Beschrijving (deel)gebied: Recreatiegebied GAASPERPLAS Het recreatiegebied Gaasperplas, met een totale grootte van ongeveer 165 hectare, sluit in het noordwesten en zuiden aan op het stedelijk gebied en in het noordoosten aan op het landelijk gebied. De weilanden ten oosten van het gebied zorgen voor de samenhang me het landelijk gebied ten oosten van de Gaasp. Door de ligging wordt aan het gebied regionale betekenis toegekend. De regionale betekenis komt ook tot uiting in de goede bereikbaarheid voor bezoekers uit de regio. Op 1 januari 1990 is het beheer van het Recreatiegebied Gaasperplas door de gemeente Amsterdam, overgedragen aan het Groengebied Amstelland. De reden van deze overdracht was het streven van betrokken partijen om dit gebied een meer regionale betekenis te geven zodat het kon worden opgenomen in de structuur van bos- en recreatiegebieden in Groengebied Amstelland. Om sturing te kunnen geven aan een groot aantal processen is een beheersplan opgesteld. Een van de aanleidingen voor het opstellen van een beheersplan voor het recreatiegebied was de wens om het zuidelijk en oostelijk parkdeel in te richten en te betrekken bij het reeds ingerichte noordelijke en westelijke deel van het gebied. De hoofddoelstelling was te komen tot een samenhangende structuur voor het gehele gebied. Een tweede aanleiding was de wens om de in 1987 opgestelde Concept-beheersvisie Gaasperplaspark voor het noordelijke deel van het gebied (gemeente Amsterdam), uit te werken tot een beheersplan voor het gehele gebied. Aan de Noordzijde van de Gaasperplas, globaal tussen de woonwijk Nellestein en de Gaasp , heeft in 1982 de Internationale tuinbouwtentoonstelling Floriade ’82 plaatsgevonden. Op een gebied ter grootte van ongeveer 56 hectare was een grote variatie te vinden van siertuinen, voorbeeldtuinen en andere op de groene sector gerichte attracties. Na deze tentoonstelling kwam het toenmalige Gaasperpark in beheer bij de gemeente Amsterdam tot aan de overdacht in 1990 aan het Groengebied Amstelland. Het gebied is in eerste instantie beschreven in een rapportage van de gemeente Amsterdam in 1975 “regionaalpark Gaasperplas”. In deze rapportage zijn de uitgangspunten voor de toekomstige ontwikkelingen in het gebied beschreven. Vanwege de versnelde ontwikkeling van het noordelijk deel ten behoeve van de Internationale Tuinbouwtentoonstelling Floriade 1982 is een verschuiving opgetreden in het programma van eisen voor dit park onderdeel. De uitgangspunten die ten grondslag lagen aan het toenmalige ontwerp zijn opgenomen in het “Beheersplan Regionaal Park Gaasperplas” uit 1980. Recreatiegebied Gaasperplas Na overdracht van de gemeente Amsterdam aan Groengebied Amstelland is het gebied opnieuw beschreven en zijn om het gebied een meer regionale betekenis te kunnen geven de uitgangspunten weer in overeenstemming gebracht met het beschikbare budget. Op basis van een gefaseerd beheersplan is in 1990 gestart met de ombouw en verdere inrichting van het gebied. Het beheersplan is in de periode van 1990 – 1994, in fasen tot stand gekomen, waarbij steeds bijstelling heeft plaatsgevonden om de financiële haalbaarheid te waarborgen. Op basis van de gestelde uitgangspunten in het beheersplan is uiteindelijk gekomen tot de huidige inrichting rondom de plas. Eind 1993 is het Bestuur akkoord gegaan met de beschreven onderhouds-, omvormingsen verbeteringsmaatregelen. Op basis van nieuwe inzichtyen heeft het Bestuur in 1994 besloten het beheersplan op een aantal punten te actualiseren. De actualisatie betrof m.n. het handhaven van de boombegroeiingen langs de hoofdroutes en oevers en de mogelijkheid voor handhaving onder voorwaarden van een aantal sierelementen in het gebied, waaronder de “coniferentuin en Azaleatuin”. Het hoofdstructuur is in 1994 definitief afgerond met de inrichting van de zwemplek aan de zuidoever van de Gaasperplas. Onderstaand zijn een aantal belangrijke aandachtspunten vanuit het huidige beheersplan “Beheersplan Recreatiegebied Gaasperplas” overgenomen. