanperiode 2015-2019 ...................67
5
1
ONS SCHOOLPLAN
Het doel van ons onderwijs is een lege geest vervangen door een open geest.
6
1.1 Doel schoolplan
Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzes deze school
maakt voor de schoolplanperiode 2015-2019. In deze keuzes is rekening gehouden met
de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren, die van invloed
zijn op het functioneren van onze school. Die omgevingsfactoren benoemen we in
hoofdstuk 3. Het schoolplan geeft aan bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat we
willen bereiken met ons onderwijs en hoe we dat in de praktijk vorm zullen geven.
1.2 Samenhang
Dit schoolplan bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat die een
grote mate van samenhang vertonen en uiteindelijk gericht zijn op het creëren van goede
voorwaarden voor de uitvoering van kwalitatief sterk onderwijs.
Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van het onderwijs
beschouwen wij als de allerbelangrijkste opdracht van onze school. In hoofdstuk 6
beschrijven we de cyclische werkwijze die we hanteren om dit te realiseren. Alle geplande
veranderingen worden kort samengevat in hoofdstuk 8: de meerjarenplanning.
Deze meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd zijn richtinggevend
voor gedetailleerde actieplannen, die jaarlijks opgesteld worden. Op die manier zijn we
transparant naar al onze stakeholders
1.3
Totstandkoming
Het schoolteam heeft onder leiding van de directie gewerkt aan de totstandkoming van dit
schoolplan. Op basis van de beschrijvingen in het voorgaande schoolplan en informatie
over nieuwe en/of op handen zijde ontwikkelingen heeft het schoolteam de richting
aangegeven waarin de school zich zou moeten ontwikkelen.
Daarnaast zijn gegevens verzameld, die duidelijk maken welke positie de school aan het
eind van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij
is gebruik gemaakt van de volgende gegevens:
-
Het meest recente inspectierapport.
De meest recente tevredenheidsmeting van ouders.
De jaarlijkse evaluatie van de actieplannen.
Analyse van leerresultaten middels het computerprogramma LOVS van Cito.
Analyses via dwarsdoorsnedes, trendanalyses, groepsanalyses en
vaardigheidsgroei vinden plaats op schoolniveau, groepsniveau en leerlingniveau.
De analyse van deze gegevens, afgezet tegen de geformuleerde missie en visie resulteert
in een aantal strategische keuzes, die naar het oordeel van het team leidend en
richtinggevend zijn voor de beoogde concrete doelen.
Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering
van dit schoolplan in de komende vier jaar.
Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor
het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven.
De directie stelt het schoolbestuur jaarlijks op de hoogte van de bereikte doelen door
middel van een jaarverslag.
1.4 Relatie met andere documenten
De schoolgidsen in de periode 2015-2019 worden samengesteld op basis van de
inhouden van het schoolplan. In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende
documenten, die aanwezig zijn op onze school:
7
-
schoolgids
schoolondersteuningsplan
ondersteuningsplan samenwerkingsverband
veiligheidsplan
schoolspecifiekzorgplan
Passend onderwijs: het stichtingsdocument “Van eiland naar weiland”.
8
1.5
Vaststelling
Het schoolplan is vastgesteld in de teamvergadering d.d. …………………….
………………………………….. directeur
De MR heeft instemming verleend met het schoolplan d.d. ……………………
…………………………………… voorzitter van de MR.
Het schoolplan is vastgesteld door MOVARE als schoolbestuur d.d. ……………
……………………………………. Voorzitter CVB Movare
9
2
ONZE ALGEMENE GEGEVENS
Het scheelt als je leerkracht iemand is die je er toe brengt te doen waartoe je in staat bent
10
Algemeen:
Naam school:
Adres school:
Postcode:
Plaats:
Telefoon:
Fax:
E-mail:
Website:
2.1
RKBS Fatima
Essenstraat 1
6444 CL
Brunssum
045-5251196
045-5251196
[email protected]
www.basisschoolfatima.nl
Bevoegd gezag
Onderwijsstichting MOVARE
College van Bestuur:
telefoonnummer:
E-mail:
Website:
Aantal scholen:
Aantal leerlingen:
Dhr. H. Tromp (voorzitter a.i.)
045-5498765
[email protected]
www.movare.nl
52
11.839
Onze school is een MOVARE-school
De naam MOVARE staat voor beweging en verandering. Het onderwijs is evenals
de maatschappij in beweging. MOVARE richt die beweging op de kwaliteit van het
onderwijs. Aanpak en werkwijze zijn vooruitstrevend en kenmerken zich door een hoog
ambitieniveau, ondernemingszin en oog voor innovatie.
Voor nadere informatie verwijzen we naar de website en de jaarverslagen.
Onderwijsstichting MOVARE
Onze school maakt deel uit van Onderwijsstichting MOVARE. Deze stichting telt
50 scholen, met in totaal 57 locaties, in de gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade,
Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein en Vaals. Dit zijn 46 ‘reguliere’
basisscholen, 3 scholen voor speciaal basisonderwijs en 1 school voor speciaal (voortgezet)
onderwijs, met in totaal ongeveer 12.000 leerlingen. MOVARE kent rooms-katholiek,
oecumenisch, protestants-christelijk, algemeen bijzonder en openbaar onderwijs.
Missie
MOVARE werkt vanuit de missie ‘Onderwijs op maat voor elk kind met aandacht voor de
autonomie en authenticiteit van elk individu in een respectvolle omgang met elkaar en de
wereld waarin wij leven met het oog op de leefbaarheid van de maatschappij van morgen’.
Alle medewerkers geven hun activiteiten zodanig gestalte dat zij de kwaliteit van het
onderwijs ten goede komen. Op deze manier leveren zij goed onderwijs voor de kinderen.
Bestuur
De stichting wordt bestuurd door het College van Bestuur. Het College is werkgever voor alle
medewerkers van MOVARE op de scholen en de medewerkers van het bestuursbureau.
Het College van Bestuur bestaat uit de heer drs. R.S.T. Kruszel (voorzitter) en mevrouw
J.P.G.M. Huijnen-Becks MLC (lid).
11
3
ONZE CONTEXTGEGEVENS
Gelukkig zijn idealen nog steeds gratis.
12
3.1 Korte inleiding
Bij het opstellen van het schoolplan 2015-2019 kan geen enkele school zijn ogen sluiten
voor allerlei ontwikkelingen die plaats vinden of plaats gaan vinden. Ze zullen invloed
hebben op de manier waarop het onderwijs op school gestalte krijgt. We benoemen deze
ontwikkelingen en zullen er, indien voor onze school relevant, bij de specifieke
hoofdstukken op terugkomen.
3.2 Landelijk beleid
Landelijk gezien is een aantal ontwikkelingen aan te duiden die invloed hadden, hebben
of krijgen op de dagelijkse praktijk van het onderwijs. Op een rijtje:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
Passend Onderwijs
Bestuursakkoord
Schoolleidersregister 2018
Veranderend onderwijstoezicht
Kwaliteitszorg en audits
Vernieuwing van kerndoelen
Stimuleringsregeling muziekonderwijs
Wetenschap en technologie nieuwe vakgebieden
Overheveling buitenonderhoud scholen
CAO 2014-2015
3.3 Bestuursbeleid.
Onderwijsstichting MOVARE start in schooljaar 2015-2016 met de implementatie van wat
aangeduid wordt als “Movare 2.0” waarbij het leidend thema is “Scholen voorop”. Het gaat
hierbij om het realiseren van een efficiëntere bedrijfsvoering die is afgestemd op de
ondersteuningsbehoefte van onze scholen. Verantwoordelijkheden bij het maken van
inhoudelijke keuzes liggen dichtbij het primaire proces dus de scholen. De wijze waarop
het bestuursbeleid gestalte krijgt is terug te vinden in het document “Movare 2.0, een
nieuwe organisatie, scholen Voorop”. Alle directeuren hebben een bijdrage kunnen
leveren aan de totstandkoming van dit beleidsdocument door middel van enquêtes,
interviews en werkgroepen. Schooldirecties zullen vooral worden uitgedaagd om op basis
van dit nieuw geformuleerde beleid school specifieke keuzes te maken die recht doen aan
de schoolcontext. Dit is verwoord in het bestuursbeleidplan 2010-2015.
3.4 Schoolomgeving
Ook plaatselijk en regionaal zijn er ontwikkelingen die hun invloed hebben. We noemen in
elk geval:
a. De samenwerking met de gemeente op sportief gebied, diverse projecten op het
gebied van beweegonderwijs. Kidsfit en riskcare. En voor de Gemeente de
regierol aangaande de jeugdzorg.
b. De relatie met het Samenwerkingsverband Heerlen e.o. bij de uitvoering van
Passend Onderwijs
c. Het vormen van scholenclusters bij de uitvoering van Passend Onderwijs. Deze
samenwerking is beschreven in het uitvoeringsdocument “Van Eiland naar
Wijland”.
13
4
ONS FUNDAMENT EN ONZE KEUZES
Het geheim van vooruitkomen, is beginnen met lopen.
14
Inleiding op hoofdstuk 4.
Ten gevolge van de transitie naar MOVARE 2.0 heeft de Raad van Toezicht ermee
ingestemd om het ontwikkelen van het nieuwe strategisch beleidsplan uit te stellen.
Daarmee blijft de huidige MOVARE visie en missie zoals opgenomen in het strategisch
beleidsplan 2010-2014 voorlopig gehandhaafd.
Dit hoofdstuk beschrijft de basis van waaruit wij werken. We beschrijven hier vanuit welke
opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de visie
van het schoolteam en de conclusies, die we als schoolteam getrokken hebben uit de
verzamelde gegevens en de informatie over nieuwe en te verwachten ontwikkelingen.
De komende jaren zullen er ontwikkelingen plaatsvinden die zullen leiden tot aanpassing
van onze visie op onderwijs. Onze huidige vise/missie zal voorlopig blijven gehandhaafd.
Het team zal in de nieuwe planperiode de afweging maken in hoeverre dat mogelijk moet
leiden tot een visie traject.
Daarnaast is een analyse uitgevoerd met betrekking tot het onderwijs op onze school. Dat
heeft geresulteerd in het benoemen van stimulerende en belemmerende factoren, die
aangeven waar onze aangrijpingspunten richting toekomst liggen. Verderop in dit
hoofdstuk zijn die aangrijpingspunten schematisch weergegeven.
4.1 Onze identiteit
Onze basisschool is een rooms-katholieke basisschool. De katholieke gerichtheid krijgt bij
ons op school op de volgende manieren een herkenbare invulling.
1. Met betrekking tot sturende waarden;
-
Je bent waardevol, wat je ook kunt en niet kunt
Je hoeft niet perfect te zijn, dat is niemand
Onze school is een gemeenschap
M.b.t. levensbeschouwelijke ontwikkeling Identiteit:
Onze basisschool is van rooms-katholieke grondslag. De katholieke gerichtheid krijgt bij
ons op school op de volgende manieren een invulling:

De school is van katholieke grondslag en straalt respect uit en acceptatie van
andere geloofsovertuigingen, waarbij de 5 kernwaarden vanuit onze visie de basis
vormen.

Onze school laat een sfeer zien waarin we open staan voor anderen en betrokken
zijn bij anderen, ongeacht de gelovige en niet-gelovige achtergrond.

Wij zijn alert zijn op discriminatie en pesten; als het de kop opsteekt, zullen wij hier
adequaat op handelen.


Vieringen versterken onze school als gemeenschap.
De volgende vieringen hebben een vaste plaats in onze school:
o Sint Nicolaas, Kerstviering, Carnaval en Paasviering.
o Communieviering voor de leerlingen van groep 4
o Vormselplechtigheid voor de leerlingen van groep 8
Als Katholieke school verlenen wij medewerking aan kerkelijke plechtigheden als
communie en vormsel. De school staat open voor andere opvattingen en ook open in de
zin van eventuele keuzen die het kind later in zijn leven wil maken. Die openheid komt ook
tot uiting in het toelatingsbeleid dat we hanteren.
15
4.2 Onze missie
Het begrip missie heeft te maken met ons bestaansrecht. Waarom doen we wat we
doen? Waarvoor staan we? Wat zijn onze waarden? Wat willen we met ons onderwijs
betekenen voor de buurt, de regio en de samenleving als totaliteit? Wij hebben de kern
van onze missie in de volgende zin gegoten:
Missie:
De R.K. basisschool Fatima staat voor eigentijds, goed onderwijs waarbinnen kinderen
zich in een veilig pedagogisch klimaat kunnen ontplooien, als zelfstandige individuen,
met oog, hart en respect voor elkaar en voor hun omgeving.
4.3
Onze visie
Visie heeft te maken met beelden en verwachtingen richting toekomst. Waar gaat het
heen? Waar gaan wij heen? Hoe zien we ons zelf in de komende jaren? Welke kant willen wij als school opgaan? Wat willen we bereiken?
Visie:
Om een kind optimaal tot ontplooiing te laten komen, moet er een evenwicht zijn op het
gebied van de volgende basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie
Relatie:
Competentie:
Autonomie:
kinderen voelen zich geaccepteerd; kinderen hebben het gevoel
welkom te zijn en voelen zich veilig
kinderen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen,
aankunnen; ze hebben geloof en plezier in hun eigen
mogelijkheden en daardoor ontdekken ze dat ze steeds meer
kunnen
kinderen hebben het vertrouwen iets zelfstandig te kunnen
ondernemen, zonder dat anderen daarbij moeten helpen.
De onderstaande kernwaarden vormen de basis van ons onderwijs:
Respect:
worden”
“een ander net zo behandelen, zoals jezelf graag behandeld wilt
Openheid:
“zeggen wat je doet en doen wat je zegt”
Veiligheid:
“je mag zijn wie je bent” in een sfeer van gelijkwaardigheid en
wederzijds vertrouwen”
Uniciteit:
“ieder kind is uniek”; laat elk kind zich optimaal ontplooien en maak
gebruik van ieders talent
Zelfstandigheid:
“ieder kind leert om eigen keuzes te maken en daar de
16
verantwoordelijkheid voor te nemen”
Ten aanzien van het “Pedagogisch klimaat”:
We leven in een wereld die razendsnel verandert, waardoor de voorbereiding op die
wereldmoeilijk in heel concrete termen te vatten is.
Het onderwijs bieden wij aan in een warme omgeving, die positiviteit uitstraalt. Het
positief benaderen van de kinderen is hierbij ons uitgangspunt. Een veilig pedagogisch
klimaat gaat uit van een geordende leefomgeving. In deze leefomgeving staat het begrip
‘respect’ centraal waarin de kinderen werken in een sfeer van “willen, durven en kunnen”.
Kinderen mogen rekenen op een begripvolle houding van een ieder binnen onze school,
waarbij onze vijf kernwaarden de basis vormen. Door op deze manier om te gaan met
ons pedagogisch klimaat, laten we de opvoedingsverantwoordelijkheid van de ouders in
het gezin in tact. Dit schept tevens de kaders waarbinnen iedereen op onze school zich
vrij en veilig kan en mag bewegen.
Ten aanzien van het “Didactisch klimaat”:
Eigentijds en goed onderwijs betekent bij ons op school dat wij inzetten op
opbrengstgericht leren en boeiend onderwijs. Wij maken gebruik van actuele, moderne
lesmethodes, die voldoen aan de kerndoelen.
Opbrengstgericht als het gaat om heldere doelen waar je naar toe werkt met de kinderen,
zodat je, binnen de mogelijkheden van het kind, het maximale eruit haalt. Boeiend als het
gaat om gevarieerde, coöperatieve werkvormen waarin kinderen met en van elkaar leren.
Hierbij is het zelfstandig werken leidend voor ons onderwijs, zodat kinderen ook leren
eigen keuzes te maken en daarvoor de verantwoordelijkheid leren te nemen.
a. Om te zorgen dat we oog en oor hebben voor alle kinderen, worden de vorderingen
van de kinderen gedurende hun hele schoolloopbaan gevolgd. Dit gebeurt door de
bevindingen, observaties van de leerkracht die de kinderen dagelijks meemaakt.
Daarnaast worden methodeafhankelijke- en onafhankelijke toetsen afgenomen.
Samen geeft dit een betrouwbaar beeld van de prestaties van kinderen. Deze
manier van onderwijs doet recht aan onze wens om het onderwijs en de
benaderingen af te stemmen op de behoeften, voorkeuren en mogelijkheden van
onze kinderen en aan de eisen die de maatschappij vandaag de dag stelt.
Opbrengstgerichtheid met grote aandacht voor leerresultaten bij de kernvakken in
het basisonderwijs; Daarnaast is Passend onderwijs een belangrijk thema voor het
hele onderwijsveld. De moderne media, die in de wereld van het kind een steeds
prominenter rol spelen
17
Deze basisbehoeften willen wij de komende schoolplanperiode nadrukkelijk terug zien op
de volgende manier:
Teamniveau
Klasniveau
Relatie
Werken aan gezamenlijke visie
Werken aan een professionele cultuur
Werken aan communicatie
Geven en ontvangen van feedback,
strokes, etc.
Houden aan gedragscode
Empatisch reageren luisteren.
Kinderen veel coöperatief laten werken.
Het sociale aspect is altijd de hoofd- of
bijbedoeling. Het onderzoeken van
talentontwikkeling.
Houden aan onze gedragscode
Concreet stappen ondernemen bij onveilig
gevoel, bv. pesten, faalangst,
onzekerheid.
Implementatie van gedragsregels met
pictogrammen n.a.v. onze gedragscode .
Voeren van kind gesprekken en
observaties in de groep.
Competentie
Leerkrachten bevestigen in wat goed gaat
Leerkrachten taken geven die bij hun
talenten passen
Leerkrachten medeverantwoordelijk
maken voor hun ontwikkeling door
gebruik te maken van een
bekwaamheidsdossier, BARDO.
Leerkrachten medeverantwoordelijk
maken voor hun ontwikkeling door
werkgesprekken
Bouwvergaderingen.
Leerkrachten te coachen door internen,
IB-er, ICT-er, gedragsspecialist, directeur.
Communicatieve competentie vergroten
door gerichte aandacht op teamniveau
Leerlingen bevestigen in wat goed gaat
en daarbij zelfslim zijn.
Leerlingen aanspreken op eigen niveau
Leerlingenondersteuning richten op wat
het kind kan en leerlingen laten vieren
van successen.
Coöperatief leren gebruiken om de eigen
bijdrage te vergroten
ICT inzetten om van informatie, kennis te
maken
Autonomie
Leerkrachten zijn zelf verantwoordelijk
voor hun taken
Wij dragen samen de verantwoording
voor de hele school
Kinderen hebben iets te kiezen: invoeren
van weektaken voor zelfstandig werken,
groep 8
ICT inzetten om van informatie, kennis te
maken
18
Waar gaan we dus voor:
In algemene zin voor het klaarstomen van onze leerlingen voor een toekomst met veel
open einden. We weten nu niet hoe de wereld van 2040 er uit ziet. Dat maakt het best
uitdagend om invulling te geven aan die rugzak van onze leerlingen. Wat hebben zij nodig
om straks beslagen ten ijs te komen. Wat zijn die 21e Eeuwse vaardigheden die kinderen
nodig hebben? Wij hebben denkkaders geformuleerd, die wij als school onderschrijven en
in de praktijk via concrete werkwijzen en methodieken aan de orde laten komen.
- Creativiteit: het bedenken van nieuwe ideeën en deze kunnen uitwerken en analyseren.
- Kritisch denken; het kunnen formuleren van een eigen, onderbouwde visie of mening.
- Probleem oplossingsvaardigheden: het (h)erkennen van een probleem en tot een plan
kunnen komen om het probleem op te lossen.
- Communiceren: het effectief en efficiënt overbrengen en ontvangen van een boodschap.
- Samenwerken: het gezamenlijk realiseren van een doel en anderen daarbij kunnen
aanvullen en ondersteunen.
- Digitale geletterdheid: het effectief, efficiënt en verantwoord gebruiken van ICT, waarbij
digitale geletterdheid een combinatie is van basiskennis ICT, mediawijsheid en
informatievaardigheden.
- Sociale en culturele vaardigheden: het effectief kunnen leren, werken en leven met
mensen met verschillende etnische, culturele en sociale achtergronden.
- Zelfregulering: het kunnen realiseren van doelgericht en passend gedrag.
In de praktijk betekent dat voor onze school dat we ons in ieder geval richten op:

