Criminologie Werkcollege week 2 Doelen week 2 • • • • • • • • • • • • • • De student kan de vier subdiscplines van de psychologie -die met name relevant zijn voor de criminologie- benoemen De student kan ten minste 10 gedragskenmerken noemen van iemand die antisociaal gedrag vertoont. De student kan deze antisociale gedragingen herkennen (inzichtsdoel) en toepassen op een casus. De student kan het onderscheid tussen externaliserend en internaliserend probleemgedrag toelichten. De student kan een vijftal studies noemen waaruit blijkt dat de er een erfelijke component ten grondslag ligt aan crimineel gedrag. De student kan de theorie van Eysenck uitleggen en de begrippen psychoticisme, extraversie en neuroticisme onderscheiden en toelichten. De student kan de theorie van Zuckerman uitleggen en de begrippen TAS en disinhibitie toelichten. De student kan de persoonlijkheidstrekken “ Impulsiviteit”, tijdsperspectief en “zelfcontrole” toelichten en uitleggen wat de relatie is met crimineel gedrag. De student kan uitleggen welke onderliggende principes van het klassieke conditionering, instrumenteel leren en sociaal leren crimineel gedrag kunnen verklaren. De student kan de sociaal leren theorie van Bandura uitleggen. De student kan de differentiële associatietheorie van Sutherland uitleggen. De student kan tenminste drie recente onderzoeksbevindingen noemen van ontwikkelingspsychologen/ criminologen die ingaan op de rol van de ouders op de ontwikkeling van kinderen in relatie tot antisociaal gedrag. De student kan een eenvoudig veiligheidsvraagstuk analyseren (=> waarom vindt dit criminele gedrag plaats bij individu X) en onderbouwen middels tenminste drie goede argumenten welke van de bovengenoemde psychologisch criminologisch georiënteerde theorieën de voorkeur verdient. Agenda • • • • • • Intro Documentaire bespreken Theorie Opdracht vragen bedenken/bespreken Casus Sacha Aanvullende stencils – Biogenetische invalshoek Eigenschappen van het individu zelf • Op zoek naar een persoonsgerichte verklaring – Vanuit psychologie Een psychologische verklaring van crimineel gedrag 1. Persoonlijkheidspsychologie: – Karakteristieke gedrags- en denkpatronen 2. Sociale psychologie: – Gedrag wordt beïnvloed door anderen 3. Ontwikkelingspsychologie: – Processen als emoties en denkpatronen als verklaring van gedrag 4. Leerpsychologie: – Permanente gedragsverandering als resultaat van eerder opgedane ervaringen Maar eerst.. • Bestaat er een criminaliteitsgen? Antisociaal gedrag en genetische invloed • Lezen stencils • • Voortdurende wisselwerking tussen genen en omgevingsfactoren, die begint vanaf conceptie. Genetische invloed bij impulsiviteit, sensatiezoekend gedrag en agressie. Genen invloed op gedrag bij antisociaal gedrag – – – – • Op jonge leeftijd Vertoond wordt in uiteenlopende situaties Agressieve persoonlijkheidstrekken en fysieke agressie Ook in volwassenheid Nature/Nurture debat Documentaire https://www.youtube.com/watch?v=DcLert50hko Tot 06:20. Vanaf: 14:00 – 21:30 Schrijf op welke factoren bij Nabil van invloed zijn geweest. 1. Persoonlijkheidspsychologie: – Eysenck: crimineel gedrag is wisselwerking tussen persoon en omgeving. – Geen geboren misdadiger, maar bepaalde eigenschappen kunnen wel nadelig uitpakken Pen-model - Psychoticisme: hoge score egocentrisch. - Extraversie: zoekt opwinding vs introvert – Neuroticisme (labiele emotionaliteit): hoge score is emotioneler. Pen-model Zelfcontrole • Spanningsbehoefte en impulsiviteit (Zuckerman) • Geringe zelfcontrole helpt dan niet • Generality of deviance: Op allerlei gebieden deviant/antisociaal • https://www.youtube.com/watch?v=QX_oy9614H Q zelfcontrole bij kinderen • Herken je dit uit je stage/werk? 