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar het beheersplan. Regionaal Concept Zoals aangegeven was een van de belangrijkste uitgangspunten het optimaliseren van het regionaal concept. Gelijktijdig werd en wordt hierbij, analoog aan de beheersvisie, uitgegaan van het versterken van de zonering in en de structuur van het gebied: • De mogelijkheden voor de ontwikkeling van het gebied zijn in belangrijke mate bepaald door de ligging van de Gaasperplas. Aan het verbeteren van de gebruiksmogelijkheden en de bereikbaarheid van de oevers is dan ook groot belang gehecht; • Voor het gebied tussen de wijk Nellestein en de Gaasp is onderscheid gemaakt tussen een buitenste zone, een middengebied en een oeverzone; • Het duidelijk herkenbaar maken en houden van de hoofdontsluiting is van groot belang in verband met de oriëntatie mogelijkheden; Het verder inhoud geven aan het regionaal concept betreft in de eerste plaats het optimaliseren van de recreatieve betekenis van het recreatiegebied Gaasperplas. Daarnaast wordt ook het optimaliseren van de natuurontwikkeling van groot belang geacht. Deze functie is echter ondergeschikt aan de recreatieve functie. Om te komen tot een samenhangend en optimaal functionerende structuur van het recreatiegebied Gaasperplas werd een programma van eisen opgesteld op basis waarvan de volgende functies in het gebied ondergebracht zijn: • Rond de plas is een fiets- voet-, en ruiterpad gerealiseerd en aangesloten op bestaande routes; • Er is een vaarroute Gaasp – Gaasperplas – Gaasperdam – De Hoge Dijk – Abcoudermeer gerealiseerd; • Op de zuidoever is een zwemgelegenheid gerealiseerd; • Het gebied is onderdeel van de ecologische verbindingszone IJmeer – Ronde Hoep. Natuurbouwmogelijkheden dienen optimaal te worden benut, met bijzondere aandacht voor de oevers van de plas en het oostelijk deel van het gebied; • Er zijn mogelijkheden voor de duiksport gerealiseerd; Algemeen uitgangspunt is het zoveel mogelijk beperken van het gemotoriseerde verkeer in het gebied. Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 2, versie 1, 31 juli 2008 Zonering/ structuur In de beheersvisie is voor het gebied tussen de wijk Nellestein en de Gaasp (noordoever) onderscheid gemaakt tussen een buitenste zone, een middengebied en een oeverzone. De zonering is, voorzover mogelijk, doorgezet in het resterende deel van het gebied. De huidige functionele en ruimtelijke structuur van het gebied is een samenvoeging van de in het beheersplan beschreven recreatieve (speel- en ligweiden, oevers en stranden, paden ed.) en ecologische structuur (bos, grasland en water). De ontwikkelde visie op de inrichting is beschreven in het inrichtingsplan dat onderdeel uitmaakt van het beheersplan. Na vertaling van de beschreven uitgangspunten naar prioritering en fasering zijn een groot aantal werkzaamheden in de periode van 1994 tot 2003 gefaseerd uitgevoerd. Voor volledige realisering van het inrichtingplan was en is onvoldoende financiële dekking aanwezig. Op voorhand zijn een aantal werkzaamheden waaronder het aanbrengen van een laanbeplanting, aanpassing weidegebied en diverse andere ruimtelijke aanpassingen verspreid over het gebied niet uitgevoerd. zonering van het recreatiegebied Gaasperplas In de loop van de jaren zijn een aantal werkzaamheden alsnog uitgevoerd door het ter beschikking komen van financiële middelen (vernieuwingsimpuls Provincie Noord-Holland) of zijn deze ingevuld door het uit beheer nemen van de voorzieningen of door spontane ontwikkeling van bos – en grasvegetaties. Bij andere voorzieningen heeft continuering van beheer plaatsgevonden op een minimaal beheersniveau. Ook zijn voorzieningen, waarvan bleek dat deze niet gebruikt werden en/of toekomstig gebruik nog onbekend was, verwijderd. (o.a. brug naar het ronde eiland). De beheersvisie geeft aan de beheerder voldoende flexibiliteit om in te spelen op gewijzigde omstandigheden en op het beschikbare budget. Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 3, versie 1, 31 juli 2008 BESCHRIJVING PER GEBIEDSDEEL ZUIDOEVER De zuidoever vormt een gebied met een voor- en achterkant en georiënteerd op de plas. Aan de “voorkant” van de zuidoever worden, evenals aan de noordoever verschillende soorten (cultuurlijke en natuurlijke) oevers onderscheiden met een divers gebruik. De “achterkant” wordt gevormd door het dijklichaam van de Gooiseweg. De oriëntatie op de plas wordt ondersteund door de bestaande doorgaande hoofdroute, een breed fietspad, evenwijdig aan de oeverlijn. Vanaf de hoofdroute is er veel zicht op de plas. De verschillende functies van de oever zijn afgeleid van de structuur voor het totale recreatiegebied Gaasperplas. Bij de inrichting van de zuidoever is onderscheid gemaakt in verschillende deelgebieden: • • • • De oostzijde van de gaasperplas (natuurlijk ingericht) De surfoever (ligweide) en het zwemstrand (cultuurlijk ingericht) De natuurbouwstrook (natuurlijk ingericht) Het dagkampeerterrein (cultuurlijk ingericht) De oostzijde van de plas en de aansluitende natuurbouwstrook maken onderdeel uit van de ecologische verbindingszone. De natuurlijke oever sluit aan op het dagkampeerterrein. De smalle natuurstrook is hier half natuurlijk cultuurlijk. Het dagkampeerterrein si afgescheiden van de plas middels de smalle natuurstrook om te voorkomen dat mensen hier te water gaan. Na het verwijderen van een groot deel van de oude surfoever (2004) is meer ruimte ontstaan voor versterking van de natuurlijke oever. De ecologische verbindingszone loopt door naar het recreatiegebied Gaasperzoom. De zwemplek is uitgegraven in de bestaande oever en heeft een naar binnen gericht karakter. De huidige surfoever bestaat uit een grasoever met deels een aantal houten vlonders/ vissteigers. De surfoever en het dagkampeerterrein zijn bereikbaar via de weg die loop naar het waterleidingbedrijf. Het voorkomen van sluipverkeer tussen de verlengde Gooiseweg en de provincialeweg is hierbij een belangrijk criterium. De oever tussen het verenigingsterrein bij Nellestein en de zwemplek aan de zuidoever heeft voornamelijk een natuurlijk karakter. Ter plaatse van het voormalige strandje aan de westzijde van de plas is nu sprake van een zich uitbreidende rietkraag. De grasterreinen hebben een extensief karakter gekregen. Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 4, versie 1, 31 juli 2008 NOORDOEVER In het inrichtingsplan zijn uitgangspunten op genomen m.b.t. de aanwezige basisinrichting en de bijzondere elementen in het gebied: Basisinrichting Na vaststelling van het beheersplan zijn gefaseerd een aantal aanpassingen in de basisinrichting doorgevoerd gericht op het optimaliseren van het regionaal concept. De aanpassingen hadden m.n. betrekking op de gewenste situatie van de beplantingen, open ruimten en ontsluitingen en waren gericht op drie doelstellingen, te weten: • • • Verbeteren van de ruimtelijke structuur (herkenbaarheid en veiligheid) Vergroten ecologische betekenis en Verbeteren van de beheerbaarheid; Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 5, versie 1, 31 juli 2008 Vanaf 1992 is gewerkt aan de uitvoering van het inrichtingsplan. In het beheersplan is per deelgebied beschreven welke werkzaamheden zijn uitgevoerd en welke uitgangspunten hieraan ten grondslag hebben gelegen. Voldoende kennis van deze uitgangspunten dient ten grondslag te liggen aan het juiste beheer van het recreatiegebied. Bijzondere elementen Na de overdracht van het gebied aan Groengebied Amstelland waren een groot aantal zgn. bijzondere elementen van de indertijd gehouden Floriade nog in het gebied aanwezig. Deze zijn geëvalueerd op hun bijdrage aan het uiteindelijke karakter en het gebruik van het gebied en aan de onderhoudskosten die hiermee waren gemoeid. De elementen zijn beoordeeld op basis van een tweedeling, te weten: 1. bijzondere elementen passend in het regionaal concept en; 2. resterende bijzondere elementen Bijzondere elementen passend in het regionaal-concept: Het betrof hier in hoofdzaak elementen die de recreatieve betekenis van het water in het gebied en van de Gaasperplas ondersteunden, namelijk: plankieren, vlonders, barbecueplaatsen en verhardingselementen aan in de nabijheid van de oevers; Per element is beoordeeld welke in beheer worden gehouden en welke nu of op termijn kunnen worden verwijderd. Aangegeven is dat voor een aantal elementen de beslissing over de eventuele handhaving of verwijdering van deze dure plankieren en vlonders genomen dient te worden op het moment dat deze elementen aan vervanging toe zijn. Lopende de discussie met het bestuur over aanpassing van het beheer en gezien het feit dat in het verleden onvoldoend rekening is gehouden met de