De didactische kennis van de leerkracht waarbij analyse en maatwerk
sleutelwoorden zijn.

een nog steviger plek voor ICT in ons onderwijsaanbod. Met name het gebruik
van zgn. digitale schoolborden of digiboards is in toenemende mate onderdeel
van het didactisch repertoire van al onze leerkrachten.

het borgen van de leesprestaties van onze leerlingen door de opgedane kennis
via het lees verbetertraject van het CPS in de praktijk te gebruiken.

de bewuste keuze om in alle leerjaren van onze basisschool taal- en
rekenontwikkeling een belangrijke plek te geven.

het bewust zijn van het uitdragen van wenselijk gedrag naast en bij ons
onderwijs door iedereen die het gebouw gebruikt.
In algemene zin willen we dus een school zijn die haar leerlingen ondersteunt om alles uit
hun mogelijkheden te halen, mede door een eigentijds aanbod en een eigentijdse aanpak,
waardoor bij alle belanghebbenden (kinderen, ouders, gemeente, stichting, inspectie) een
positief beeld heerst. Die eigentijdsheid en toekomstgerichtheid uit zich in de methodes,
de instructie en de werkvormen die we gebruiken.
19
Wat is naar ons inzicht nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan:
a. Onderwijskundig leiderschap dat professionele ontwikkeling stimuleert.
b. Onderwijskundig leiderschap met specifieke aandacht voor continue
leerkrachtontwikkeling door klassenconsultaties en een regelmatige
gesprekscyclus.
c. Kwaliteitszorg die systematisch en cyclisch van aard is
d. Een pedagogisch-didactische aanpak van leerkrachten die zich kenmerkt
door:






activiteit en zelfstandigheid van leerlingen
het stellen van ambitieuze doelen
doelgerichte lesaanpak
doelgerichte jaarprogrammering
effectieve inzet van tijd
effectief klassenmanagement
De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons
onderwijs jaarlijks willen toetsen. Dit doen we middels ons jaarverslag.
4.4 Analyse algemeen
Voor onze globale analyse van het krachtenveld waarbinnen wij als school opereren,
verwijzen we naar de website www.scholenopdekaart.nl ( Vensters PO) Daar kunt u ons
schoolvenster opzoeken dat belangrijke informatie verstrekt over:
-
aantal leerlingen
voedingsgebied
schoolprofiel
schooltijden
resultaten
schooladvies
plaatsing in voortgezet onderwijs
tevredenheid van leerlingen
relatie ouders en school
samenwerking met peuterspeelzaal
personeelskenmerken
Nog niet alle onderdelen zijn volledig ingevuld maar dit zal in de komende periode zeker
verder worden bijgewerkt.
4.5
Analyse specifiek
Het managementteam van deze school heeft individueel stimulerende en belemmerende
factoren over ons zelf, onze doelgroep en de omgeving waarin we opereren genoteerd.
Deze factoren zijn in onderstaand schema ondergebracht en hebben concrete acties tot
gevolg. Deze acties zijn te beschouwen als onze strategische keuzes.
20
Vijf typen basisscholen naar publiek;
opleiding ouders
basis/mavo
onbekend
havo/vwo/mbo
hbo
wo
Segregatie: van overwegend kansarm (--) tot overwegend kansrijk (++)Telkens ca. 40
Basisscholen in Zuid-Limburg.
Volgens de gegevens (over vijf meetjaren) lijkt de samenstelling van onze
schoolbevolking het meest op compositietype: 2 (1="--", 2="-", 3="0", 4="+", 5="++
Schoolpopulatie
-0
+
++
% Eenoudergezinnen 22.6 15.6 12.3 11.7 10.8
% Echtscheidingen 15.9 16.0 14.1 13.0 13.0
% Zorgleerlingen
16.0 13.0 12.3 14.2 13.4
21
SWOT
Stimulerend
Belemmerend
Het schoolteam
Het schoolteam







Professioneel
Betrokken en enthousiast
vanuit het kind
Opbrengstgericht
Ontwikkelingsbereid
Verantwoordelijkheidsge
voel
 samenwerking
 Vastgestelde missie en
visie
 Humor en plezier
 Warm pedagogisch
klimaat
 Specifieke kwaliteiten;
LB master SEN in opleiding
LB master begeleiden in
opleiden
LB leesspecialist /taal
coördinator.
LB Onderbouw coördinator.
LA Diverse persoonlijke
specialisaties, twee
leerkrachten zijn
kindercoach en/of in
opleiding.









Kansen/Aangrijpingspunten
Het schoolteam

In het verleden grote
uitstroom van personeel
heeft verlies van
expertise tot gevolg.
Hierdoor is de
schoolontwikkeling
belemmerd.
Versnippering van
banen (slechts 1
fulltimer)
Vooral klassikale focus
Sterke controlebehoefte
Veel tijdsinvestering
resulterend in werkdruk
Veel vrouwen in
verhouding tot mannen
Missie en visie leven
nog niet volledig worden
nog ontwikkeld.
personeel dient het
innovatief vermogen van
de school te vergroten
Geen continuïteit in
leiderschap, de laatste
jaren veel wisselingen.
Veel vervangingen











Leren van elkaars
kwaliteiten en
specialismen
Teamleren, samen leren
van en met elkaar
Goede en evenwichtige
verdeling/aanpak
nieuwe
onderwijskundige
ontwikkelingen vertaald
in een
meerjarenplanning
Filtering van activiteiten
buiten het
lesprogramma
Werkgroep die missie
en visie concreet maakt
in de school
Professionele cultuur
behoeft aandacht.
Afstemming van het
aanbod op de
kenmerken van de
populatie
Communicatie intern en
extern
Doorgaande lijnen
optimaliseren
Personeelsbeleid
gericht op goede
verdeling in
leeftijdsopbouw en
man/vrouw verhouding
Kritisch kijken naar de
expertisebehoefte van
de school
Opbrengsten op niveau
houden door inzet van;
- Handelingsgericht
werken
22
- Directe instructiemodel
- Zelfevaluatie op school-,
-
-
-
groeps- en individueel
niveau n.a.v. Cito
Boeiend onderwijs ten
behoeve van
opbrengsten als middel
Scholing op maat
Gerichte aanschaf
methodes aan de hand
van een
meerjarenplanning
Gerichte doelen stellen
naar aanleiding van
zelfevaluatie
Stimulerend
Belemmerend
Kansen/Aangrijpingspunten
De Directie
De Directie
De Directie








Ervaring op andere
scholen
Opbrengstgerichte
instelling
Transparant en duidelijk
Openheid in
communicatie met
leerkrachten en ouders
Oog voor sfeer en rust
Oog voor welbevinden
personeel
Bieden van structuur
Respectvol leiding geven



Eenhoofdige leiding,
spreiding in
samenwerking met
Staf/MT
De zoveelste leider
binnen een kort
tijdsbestek
Vertrouwen moet
groeien





Enkele taken en
verantwoordelijkheden
herverdelen, spreiden
leiderschap
Structureel overleg om
planning te maken en te
bewaken
Meer gebruik maken
van kwaliteiten van
individuele teamleden
overlegstructuur
aanpassen, PDCA
cyclus consequent
toepassen
Bovenstaande in een
kwaliteitshandboek
Stimulerend
Belemmerend
Kansen/Aangrijpingspunten
De Leerlingen
De Leerlingen
De Leerlingen




Hoge opbrengsten cito
Positieve houding t.o.v.
school en leren
Weinig sociale
problematiek

Sociale problematiek
neemt toe
Te veel zorgleerlingen in
één groep, vooral in
combinatiegroepen.

Ontwikkeling en
scholing van het
team richten op
expertise die nodig is
om zorgleerlingen te
23



Weinig conflicten
Welbevinden positief (op
basis van SEO lijsten)
Respectvolle houding


begeleiden.
Passend verrijkend
onderwijs zoeken
voor (hoog)begaafde
leerlingen.
Methode SEO
ontwikkeling
aanschaffen die bij
ons meetinstrument
SEO past. (VISEON)
Stimulerend
Belemmerend
Kansen/Aangrijpingspunten
De Ouders
De Ouders
De Ouders

Gemiddeld hoog
opleidingsniveau ouders
 Ouders hebben
vertrouwen in de school
 Ouders zijn betrokken bij
de school:
- MR
- Ouderraad
- Hulpouders
 Ouders waarderen de
open communicatie
vanuit de school
 MR levert een positief
kritische bijdrage aan
het beleid van de school

Stimulerend
Belemmerend
Kansen/Aangrijpingspunten
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod




Kerndoel dekkend
aanbod vanuit de
lesmethoden
Gebruik van het directe
instructiemodel
Gebruik van
coöperatieve
werkvormen
Gebruik van
gastleerkrachten,





Veel ouders werken
(parttime)
Soms nog
onduidelijkheid in
taakstelling ouderraad en
medezeggenschapsraad
Aantal verouderde
methoden
Te weinig aandacht en
materialen voor
techniekonderwijs
Geen concrete afspraken
over coöperatief
klassenmanagement
doorgaande lijnen zijn
niet overal optimaal







Open en duidelijke
communicatie naar
ouders toe
Gedragscode uitdragen.
Ouders betrekken bij
activiteiten in de school
Methodes planmatig
vervangen
Methode met
onderdelen voor
techniekonderwijs
Methode voor
voortgezet technisch
lezen
Implementatie
Handelingsgericht
24


excursies en projecten
om het onderwijs
betekenisvol te maken
Speciale aandacht voor
actief burgerschap via
bijvoorbeeld EHBO
cursus
Betrokkenheid van
ouders

Eind- en
tussenopbrengsten die
onder druk staan.
 Doorgaande lijnen zijn
niet duidelijk door veel
nieuwe methodes die
ingevoerd worden in
periodes met steeds
andere vervangers.


werken (HGW)
gebruiken om
logboeken te
uniformeren. Doelen
omschrijven op planbord
en in logboek.
Afspraken maken over
coöperatief
klassenmanagement en
deze borgen
educatief partnerschap
met ouders stimuleren
Stimulerend
Belemmerend
Kansen/Aangrijpingspunten
Omgeving
Omgeving
Omgeving


Positieve samenwerking
met de gemeente
Positieve samenwerking
met de participanten
binnen het gebouw.
Pinokkio



Risicotoename
schoolpopulatie
Krimp van
leerlingenaantal
Concurrerende school
binnen de dorpskern


Bewaken van afspraken
vastgelegd in visie brede
school
Verbeteren
samenwerking met
peuterspeelzaal
Pinokkio.
Stimulerend
Belemmerend
Kansen/Aangrijpingspunten
Het gebouw
Het gebouw
Het gebouw





Oud gebouw met sfeer.
Ruime klaslokalen
Veel licht


Niet alle mogelijkheden
van gebouw kunnen
worden benut
Binnenklimaat niet
prettig, op sommige
plekken natuurlijke
ventilatie, in het nieuwe
gedeelte mechanische
ventilatie.
Moeilijk gebouw om
overzicht te bewaren
binnen de school.

