Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid Les 3 In deze les behandelen we twee bijzondere rechten: vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. Aan de hand van de theorie en een tekst ga je aan de slag met jouw visie op de twee grondrechten die worden behandeld. Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid Om erachter te kunnen komen wat “vrijheid van meningsuiting” en “persvrijheid” inhouden, halen we de grondwet erbij. De hierboven genoemde rechten zijn namelijk zogenaamde grondrechten. Dit zijn rechten die staan beschreven in de grondwet. Hoofdstuk 1 van de grondwet bevat de grondrechten. Grondrechten kunnen worden onderverdeeld in klassieke grondrechten en in sociale grondrechten. Klassieke grondrechten bieden de burgers vrijheden en bescherming tegen de overheid. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting zijn voorbeelden van een klassiek grondrecht. Sociale grondrechten zullen later dit jaar aanbod komen. In artikel 7 van de grondwet wordt het recht op vrijheid van meningsuiting en persvrijheid als volgt beschreven: 1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending. 3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden. 4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame. Hieronder wordt artikel 7 uitgelegd: In dit artikel is de vrijheid van meningsuiting geregeld. In onze democratie is het zo dat je niet eerst toestemming hoeft te hebben voordat je iets schrijft of zegt. We hebben in Nederland dus geen censuur. Dat betekent niet dat je alles mag zeggen en schrijven zonder dat je daarvoor straf kan krijgen. Als je bijvoorbeeld iets zegt dat voor andere mensen kwetsend of beledigend is, kunnen ze naar de rechter gaan. De rechter kan dan toch nog een straf opleggen. In het grondwetsartikel staat dit beschreven met de woorden “behoudens volgens de wet”. Vrijheid kan dus worden beperkt door andere grondwetsartikelen. Dit artikel geldt ook voor radio of televisie. Ook radio- en televisieomroepen mogen uitzenden wat ze willen. Ook zij kunnen achteraf straf krijgen als ze zich niet aan andere wetten hebben gehouden. Het artikel geldt ook voor toneel of film. Er zijn wel uitzonderingen. De overheid kan bijvoorbeeld van tevoren regels opstellen voor jongeren onder de 16 jaar, zoals gebeurt bij de filmkeuring. Voor reclame gelden ook andere regels. De overheid mag bijvoorbeeld een reclamebord in een natuurgebied verbieden. Internationale context De in artikel 7 beschreven grondrechten zijn voor veel mensen niet vanzelfsprekend. In veel landen zijn mensen bang om hun mening te verkondigen (als ze dit wel doen hebben ze kans om opgepakt te worden) en vindt er censuur plaats. Het recht op vrijheid van meningsuiting en persvrijheid staat dan of niet in de grondwet of de wet schijft voor dat geuite meningen niet mogen afwijken van een bepaalde religie of ideologie. Zo’n beperking is in strijd met internationaal recht: een schriftelijk vastgelegde lijst met rechten die voor iedere burger, waar dan ook ter wereld, gelden. Slechts zestien procent van de wereldbevolking leeft in een land met vrije pers. Nederland staat dit jaar (samen met Zweden en Noorwegen) op de hoogste plaats van landen met de meeste persvrijheid. Vrijheid is dan ook kenmerkend voor de Nederlandse cultuur en is voor veel Nederlanders een waardevol recht. In landen waar weinig tot geen persvrijheid is worden regelmatig journalisten opgepakt, mishandeld of zelfs vermoord en wordt veel tot alle informatie die publiekelijk wordt gemaakt (wordt gedeeld met de buitenwereld) gecensureerd. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting zijn dus lang niet zo vanzelfsprekend als wij vaak denken. Huiswerk voor 3 december 2014 Lees het artikel en schrijf in minimaal 250 woorden of jij het met de schrijver eens bent en leg uit waarom.