noodzakelijke kosten van vervangingen zijn een aantal voorzieningen in de afgelopen jaren verwijderd of in eenvoudiger vorm gehandhaafd. Een groot aantal verhardingselementen in de vorm van (sier)bestratingen waaronder zitplekken en pleintjes zijn relatief duur in onderhoud. Waar mogelijk is of worden met behoud van de functie deze elementen eenvoudiger ingericht en daarbij minder onderhoudsintensieve materialen gebruikt. Elementen die nauwelijks worden gebruikt zijn of worden uit overwegingen van kostenbesparing verwijderd. Resterende bijzondere elementen Binnen deze groep is op basis van een drietal criteria onderscheid gemaakt tussen a. te handhaven elementen en b. te verwijderen elementen: • vergroten van de recreatieve betekenis; • inspelen op het tot wasdom laten komen van boombeplantingen (selectieve verwijdering) • beperken van de onderhoudskosten Als te handhaven bijzondere elementen zijn genoemd: de hoofdentree, het rosarium, de heidetuin, de azaleatuin, de grassentuin, de rotstuin, de vaste plantencirkels, duin- en dijkflora, over en waterplanten, hagen in de grote speelweide en deels in het weidegebied. Bij de herijking van het beheersplan is besloten ook de coniferentuin in eenvoudiger vorm te handhaven. In eerste instantie was voorgesteld de coniferentuin te verwijderen met behoud van een aantal coniferen als solitaire bomen, om de openruimte langs de hoofdroute te benadrukken. Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 6, versie 1, 31 juli 2008 Voor een groot aantal van deze elementen zijn aanpassingsvoorstellen gedaan en uitgevoerd die het mogelijk moesten maken de elementen eventueel in een eenvoudiger vorm te handhaven. In het beheersplan is per element uitgewerkt welke aanpassingen zijn doorgevoerd in de afgelopen periode. Resterende bijzondere elementen zijn verwijderd. (overtollige (sier-) bestratingen, plankieren, vlonders en terreinmeubilair. Uiteindelijk zijn alle maatregelen doorgerekend en als onderdeel van het beheersplan opgenomen in de BEHEERSVISIE. Beheersvisie: In de beheersvisie is opgenomen dat rekening gehouden moet worden met de beschikbare middelen nu en in de toekomst en met de maatschappelijke acceptatie van de ingrepen, om het richtbeeld te bereiken. De inrichting van het gebied zal voortdurend aan verandering onderhevig zijn door veranderingen bij gebruik van het gebied en in maatschappelijke en technische opvattingen. Het beheersplan zal periodiek moeten worden bijgesteld. Hierbij is opgemerkt dat m.n. bosschages en lanen zich niet optimaal ontwikkelen bij voortdurende veranderingen van het beheer. Met name hier is continuïteit in het beheer van belang. Naast de algemene richtlijnen (algemeen gedeelte) dient het beheer rekening te houden met de gewenste zonering in relatie tot de intensiteit van het terreingebruik en/of de waarde van het gebied(sdeel) voor de natuur. Voor recreatieve en technische voorzieningen is het uitgangspunt, dat het beheer altijd gericht is op het optimaal functioneren van deze voorzieningen. Wat betreft de natuurlijke parkachtige omgeving is gesteld dat het beheer in eerste instantie is gericht op het in stand houden van de beplantingen en open ruimten. Daarbinnen is het beheer gericht op het realiseren van een zo gevarieerd mogelijke vegetatiestructuur ter bevordering van natuurontwikkeling. Hierbij is een gradatie in de mate van natuurlijk beheer aangebracht. Vanaf de hoofdentree in oostelijke richting wordt de mate van natuurlijkheid groter. Dit geldt ook min of meer in westelijke richting. Voor de tuinen en hagen geldt als uitgangspunt, dat de aanwezige cultuurlijke variatie moet worden behouden, en dat het beheer gericht is op behoud van de sierwaarde en op netheid (hoog kwaliteitsniveau). De opzet is om het contrast tussen de natuurlijke parkachtige omgeving en de cultuurlijke “tuinen” in stand te houden. Genoemde uitgangspunten zijn vertaald in drie gradaties van beheer: • intensief: het beheer van de “tuinen” en hagen en andere stedelijke elementen in het park, zoals het bastion en de kade (ambitie niveau) • normaal: het beheersniveau van de parkzones en de recreatieve en technische voorzieningen (acceptabel niveau). Tot de parkzones van de noordoever worden voornamelijk