In de toekomst op zoek
naar andere gebruikers.
Bouwen bij elkaar zetten
in de toekomst.
25
4.6 Strategische keuzes
De bovenstaande analyse vormt mede de basis voor onze eerder gemaakte keuzes en
voor de keuzes die we voor de komende 4 jaar gestalte willen gaan geven.
Belangrijke ontwikkelingen die in gang gezet zijn:
Continue aandacht voor opbrengsten
Actie/Doel





Goede analyses van de Waarnemingen (data’s LOVS, PDO) en
begrijpen van onderwijsbehoeften in groepsoverzichten.
Maken en bespreken van trendanalyses, dwarsverbanden,
tussentijdse evaluaties en formuleren van streefdoelen
Groepsbesprekingen met IB-ers en ondersteuner O en O
Inplannen van studiedagen/-dagdelen, samen groepsplannen
maken, doelen stellen.
werken volgens 1-zorgroute
Resultaat De fasen data en duiden worden stapsgewijs doorlopen van groot naar klein.
Leerkrachten verwerven inzicht en vaardigheden in analyse op groep- en
leerling-niveau. Voorbereiden op de toets; ronde van januari; protocol en
procedure; voorbereiden op de toets ; invloed van de leerkracht voor en
tijdens de toets.
Verbeteren leerlingenzorg
Actie/Doel






Resultaat
Handelingsgericht werken op zorgniveau 1 en 2: verdieping en borging
van het werken met groepsoverzichten en groepsplannen met het accent
op het afstemmen op de onderwijsbehoefte op de groep en de
subgroepen ; opstellen van handelingsplannen en OPP’s met het accent
op het afstemmen op de onderwijsbehoefte van de individuele leerling
Verdere implementatie – op - maat van de 1-Zorgroute
Gebruik maken van verrijkingsmateriaal voor (meer) begaafde leerlingen.
Ondersteuning bij invoering Individueel Ontwikkelingsperspectief
Begeleiding door MOVARE
Handelen naar het opgesteld onderwijszorgprofiel
Zichtbare en merkbare verbetering van de leerlingenzorg
Actie/Doel Vernieuwen visie en missie
26
Resultaat
Vernieuwen; Dit is niet gelukt door vele personele wisselingen, te weinig
‘vaste’ teamleden op school aanwezig om dit traject goed in gang te zetten.
Bevordering professionaliteit
Actie/Doel




Scholingsafspraken op basis van geconstateerde hiaten
Verder vormgeven van het bekwaamheidsdossier.
Structurele aandacht voor deskundigheidsbevordering
gebruik maken van elkaars expertise
Eenduidigheid en structuur in de groepsadministratie zodat alle gegevens
makkelijk terug te vinden en te verwerken zijn. Organisatieklapper onderbouw
en bovenbouw voor iedereen hetzelfde in opbouw.
Eenduidigheid in de dag en weekplanning.
Resultaat
Mede ook door de nascholing Pierre Wolters, is bewustwording en structuur
ontstaan in het analyseren en plannen binnen het eigen handelen.
Actie/Doel Verdere implementatie systeem van kwaliteitszorg
Ouderenquête april 2015
Hoe houden wij onszelf de spiegel voor?
Wat vinden ouders hiervan?
Resultaat
Resultaten enquête geven zicht op nieuwe ontwikkeldoelen.
Belangrijke ontwikkelingen die de komende 4 jaar aangepakt worden:
1
Uitdragen en borgen van onze gedragscode.
Om te waarborgen dat onze school voldoende aandacht besteedt aan
mentale veiligheidsaspecten, hebben wij een gedragscode opgesteld.
Gedragscode
Onze school hanteert een gedragscode. In deze gedragscode staan
regels en afspraken die betrekking hebben op leerlingen, leerkrachten en
ouders. De afspraken richten zich op machtsmisbruik en seksuele
intimidatie, pesten, lichamelijk en geestelijk geweld, racisme en
discriminatie, gebruik van computer en internet, privacy en klachtrecht.
Deze gedragscode vormt het kader waarbinnen leerkrachten de
groepsregels, zo veel mogelijk samen met de leerlingen, afspreken.
20152019
27
Doel van gedragscode








2
Het bevorderen van een
goed pedagogisch
klimaat, waarbinnen alle
betrokkenen zich veilig
en prettig voelen.
Het bijdragen aan
preventie van
machtsmisbruik in de
ruimste zin.
Het bevorderen en
bewaken van
veiligheids-,
gezondheids- en
welzijnsaspecten voor
alle mensen bij hun
werk op school.
Het bewaken van de
privacy van alle betrokkenen.
Respectvol omgaan met elkaar in woord en handelen zijn essentiële
uitgangspunten binnen onze school.
Een gedragscode houdt niet in, dat gedrag dat niet in regels is
vastgelegd automatisch wel toelaatbaar is.
Een gedragscode mag het spontane omgaan van alle betrokkenen met
elkaar niet in de weg staan.
Bij het vaststellen en naleven van regels moet rekening gehouden
worden met de aard en het sociaal- emotionele ontwikkelingsniveau
van de voorkomende leeftijdsgroepen.
Ontwikkelen van ons ICT onderwijs. We zullen kort aangeven welke
speerpunten van belang zijn;





Begeleiden van leerkrachten.
De IC-ter vanuit goed zicht op integratie op ICT in de lessen het
leerkrachten team coachen in de realisatie daarvan.
Het team helpen om zicht te krijgen op de feitelijke integratie van ICT
op school.
De visie van de school op ICT uitdragen
Het monitoren van nieuwe ontwikkelingen op ICT en onderzoeken op
bruikbaarheid voor inzet.
20152019
28
3
Ontwikkelen van de kwaliteitszorg; we bedoelen dat we op een
gestructureerde manier de goede dingen nog beter proberen te doen. Dat
beter doen is onze collectieve ambitie. Het gaat in de kern om vijf vragen:
a.
Doen wij de goede dingen?
b.
Doen wij die dingen ook goed?
c.
Hoe weten wij dat?
d.
Vinden anderen dat ook?
e.
Wat doen wij met die wetenschap?
20152019
Kwaliteit moet blijken. Daarom verzamelen onze leerkrachten gegevens
over de ontwikkeling van onze leerlingen tot en met het einde van de
basisschool en daarna. Bestuderen van de rapportages VO, zo krijgen wij
zicht op de voortgang van de leerlingen van onze school.
Daarmee bezitten wij een schat aan informatie. Om het onderwijs te
verbeteren (op leerling-, groeps- en schoolniveau) willen we leren nog
beter gebruik te maken van deze uitkomsten. We willen ons verder
scholen om de uitkomsten te analyseren, te begrijpen en te vertalen naar
concrete voorstellen voor verbetering. Op deze manier wordt het afnemen
van toetsen een hulpmiddel om ons onderwijsproces te verbeteren. Door
je LOVS goed te gebruiken, grip hebben op de opbrengsten, het
teambreed bespreken en met elkaar de hiaten aan te pakken. Volgen van
vervolgcursus Pierre Wolters “gedrag beter leren begrijpen”
4
Kwaliteitszorg heeft een directe relatie met integraal personeelsbeleid.
De kwaliteit staat en valt immers met de mensen voor de klas. Binnen de
school werken wij aan een sfeer waarin we met elkaar over de resultaten
van het onderwijs spreken, elkaar feedback geven en waar plaats is voor
coaching en intervisie. Gesprekken met leerkrachten. De directie voert in
de gesprekscyclus werkgesprekken, popgesprekken, en
functioneringsgesprekken met medewerkers. Doel van de gesprekken is
het vergroten van de kwaliteit van onderwijs en het welbevinden van de
medewerkers.
20152019
5
Systematisch werken aan sociaal emotionele vorming, zodat het
pedagogisch klimaat verder geoptimaliseerd wordt binnen. Aanschaf
methode.
20152019
6
Leesverbetering:
Inzetten op scholing van het team op begrijpend lezen. De resultaten op
begrijpend lezen zijn dalend; Goed gebruiken Nieuwsbegrip XL.
Optimaal gebruik maken van de methoden zodat de opbrengsten
hoog gaan van beide vakgebieden, Verbetering opbrengsten technisch
lezen. 85 % op niveau A,B,C in alle groepen blijft.
Begeleiden van risicoleerlingen goed wegzetten in planning en tijd.
(zie verbeterplan technisch lezen) Goed hanteren en interpreteren van het
dyslexie protocol
20152019
29
7
Werken aan een professionele cultuur; Het verder ontwikkelen van de
doelen/ijkpunten voor Passend Onderwijs. In de brede benadering van
schoolontwikkeling past ook het voldoen aan de eisen die vanuit de weten regelgeving aan de scholen gesteld worden en die door de Inspectie
wordt getoetst. In het kader van het veranderend Inspectietoezicht ligt de
focus in de komende jaren op de thema’s “zelfevaluatie” en “publieke
verantwoording”. Hoe beter de school zichzelf kent, hoe beter de school
interventies voor verbetering kan uitvoeren en daarmee de kwaliteit kan
doen toenemen.
20152019
Door verbinden, verbreden, versterken, verdiepen, kennis te delen en
leren van elkaar, met verschillende kwaliteiten, leren van elkaar in
teamverband, vanuit eigen regie en verantwoordelijkheden kan het
vakmanschap vergroot worden. Er moet gewerkt worden aan een
cultuuromslag in denken en handelen.
Ons passend en verrijkend onderwijs verder uitbreiden met aandacht voor
(hoog)begaafde leerlingen. Hoe gaan wij hier mee om? Wat willen wij?
Als leerkracht je focus verbreden. Diagnosticeer op basis van kansen, op
basis wat er wel is, op basis van wat je wel wilt. Hoe kan je de aanwezige
talenten van kinderen wel beter tot zijn recht laten komen.
8
Ouderbetrokkenheid/ouderparticipatie vergroten waardoor de opbrengsten
kunnen stijgen.
Ontwikkelen van een visie op en de invulling van ouderbetrokkenheid en
ouderparticipatie, partnerschap.
9
VVE in de onderbouw de samenwerking met de peuterspeelzaal
verbeteren. VVE in de onderbouw verder ontwikkelen. Ouder
betrokkenheid aanzienlijk vergroten waardoor partnerschap wordt bereikt.
10
11
Boeiend onderwijs in relatie tot coöperatieve werkvormen verder
ontwikkelen en de afspraken over coöperatief klassenmanagement
naleven en borgen.
Daarnaast willen we in de volgende schoolplanperiode de kwaliteitszorg
uitbreiden door:
 Leerling tevredenheidspeilingen
 Externe kwaliteitsaudits door bijvoorbeeld collega scholen.
20152019
20152019
20152019
30
ONZE OPDRACHT
Ontwikkelen is als zeilen. Ook met tegenwind kun je vooruit gaan.
31
5
Wettelijke opdracht van het onderwijs
Inleiding
In dit hoofdstuk geven we aan hoe we vorm geven aan het onderwijs op onze school en
maken daarbij duidelijk hoe we invulling geven aan de wettelijke opdrachten van het
basisonderwijs.
In de wet op het primair onderwijs staat beschreven aan welke eisen het onderwijs moet
voldoen. Ook de wet Passend Onderwijs stelt eisen aan de inrichting van ons onderwijs.
In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij invulling geven
aan deze wettelijke eisen.
5.1.1 Ononderbroken ontwikkeling
Artikel 8 lid 1 van de WPO geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de
leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt
afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
Op onze school geven we hieraan als volgt vorm:
Om in beginsel een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen is onze
school klassikaal ingericht. Binnen die klassikale structuur zijn er zeker mogelijkheden
om een eigen leertempo kansen te geven. Ook kunnen er in uitzonderlijke gevallen
klassen worden overgeslagen. Binnen die klassikale structuur zorgen methodes voor de
leerlijnen. Hierdoor zijn de voorwaarden geschapen om een onderwijsleersituatie te
scheppen die het mogelijk maakt dat de leerlingen een ononderbroken
ontwikkelingsproces kunnen doorlopen op alle aspecten van hun ontwikkeling. Deze
aspecten betreffen onder andere de verstandelijke, sociale, motorische, emotionele en
creatieve ontwikkeling.
5.1.2 Brede ontwikkeling
Artikel 8 lid 2 WPO geeft aan: Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de
verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van
noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Dit geven wij
op de volgende wijze vorm:
Onze school werkt aan een brede ontwikkeling omdat alleen zo kinderen goed
voorbereid worden op hun toekomst. In ons onderwijs zijn daarom een aantal
richtingwijzers ingebed:



Actief zijn, initiatieven nemen en plannen maken. De begrippen ‘actie' en
‘initiatieven' wijzen op het actieve aandeel van kinderen in hun eigen ontwikkeling.
Dat stimuleren wij in onze lessen.
Communiceren en taal. Communicatie wil zeggen dat kinderen contacten
aangaan met anderen en daarbij meerdere communicatievormen gebruiken. Niet
alleen verbale, maar ook non-verbale; d.m.v. bijvoorbeeld gelaatsuitdrukkingen,
gebaren en lichamelijk contact geven partners boodschappen aan elkaar door:
bv. genegenheid, respect, afkeer,
schrik. Taal is dus een wezenlijk communicatiemiddel.
Samen spelen en samen werken. Samen spelen en werken zijn sociale
activiteiten. In al die sociale activiteiten leren kinderen van de voorbeelden in
32






handelingen, taal of oplossingen voor problemen, die ze van anderen zien.
Verkennen van de wereld. Ontwikkeling is geleidelijk ingroeien in de wereld.
Kinderen zijn meestal geïnteresseerd in hun wereld en zijn erop uit daar deel van
uit te maken; dat maakt dat er van ontwikkeling sprake kan zijn. Het is van belang
dat kinderen de houding en de vaardigheden ontwikkelen waarmee ze zich in de
omringende wereld oriënteren: interesse, behoefte om te onderzoeken en te
experimenteren. Vragen stellen, informatieve bronnen raadplegen, methoden
bedenken voor de oplossing van een probleem zijn voorbeelden van gewenste
vaardigheden. Daarnaast gaat het om het leren deelnemen aan de sociaalculturele werkelijkheid.
Uiten en vormgeven. Bij uiten en vormgeven gaat het erom de kinderen te helpen
om hun gevoelens, ervaringen, gedachten en ideeën te uiten. Dat kan door te
spelen, door te bewegen en te dansen, door te praten en te vertellen, door
beeldend te vormen zoals tekenen, boetseren, door dingen of constructies te
maken, door teksten te maken en te schrijven. Dit is in emotioneel en sociaal
opzicht van belang.
Voorstellingsvermogen en creativiteit. Voorstellingsvermogen is je in gedachten
voorwerpen, gebeurtenissen en situaties voorstellen. Eerst, in het stadium van het
aanschouwelijk denken, hebben kinderen objecten en situaties direct zichtbaar en
tastbaar nodig om daarover te praten en te denken. Naarmate ze meer
voorstellingen of mentale beelden van de wereld om hen heen hebben
opgebouwd, zijn ze ook steeds meer in staat om op basis daarvan te denken en
te handelen.
Omgaan met symbolen, tekens en betekenissen. Representerende activiteiten
dragen bij aan de denkontwikkeling doordat het kind zich ervan bewust is dat de
representatie niet hetzelfde is als de werkelijkheid maar daarnaar verwijst. Deze
functie vormt de spil van alle bewuste denkactiviteit en is de basis van de
leeractiviteit. Voor een deel bestaat onze cultuur uit abstracte grafische tekens,
zoals letters, cijfers, schema's, modellen of statistieken. Kinderen kunnen de
betekenissen daarvan (later) leren begrijpen als ze (eerder) veel ervaringen met
concrete representaties hebben opgedaan.
Zelfsturing en reflectie. We spreken van zelfcontrole als het gaat om het uitvoeren
van een taak of opdracht zonder de directe aanwezigheid of de controle van de
opdrachtgever. Het is een vorm van controle waarin het kind in staat is zich niet af
te laten leiden door allerlei prikkels van buitenaf en zich aan de uitvoering van de
taak of opdracht te houden zoals die vooraf is vastgesteld of afgesproken.
Onderzoeken, redeneren en probleemoplossend. Dit zijn cognitieve kwaliteiten
die te maken hebben met strategisch handelen en met vooruitdenken op nieuwe
situaties en gebeurtenissen. Onderzoeken is een basishouding; kinderen moeten
er actief op uit zijn situaties te onderzoeken, te analyseren en te begrijpen. Het
impulsieve spontane handelen maakt geleidelijk aan plaats voor bewust
handelen, waarin kinderen zich oriënteren voor ze aan de uitvoering beginnen.
5.1.3 Pluriforme samenleving
Artikel 8 lid 3 WPO geeft aan: Het onderwijs gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien
in een pluriforme samenleving, is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap
en sociale integratie en is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en
kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Het
onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht
wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van
de Nederlandse taal.
33
Daar zorgen we op onze school op de volgende manier voor:
Onze school is voor iedereen, ongeacht iemands levensbeschouwelijke en/of sociaalculturele achtergrond toegankelijk. De verschillende achtergronden maken van de school
een ontmoetingsplaats waar de kinderen (en de ouders) kennismaken met een
verscheidenheid aan culturen, denkbeelden en zienswijzen. Wij zijn van mening dat de
kinderen mede hierdoor goed voorbereid worden op het functioneren binnen een
multiculturele samenleving.
5.1.4
Kerndoelen/referentieniveaus
De wet "Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen" is op 1 augustus 2010 in
werking getreden. De wet strekt zich over vrijwel alle onderwijssectoren uit en beoogt:
 een goede zichtbaarheid van het niveau van beheersing van de Nederlandse taal en
het rekenen voor zowel de leerling als de leraar en de school;
 meer eenduidigheid in taal- en rekenonderwijs in de gehele onderwijskolom;
 meer doelgericht taal- en rekenonderwijs door nauwkeurig omschreven doelen;
 een betere overdracht van leerlingen tussen de verschillende onderwijssectoren
door de introductie van een eenduidige en gemeenschappelijke taal;
 het ontstaan van beter doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen;
 het (opnieuw) doordenken door scholen van de aanpak van taal en rekenen;
 het verleggen van accenten binnen het huidige taal- en rekenonderwijs.
Genoemde wet vormt voor ons de basis voor (aanpassing van) lesmethoden,
leermiddelen en toetsen/examens. Daardoor zal deze ook uitgangspunt zijn bij het
ontwerpen van taal- en rekenonderwijs binnen onze school. De huidige, wettelijk
verplichte kerndoelen zijn nog steeds leidend bij de keuze voor het leerstofaanbod. In de
loop van deze schoolplanperiode 2015-2019 worden deze kerndoelen herzien. De school
zal dan bij de keuze van het leerstofaanbod dusdanige aanpassingen verrichten waardoor
ze voldoet aan de dan wettelijk geldende bepalingen.
Ons leerstofaanbod voldoet aan deze eisen
5.2
A.
Leerstofaanbod groep 1 t/m 2
Het onderwijs in de groepen 1 en 2 vindt niet plaats op basis van vakken en
leerstof, maar op basis van een beredeneerd aanbod van leeractiviteiten. Deze
worden systematisch aangeboden via de methode Kleuterplein en wordt ingevoerd in
schooljaar 2011-2012. (laatste versie 2008 ) Deze methode is kerndoelen dekkend en
biedt eigentijds onderwijs voor zowel de taal- als de rekenkant. Daarbij kunnen
onderwijsinhouden worden aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind.
Het beredeneerde aanbod dat wij als school aanbieden naast de methode en dat
tot voor kort leidend was, hebben we bij ons op school verpakt in een 5-tal
kernactiviteiten, te weten:
o
o
o
o
o
Mondelinge communicatie
Beginnende geletterdheid
Beginnende gecijferdheid
Spelen
Construeren en uitbeelden
Voor een beschrijving van deze kernactiviteiten verwijzen we naar de bijlagen.
34
5.3
B.
Leerstofaanbod groep 3 t/m 8
Het leerstofaanbod is van groot belang voor de ontwikkelkansen van de kinderen.
Wij vinden het belangrijk dat het methodische aanbod eigentijds is en dat het
kinderen goed voorbereidt op het vervolgonderwijs. De school kiest daarom voor
methoden die recht doen aan de eisen zoals geformuleerd in de referentieniveaus
taal en rekenen en voor het overige dekkend zijn voor de kerndoelen:













