Protocol VSV Drachten Minder leven voelen Versie 1.1 definitief Februari 2016, Minder leven voelen Doel Dit protocol geeft aanbevelingen over het signaleren van verminderde kindsbewegingen en de begeleiding van zwangere vrouwen die zich met verminderde kindsbewegingen melden bij een verloskundig zorgverlener. Het doel is terugdringen van de perinatale sterfte. Achtergrond Voelen van kindsbewegingen is al vroeg in de zwangerschap een levensteken van het ongeboren kind voor de aanstaande moeder. Als de moeder later in de zwangerschap een afname van kindsbewegingen ervaart kan dat een signaal zijn dat de conditie van het ongeboren kind minder goed wordt. Foetale sterfte wordt vaak voorafgegaan door een periode van afname van kindsbewegingen. Er wordt niet altijd alert gereageerd door de zwangere maar ook niet door de hulpverlener. Het onderwerp is in de in 2013 herziene VIL opgenomen en het recente (december 2013) KNOV/NVOG-protocol ‘Verminderde Kindsbewegingen’ is mede gebaseerd is op de Engelse richtlijn Reduced Fetal Movements. Risico’s en complicaties Perinatale (foetale en neonatale) morbiditeit en mortaliteit. Toepassingsgebied/uitvoerders (1e lijn/2elijn/VAH/verpleegkundigen etc) Verloskundig zorgverleners: 1e en 2e lijns verloskundigen, verloskundig actieve huisartsen en obstretrisch verpleegkundigen. Beschrijving Vanaf 18-20 weken zijn de meeste vrouwen zich bewust van kindsbewegingen. Vrouwen die voor het eerst zwanger zijn voelen de baby over het algemeen pas later bewegen dan vrouwen die eerder zwanger zijn geweest. Het aantal spontane bewegingen stijgt tot circa 32 weken: hier bereiken de kindsbewegingen een plateau. NB. in de tweede helft van het derde trimester is er geen afname van het aantal kindsbewegingen. De namiddag en avond zijn perioden van piek activiteit. Evaluatie van kindsbewegingen is door middel van de subjectieve maternale perceptie van de foetale beweeglijkheid. Oorzaken verminderde kindsbewegingen Perceptie van het aantal kindsbewegingen wordt beïnvloed door veel factoren: o Houding en bezigheden zwangere: wanneer zij zich liggend en in een rustige omgeving concentreert op het aantal kindsbewegingen worden bewegingen die eerder niet werden gevoeld vaak wel waargenomen. Bij zitten en staan worden bewegingen vaak minder duidelijk gevoeld. o Foetale positie: indien de foetale wervelkolom zich aan de maternale buikzijde bevindt is de maternale perceptie van kindsbewegingen lager. Oorzaken van verminderde kindsbewegingen: o Sederende medicatie die de placenta passeert (alcohol, benzodiazepines, methadon en andere opioïden). o Mogelijk is roken geassocieerd met een vermindering van de foetale activiteit. o Na toediening van corticosteroïden (foetale longrijping). o Foetus met aangeboren afwijkingen. Risicofactoren verminderde kindsbewegingen - Anamnese: primigravida zijn, gecompliceerde obstetrische voorgeschiedenis, maternale leeftijd > 35 jaar, etniciteit, obesitas, roken, alcohol en/of drugsgebruik, erfelijke aandoeningen, taal- of andere communicatieproblemen. Protocol VSV Drachten Minder leven voelen - Versie 1.1 definitief Februari 2016, Huidige zwangerschap: diabetes, placenta-insufficiëntie (zich uitend in foetale groeivertraging en/of hypertensie, aangeboren afwijkingen, zorgvermijdingsgedrag, huiselijk geweld. Adviezen voor zwangere De zwangere moet erop worden gewezen zich bewust te worden van haar baby’s bewegingspatroon. Indien ze daarover bezorgd is moet ze contact op te nemen met haar zorgverlener. De zwangere die onzeker is over kindsbewegingen na 28 weken moeten zich 2 uur in linker zijligging concentreren. Eventueel kan ze een trappelkaart gebruiken. Als ze binnen 2 uur niet > 10 duidelijke kindsbewegingen gevoeld heeft moet ze direct contact opnemen met haar zorgverlener. Bij recidief of aanhouden minder kindsbewegingen opnieuw contact opnemen. In tweede helft 3e trimester is er geen afname van frequentie kindsbewegingen. Adviezen voor zorgverlener Cave: overmatige instructies kunnen leiden tot maternale angst! Zorgverlener dient direct aandacht te besteden aan melding van afname kindsbewegingen: dezelfde dag dient geluisterd te worden naar cortonen en foetale groei beoordeeld te worden op de hand. Tevens moet de tensie worden gemeten. Er dient vastgesteld te worden of zwangere gerustgesteld kan worden dan wel uitgebreider onderzoek nodig is naar foetale conditie. Bij bevestiging afname kindsbewegingen diezelfde dag doorverwijzen naar de tweede lijn. Momenteel is er onvoldoende bewijs voor het standaard aanbevelen van het bijhouden van een trappelkaart. De beslissing om bij herhaald melden van verminderde kindsbewegingen bij normale bevindingen a terme in te leiden of af te wachten met verdere controles dient geïndividualiseerd genomen te worden. Beleid bij verminderde kindsbewegingen