gerekend het middendeel, lopende van de waterspeelplaats tot aan de plas bij het ronde eiland en de centrale open ruimte. Daarnaast ook een smalle uitloper in noordelijker richting langs het fietspad en in noordwestelijke richting het gedeelte na het bastion tot de overgang naar het meer natuurlijker deel bij het verenigingsterrein in het westen. • Extensief: van dit (acceptabele) niveau is sprake bij beheer van het oostelijk en zeer westelijk gelegen natuurlijke gedeelte van de noordoever. Tot het natuurlijk oostelijk deel worden o.a. het weidegebied, het duinstruwelengebied , het laagveen gedeelte , de grienden en de daarbij liggende boselementen gerekend. Het westelijk deel bevindt zich aan het eind van de “boulevard” tussen verenigingsterrein en de Langbroekdreef en sluit aan op de zuidoever. Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 7, versie 1, 31 juli 2008 Overige aandachtspunten: - - bij renovatie van recreatieve en technische voorzieningen kan in veel gevallen een veel eenvoudiger voorzieningen worden terug geplaatst dan nu aanwezig is , zonder aan functionaliteit in te boeten. Dit geldt m.n. voor beschoeiingen en vlonders. Op sommige plaatsen kan het vervangen van beschoeiingen helemaal achterwege blijven. ook het terreinmeubilair kan door eenvoudiger materiaal worden vervangen. Gelijktijdig dient gestreefd te worden naar meer uniformiteit, om de beheerbaarheid te verbeteren en de beheerskosten te beperken. Om de “tuinen” op ambitieniveau te kunnen beheren zal met meer regelmaat dan tot op heden dit beheer ter hand genomen moeten worden. Juist bij deze voorzieningen is het regelmatig vervangen en inboeten van bloeiheesters, rozen en vaste planten bepalend voor de kwaliteit. Intensieve (stedelijke) inrichtingselementen (bastion) Hoofdentree met hagen en pleintje Uitstraling van een stadspark Beheer in hoofdlijnen Een aantal weidepercelen wordt verpacht of is in bruikleen gegeven aan derden . De opbrengsten van de verpachtingen zijn in de loop der jaren steeds lager geworden. Gezien de ontwikkelingen in de naaste omgeving dient rekening gehouden te worden met het feit dat steeds minder percelen zijn te verpachten en de opbrengsten dien ten gevolge lager worden. Ook is er steeds minder vraag naar het vrijkomende grasgewas (hooiwinning). Verkoop van grasgewas vindt steeds minder plaats en er dient steeds vaker betaald te worden voor het maaien van de percelen en het afvoeren van het gemaaide gras naar een reguliere stortvoorziening (stortkosten !). In de vaststelling van de beheerslasten is met deze trend rekening gehouden. Er zijn geen opbrengsten ingecalculeerd en van de te verpachten percelen is 50% opgenomen als extensief gras (maaien en afvoeren) en 50% is opgenomen zonder onderhoudskosten. Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 8, versie 1, 31 juli 2008 De wandel-, fiets en ruiterpaden dienen steeds herkenbaar en goed begaanbaar te zijn. De beheersmaatregelen zijn aangepast aan het gebruik. Het na te streven natuurlijke bostype is soortenrijk en heeft waar mogelijk, d.w.z. waar de bosvakken een breedte hebben van ca. 30 meter en meer, een gevarieerde vegetatiestructuur (dubbele boomlaag, struik- en kruidenlaag) Hieraan liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: • Bij het (ontwikkelings)beheer worden dunningen verricht gericht op variatie in soorten, structuurvariatie en verschil in leeftijdsopbouw. • Op de overgangen van bos naar grazige vegetaties of water worden mantels, struikbegroeiing en ruigten ontwikkeld, waarin een enkele boom kan voorkomen. Het recreatiegebied Gaasperplas heeft als enige recreatiegebied een groot aantal parkachtige inrichtingselementen: een bomendak, berceau, leibomen, sierheesters, hagen, rozen en vaste planten. Deze elementen dienen op een hoog (ambitie) niveau te worden onderhouden gericht op duurzame instandhouding. Duidelijk is dat de beheerslasten van het totale gebied hierdoor aanzienlijk hoger liggen dan de lasten in andere beheersgebieden. Indien blijkt dat deze elementen door een ander gebruik en of slechts met zeer hoge kosten in stand gehouden kunnen worden dient opnieuw beoordeeld te worden of de aanwezigheid van deze elementen bijdraagt aan het regionale karakter van het