Rekenen/wiskunde
Nederlandse taal
Aanvankelijk lezen
Voortgezet lezen
Begrijpend lezen
Sociaal-emotioneel
Aardrijkskunde
Geschiedenis
Natuurkunde
Techniek
Schrijven
Gymnastiek
Creatieve vakken
methode
 Verkeer
 Engels
:
:
:
:
:
:
Alles telt
(versie: 2010)
Taalverhaal
(versie: 2013)
Veilig leren lezen
(versie: 2003)
Estafette
(versie: 2010)
Nieuwsbegrip XL
(altijd actueel)
wordt in de nabije toekomst vervangen
:
:
:
:
:
:
:
:
de Blauwe Planeet
(versie: 2006)
Speurtocht
(versie: 2004)
Natuniek
(versie: 2007)
Natuniek
(versie: 2007)
Schrijven in de basisschool (versie: 2006)
wordt in de nabije toekomst aangeschaft
verschillende bronnenboeken; geen vaste
verkeerskranten VVN
;
Groove me
(altijd actueel)
De school biedt de leerstof van de bovengenoemde methoden aan tot en met het
niveau van groep 8. Dit geldt voor alle leerlingen, tenzij er sprake is van een
individueel ontwikkelingsperspectief of een specifiek handelingsplan dat anders
vermeld.
De school biedt een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod. We geven dit
vorm door het gebruik van dezelfde methoden en door afstemming van de manier
van lesgeven.
De school past het leerstofaanbod aan de behoeften van de leerlingen aan. De
methoden bieden naast basismateriaal ook verbredings- en verdiepingsmateriaal.
Voor leerlingen met specifieke problemen worden handelingsplannen opgesteld
met gebruik van extra materiaal.
Het verkeersonderwijs op onze school heeft een extra dimensie gekregen wegens
het feit dat wij als school meedoen aan het VEBO (Verkeerseducatie in het Basis
Onderwijs) project. Zie bijlage verkeersplan.
35
5.4 Actief burgerschap en sociale integratie
Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn onze leerlingen immers!)
kennis, vaardigheden en houdingen bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen
spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Wij vinden dat als school
belangrijk omdat het onze leerlingen een kans op een goede toekomst biedt. Hoe geeft
onze school vorm aan actief burgerschap en sociale integratie?
Onze school richt zich op het bijbrengen van kennis (weten), vaardigheden (kunnen) en
houdingen (willen) en op het opdoen van ervaringen (actief! burgerschap). Dit doen we
vooralsnog niet volgens een bestaande methode, maar het is verweven in ons totale
onderwijs. Er zijn 3 gebieden waarop wij ons richten, nl. democratie, participatie en
identiteit. We zullen onze aanpak schematisch weergeven:
Schooleigen opdracht.
Naast de basisvaardigheden moet er meer aandacht komen voor de brede opdracht van
de school: de maatschappelijke opdracht. Het gaat dan over het overdragen van
fundamentele waarden van onze rechtsstaat, de relatie tussen onderwijs en toekomstige
arbeidsmarkt, de volwaardige participatie in de maatschappij middels digitale
geletterdheid en burgerschapsvorming. Voorts persoonsvorming en talentontwikkeling,
vorming van karakter en identiteit. De school zal in de nieuwe schoolplanperiode keuzes
maken om haar eigen opdracht gestalte te geven.
Richtinggevende vragen voor de school hierbij zijn:
a. Welke kennis en vaardigheden moeten een plek krijgen in het curriculum zodat
leerlingen optimaal worden voorbereid op het vervolgonderwijs en de toekomstige
arbeidsmarkt?
b. Welke kennis en vaardigheden moeten worden verankerd in het curriculum zodat
leerlingen volwaardig leren te participeren in een pluriforme democratische
samenleving?
c. Welke bijdrage moet het onderwijs leveren aan persoonsvorming en
talentontwikkeling en hoe moet dit tot uitdrukking komen in het curriculum?
36
Kennis
Democratie
Via de zaakvakken
komen aan de orde:
Participatie
Via de zaakvakken
komen aan de orde:
1. Ontstaan republiek
Nederland
2. Europese
gemeenschap,
3. Verenigde Naties
4. Democratie
5. Monarchie
6. Dictatuur
7. Stemrecht
8. Politieke partijen
9. Rechtspraak
10. Rechten van de
mens
11. Kinderrechten
1. Klas, school, buurt,
gemeente, stad
2. Provincie, land,
Europa, wereld
3. Ongelijkheid
4. Discriminatie
Vaardigheden Alle
onderwijsactiviteiten
leveren we een
bijdrage aan:
1. Het nakomen van
afspraken die in de
groep gemaakt zijn
2. Het om kunnen gaan
met kritiek
3. Kritische vragen
kunnen stellen bij
maatschappelijke
ontwikkelingen
4. Een eigen standpunt
kunnen bepalen.
5. Problemen op een
positieve manier
willen oplossen
Alle
onderwijsactiviteiten
leveren we een
bijdrage aan:
1. Spreken en
luisteren
2. Aandragen van
oplossingen
3. Inzicht in eigen
capaciteiten
4. Meedoen aan een
georganiseerde
actie van de klas of
de
5.
6.
7. school
Identiteit
1. onze school is van
katholieke grondslag
met respect voor
andere
geloofsovertuigingen,
waarbij de 5
kernwaarden vanuit
onze visie de basis
vormen.
2. laat binnen onze
school een sfeer zien
waarin we openstaan
voor anderen en
betrokken zijn bij
anderen, ongeacht de
gelovige en nietgelovige achtergrond.
3. wij zijn alert zijn op
discriminatie en pesten;
als het de kop opsteekt,
zullen wij hier
adequaat op handelen.
Alle
onderwijsactiviteiten
leveren
we een
4. vieringen
versterken
bijdrage
aan:als
onze school
gemeenschap.
1. Onderscheiden van
ik en de ander
(uniciteit)
2. Uiten van
gevoelens, wensen
en opvattingen
3. Bespreken van
opvattingen
4. Omgaan met
verschil
5.
6.
7.
8. lende culturen
9. Rekening houden
met opvattingen van
anderen
10.Verplaatsen in de
ander
11.Perspectiefwisseling
37
Houdingen
Alle
onderwijsactiviteiten
leveren we een
bijdrage aan:
1. Afspraken nakomen
2. Vreedzaamheid
3. Gelijke behandeling
4. Vrijheid van
meningsuiting
5. Solidariteit
Alle
onderwijsactiviteiten
leveren we een
bijdrage aan:
1. Ontwikkeling van
betrokkenheid bij de
groep
2. Ontwikkeling van
betrokkenheid bij de
school
3. Ontwikkeling van
verantwoordelijkhei
d voor groep en
school
4. Ontwikkeling van
betrokkenheid en
verantwoordelijkhei
d voor buurt, milieu
en samenleving
Ervaringen
1. Samenwerken in
1. Helpen opruimen
opdoen zowel
groepjes (1- 8)
van de klas
binnen de
2. Coöperatieve
2. Helpen opruimen
school als
werkvormen (1-8)
speelplein
buiten de
3. Opstellen
3. Helpen bij toezicht
school
groepsregels
op speelplaats
4. Aanpak pestgedrag 4. Bezoek brengen
5. Jeugdjournaal kijken
aan zieke leerling
6. Lidmaatschap van
5. Meedoen aan (geld
een vereniging
inzamel)actie voor
7. Dodenherdenking
goed doel
8. Vieren van
6. Deelname groep 7
koningdag
aan het zgn.
9. Volgen van
Gipsproject
troonrede
7. Verenigingsleven
Alle
onderwijsactiviteiten
leveren we een
bijdrage aan:
1. Anderen willen
helpen
2. Ontwikkelen van
empathisch
vermogen
3. Respectvol omgaan
met anderen
4. Anderen willen
betrekken
5. Zelfkennis
6. Besef van
gelijkwaardigheid
7. Waarderen van
verschillen
1. Samen spelen en
samenwerken met
verschillende
kinderen
2. Meedoen aan
kerkelijke vieringen
3. Meedoen aan
kerkelijke rituelen
als communie en
vormsel
4. Bezoeken van
buitenschoolse
instanties
(bejaardenhuis,
politiebureau,
ziekenhuis)
5. Leren over eigen
woonomgeving (bv.
straatnamen
herleiden)
38
5.4.1
Kinderen met extra ondersteuningsbehoeften.
Artikel 8 WPO geeft aan: T.a.v. van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, is het
onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de
leerling. De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van
leerlingen die extra ondersteuning behoeven.
Onze leerlingenzorg vindt plaats binnen 4 belangrijke kaders:
a.
b.
c.
d.
5.5
Het rijksbeleid inzake Passend Onderwijs
Het Ondersteuningsplan 2014-2018 van het Samenwerkingsverband Passend
Onderwijs Heerlen e.o. (zie bijlage)
Het beleid van Movare inzake passend onderwijs zoals verwoord in de notitie “Van
eiland naar wijland”. (zie bijlage)
Ons school specifieke school ondersteuningsprofiel
Leerlingenzorg: kaders
Wanneer we bij ons op school over leerlingenzorg spreken, bedoelen we de zorg voor álle
leerlingen op onze school. We denken daarbij meer in termen van afstemming en minder
in termen van hulpverlening. Hieronder volgen de belangrijkste uitgangspunten en
kenmerken van onze leerlingenzorg: LEERLINGENZORG
Onze leerlingenzorg vindt plaats binnen de kaders van het rijksbeleid (Passend Onderwijs),
het Zorgplan van het Samenwerkingsverband en de wijze waarop MOVARE invulling geeft
aan de invoering van passend, boeiend en opbrengstgericht onderwijs. Wanneer we over
leerlingenzorg spreken, bedoelen we de onderwijszorg voor álle leerlingen op onze school.
We denken daarbij meer in termen van afstemming en minder in termen van hulpverlening.
Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten en kenmerken van onze leerlingenzorg?
Uitgangspunten en kenmerken m.b.t. deze kaders:
1.
Handelingsgerichtheid:
Wij gaan uit van behoeften van kinderen in plaats van tekortkomingen van kinderen. Het
gaat dus niet om de vraag: wat heeft dat kind, maar de vraag: wat heeft dat kind nodig.
M.a.w.: wat vraagt dat kind van ons om de volgende stap te kunnen maken!
2.
Preventie:
Onze leerlingenzorg richt zich niet alleen op het helpen bij problemen, maar zeker ook
op het voorkomen van problemen. Zorgpreventie is voor de school van groot belang.
Goed onderwijs is daarbij de krachtigste factor. De professionaliteit van de leerkrachten
speelt bij deze preventieve zorg een sleutelrol. Effectieve instructie en effectief
klassenmanagement. met een stevige pedagogisch-didactische basis en een positieve
grondhouding zijn daarbij gevraagd. Die positieve grondhouding van de leerkracht zorgt
er voor dat een kind zich veilig en geaccepteerd voelt ook met zijn beperkingen. Binnen
het kader van deze preventieve gerichtheid speelt de toenemende samenwerking met
peuterspeelzaal “Pinokkio” ook een belangrijke rol. Al bij de aanmelding en eerste
39
weken op onze school willen we zo goed mogelijk op de hoogte zijn van de ontwikkeling
van leerlingen. Het zwaartepunt van de begeleiding van leerlingen ligt daarom bewust in
de onderbouw.
3.
Samenwerking in de keten van jeugdvoorzieningen:
Om onze kinderen goed te kunnen begeleiden bij hun ontwikkeling werkt onze school
samen met externe partners:
Peuterspeelzaal Pinokkio
Onderwijsbegeleiding & Ontwikkeling Movare.
Zorg adviesteam (ZAT)
Schoolmaatschappelijk werk
Centrum voor Jeugd en Gezin
Bureau Jeugdzorg
Bureau Voortijdig Schoolverlaten
Wijkagent
Schoolarts
4.
Samenwerking met ouders:
Wanneer wij werken aan de aanpak van een probleem betrekken wij de ouders daar zo
veel mogelijk bij, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn. Wij bespreken dan niet louter het
probleem en de achterliggende oorzaken, maar zoeken vooral ook gezamenlijk naar
constructieve oplossingen. We willen werken naar een partnerschap met ouders door ze
te laten deelnemen in het proces.
5.
Het onderwijszorgprofiel:
Dit profiel is opgesteld. Dit profiel bepaalt de breedte van ons handelen. Wat kunnen we
al. Wat kunnen we niet, maar willen we wel kunnen en wat kunnen we niet en willen we
ook niet kunnen. Voor ons zorgprofiel zie bijlage 5.
Leerlingenzorg: organisatie
Het Samenwerkingsverband beschrijft onderwijs en zorg in niveaus. Deze niveaus dienen
als uitgangspunt voor het beschrijven van onze leerlingenzorg. Schematisch zien deze
niveaus er zo uit:
Stappenplan niveaus van zorg Fatimaschool
Leerlingenzorg beoogt niet de zorg van een enkele leerkracht te zijn, maar er kan naar
aanleiding van de aard van het probleem ondersteuning geboden worden op meerdere
niveaus.
Zorgniveau 1: Goed onderwijs in de groep
Zorgniveau 2: Omgaan met verschillen in de groep
Zorgniveau 3: Extra begeleiding in de school
Zorgniveau 4: Extra begeleiding met externen
Zorgniveau 5: Eventuele Verwijzing
40
Zorgniveau 1: Goed onderwijs in de groep
Binnen de groep is de leerkracht verantwoordelijk voor het bieden van een
passend/uitdagend onderwijsaanbod. Wij geven groepsgewijs onderwijs waarbinnen
wordt gedifferentieerd. Dat is de basis van de algemene zorg in de groep.
Wij geven bij de kernvakken in alle groepen instructie volgens het “effectieve
instructiemodel”. Dit model kenmerkt zich door een aantal fasen:
- A. het geven van instructie: terugblik, presentatie, begeleid inoefenen
- B. het geven van verwerkingsopdrachten
- C. het geven van feedback
Hiervoor gebruiken wij op de Fatimaschool de kijkwijzer “effectieve instructie” Zie bijlage.
Uitgangspunt is dat leerlingen zich in een verschillend tempo en niveau ontwikkelen. Wij
gaan uit van convergente differentiatie. Door middel van de drie niveaugroepen wordt de
organisatie van de hulp aan (groepen) leerlingen weergegeven. Op het formulier
“groepsplan”, worden de groepen ingedeeld op niveau van zelfstandigheid, behoefte aan
extra instructie en begeleide inoefening. Hierdoor heeft de leerkracht een overzicht van de
kinderen die extra hulp nodig hebben en welke taak de andere leerlingen op dat moment
hebben. Op de Fatimaschool wordt in de volgende drie groepen gelaagde instructie
gegeven:
A groep
Korte instructie voor leerlingen die goede resultaten hebben behaald bij de
methoden gebonden toetsen en/of CITO (score A)
B groep
Volledige instructie voor leerlingen die voldoende resultaten hebben
behaald bij de methoden gebonden toetsen en/of CITO (score B + hoge C)
C groep
Volledige instructie en verlengde instructie voor leerlingen die onvoldoende
resultaten hebben behaald bij de methoden geboden toetsen en/of CITO
(score lage C+ D+ E)
Het werken met groepsindelingen heeft als doel, dat de differentiatie binnen de groepen in
kaart wordt gebracht, zodat de leerkracht steeds een overzicht heeft van welke hulp
wanneer aan welke kinderen moet worden geboden. Er wordt een groepsplan opgesteld
voor de volgende leergebieden (minimum programma):
groep 1 – 2
Taal voor kleuters
Rekenen voor kleuters
groep 3 - 4
Technisch lezen
Rekenen
Spelling
groep 5 t/m 8
Technisch lezen
Rekenen
Spelling
Begrijpend lezen
Belangrijk is, dat de doelstelling in de groepsplannen zo concreet mogelijk is (SMART:
Specifiek – Meetbaar – Acceptabel – Realistisch - Tijdgebonden), zodat de opbrengst
goed is vast te stellen. Dit vergemakkelijkt het werken met de groepsplannen en zorgt er
tevens voor dat de groepsplannen effectiever zijn. De groepsplannen worden in elk geval
4 keer per schooljaar opgesteld, geëvalueerd en bijgesteld. tussenevaluatie.
Periode 1
zomervakantie –carnaval
