Trainingsleer 1: Warming up Als je gaat sporten wil je een bepaald trainingseffect bereiken. Grote inspanning is dan vereist. Je moet je lichaam daarop voorbereiden. Dit geldt voor: - De training - De wedstrijd Vraag: Wat is het doel van de warming-up? Opdracht: Groepjes van 4 personen. Bedenk zoveel mogelijk dingen (lichamelijk/psychisch) die er gebeuren tijdens het uitvoeren van een warming-up? Effecten van warming-up: 1. Fysieke voorbereiding a. Lichaamstemperatuur neemt toe, waardoor - Stofwisseling in spieren toeneemt - Bloedcirculatie verbetert - Geleidingssnelheid zenuwen toeneemt - Gevoeligheid gewrichten, pezen en zintuigen toeneemt - Longventilatie toeneemt - Warmteafgifte toeneemt b. Er komt adrenaline vrij 2. psychische voorbereiding Het belangrijkste effect van de warming-up is de stijging van de lichaamstemperatuur. De kerntemperatuur stijgt dan naar ongeveer 38,5 graden. Spieren met een lage temperatuur doen het niet zo goed. Ze doen het rustig aan. Dat geld ook voor het hart, bloedsomloop, ademhalingsstelsel en zenuwstelsel. Stofwisseling in de spieren wordt verhoogd: Er gaan gemakkelijker en sneller voedingsstoffen en afvalstoffen in en uit de cellen. Bloedcirculatie verbetert: Er komt meer zuurstofrijk bloed bij alle cellen. Dit is nodig voor de energievoorziening. Skeletspieren Spier bestaat uit spierbundels. Om elke bundel zit een laagje bindweefsel. Een spierbundel bestaat ui spiervezels. Elke spiervezel bestaat uit heel veel spiercellen. Om spier zit bindweefsel (geeft stevigheid aan spier), spierschede genaamd. Aan uiteinde gaat spier over in pees. Met pees zit spier vast aan beenderen. Door impulsen gaan spiervezels zich samentrekken. Ze worden kort en dik. De spier (bestaande uit spiervezels) wordt dan ook korter en dikker. Het samentrekken van spieren kost veel energie. Die komt vrij bij verbranding van voedingsstoffen en zuurstof. Voedingsstoffen en zuurstof komen bij de spier via het bloed. De afvalstoffen van deze verbranding verlaten de spier weer via het bloed. Spieren werken soms tegengesteld: Bovenarm: buigspier (schouderblad - spaakbeen) zorgt voor buigen. Strekspier (schouderblad – opperarm - ellepijp) is dan ontspannen. Als strekspier samentrekt dan is buigspier ontspannen. Spieren met tegengesteld effect heten antagonisten. - - kennen 2 soorten spiervezels o type I: rode spiervezels (goed doorbloed). Leveren weinig kracht en snelheid, maar zijn wel lang te gebruiken voordat ze moe zijn (slowtwitch vezels). Langdurige activiteiten. o type II: witte spiervezels (minder goed doorbloed). Kunnen voor enorm veel kracht en snelheid zorgen maar zijn wel snel moe (fasttwitch vezels). Kortdurende explosieve activiteiten. Bevatten bloedvaten voor toevoer zuurstof en voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen. Zitten met pezen vast aan botten of huid (duim en pink tegen elkaar en dan zie je de pees) Bestaan uit myofibrillen met laagjes actine en myosine die bij contractie in elkaar schuiven (bij regeling) Trekken samen door samenwerking tussen agonist en antagonist Kennen concentrische (kracht maar korter,gewicht naar schouder brengen), excentrische (kracht maar langer, gewicht weer terug brengen)en statische (kracht zonder beweging, spierbal tonen, staan))contractie. *Soorten spiervezels, pezen en contractie op bord uitgeschreven. Herhaling van stof tot nu toe. Klassikaal: Inleiding: voorlezen blz. 1 Uitleg groepsopdracht Warming-up Groepswerk: Klassikaal: toelichten cijfers Leontien van Moorsel Opdracht 1. Wijs in je groepje één persoon aan die de aantekeningen gaat maken en straks het woord zal voeren. 2. Beantwoord de volgende vragen: Wat betekent de naam ‘warming-up’? Opwarmen Waarom moet je een warming-up doen voordat je gaat sporten (doel)? Voorkomen van blessures & optimaal presteren Wat is het belangrijkste effect van een warming-up? Kerntemperatuur stijgt naar 38,5º. Wat gebeurt er met je lichaam als je een warming-up doet? Fysieke voorbereiding - Lichaamstemperatuur neemt toe, waardoor - Stofwisseling in spieren toeneemt - Bloedcirculatie verbetert - Geleidingssnelheid zenuwen toeneemt - Gevoeligheid gewrichten, pezen en zintuigen toeneemt - Longventilatie toeneemt - Warmteafgifte toeneemt - Er komt adrenaline vrij Psychische voorbereiding Wat zijn drie dingen die we over spieren moeten weten? Antagonisten (werken tegengesteld) Type I (rood) en Type II (wit) spiervezels Zitten met pezen vast aan bot of huid Samentrekken kort en dik Krijgen energie door verbranding voedingsstof en zuurstof bloed Afvalstoffen via bloed weer weg Concentrische (kracht en kort), excentrisch (kracht en lang), statisch (kracht en geen beweging) Positieve effecten van sport op de gezondheid Lichamelijke gezondheid hart sterker en groter (in rust lagere hartslag) meer bloed pompen per slag bloedvaten vertonen minder snel verhoogde bloeddruk Longen groter en sterker (bloed krijgt meer zuurstof aangeboden waardoor de spieren een betere zuurstofaanvoer hebben. Komt ook door toename aantal bloedvaatjes) Spieren in totaliteit sterker en kunnen sportarbeid langer en met meer krachtsinzet volhouden. Hierdoor: o Kans op hart- en vaatziekten vermindert o Conditie en kracht verbeteren o Weerstand tegen ziektes verbetert Geestelijke gezondheid o Ontspanning o Gezelligheid o Verruiming geestelijke vermogens (doorzetten) Sociale gezondheid o Sociale contacten opdoen o Sport verbroedert Negatieve effecten van sport op de gezondheid Lichamelijke gezondheid o Tijdelijke blessures o Blijvende blessures: invaliditeit o Sterfte (jaarlijks circa 50 in Nederland) Geestelijke gezondheid o Overmatige stress o Faalangst o “in een gat vallen” (als prestaties tegen gaan vallen) Sociale gezondheid o Egocentrisme (topsport) o Spelverruwing o Supportersgeweld OPDRACHT WARMING-UP 3. Wijs in je groepje één persoon aan die de aantekeningen gaat maken en straks het woord zal voeren. 4. Beantwoord samen de volgende vragen (schrijf de antwoorden netjes op): Wat betekent de naam ‘warming-up’? Waarom moet je een warming-up doen voordat je gaat sporten (doel)? Wat is het belangrijkste effect van een warming-up? Wat gebeurt er met je lichaam als je een warming-up doet? Noem drie dingen die we over spieren moeten weten? 5. Lever de antwoorden in bij je docent.