gebied en de herkenbaarheid van het gebied als een van de recreatiegebieden van Groengebied Amstelland. Extensieve graspercelen worden twee keer per jaar gemaaid. Soortenrijke en structuurrijke graslanden die een belangrijke functie hebben voor de flora en fauna worden na het maaien geruimd. Bij percelen zonder deze potenties kan het gewas blijven liggen, tenzij er sprake is van hooibouw. Hooibouw geniet de voorkeur. De bermstroken langs de halfverharde voetpaden worden 6 keer per jaar gemaaid waarbij het maaisel kan blijven liggen. Het beheer van water en oevervegetaties geschiedt waar mogelijk in een gang met de maaikorf waarbij telkens vanaf één zijde gemaaid zal worden. De eisen gesteld binnen de keur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht zijn maatgevend. Vrijkomend materiaal wordt over de naastliggende percelen verspreid. Op deze wijze worden mogelijkheden gecreëerd voor het ontstaan van een natuuroever aan een zijde van de watergang. Bij het uitvoeren van baggerwerkzaamheden dient de bagger op de kant te worden gezet waar ook het slootmaaisel wordt verwerkt. Bij watergangen langs intensieve gazons dient de bagger verplaats te worden naar een extensieve oever en of in de beplanting te worden verwerkt. Waar minimaal één oever aan bos grenst zal deze waar mogelijk gespaard worden bij het beheer om een optimale gradiëntontwikkeling mogelijk te maken. In verlandingsgebieden zal bij een waterdiepte van 0 tot ca. 0,50 meter riet domineren. Door het extensieve beheer zullen tevens moerasplanten, kruiden, struweel en enkele bomen voorkomen. Het beheer is gericht op het behoud van een bepaalde oppervlakte vitaal jong riet maar ook op de ontwikkeling van oud, overjarig riet in een complex met rietruigte, struiken en een aantal bomen. Het beheer van parkeerplaatsen met een halfopen verharding richt zich op redelijk tot goede functievervulling, d.w.z. het gehele jaar toegankelijk, schoon en zonder gebreken. Waar de halfverharding bestaat uit losse steentjes, b.v. granulaat, mag deze begroeien met gras waarbij de uiteindelijke grasmat onderhoud dient te worden als intensief gazon. Het beheer van Bruggen en steigers dient gericht te zijn op minimaal veilige functievervulling. Hetzelfde geldt natuurlijk voor het in het gebied aanwezige terreinmeubilair, zoals speeltoestellen, picknicksets en banken. Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 9, versie 1, 31 juli 2008 Relatie beheerslasten beheersplan en huidige begroting Bedragen hebben betrekking op de leveringen en diensten van derden, d.w.z. excl. Algemene kosten (voor o.a. toezicht recreatief gebruik, algemeen beleid, toezicht op de uitvoering en overig personeelskosten, materieel, huisvesting, verzekeringen, ed.) en excl. Btw. Om de uitgangspunten van het beheersplan te kunnen toetsen op hun financiële haalbaarheid zijn de geraamde hoeveelheden na voltooiing van de herinrichtingsplannen getoetst aan het beschikbare budget. Het totale jaarlijkse bedrag dat binnen de begroting voor het beheer van het gehele gebied beschikbaar was, bedroeg maximaal € 320.000,=. De eerste berekeningen gaven aan dat de uiteindelijke kosten aanzienlijk hoger lagen dan het beschikbare budget. Na het doorvoeren van een aantal noodzakelijke aanpassingen binnen het (her)inrichtingsplan zijn de gemiddelde jaarlijkse kosten terug gebracht naar ca. € 315.000,= per jaar. (klein en groot onderhoud, prijspeil 1994) Binnen de begroting zoals deze is opgesteld over 1994 is slechts een bedrag ter hoogte van € 193.540,= voor leveringen en diensten opgenomen. In de loop van de jaren werd steeds duidelijker dat er iets diende te gebeuren en werd uiteindelijk begin 2000 de discussie gestart over het gewenste kwaliteitsniveau van het beheer van de recreatiegebieden, het beschikbare budget, achterstallig onderhoud en de noodzakelijke aanpassingen binnen het beheer en onderhoud en inrichtingsniveau van het gebied. Waterspeelplaats (intensief beheer) Waterspeelplaats speelvijver (intensief beheer) Leilinden langs hoofdentree (intensief beheer) Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 10, versie 1, 31 juli 2008 De gevolgen van het te lage budget konden de eerste jaren goed worden opgevangen omdat het terrein in de jaren