Periode 2 tussen evaluatie herfstvakantie,
Bron: overdrachtsgegevens, methode gebonden toetsen en eigen observaties.
Periode 3
Carnaval – zomervakantie
periode 4 tussen evaluatie meivakantie,
Bron: methode gebonden toetsen, protocol leesproblemen en dyslexie en eigen
observaties
41
Binnen de Fatimaschool wordt school breed het format van het model “groepsplan”
gebruikt. De evaluatie is uiterlijk één week na afloop van het groepsplan. Alle leerlingen
uit de A en de C groep worden individueel geëvalueerd. De leerkracht en de duoleerkracht zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het maken, uitvoeren en evalueren van
de groepsplannen. Tijdens de groepsbespreking met de interne begeleider staan de
groepsplannen met de evaluaties centraal.
Communicatie naar de ouders
De leerkracht communiceert met de ouders over de voortgang van de
resultaten:
• tijdens reguliere oudergesprekken
• tijdens een tussentijds oudergesprek
• tijdens eventueel tussentijds telefonisch overleg
Verslaglegging
• toets gegevens van cito worden vastgelegd in het LOVS
• toets gegevens van de methode gebonden toetsen worden vastgelegd in Dot.com
• het groepsoverzicht en groepsplan staan in Dot.com
• ouder gespreksverslagen worden in Dot.com gezet op de leerlingenkaart
Overzicht van de verantwoordelijkheden en acties in zorgniveau 1
actie
groepsleerkracht interne
begeleider
observeren
x
methode toetsen afnemen
x
methode onafhankelijke toetsen
x
afnemen(CITO) en vastleggen in
digitale LOVS
toetsen analyseren
x
groepsplan maken en bijstellen
x
hulp inschakelen van collega’s en/of x
ouders
minimaal 2 keer per jaar een
x
x
groepsbespreking
voortgangsgesprek met kinderen
x
voeren
zorgen voor de aanwezigheid van
x
het CITO toets materiaal
attenderen op Toets afname en
x
adviseren
controleren vastlegging in digitale
x
LOVS
analyseren van de toets gegevens
x
op groeps- en schoolniveau en
bespreken met directie
leerkrachten uitnodigen voor
x
gesprek indien wenselijk.
1 maal per maand overleg hebben
x
in het zorgteam binnen school
leerkrachten adviseren
x
leiden van de leerlingbespreking
x
directie volledig op de hoogte
x
houden van ontwikkelingen.
leerkrachten coachen en
x
groepsbezoeken
orthotheek actueel houden
x
directie
x
x
x
x
42
Zorgniveau 2: Omgaan met verschillen in de groep
Deze zorg geldt voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften waaraan in niveau 1 (de
C groep) niet voldaan kan worden. De toets resultaten zijn niet in overeenstemming met
de verwachtingen die we van het kind hebben. Het kan gaan om een tijdelijke uitval op
een bepaald gebied. De leerkracht maakt naar aanleiding van zijn observaties, toetsen en
gesprekken binnen 3 weken na afname een planning van de extra hulp. Deze extra hulp
wordt in principe in de groep uitgevoerd door de leerkracht, indien mogelijk met een
groepje kinderen.
Het doel van deze extra hulp is opgelopen achterstand weer in te lopen. Dit kan door
middel van:
• het vergroten van de oefentijd.
• het geven van extra instructie.
• het inzetten van meer gespecialiseerde methoden of materialen.
• het creëren van een positief werkklimaat.
In het groepsplan wordt deze extra hulp vastgelegd en gepland door de leerkracht. De
leerkracht evalueert de extra hulp na een aantal weken en maakt plannen voor het
vervolg.
Het vervolg kan zijn dat deze extra hulp beëindigd wordt (het doel is bereikt terug naar
zorgniveau 1,) doorgaan met de extra hulp (het kind blijft in zorgniveau 2) of aanmelden
bij de interne begeleider (zorgniveau 3) De interactie leerkracht-kind staat centraal, de iber coacht.
Communicatie naar de ouders
De leerkracht communiceert met de ouders over de voortgang van de
resultaten:
• tijdens reguliere oudergesprekken
• tijdens een tussentijds oudergesprek
• tijdens eventueel tussentijds telefonisch overleg
Verslaglegging
• toets gegevens van cito worden vastgelegd in het LOVS
• toets gegevens van de methode gebonden toetsen worden vastgelegd in Dot.com
• het groepsoverzicht en groepsplan staan in Dot.com
• ouder gespreksverslagen worden in Dot.com gezet op de leerlingenkaart
Overzicht van de verantwoordelijkheden en acties in zorgniveau 2
actie
groepsleerkracht interne
begeleider
groepsplan opstellen binnen 3
x
weken na afname toets
gesprekken voeren met ouders en
x
kind en hen op de hoogte stellen
van de
extra hulp
advies vragen bij ib
x
evalueren na 8 weken en melden
x
resultaat bij ib, kind en ouders
adviseren bij opstellen van
x
groepsplan
registreren van de plannen en
x
evaluaties per groep
trendanalyse maken van de toets
x
resultaten voor zorgteam en directie
directie
43
Zorgniveau 3: Extra begeleiding in de school
Zorg op individueel niveau
Voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften, zoekt de leerkracht hulp op
schoolniveau. Dit kan de interne begeleider, een gespecialiseerde collega of een
individuele leerlingbespreking in de eigen bouw zijn. Het gaat hierbij om kinderen waarbij
is gebleken dat niveau 2 tot onvoldoende resultaat leidt. In dit zorgniveau wordt
gesproken over een individueel handelingsplan. Deze worden SMART geformuleerd. De
leerkracht werkt zoveel mogelijk vanuit een groepsplan.
Het handelingsplan wordt na 8 lesweken geëvalueerd met alle betrokkenen. Uit de
evaluatie kan blijken dat de doelen behaald zijn, dan wordt het plan afgesloten.
Indien de doelen nog niet (geheel) behaald zijn kan het handelingsplan voortgezet worden
of er kan een nieuw plan opgesteld worden. In overleg met interne begeleider kan
overgestapt worden op een maatschrift.
Wanneer de school handelingsverlegen is wat betreft de aanpak, kan er besloten worden
een externe instantie in te schakelen. Dan gaan we over op zorgniveau 4.
Communicatie naar ouders
• De leerkracht informeert de ouders over de hulp die zij inschakelt.
• De leerkracht overlegt het concept van het individuele handelingsplan aan de ouders en
bespreekt dit met ze. Wanneer ouders en leerkracht het eens zijn over de inhoud van het
handelingsplan wordt het definitieve handelingsplan vastgesteld. In het plan staat hoe
ouders betrokken worden.
Verslaglegging
• toets gegevens worden vastgelegd in het LOVS
• toets gegevens van de methode gebonden toetsen worden vastgelegd in Dot.com
• het individuele handelingsplan wordt gemaakt in Dot.com
• ouder gespreksverslagen worden in Dot.com gezet
Overzicht van de verantwoordelijkheden en acties in zorgniveau 3
actie
groepsleerkracht interne
begeleider
afspraak maken voor individuele
x
x
leerlingbespreking met ib-lkr
leerlingbespreking leiden
x
kind aanmelden voor bespreking
x
x
handelingsplan opstellen,
x
bespreken en
evalueren met ouders en kind
handelingsplannen en
x
groepsplannen digitaal bewaren
controleren of alle kinderen met een
x
D/E of hoge A score aangepast
onderwijsaanbod krijgen.
handelingsplannen evalueren ibx
x
leerkracht.
leerkracht maakt afspraak met ib
hulp van externen inroepen
x
trendanalyse maken en overleggen
met directie
x
directie
44
extra onderzoek/observaties
uitvoeren
x
45
Zorgniveau 4: Extra begeleiding met inzet van externen
Ontwikkelingsperspectief (voor leerlingen met een eigen leerlijn)
Voor bepaalde leerlingen zijn niet alle einddoelen van het basisonderwijs haalbaar. Deze
leerlingen doorlopen de leerstof vaak op een andere wijze en in een ander tempo dan
waarvan standaard wordt uitgegaan. Passend onderwijs is een noodzakelijke stap om
deze leerlingen binnen de eigen school te kunnen begeleiden. Dan spreekt men over het
opstellen van een ontwikkelingsperspectief. Een ontwikkelingsperspectief is een
structureel afwijkend onderwijsprogramma voor één of meerdere basisvakken, dat leidt tot
een lager eindniveau dan normaal beoogd wordt op de basisschool. Het geeft de doelen
en de inhouden aan van wat geleerd moet worden en het onderwijs dat daarvoor nodig is.
Een leerling krijgt een onderwijsaanbod dat past bij de eigen mogelijkheden. Voorafgaand
aan een ontwikkelingsperspectief vindt altijd een intelligentieonderzoek plaats naar
capaciteiten en/of persoonlijkheid (sociaal-emotioneel) van het kind.
Bij een ontwikkelingsperspectief zullen toetsing en rapportage worden aangepast. De
ontwikkelingslijn van de leerling staat centraal, dus de vergelijking met zichzelf. Daarnaast
moet zichtbaar blijven hoe de resultaten zich verhouden tot de landelijke
referentiegegevens (LOVS). De vaardigheidsscores (LOVS) maken het mogelijk om de
leerling zowel met zichzelf als met andere (reguliere) leerlingen te vergelijken.
Een ontwikkelingsperspectief heeft consequenties voor school, leerling en ouders. De
beslissing hiertoe wordt genomen na een zorgvuldig doorlopen stappenplan, vanaf groep
6. Uitgangspunt is dat het uitzonderingen betreft en dat er geen andere oplossingen meer
mogelijk zijn. Op teamniveau zijn de risico’s en nadelen van een ontwikkelingsperspectief
bekend. Het team neemt hiervoor verantwoordelijkheid en heeft de intentie om deze
leerlingen op maat te begeleiden.
Externe hulp via school
Als de school niet voldoende middelen heeft om de leerling voldoende te kunnen
stimuleren, zich te laten ontwikkelen, wordt externe hulp ingeschakeld.
Bij externe hulp kan o.a. worden gedacht aan Consultatieve Leerling Bespreking
(diagnostiek, consultatie en/of observatie) door O & O van Onderwijsstichting Movare.
Na bespreking van een leerling, gaat de zorg verder op niveau 3 of er wordt
ondersteuning aangevraagd bij o.a. ZAT, WSNS, REC. of externe instanties.
Externe hulp via ouders
Soms is het nodig onderzoek of behandeling te laten doen door bijvoorbeeld een
ergotherapeut, logopedist of kinderpsycholoog. Ouders zijn verantwoordelijk voor de
aanvraag van het onderzoek bij externe instanties en zorgen voor een verwijskaart via de
huisarts. Als school hebben wij de taak om dit proces te volgen met de ouders.
De leerkracht, intern begeleider en ouders hebben overleg met de onderzoeker/
behandelaar.
Communicatie naar ouders
• Ouders nemen i.o. met leerkracht/ib-er contact op met huisarts voor aanvraag
onderzoek bij externe instanties.
• De leerkracht communiceert met de ouders. Alle benodigde formulieren voor onderzoek
worden
door ouders en school ondertekend.
• De interne begeleider communiceert met de externe instanties.
• Bij het adviesgesprek zijn de onderzoeker, de ouders, de leerkracht en de interne
begeleider aanwezig.
• Wanneer ouders geen toestemming geven voor extern onderzoek, zal de school haar
grenzen schriftelijk vastleggen. Hierin wordt duidelijk beschreven wat de mogelijkheden
van de school zijn.
46
• Indien er een ontwikkelingsperspectief gemaakt wordt, worden ouders door de leerkracht
en de interne begeleider door middel van een gesprek hiervan op de hoogte gesteld. Het
plan wordt eveneens in deze samenstelling besproken met ouders. Het loslaten van de
leerstof is een ingrijpende gebeurtenis en zullen we alleen doen nadat we een
intelligentieonderzoek heeft plaatsgevonden.
Verslaglegging
• De leerkracht verzamelt alle benodigde informatie en vormt een dossier.
• De toets gegevens van de methode gebonden toetsen worden vastgelegd in Dot.com
• De interne begeleider heeft een kopie van alle stukken en bewaart deze in het papieren
dossier van het kind.
• Bij begeleidingsgesprekken maakt de leerkracht een verslag van het gesprek en zet
deze adviezen om in een hulpplan in Dot.com.
Overzicht van de verantwoordelijkheden en acties in zorgniveau 4
actie
groepsleerkracht interne
begeleider
met directie overleggen welke hulp
x
wordt
ingeschakeld
contact leggen met externe
instanties
formulieren en onderwijskundig
rapport invullen
controleren, aanvullen en
verzenden formulieren
x
x
x
ontwikkelingsperspectief opstellen
x
x
ontwikkelingsperspectief bespreken
met ouders
gesprekken voeren met externe
instanties
ouders uitnodigen voor de
gesprekken
dossiers bijhouden
uitvoeren van adviezen
x
x
x
x
x
x
x
x
directie
x
47
zorgniveau 5: verwijzing
De school kan geen juist onderwijsarrangement aanbieden. Samen met de ouders wordt
er voor dit kind gezocht naar een passende plaats in het Speciaal Basis onderwijs of het
Speciaal Onderwijs.
Kenmerken van de zorg en begeleiding voor leerlingen waarbij de school onvoldoende
kan aansluiten bij de ontwikkeling van de leerlingen, zijn:
1.
Verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO)
Scholen voor speciaal basisonderwijs zijn basisscholen bedoeld voor:
- moeilijk lerende kinderen;
- kinderen met opvoedingsmoeilijkheden;
- alle andere kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben.
Indien van toepassing wordt samen met ouders het traject doorlopen om te komen tot
verwijzing naar een school voor Speciaal Basisonderwijs.
2.
De Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband
De Permanente Commissie Leerlingenzorg van ons samenwerkingsverband
beoordeelt de toelaatbaarheid van leerlingen tot SBO. Voor de precieze
taakomschrijving van de PCL zie bijlage het zorgplan.
3.
Verwijzing naar het Speciaal Onderwijs (SO)
Scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn bedoeld voor
lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte leerlingen en voor leerlingen met
psychiatrische of gedragsproblemen. Indien van toepassing wordt samen met ouders
het traject doorlopen om te komen tot verwijzing naar een school voor Speciaal
Onderwijs.
Communicatie naar ouders
• De ouders zijn aanwezig bij alle gesprekken en geven toestemming voor de te
ondernemen acties. Ook vullen zij de ouderformulieren in.
• De interne begeleider gaat indien ouders dat prettig vinden mee voor een oriënterend
gesprek op de nieuwe school.
Verslaglegging
• De interne begeleider maakt verslag in Dot.com van de gesprekken met ouders,
leerkracht en externe instanties.
Overzicht van de verantwoordelijkheden en acties in zorgniveau 5
actie
groepsleerkracht interne
begeleider
ouders uitnodigen voor gesprekken x
gesprek voeren met ouders over
verwijzing/rugzak
x
Onderwijskundig rapport invullen
x
Controleren, aanvullen en
verzenden formulieren
Aanvraag coördineren
Directie op de hoogte brengen
x
x
x
x
directie
48
a.
Wij bieden op onze school Passend Onderwijs aan alle leerlingen die binnen ons
school ondersteuningsprofiel passen. Dit ondersteuningsprofiel vormt de basis