2. Sociaalpsychologische factoren • Omgeving bepaalt gedrag • Bad appels or bad barrels? The Lucifer effect. • https://www.youtube.com/watch?v=ip6Di4CBuUE • Tot welk kwaad is elk mens in staat als de omgeving daartoe uitnodigt? – Abu Ghraib • ‘Situations in which people are depersonalized are good breeding grounds for evil’ 3. Ontwikkelingspsychologische invalshoek Invloed van ouders op antisociaal gedrag bij kind hechtingsproblematiek het gezin –opvoedingsvaardigheden: Effectieve opvoeding bestaat uit affectieve band, toezicht houden, adequaat labelen van ongewenst gedrag en bestraffen van ongewenst gedrag. Kenmerken van ouders ook van invloed Kenmerken kind zelf: ADHD, ODD, CD Intelligentie en morele ontwikkeling 4. Leerpsychologie De basisveronderstelling van alle leertheorieën is dat de belangrijkste determinant van elk gedrag het leerproces is dat daaraan is voorafgegaan. Vanaf de geboorte is er sprake van voortdurende externe beïnvloeding van het individu. Volgens diverse theorieën (klassieke conditionering, instrumenteel leren of sociaal leren) leert men allerlei gedragingen, ook crimineel gedrag valt zo te verklaren. • Klassieke conditionering: angst, gevaar, bedreiging • Instrumenteel leren: straffen en belonen • Sociaal leren: leren van je omgeving Differentiële associaties • https://www.youtube.com/watch?v=Wpl47IoSxYQ • • • • Crimineel gedrag aangeleerd in contact met anderen Frequentie, duur, belangrijkheid en intensiteit Observeren, imiteren en internaliseren Attitudes en waarden overnemen Cognitie • Rotter: – Verwachtingen over gevolgen van gedrag • Overschatting eigen vermogens • Geen kosten baten afweging kunnen maken • Lange termijn gevolgen niet overzien Casus Sacha Stel je werkt als afgestudeerd sw’er bij de Raad voor de Kinderbescherming in Gouda en zit vanuit die organisatie tevens als vertegenwoordiger in het Veiligheidshuis. Aanstaande maandag wordt Sacha in het ketenoverleg besproken; ze is net opgepakt wegens winkeldiefstal. Sacha is 16 jaar en leeft nu ruim 10 maanden op straat. Ze is een bekende bij de instanties. Uit haar dossier blijkt het volgende: Sacha blowt, drinkt en maakt zich veelvuldig schuldig aan bedreiging en aan winkeldiefstal. Verder blijkt dat er bij Sacha in haar vroege kinderjaren is geconstateerd dat zij ADHD heeft. Ze vertoonde op vier jarige leeftijd al zorgwekkend agressief gedrag en had iedere dag 1-3 driftbuien. Haar moeder werd echt gek van Sacha en mede omdat haar moeder laagbegaafd is, ontstond er veel spanning in het gezin. Uit recente gesprekken met Sacha blijkt dat zij een impulsief karakter heeft en erg beïnvloedbaar is… Sacha begon met spijbelen van school toen ze 12 was en nu gaat ze helemaal niet meer naar school. Ze is nu vooral met een groep meisjes op straat aan het hangen, mogelijk pleegt zij ook met deze groep de diefstallen. Jullie zijn het er binnen het Veiligheidshuis over eens dat er nu echt iets moet gebeuren met Sacha. Jij oppert dat het verstandig is om eerst goed uit te zoeken wat nu de belangrijkste verklaringen zijn voor het delinquente gedrag bij Sacha voordat aan oplossingen wordt gedacht…… Opdracht casus Sacha In duo’s: Kies uit alle literatuur drie psychologisch criminologische theorieën/ onderzoeksbevindingen die volgens jullie het beste van toepassing zijn op Sacha. Laat duidelijk zien waarom jullie keuze kan helpen bij het verklaren / begrijpen van(een deel van) de problematiek van Sacha en daarmee kan helpen bij het bedenken van een plan van aanpak voor Sacha. •Klassikaal bespreken Volgende week • Kijk documentaire ‘’Lost Boys’’ • Opdracht: gebruik een sociologische theorie(H5) en pas deze toe op een situatie uit de documentaire. • Neem het fragment mee naar de les!