daarvoor een grote opknapbeurt had gehad. Er was geen achterstallig onderhoud en de beplantingen waren gesnoeid en onderhouden. In de loop van de jaren werd echter steeds meer zichtbaar dat er sprake was van achteruitgang in de voorzieningen. Achterstallig onderhoud werd meer en meer zichtbaar en geld voor groot onderhoud ontbrak. Binnen het bestuur was onvoldoende draagvlak om te komen tot verhoging van het benodigde budget om de voorzieningen duurzaam in stand te kunnen houden. Uiteindelijk is door het bestuur aangegeven dat het beschikbare budget richtinggevend diende te zijn en het beheer hieraan diende aangepast te worden. Middels aanvullende middelen vanuit de provincie, vernieuwingsimpuls en een extra inspanning ten laste van het reserve fonds Groengebied Amstelland, konden een groot aantal noodzakelijke werkzaamheden in het gebied worden uitgevoerd waarbij gelijktijdig is gezocht naar goedkopere alternatieven. Op basis van het toebedeelde budget stond voor het beheer en onderhoud van het recreatiegebied Gaasperplas in 2004 een budget ter beschikking van € 305.700,=. (jaarlijks onderhoud € 159.700,=, groot onderhoud € 146.000,= (incl. onderhoud gebouwen) Voor vervangingsinvesteringen in geen budget gereserveerd. Op basis van de bestuursbesluiten dient door middel van het aanpassen van een groot aantal beheersmaatregelen, binnen het ter beschikking staande beheersbudget, gezocht te worden naar het gewenste (haalbare) kwaliteitsniveau dat duurzaam is te beheren met als kader het aanwezige budget. Vanuit dit budget dienen alle kosten van het jaarlijks en groot onderhoud alsmede de noodzakelijke reserveringen t.b.v. toekomstige vervangingsinvesteringen opgebracht te worden. Rekeninghoudend met de gehanteerde indexeringen staat een budget ter beschikking van € 318.720,= (dit is incl. btw € 379.277,= ) prijspeil 2007. Lasten beheer en onderhoud Recreatiegebied Gaasperplas NU prijspeil 2007, incl. btw. Op basis van de vastgestelde hoeveelheden en de in de kwaliteitscatalogus beschreven maatregelpakketten zijn de onderstaande gemiddelde jaarlijkse kosten berekend (zie de bijlagen) - jaarlijkse kosten groot onderhoud vervangingsinvesteringen Totaal € € € € 196.487,= 163.776,= 153.592,= 513.855,= In de exploitatiebegroting over 2007 is voor het recreatiegebied Gaasperplas een bedrag gecalculeerde ter grootte van: € 379.277,= Het verschil tussen het benodigde bedrag op basis van de “hoeveelheden” en het aanwezige budget binnen de begroting is het bedrag (tekort) dat nodig is om de aanwezige voorzieningen duurzaam en op een acceptabel niveau te kunnen beheren ( € 134.578,=). Op basis van de uitkomsten van de gehouden bestuurlijke discussie is dit bedrag waar mogelijk vrijgemaakt door middel van het doorvoeren van verschillende aanpassingen en (toekomstige) omvormingen binnen het huidige beheersregiem en het aanwezige voorzieningen niveau. Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 11, versie 1, 31 juli 2008 Lasten beheer en onderhoud Gaasperplas STRAKS Op basis van de voorgestelde zonering en de beschreven aanpassingen in het maatregelen- en voorzieningenpakket zijn in de laatste jaren een groot aantal wijzigingen binnen het beheersregiem van het recreatiegebied Gaasperplas doorgevoerd. Uiteindelijk dient een totaal pakket aan aanpassingen te worden doorgevoerd dat neerkomt op: Jaarlijks onderhoud: - 100% van de intensief te maaien gazons zal 24x per jaar worden gemaaid. - 20 % van het intensieve gazon is omgezet naar extensief gras - 50 % van de extensief te maaien gazons kan worden geklepeld; (tenzij er sprake is van hooibouw), de overige percelen krijgen 1 maaibeurt in het voorjaar en worden vervolgens nog 1 à 2x geklepeld. - 20 % van de extensieve grasvegetatie zal niet meer worden gemaaid; (zoom en bosvorming); - 30 % van het terreinmeubilair zal worden verwijderd; (m.n. papierbakken in de extensieve zone, bebording en in onbruik geraakte banken), - 50 % van de halfverhardingen (parkeervakken, wegen en deels de voetpaden) kan vergrassen en zal half intensief (10x) worden gemaaid. - 40 % van de oorspronkelijk aanwezige solitaire bomen komt te vervallen; - groot onderhoud: 70 % van de beplantingen zal natuurlijker worden beheerd (50% eenheidsprijs NU) 50 % van de aanwezige heesters zal worden beheerd als bos (minder snoeien, minder variatie, meer uitval is mogelijk) 20 % van de elementverhardingen komt na vervanging niet meer terug; 40 % van de rietvegetaties zal worden geklepeld; 50 % van de riet- en moerasvegetaties zal plaatselijk begroeien; (verruiging en bosvorming) 60 % van de halfverhardingen kan geheel vergrassen en zal worden gemaaid; - de breedte van de paden, m.u.v. de hoofdpaden, gaat hierbij van circa 1.80 meter naar 1 meter. 