voor ons handelen en is te vinden op de website van de school. De IB-er is
verantwoordelijk voor de leerling ondersteuning die met de beschikbare middelen
zo lang als kan op school gegeven wordt en organiseert passende ondersteuning
(lichte of zware ondersteuning) volgens de procedures van het
Samenwerkingsverband Heerlen e.o., waarbij onze school is aangesloten. Kortom,
alvorens we hulp van buitenaf inroepen gaan we aan de slag binnen onze eigen
mogelijkheden.
b.
In het ondersteuningsproces van onze school wordt handelingsgericht en
planmatig gewerkt. Het proces start bij de signalering door een leerkracht of door
de ouders van een ondersteuningsbehoefte bij een leerling en eindigt op het
moment dat passend onderwijs voor deze leerling gerealiseerd is.
c.
Ons proces van handelingsgericht werken (HGW) bevat de volgende stappen:
-
-
d.
Verzamelen van gegevens uit toetsen, observatie, en gesprekken met
leerlingen/ouders in een groepsoverzicht
Het groepsoverzicht biedt beknopt en bondig zicht op de geplande
vaardigheidsgroei per leergebied, de groei van de leerlingen op meerdere toets
momenten en hoe het actueel staat met de factoren die de ontwikkeling en het
leren van de leerlingen belemmeren en bevorderen
Signaleren van de leerlingen die zich niet conform de verwachtingen of prognose
ontwikkelen
Benoemen van onderwijsbehoeften van leerlingen
Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften in subgroepen
Doelgericht opstellen van een groepsplan op basis van de clustering
Uitvoeren en evalueren van het groepsplan
Afsluiten met groepsbesprekingen
Monitoren en evalueren. Twee maal per jaar vindt een evaluatie plaats of de
leerlingen hun geplande vaardigheidsgroei bereikt hebben.
Voor het realiseren van Passend Onderwijs is de keuze gemaakt voor nauwe
samenwerking tussen scholen en partijen die betrokken zijn bij de
ondersteuningsprocessen. Die samenwerking krijgt voor ons gestalte in een
clusterstructuur van scholen. Het gaat binnen deze scholenclusters om kennis
delen en leren van elkaar, waardoor het vakmanschap vergroot kan worden. Onze
school maakt deel uit van scholencluster 2.
BS de opstap/ trampoline
BS Langeberg
BS Meander
BS Fatima
e.
Onze leerlingenzorg richt zich niet alleen op het helpen bij problemen, maar zeker
ook op het voorkomen van problemen. Zorgpreventie is voor onze school van
groot belang. Goed onderwijs is daarbij de krachtigste factor. De professionaliteit
van de leerkrachten speelt bij deze preventieve zorg een sleutelrol. Effectieve
instructie en effectief klassenmanagement met een stevige pedagogischdidactische basis en een positieve grondhouding zijn daarbij gevraagd. Die
49
positieve grondhouding van de leerkracht zorgt er voor dat een kind zich ook met
zijn beperkingen veilig en geaccepteerd voelt.
f.
Binnen het kader van deze preventieve gerichtheid speelt de toenemende
samenwerking met onze Peuterspeelzaal “Pinokkio ” ook een belangrijke rol. Al bij
de aanmelding en eerste weken op onze school willen we zo goed mogelijk op de
hoogte zijn van de ontwikkeling van leerlingen.
5.5.1 Onderwijs aan langdurig zieke kinderen
Sinds 1 augustus 1999 zijn basisscholen zelf verantwoordelijk voor het onderwijs aan
langdurig zieke kinderen. Een uitzondering hierop zijn kinderen die in een academisch
ziekenhuis worden behandeld. Het gaat dus om die kinderen die gedurende langere tijd in
een ziekenhuis zijn opgenomen of langdurig ziek thuis zijn.
In deze gevallen organiseren wij als school contacten met het zieke kind om ervoor te
zorgen dat het leerproces zo goed mogelijk doorloopt. Dat kan op allerlei manieren
plaatsvinden. Het zieke kind kan worden bezocht door de groepslera(a)r(en) en
medeleerlingen en/of op bepaalde tijden volgens afspraak de school bezoeken. Als dit om
medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van bv. videoopnamen in de klas en/of thuis, telefonisch contact met klasgenootjes en evt. contact met
behulp van e-mail en webcam. Het spreekt vanzelf, dat brieven, kaartjes en tekeningen
een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen onze school en het
zieke kind. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden van zijn. Veel hangt af van
de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en school. De school kan
deze activiteiten natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders van het zieke kind
uitvoeren. We realiseren ons, dat de ouders van een langdurig ziek kind een moeilijke
periode doormaken en dat er op verschillende gebieden veel van hen wordt gevraagd. Als
duidelijk is, dat een leerling van onze school langer dan 2 weken in een ziekenhuis wordt
opgenomen of ziek thuis is, neemt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider van de
school contact op met de ouders om de situatie door te spreken. De school ontwikkelt in
overleg met de ouders een planmatige aanpak. (wel of niet met externe begeleiding). De
school blijft verantwoordelijk, voor de te ontwikkelen en uit te voeren aanpak. Tijdens het
uitvoeren van de aanpak vindt regelmatig overleg met de ouders plaats
5.5.2
Sponsoring
Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige
doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke
en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsering moet in overeenstemming zijn
met de goede smaak en fatsoen.
Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de
onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen
Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs
beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die
de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn
van sponsormiddelen.
De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd
gezag over sponsoring.
Tevens zijn de volgende principes van kracht:
- Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van
leerlingen;
- Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke
betrokkenheid;
- De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op
de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen;
50
- De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring.
51
6
ONZE KWALITEITSZORG
Als je hoofd verbonden is met je hart kunnen je handen en voeten de meest wonderlijke
dingen doen.
52
6.1
Inleiding
Kwaliteitszorg
Bij kwaliteitszorg gaat het over onderwijskwaliteit op een aantal kerngebieden waarbij het
niet alleen gaat over opbrengsten (leerprestaties op het cognitieve domein en de sociale
opbrengsten van onderwijs) maar ook over de wijze en de voorwaarden waaronder deze
tot stand zijn gekomen. Vanuit een gedegen zelfevaluatie stelt de school haar
kwaliteitsniveau vast en definieert vervolgens de verbeterruimte en vertaalt deze
aansluitend in concrete interventies. “Hoe beter je jezelf kent, hoe beter je interventies
kunt uitvoeren, hoe beter de bereikte kwaliteit zal zijn”. Tenslotte heeft de school de
opdracht om over dit proces publieke verantwoording af te leggen.
Als wij het hebben over kwaliteitszorg bedoelen we dat we op een gestructureerde manier
de goede dingen nog beter proberen te doen. Dat beter doen is onze collectieve ambitie.
Het gaat in de kern om vijf vragen:
a.
b.
c.
d.
e.
6.2
Doen wij de goede dingen?
Doen wij die dingen ook goed?
Hoe weten wij dat?
Vinden anderen dat ook?
Wat doen wij met die wetenschap
Voorwaarden van onze kwaliteitszorg
Een aantal zaken is rand voorwaardelijk voor het realiseren van onderwijskwaliteit. Vanaf
2015 wordt binnen MOVARE een rekenmodel gehanteerd dat inzichtelijk maakt hoe de
financiële huishouding van de school is opgebouwd.
Een volgende belangrijke voorwaarde is het systematisch en periodiek verzamelen van
data van onderwijsopbrengsten. We maken daarbij onderscheid in cognitieve opbrengsten
en opbrengsten van sociaal emotionele ontwikkeling. Onze school hanteert hierbij een
genormeerd instrument van LOVS. Van toenemend belang zijn de thema’s
“schoolklimaat” en “veiligheid.”
In het systeem van kwaliteitszorg wordt ook aandacht besteed aan de kwaliteit van de
processen. Daarbij wordt o.a. gelet op aspecten van planmatigheid en borging. Tevens
kijken we ook naar het systematisch vertalen van onze visie in persoonlijke doelen van
alle leerkrachten.
Tevens verantwoorden wij ons over onze opbrengsten i.r.t. onze doelen. Hierbij is in
toenemende mate van belang om kennis te nemen van de mening en ervaringen van
derden over onze school. Om die reden organiseren wij naast
personeelstevredenheidspeilingen ook periodiek leerling- en
oudertevredenheidspeilingen. De resultaten hiervan nemen wij op in de publieke
verantwoording.
Tenslotte monitoren wij hoe onze leerlingen het in het Voortgezet Onderwijs doen en
volgen hun ontwikkelingen tot in het derde leerjaar. De evaluatie hiervan gebruiken wij bij
onze schooladviesprocedure. Hetzelfde doen wij met de opbrengsten van het
inspectietoezicht.
Data verzamelen
Kwaliteit moet blijken. Daarom verzamelen onze leerkrachten gegevens over de
ontwikkeling van onze leerlingen tot en met het einde van de basisschool. Daarmee
bezitten wij een schat aan informatie. Om het onderwijs te verbeteren (op leerling-,
groeps- en schoolniveau) willen we leren nog beter gebruik te maken van deze
uitkomsten. We willen ons scholen om de uitkomsten te analyseren, te begrijpen en te
53
vertalen naar concrete voorstellen voor verbetering. Op deze manier wordt het afnemen
van toetsen een hulpmiddel om ons onderwijsproces te verbeteren.
Kwaliteit moet ook blijken als het gaat om het personeel. Daarom verzamelt de directie
gegevens over de ontwikkeling van het personeel. Deze gegevens worden onderdeel van
het bekwaamheidsdossier. Onze school maakt daarbij gebruik van het door Movare
gepropageerde Bardo-systeem. Nadere informatie over dit systeem is te vinden op de
website van Bardo: http://www.bardo.nl/Onderwijs/Digitaal-bekwaamheidsdossier
Relatie personeelsbeleid
Als werkgever stelt het College van Bestuur van MOVARE het personeelsbeleid vast; het
beleid is van toepassing op alle medewerkers werkzaam bij MOVARE. De taak van de
schooldirecties is op schoolniveau uitvoering te geven aan dit beleid. Kwaliteitszorg heeft
een directe relatie met integraal personeelsbeleid. De kwaliteit staat en valt immers met
de mensen voor de klas. Binnen de school werken wij aan een sfeer waarin we met
elkaar over de resultaten van het onderwijs spreken, elkaar feedback geven en waar
plaats is voor coaching en intervisie.
Belangrijke onderdelen uit dit personeelsbeleid zijn:
1.
Wet Bio en bekwaamheidsdossier (Bardo-systeem)
2.
Invoering functiemix
3.
Taakbeleid
4.
Mobiliteit
5.
Scholing
6.
Begeleiding op de werkvloer
7.
Gesprekkencyclus
Voor de schoolleiding is het zaak om op schoolniveau uitvoering te geven aan het
stichtingsbeleid.
De hierboven genoemde punten in de praktijk te brengen door:
 Teamleden vanuit een gemeenschappelijke visie te laten werken
 De bij de visie horende deskundigheid voortdurend op peil te houden
 Teamleden op hun competenties aan te spreken
 Competentiemanagement toe te passen
 Beginnende leerkrachten op te vangen en te begeleiden
 Boventalligheid tijdig te bespreken
 Verzuim te monitoren
 Instrumenten voor personeelsbeleid samenhangend in te zetten.
54
6.3
Algemeen
Als wij het hebben over kwaliteitszorg bedoelen we dat we op een gestructureerde
manier de goede dingen nog beter proberen te doen. Dat beter doen is onze
collectieve ambitie. Het gaat in de kern om vijf vragen:
a.
Doen wij de goede dingen?
b.
Doen wij die dingen ook goed?
c.
Hoe weten wij dat?
d.
Vinden anderen dat ook?
e.
Wat doen wij met die wetenschap
Data
Kwaliteit moet blijken. Daarom verzamelen onze leerkrachten gegevens over de
ontwikkeling van onze leerlingen tot en met het einde van de basisschool.
Daarmee bezitten wij een schat aan informatie. Om het onderwijs te verbeteren
(op leerling-, groeps- en schoolniveau) willen we leren nog beter gebruik te maken
van deze uitkomsten. We willen ons scholen om de uitkomsten te analyseren, te
begrijpen en te vertalen naar concrete voorstellen voor verbetering. Op deze
manier wordt het afnemen van toetsen een hulpmiddel om ons onderwijsproces te
verbeteren.
6.4
Inventarisatie gegevens
Om gegevens te verzamelen, maken we gebruik van de volgende middelen:
a.
Werken met kwaliteitskaarten, een kwaliteitssysteem van Cees Bos
b.
Gesprekken met leerkrachten. De directie voert in de gesprekscyclus
werkgesprekken, popgesprekken, en functioneringsgesprekken met
medewerkers. Doel van de gesprekken is het vergroten van de kwaliteit van
onderwijs en het welbevinden van de medewerkers. Het functioneren van
leidinggevenden wordt besproken met de regiodirecteur.
c.
Klassenbezoeken (aan de hand van kijkwijzers)
d.
CITO-LOVS
e.
Methodegebonden toetsen
f.
Resultaten voortgezet onderwijs
g.
Risicoprofiel Movare
h.
Toezicht onderwijsinspectie
i.
Leerlingtevredenheidspeilingen
j.
Personeelstevredenheidspeilingen
k.
Oudertevredenheidspeilingen
6.5
Periodisering
Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We realiseren ons
dat we de gegevens moeten analyseren en interpreteren, dat we verbeteringen
moeten plannen en realiseren en na verloop van tijd weer opnieuw moeten meten.
De kwaliteitszorg van onze school is daarom een cyclisch proces, waarbij we
gebruik maken van de zgn. PDCA-cirkel (Plan-Do-Check-Act).
6.6
INK-model
Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We willen ook
beoordelen of we met deze instrumenten voldoende informatie verzamelen.
Daarom maken we gebruik van het INK-model om te bezien of de verzamelde
informatie robuust genoeg is.
Tevredenheidspeiling
Toezicht inspectie
Risicoprofiel
MOVARE
Resultaten VO
Methodegebonden
toetsen
CITO
Klassenbezoeken
Jaarplan,
jaarverslag
evaluaties
teamver.
enz met
Gesprekken
teamvergaderingen
personeel
55
Visie en beleid
x
x
x
Personeel
x
x
x
x
Leiderschap en
management
Cultuur en
klimaat
Middelen en
voorzieningen
Management
van processen
Waardering door
personeel
Waardering door
leerlingen
Waardering door
ouders
Waardering door
de maatschappij
Eindresultaat
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Uit het schema blijkt dat alle aandachtsvelden van het INK-model aan de orde
komen. De informatieve dekking is dus voldoende.