Zwangerschapsduur tot 24 weken o Indien een zwangere bij 24 weken nog geen kindsbewegingen heeft gevoeld, is dat reden voor verwijzing voor uitgebreider onderzoek (GUO ter uitsluiting neuromusculaire afwijkingen). o Foetale hartactie vaststellen.en prenatale controle verrichten: anamnese, klachten, risicofactoren, bloeddruk en uitwendig onderzoek. Indien gb dan is geen verdere actie nodig. Zwangerschapsduur 24-26 weken o Foetale hartactie vaststellen.en prenatale controle verrichten: anamnese, klachten, risicofactoren, bloeddruk en uitwendig onderzoek. Bij twijfel over foetale groei, biometrie (laten) verrichten. Geen routinematig CTG. Zwangerschapsduur > 26 weken o Foetale hartactie vaststellen en prenatale controle verrichten: anamnese, klachten, risicofactoren, bloeddruk en uitwendig onderzoek. Verwijs naar de 2e lijn en verricht een CTG. Tevens dient er bij een normaal CTG < 24 uur een echo biometrie en vruchtwater gemaakt te worden. Algemeen advies Dezelfde dag dient vastgesteld te worden of het vertrouwen bij de zwangere hersteld is, of dat er een reden is om uitgebreider onderzoek te doen naar de foetale conditie. Bij groeiachterstand altijd consult 2e lijn met CTG: indien CTG gb, daytime biometrie. Indien na een eerste evaluatie blijkt dat er geen sprake is van afname van de kindsbewegingen, de cortonen goed zijn, er geen groeiachterstand lijkt te zijn en de zwangerschap verder een ongecompliceerd beloop heeft, kan geruststelling volgen. Bij twijfel of bevestiging van afname van de kindsbewegingen of bij verdenking op groeiachterstand is directe evaluatie van de foetale conditie in de 2e lijn aangewezen. Protocol VSV Drachten Minder leven voelen Versie 1.1 definitief Februari 2016, Wees alert op signalen van placenta insufficiëntie (verdenking IUGR) of aangeboren afwijkingen. Meet altijd de bloeddruk (hypertensieve aandoeningen zijn geassocieerd met placenta-insufficiëntie). CTG en echografie Verricht een CTG als er sprake is van een anamnese van duidelijk verminderde kindsbewegingen en aanwezige foetale hartactie bij een AD van > 28 weken. Verricht echografie met bepaling biometrie en hoeveelheid vruchtwater als er sprake is van verminderde kindsbewegingen na 28 weken bij een normaal CTG. Er is geen bewijs dat verrichten van een biofysisch profiel zinvol is. Herhaald melden van minder leven Herhaal bovenstaand beleid, inclusief echoscopisch onderzoek. Beslissing om bij herhaald minder leven voelen > 37 weken AD in te leiden of af te wachten met verdere controles dient geïndividualiseerd genomen te worden. Rapportage Alle bevindingen, instructies aan de zwangere en vervolgafspraken dienen te worden vastgelegd in het EPD. Stroomdiagram Begrippen, definities en afkortingen CTG - cardiotocogram EPD - electronisch patienten dossier Protocol VSV Drachten Minder leven voelen Versie 1.1 definitief Februari 2016, Referenties RCOG - Reduced fetal movements Richtlijn ‘verminderde kindsbewegingen tijdens de zwangerschap’. Utrecht: NVOG/KNOV, december 2013 Deelnemers van Verloskundig Samenwerkingsverband: 1. 2. 3. 4. De verloskundigen werkzaam in Verloskundepraktijk Geboortegolf te Drachten, De verloskundigen werkzaam in Verloskundigenpraktijk Wolkom te Drachten, De verloskundigen werkzaam in Verloskundigenpraktijk de Nieuwkomer te Drachten, De verloskundigen werkzaam in Verloskundigenpraktijk De Vroedschap te Oosterwolde, 5. De verloskundigen werkzaam in Verloskundigenpraktijk Bloesem te Gorredijk, 6. De verloskundigen werkzaam in Verloskundigenpraktijk Jane te Kollum, 7. De verloskundigen werkzaam in Verloskundigenpraktijk Praktijk West te Grootegast, 8. De verloskundigen werkzaam in verloskundigenpraktijk Bij Lammy, Peize 9. De verloskundigen werkzaam in verloskundigepraktijk Volle Maan te Hurdegaryp 10. De verloskundigen werkzaam in Verloskundigepraktijk Lytse Poppe te Burgum, 11. De verloskundigen werkzaam in verloskundigenpraktijk Catharina Schräder te Dokkum, 12. De verloskundigen werkzaam in Verloskundigenpraktijk Ma Lune te Roden 13. De gynaecologen van de maatschap gynaecologie Nij Smellinghe 14. De klinisch verloskundigen werkzaam in ziekenhuis Nij Smellinghe 15. De kinderartsen werkzaam in Nij Smellinghe 16. De Centrummanager Obstetrie en Gynaecologie Nij Smellinghe 17. De kraamzorginstellingen verenigd in het KONN (Kraamzorg zelfstandig, Isis, Kraamzorg, Zorgburo De Driehoek, De Kraamvogel,Kraamzus) Datum: Namens, vakgroep gynaecologie, 1e lijns verloskundigen, 2e lijns verloskundigen: vakgroep kindergeneeskunde: Kraamzorg, De bovengenoemde partijen dragen zorg voor deze werkafspraken. Naar aanleiding van nieuwe inzichten staat het hier boven geschreven open voor evaluatie en verandering. Alle partijen zijn akkoord met de genoemde afspraken en hebben getekend voor de samenwerkingsovereenkomst. Dit protocol wordt over 2 jaar herzien.