90 % van het slootvuil (schouw) zal op de kant worden gezet; 100 % van de vrijkomende bagger bij slootonderhoud zal op de kant worden gezet 50 % van de ruiterpaden kan vergrassen; - de breedte van het pad gaat hierbij van 2.00 naar 1.00 meter. vervangingsinvesteringen: - ten tijde van het moeten vervangen van een aantal bruggen, beschoeiingen en andere cultuurtechnische voorzieningen dient gericht gekeken te worden naar de landschappelijke waarde en noodzaak van de voorzieningen. Het vervangen van een aantal bruggen door een duiker dient overwogen te worden. Waar mogelijk dient beschoeiing niet vervangen te worden en zal natuurlijke beplanting (riet ed.) deze functie overnemen. e Verdere aanpassing van de beheerskosten dient grotendeels plaats te vinden door uitvoering van de herinrichting (3 fase) zoals deze is opgenomen binnen het door het bestuur vastgestelde beheersplan Gaasperplas. Met name het verwijderen van dure asfaltpaden in het Weidegebied en van een aantal wandelpaden in het park dient ter hand te worden genomen zodra de kwaliteit van de paden vraagt om extra (groot) onderhoud. De uit te voeren Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 12, versie 1, 31 juli 2008 werkzaamheden zijn opgenomen op herinrichtingskaart 1 d.d. november ’92. In de berekening van de toekomstige lasten is rekening gehouden met een afname van de hoeveelheid asfalt van in totaal 3000 m2. Het benodigde budget voor de herinrichtingen dient gereserveerd te worden binnen de post vervangingsinvesteringen over het totale beheersgebied. De bijbehorende lasten zijn weergegeven in de bijlagen (tabel STRAKS na aanpassing beheersregiem) Op basis van de vastgestelde hoeveelheden en maatregelpakketten zijn de onderstaande gemiddelde jaarlijkse kosten berekend (zie de bijlagen) - jaarlijkse kosten groot onderhoud vervangingsinvesteringen Totaal € € € € 162.322,= 125.834,= 122.829,= 410.985,= In de exploitatiebegroting over 2007 is voor het recreatiegebied Gaasperplas een bedrag geraamd ter grootte van: € 379.277,=. Het verschil tussen het benodigde bedrag op basis van de aangepaste hoeveelheden en het aanwezige budget binnen de begroting is het bedrag (tekort) dat nodig is om de aanwezige voorzieningen duurzaam en op een acceptabel niveau te kunnen beheren ( € 31.708,=). Na doorrekening van alle gebieden zullen de aan de verschillende gebieden toegerekende kosten worden aangepast aan de benodigde kosten. Naar verwachting zal binnen een aantal gebieden een verdergaande aanpassing van het beheer moeten worden doorgevoerd om het totaal bedrag in overeenstemming te krijgen met de exploitatiebegroting. Het is aan de beheerder van de Gaasperplas om het huidige beheersniveau en met name de huidige inrichting nogmaals kritisch te beoordelen om te bezien of het beheer in overeenstemming gebracht kan worden met het budget. Gehoord de discussie binnen het bestuur van Groengebied Amstelland m.b.t. de in het gebied voorkomende zeer intensieve elementen zoals vaste planten tuin, rosarium en de vele hagen zouden deze nogmaals tegen het licht gehouden kunnen worden. De huidige kwaliteit en het onderhoudsniveau van een aantal van deze elementen vraagt om een beslissing op korte termijn. Bijlagen: (hoeveelheden en financiële overzichten) Overzicht d.d. 16/04/08 - begroting prijspeil 2004 Straks basis hoeveelheden HFE Overzicht d.d. 17/06/08 - begroting prijspeil 2004 STRAKS na aanpassing Literatuurlijst: Regionaal Park Gaasperplas, gemeente Amsterdam, november 1975 Concept Beheersplan Regionaal Park Gaasperplas, gemeente Amsterdam, maart 1980 Beheersplan Recreatiegebied Gaasperplas, Grontmij Advies en Techniek, juni 1994 Groengebied Amstelland, beheersplan Gaasperplas, Pagina 13, versie 1, 31 juli 2008