Leiderschap 
Personeels
beleid

Doelen en
strategie


Organisatie
Inzet
middelen

Waardering
personeel


Management
Waardering
 van

 Leerouders/leerl.
opbrengsten
processen



Waardering
omgeving

 Resultaten
 Leren en verbeteren 
Inventarisatie gegevens
Om gegevens te verzamelen, maken we gebruik van de volgende middelen:

Gesprekken met leerkrachten. De directie voert in de gesprekscyclus
werkgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken met
medewerkers. Doel van de gesprekken is het vergroten van de kwaliteit van
onderwijs en het welbevinden van de medewerkers.
56

Gesprekken met de directie. Het functioneren van de directie wordt formeel
besproken op MOVARE-niveau.

Gesprekken met de directie. Op schoolniveau krijgen alle leerkrachten de
kans om ontwikkel gesprekken met de directie te voeren. Feedback is voor de
directie belangrijk voor het persoonlijke ontwikkelingsproces.

Klassenbezoeken

CITO-LOVS

Methode gebonden toetsen

Uitstroom voortgezet onderwijs

Risicoprofiel Movare-monitor

Onderwijsinspectie 6 januari 2012
Daarnaast willen we in de volgende schoolplanperiode de kwaliteitszorg uitbreiden door:




Leerling tevredenheidspeilingen
Personeelstevredenheidspeilingen
Oudertevredenheidspeilingen
Externe kwaliteitsaudits
Periodisering
We realiseren ons dat we de gegevens moeten analyseren en interpreteren, dat we
verbeteringen moeten plannen en realiseren en na verloop van tijd weer opnieuw moeten
meten. De kwaliteitszorg van onze school is daarom een cyclisch proces, waarbij we
gebruik maken van de zgn. PDCA-cirkel (Plan-Do-Check-Act).
De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hiervoor beschreven
kwaliteitszorgsysteem. De werkzaamheden zijn onder andere:
-
het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t
kwaliteitszorg
het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang;
57
-
het vastleggen en bewaken van teamafspraken;
het creëren van draagvlak.
het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren
het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking (w.o. het
systematisch geven van feedback).
Voor de leerkrachten geldt, dat zij betrokken zijn op en zich medeverantwoordelijk weten
voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat
ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is, als er sprake is van een professionele cultuur.
Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap; betrokkenheid;
verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op de school
als totaliteit; bereidheid tot reflecteren op eigen handelen.
Onze school maakt zijn maatschappelijke taak waar door goede contacten te
onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega scholen, instanties, verenigingen
en overige organisaties. Over de activiteiten, die we in dit kader doen en de effecten, die
dat ons inziens oplevert, leggen we verantwoording af naar de betreffende instanties en
ons bestuur en de ouders. Het voorgaande schetst het kader en de sfeer van waaruit wij
kwaliteitszorg vorm geven.
6.7 Huidige kwaliteit m.b.t. resultaten
Voor een goed inzicht in de resultaten van onze school maken wij, naast de
aanbevelingen uit het laatste inspectiebezoek, gebruik van het Cito Leerling Volg Systeem
en de MOVARE-monitor.
Inspectiebezoek begin 2013:
Algemene conclusie: De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs voor wat
betreft de opbrengsten op orde is en voor de leerlingenzorg en de kwaliteitszorg
grotendeels op orde is, waarbij er ook een aantal indicatoren uit beide aspecten als goed
is beoordeeld. De indicatoren waarbij de inspectie niet tot een voldoende waardering kan
komen, worden herkend door de directeur en intern begeleider en zijn al onderwerp van
ontwikkeling. Specifiek gaat het om de kwaliteit van de hulpvraag van zorgleerlingen en
om de zelfevaluatie van het onderwijsleerproces.
Cito LOVS
Leerlingenresultaten brengen wij in beeld met methode gebonden toetsen en
gestandaardiseerde toetsen van het leerlingvolgsysteem Cito. De school maakt gebruik
van het CITO-leerlingvolgsysteem voor de groepen 1 tot en met 8.
Door het afnemen van deze toetsen worden gegevens verzameld om de
onderwijsbehoeften van de leerlingen in beeld te krijgen. De groepsanalyse wordt na
aanleiding van de toetsen vastgelegd in het groepsplan. Door het werken met een
groepsplan en effectiever les te geven streven we kwaliteitsverbetering en
opbrengstverhoging na.
Movare monitor:
De monitor bevat o.a. gegevens omtrent de eindtoetsopbrengsten, de tussenopbrengsten
van het Cito LVS, het pedagogisch/didactisch handelen van onze leerkrachten en in- uiten doorstroom van onze leerlingen. Onderstaand treft u onze gegevens aan.
58
59
6.8 De inrichting van onze kwaliteitszorg
Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevend document bij
de kwaliteitsverbetering. Daarnaast gebruiken we het jaarlijks op te stellen actieplan om
vinger aan de pols te houden en het schoolontwikkelingsplan bij te stellen. Beide
documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het
systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus.
De directeur stelt samen met het schoolteam jaarlijks een evaluatieplan op (als onderdeel
van het actieplan) voor evaluatie van de beleidsdoelen. Evaluatie van de leerresultaten
zijn een vast onderdeel van dit plan. De evaluatie van de beleidsresultaten die m.b.v. het
jaarlijkse actieplan worden nagestreefd gebeurt aan de hand van de volgende
instrumenten (afhankelijk van de aard van het na te streven resultaat):
- Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en
schooldoelstellingen worden gerealiseerd. Daarnaast vinden klassenbezoeken
plaats in het kader van het geven van feedback op het onderwijsgedrag.
- Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook is de leeropbrengsten van
de betreffende groep aan de orde komen.
- Interviews met ouders, leerlingen en leden van het bevoegd gezag.
- Evaluaties (bijvoorbeeld d.m.v. korte vragenlijstjes) van oudercontacten en
ouderavonden.
- Toetsinstrumenten om leerresultaten vast te stellen.
Het jaarlijkse actieplan wordt ieder jaar opgesteld. Hierbij beschrijven we de
ontwikkelingsdoelen, wijze van aanpak periode en de vervolgstappen.
60
7
ONS PERSONEEL
Bij elke ontwikkeling draait het om het vinden van een goede balans.
61
7.1 Personeelsbeleid op MOVARE-niveau
Het MOVARE-personeelsbeleid is gebaseerd op een jaarlijks vast te stellen
Bestuursformatieplan. In combinatie met het rekenmodel van MOVARE wordt daarbij de
beschikbare formatie voor onze school vastgesteld. Beleid t.a.v. nascholing en
Begeleiding Nieuwe Leerkrachten worden afgeleid uit de vastgestelde regelingen van de
CAO. Voorts richt het personeelsbeleid zich op de toekomstige schoolleidersregistratie
2018 en de voorgenomen lerarenregistratie.
De zorg voor personeel is cruciaal voor de kwaliteit van ons onderwijs. Op bovenschool
niveau is het personeelsbeleid beschreven in een integraal personeelsbeleidsplan. Daarin
is ook opgenomen op welke manier we de wettelijke eis vormgeven met betrekking tot
evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende taken. In dat
personeelsbeleidsplan zijn de keuzes verwoord zoals die op MOVARE-niveau zijn
gemaakt over aspecten als:
a.
b.
c.
d.
e.
Taakbeleid
Formatie
Wet Bio
Nascholing
Begeleiding nieuwe leerkrachten
Voor nadere informatie verwijzen we naar de bijlagen.
7.2 Personeelsbeleid op schoolniveau
Op onze school streven we collegialiteit en professionaliteit na. Dat uit zich in gedrag als:





Het openlijk delen van successen, mislukkingen en fouten
Het tonen van respect voor elkaars mening
Het praten mét elkaar in plaats van over elkaar
Open staan voor feedback
Het constructief analyseren en bekritiseren van praktijken en procedures.
Een aantal jaren geleden is in het onderwijs de zgn. functiemix ingevoerd. Die functiemix
zorgt bij leerkrachten voor LA- en LB-functies. Bij ons op school is het belangrijkste
verschil tussen een LA- en LB-functie dat een LB-leerkracht (startende) collega’s
begeleidt, bijdraagt in de ontwikkeling en vernieuwing van onderwijsprocessen, een eigen
specialisme heeft en hier als inhoudelijk klankbord voor optreedt, behoeften tot
verbetering van bepaalde processen kan signaleren en analyseren en ook nieuwe
methodes (in de breedste zin van het woord) kan implementeren.
‘Levenslang leren’ is op onze school een kernattitude voor alle betrokkenen.
Uitgangspunt bij te maken scholingskeuzes is het gezamenlijk vastgestelde beleid, zoals
verwoord in dit schoolplan. Kenmerkend voor de wijze waarop professionalisering
vormgegeven wordt is, dat gebruik gemaakt wordt van ‘leren van en met elkaar’
rechtstreeks gekoppeld aan de dagelijkse praktijk. Dit kan niet alleen invulling krijgen
binnen het team, maar zeker ook in samenwerking met collega’s van andere scholen.
Om bij die competentie-ontwikkeling van onze leerkrachten de vinger aan de pols te
houden, zijn 6 zaken qua personeelsbeleid in onze school structureel verankerd.
a.
b.
c.
Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en
schooldoelstellingen worden gerealiseerd.
Klassenbezoeken in het kader van competentie-ontwikkeling door het geven
van feedback op het onderwijsgedrag.
Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook de leeropbrengsten
62
d.
e.
f.
van de betreffende groep aan de orde komen.
De persoonlijke competentie-ontwikkeling, die vastgelegd wordt in het zgn.
Bardo-systeem.
Het opvangen en begeleiden van nieuw beginnende leerkrachten
Het jaarlijks opstellen van de nascholingsactiviteiten
63
8
ONZE FINANCIËN
Je hoeft geen geld te hebben om voor anderen waardevol te zijn.
64
8.1
Inleiding
Als het gaat om financieel beleid staan we in 2015 op een kruispunt. De
organisatieverandering van MOVARE betekent dat de verdeling van de middelen vanaf 18-2015 op een andere manier geschiedt. Twee zaken zijn hierbij van belang:
a. Het financiële jaar loopt gelijk met het schooljaar
b. Scholen beschikken over een eigen schoolbegroting
De inrichting van ons financiële systeem
8.2
Vanuit de rijksoverheid wordt een Lumpsumvergoeding gegeven, gerelateerd aan het
leerlingaantal. Binnen de schoolbegroting worden alle inkomsten op basis van aanwezige
leerlingen toegerekend aan de school. Uitzondering hierop zijn de fusiemiddelen. Het CvB
beslist over de inzet van deze middelen.
Uit de bekostiging draagt de school een jaarlijks vast te stellen % van de inkomsten af aan
het Bestuur bureau ter dekking van het bovenschoolse apparaat en gemeenschappelijk
voor alle scholen gemaakte kosten.
Op basis van solidariteit tussen alle scholen vindt een aantal kostenegalisaties plaats,
m.n. bedoeld om personeel stichting breed mobiel te houden.
Ook worden de op postcode toebedeelde impulsmiddelen herverdeeld op basis van
gewichtenleerlingen.
Inkomsten na aftrek van afdrachten en correctie voor egalisaties worden ingezet ter
dekking van personeelskosten en kosten voor materiële instandhouding
De financiële afdeling van MOVARE draagt zorg voor de bewaking van de budgetten en
een juiste administratie. In het onderstaande schema is e.e.a. nog eens uiteen gezet:
Wat doet de school
 Leerling administratie

Initiëren van personeelsmutaties

Verlofregistratie

Declaratie van onkosten
Autorisatie van inkomende facturen

Registratie medegebruik

Administratie TSO (indien van
toepassing)

Bank- & kasmutaties

Budgetbewaking
Wat doet het bestuur
 Financiële administratie

Personeelsadministratie

Interne audits

Verslaglegging

Budgetbewaking & terugkoppeling
naar scholen

Coaching van directeuren & adm.
medewerkers
Vanuit de rijksoverheid wordt een Lumpsumvergoeding gegeven, gerelateerd aan het
leerlingaantal. Binnen MOVARE is een verdeling van deze inkomsten gemaakt in een
bestuur deel, een deel voor personele inzet en personeelsbeleid op de individuele scholen
(zie formatieplan) en een deel voor het materiële beleid zowel op bestuurs- als op
65
schoolniveau. De financiële afdeling van MOVARE draagt zorg voor de bewaking van de
budgetten en een juiste administratie.
66
9
ONZE MEERJARENPLANNING
Gebruik je verleden als springplank, niet als hangmat.
67
9.1 Inleiding
In dit hoofdstuk geven we een samenvatting van onze veranderingsonderwerpen in de
komende schoolplanperiode. Die onderwerpen zijn eerder beschreven in hoofdstuk 4
onder punt 4.6 waarbij we zo concreet mogelijk hebben aangegeven welke resultaten we
t.a.v. deze onderwerpen in de komende 4 jaren beogen. Op basis van dit
meerjarenoverzicht wordt jaarlijks een gedetailleerd actieplan opgesteld. Bij de opstelling
van zo’n actieplan wordt uiteraard ook rekening gehouden worden met de resultaten van
het voorgaande schooljaar.
9.2
Overzicht strategische keuzes in de schoolplanperiode 2015-2019
Onderwerp
Ontwikkelen en vaststellen van veiligheidsbeleid, implementatie
gedragscode
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
Invulling geven aan begrip sociale veiligheid
Invulling geven aan begrip fysieke veiligheid
Evaluatie sociale veiligheid
Evaluatie fysieke veiligheid
Onderwerp
Bevorderen doorgaande lijn bewegingsonderwijs
2015-2016
Instellen werkgroep bewegingsonderwijs groep 1 t/m 8
Werkgroep onderzoekt methodes en of alle kerndoelen aan bod komen
Werkgroep zoekt methode met een doorgaande lijn voor groep 1 t/m 8.
Proefdraaien met de methode.
2016-2017
Dit gaan wij bereiken door de kwaliteit van het bewegingsonderwijs op
Onze school te verhogen
Implementatie methode, optimaliseren pedagogisch klimaat S: Het
einddoel is dat kinderen intensief en op eigen niveau kunnen bewegen en
alle beweegvormen aangeboden krijgen zodat de kerndoelen van het
bewegingsonderwijs behaald worden. M. De leerkrachten hebben meer
kennis over het belang van gevarieerde en uitdagende beweeglessen. A.
De leerkrachten werken met een doorgaande leerlijn voor de gymlessen
van groep 3 t/m 8. R. Het niveau van de beweeglessen gaat omhoog T.
Zichtbaar binnen een jaar.
2017-2018
Evaluatie proces
De gemaakte afspraken in schooljaar 2016-2017 en bijstellingen die uit
evaluatie naar voren zijn gekomen worden ingevoerd
2018-2019
De gemaakte afspraken in schooljaar 2017-2018 en bijstellingen die uit
evaluatie naar voren zijn gekomen worden ingevoerd.
Onderwerp
Sociaal emotionele ontwikkeling
2015-2016
- Instellen werkgroep sociaal emotionele ontwikkelinggroep 1 t/m 8
- Werkgroep onderzoekt methodes en of alle kerndoelen aan bod komen
Werkgroep zoekt methode met een doorgaande lijn voor groep 1
t/m 8
Implementatie methode S: De kinderen zijn zelfstandig, nemen
verantwoordelijkheid, lossen problemen op en ze hebben het fijn. Ze
2016-2017
68
voelen zich veilig.
M: leerkrachten spreken alle leerlingen van de school aan. Er is een open
communicatie tussen ouders en leerkrachten en tussen leerkracht en
kinderen.. Kinderen praten met elkaar, kinderen gaan respectvol met
elkaar om en de schoolregels en afspraken hangen zichtbaar in de groep.
A Het gedrag protocol wordt door iedereen gehanteerd. De leerkrachten
zijn rolmodel.
R Leerkrachten gaan gedrag protocol gesprekken met ouders aan
omtrent het gedrag en houdt daarbij de school brede aanpak centraal. De
leerkracht weet hoe er gedragsregels geformuleerd kunnen worden met
een groep.
2017-2018
2018-2019
T: Het welbevinden van de groepen gestegen
Evaluatie proces
Naar aanleiding van de consultaties en teamsessies worden bijstellingen
genoteerd in het jaardraaiboek
Onderwerp
2015-2016
Begrijpend lezen
S: De methode Nieuwsbegrip XL wordt door alle leerkrachten in groep 4
t/m 8 conform gemaakte afspraken uitgevoerd.
M: de vaardigheid score per groep wordt geformuleerd in de
groepsplannen. De schooldoelstelling minimaal 20% I en maximaal 20% V
score per leerjaar. Door klassenconsultaties worden de
leerkrachtvaardigheden en de na te komen afspraken gevolgd.
A: De leerkracht doet er toe. Zeker bij begrijpend lezen. Door het
structureel toepassen van de 5 strategieën, de strategie van de week ook
toe te passen in andere teksten en door hard op denken worden de
vaardigheden van de kinderen vergroot. strategieën, de strategie van de
week ook toe te passen in andere teksten en door hard op denken worden
de vaardigheden van de kinderen vergroot.
R: De methode nieuwsbegrip XL heeft een duidelijke
handleiding met heldere doelstellingen waarin de rol van de leerkracht
expliciet benoemd wordt. De methode biedt alle kansen om goed
begrijpend leesonderwijs vorm te geven.
T: De groepen 4 t/m 8 werken met Nieuwsbegrip XL. Er vinden 2
klassenconsultaties plaats. Het groepsplan begrijpend lezen is essentieel
voor doelgericht onderwijs en wordt opgesteld en geëvalueerd in
samenspraak met de intern begeleider. (Zie zorgplan).
2016-2017
Borging
Naar aanleiding van observaties worden de gemaakte afspraken indien
nodig bijgesteld. Borging van de leerkrachtvaardigheden moet plaats
blijven vinden door middel van klassenconsultaties
2017-2018
Borging
Naar aanleiding van observaties worden de gemaakte afspraken indien
nodig bijgesteld. Borging van de leerkrachtvaardigheden moet plaats
blijven vinden door middel van klassenconsultaties
Borging
Naar aanleiding van observaties worden de gemaakte afspraken indien
nodig bijgesteld. Borging van de leerkrachtvaardigheden moet plaats
blijven vinden door middel van klassenconsultaties
2018-2019
Onderwerp
2015-2016
Ouderbetrokkenheid/ ouderparticipatie/ ouderpartnerschap
Formeren van een werkgroep.
69
2016-2017
2017-2018
2018-2019
Onderwerp
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
Ontwikkelen van een visie op ouderbeleid. Dit resulteert in een ouder
beleidsplan en partnerschap.
S: Alle leerkrachten voeren het beleidsplan uit en ondersteunen dit.
Ouders voelen zich betrokken bij het onderwijsleerproces van hun kind en
tonen school ondersteunend gedrag.
M: Er vinden kennismakingsgesprekken plaats, ouders worden gebeld met
positief nieuws over hun kind, ouders en kind praten over school.
rapportgesprekken vinden plaats met kind en ouder.
A: leerkrachten hebben een open houding naar ouders en stimuleren
kinderen om met ouders in gesprek te gaan. Leerkrachten betrekken
ouders bij het onderwijs.
R:De oudermomenten staan jaarlijks vast. Leerkrachten weten hoe ouders
te benaderen en te bereiken en te betrekken bij de ontwikkeling van het
kind.
T: Aan het einde van het schooljaar is 75% van de leerkrachten tevreden
over de betrokkenheid van de ouders en heeft 100% van de leerkrachten
tenminste 2x per jaar een gesprek gevoerd om ouders te stimuleren in hun
onderwijsondersteunend gedrag.
Consolideren
Naar aanleiding van de ervaringen wordt het ouderbeleidsplan eventueel
bijgesteld. Goed gewortelde aanpak.
Borging Naar aanleiding van de ervaringen en evalueren beleidsplan wordt
het ouderbeleidsplan eventueel bijgesteld.
Zorgen dat de afgesproken aanpak een attitude wordt.
Passend onderwijs
Zelfevaluatie: hoe tevreden zijn leerkrachten, leerlingen en ouders over de
leerlingbegeleiding?
Het onderwijszorgprofiel verder ontwikkelen: wat bieden we aan basiszorg;
welke breedte- en dieptezorg is nodig en wat is onze ambitie? Opstellen
van een ontwikkelplan en een
professionaliseringsplan: waar staan we nu? Wat is onze ambitie? En wat
is er voor nodig om daar met het team te komen leren gedrag beter
begrijpen. Cursus “gedrag beter leren begrijpen”, Pierre Wolters.
S. Wij weten welke betekenis we kunnen toekennen aan de resultaten en
wat onze ambitie is en wat wij nodig hebben om daar te komen?
ten; Onze professionalisering is daar op afgestemd.
M. professionaliseringsplan voor de leerkrachten verder uitvoeren.
A. leerlingenzorg en de resultaten verbeteren zichtbaar
R. Er is een uitgewerkt
overzicht van de gegeven basis-, breedte en
dieptezorg dat goed functioneert.
T. Het professionaliseringsplan om aan
de slag te gaan met passend onderwijs functioneert goed
Het professionaliseringsplan om aan
de slag te gaan met passend onderwijs functioneert goed wij gaan ons
verder professionaliseren, en verdiepen.
Wij gaan ons basisarrangement verder uitbreiden.
70
Bijlage:
Leerstofaanbod groep 1 en 2:
Leidend is hierbij de methode Kleuterplein.
Kernactiviteit vanuit taal en lezen:
a. Mondelinge taalvaardigheid
- Het “taalvrij” maken. ( Kinderen leren om te durven praten en zich te uiten)
- Het plezier krijgen in het spelen met de taal.
- Het brengen tot een grotere taalvaardigheid.
- Het brengen tot een creatief taalgebruik.
- Ervaringen kunnen benoemen, gevoelens kunnen uiten en delen door middel van
- kringgesprekken hetgeen zal leiden tot wereldverkenning en sociaal gedrag.
- A.d.h.v. van boekbesprekingen een verhaallijn kunnen navertellen.
- Het kunnen omgaan met het dagritme en het kennen van de dagen van de
week. ( tijdsbesef)
b. Woordenschat
- Uitbreiding van de passieve en actieve woordenschat (vanuit de methode “Schatkist”) en het
taalactiveringsprogramma voor kleuters.
- Het kunnen vertellen en aanwijzen van plaatjes met behulp van praatplaten van methode “Bas”.
- Een verhaal met nieuw aangeleerde woorden kunnen navertellen / naspelen aan de verteltafel /
in de themahoek.
c. ( Begrijpend ) luisteren
- Training van de akoestische waarneming.
- Bevordering van het geconcentreerd luisteren.
- Het begrijpend en kritisch kunnen verwerken van het gehoorde.
- Voorspellend denken
d. Boekoriëntatie en verhaalbegrip
Boekoriëntatie
- Weten dat een boek een voor-, achterkant en een rug heeft.
- Weten dat een boek een schrijver en een titel heeft.
- Weten dat een boek van voren naar achteren gelezen wordt.
- Weten dat regels van links naar rechts en bladzijden van boven naar beneden
- gelezen worden.
Verhaalbegrip
- Het aandachtig luisteren naar een verhaal.
- Het reageren op een tekst/plaatje.
- Het imiteren van het voorleesgedrag.
- Het navertellen / naspelen van een verhaal.
- Voorspellend denken.
e. Fonologisch en fonemisch bewustzijn
- Het herkennen van begin- en eindklank.
- Het horen van en zelf toepassen van rijmen.
- Auditieve training door gebruik van de methode “Wat zeg je”.
- Auditieve synthese Losse klanken tot een woord kunnen samenvoegen.
71
- Het passief en actief herkennen van minimaal 15 letters, die aangeboden worden met behulp
van de methode “Spreekbeeld” en prentenboek “Kijk mijn letter”.
- Het hanteren van het lettergroeiboekje.
- Het aangeven van de eerste/laatste letter van een woord.
- Het aangeven van het eerste/laatste woord in een zin.
Kernactiviteit rekenen-wiskunde:
Kinderen leven in een wereld die vol zit met getalsmatige aspecten. Voor ze op school komen,
hebben ze al heel wat ervaringen met betrekking tot hoeveelheden opgedaan. Binnen het kader
van deze kernactiviteit is er structurele aandacht voor:
a. Getalbegrip
- Het herkennen van verschillende functies van getallen in het dagelijks leven.
- Omgaan met de telrij: getallen kunnen meerdere functies hebben.
- Omgaan met hoeveelheden: aantallen ordenen en vergelijken (meer-minder –
- evenveel).
- Omgaan met getallen: uitvoeren van erbij en eraf.
- Kennis en toepassen van de getallen 1 t/m 10.
- Het hanteren van het cijfergroeiboek.
b. Meetactiviteiten
- Het vergelijken van eigenschappen ( kleiner dan - even groot -groter dan).
- Het meten van gewicht ( lichter dan - even zwaar – zwaarder dan)
- Het omgaan met inhoud en tijd ( wat doe je eerst – gisteren – vandaag – morgen)
c. Meetkunde
Het begrijpen van de ruimte
- Oriënteren en lokaliseren: Eerst het kind ten opzichte van de ruimte, later het object ten
opzichte van de ruimte.
- Construeren ( blokkenbouwsels of werkend in de zandbak ).
- Omgaan met vormen en kleuren ( patronen leggen op de kralenplank, spiegelen van
bouwwerken).
Kernactiviteit spelen:
Spel heeft grote betekenis voor de ontwikkeling van kinderen. Door te spelen krijgen kinderen
greep op de wereld om hen heen. Vandaar dat er in de groepen 1 en 2 structurele aandacht is
voor de volgende vormen van spel.
a. Bewegingsspel
Bewegingsspel vindt 2 á 3 keer in de week plaats in de speelzaal. Het groot materiaal dat voor
bewegingsspel wordt ingezet omvat een wandrek, glijbaan, ladder, banken, springkast en matten.
Klein materiaal omvat gymballen, touwtjes, hoepels, kegels, pittenzakken en allerlei soorten
ballen. Tevens vinden in de speelzaal de behendigheidsspelen plaats.
b. Buitenspel
Buitenspel gebeurt bij geschikte weersomstandigheden 2 keer per dag. Voor het buitenspel is
groot materiaal beschikbaar in de vorm van klimtoestellen, schommels, zandbak en
duikelstangen. Bovendien kunnen de kinderen beschikken over grote en kleine wagens, karren,
loopklossen en stepjes. De leerkrachten tonen belangstelling, geven spelsuggesties, observeren
en houden afspraken in de gaten.
c. Manipulatief spel
72
d. Rollenspel
In elke groep is er een regelmatig wisselende themahoek die rollenspel mogelijk maakt. De
themahoeken worden na een pakkende introductie samen met de kinderen ingericht. Om de
kwaliteit van het rollenspel te bevorderen, spelen de leerkrachten voor en mee.
Kerndoelen overstijgend
In de spelsituaties komen de leergebiedoverstijgende kerndoelen in samenhang vaak tot volle
ontplooiing. Zowel voor werkhouding, het werken volgens plan, het gebruik van uiteenlopende
strategieën, het werken aan zelfvertrouwen en sociaal gedrag zijn spelsituaties van groot belang.
Bij de leergebiedspecifieke kerndoelen worden bijdragen geleverd aan het gebied van de
lichamelijke opvoeding, met name de domeinen gymnastiek, spel, bewegen op muziek en
rollenspel.
Kernactiviteit construeren en uitbeelden
Binnen deze kernactiviteit komen de volgende activiteiten structureel aan de orde.
- Werken met zand, water en klei.
- Zand, water en klei zijn ongevormde materialen en geven veel gelegenheid tot manipulerend en
experimenterend spel.
- Tekenen, schilderen en werken met papier
- Werken met kosteloos materiaal en natuurmateriaal
- Werken met bouw- en constructiematerialen
Kerndoelen overstijgend
Constructieve en beeldende activiteiten leveren een bijdrage aan leergebiedoverstijgende
kerndoelen als werkhouding en werken volgens plan. Bij de leergebiedspecifieke kerndoelen
wordt een bijdrage geleverd aan techniekdoelen, teken- en handvaardigheidsdoelen,
reken/wiskunde- doelen, natuurdoelen en aardrijkskundedoelen.
Thema’s en projecten stellen de kinderen en de leerkrachten in staat om met de boven
beschreven kernactiviteiten in samenhang aan de slag te gaan. Bij de opzet van projecten speelt
de inbreng van de kinderen een belangrijke rol. Elk project start met een brainstorm waarbij
leerkrachten en kinderen betrokken zijn. Onze doelen bij het werken met thema´s en projecten
zijn:
- samenhang in activiteiten
- kinderen leren “hoe het in het echt is”
- thema’s zijn een bron voor rollenspel
a. thema’s en projecten dragen door hun “echtheid” bij aan de leergebiedspecifieke kerndoelen,
waarbij vooral het domein “oriëntatie op mens en wereld” een accent krijgt.
b. thema’s en projecten dragen door hun samenhang bovendien bij aan enkele
leergebiedoverstijgende kerndoelen (werkhouding, werken volgens plan, leerstrategieën)
De groepen 1 en 2 hebben bij ons op school hun eigen benadering. Het onderwijs vindt hier niet
plaats op basis van vakken en leerstof, maar op basis van een vijftal kernactiviteiten. Die
kernactiviteiten zijn:
- Gesprekken en kringactiviteiten (mondelinge communicatie),
- Lezen en schrijven (beginnende geletterdheid),
- Rekenen-wiskunde,
- Spelen
- Construeren en uitbeelden.
De kernactiviteiten vinden plaats binnen het kader van thema’s en projecten die aansluiten bij de
leefwereld van het kind. Het onderwijs in onze groepen 1-2 is gebaseerd op de theorie van de zgn.
Basisontwikkeling. Basisontwikkeling is een omvattend geheel van visie op ontwikkeling van
73
kinderen, waar binnen onderwijsdoelen, onderwijsaanbod en de rol van de leerkracht duidelijk
zijn geformuleerd.
Kernpunten van Basisontwikkeling:
- Alle kinderen bezitten ontwikkelingskracht en zijn voor verdere ontwikkeling afhankelijk van
gerichte begeleiding
- De leerkracht neemt een centrale positie in, zij neemt initiatieven, stimuleert en is
medeontwerper van activiteiten. Zij begeleidt en leidt kinderen tijdens de activiteit.
- De zone van de naaste ontwikkeling is het aangrijpingspunt; leerkracht en kinderen gaan
hiervoor samen in de activiteit
- Kinderen geven aan waarbij zij betrokken zijn, wat hen boeit
- Ontwikkelingsperspectief; kinderen ontwikkelen zich vanuit het manipuleren via spel- tot
leeractiviteiten. Spelen en construeren vormen voor het jonge kind de meest kenmerkende en
voorkomende activiteit
- Activiteiten hebben de meeste ontwikkelingswaarde, wanneer zij plaatsvinden in voor kinderen
betekenisvolle situaties
Download