Veel beweging op vlak van re-integratie langdurig zieken!

advertisement
Veel beweging op vlak van re-integratie langdurig zieken!
25/11/2016
Minister van Werk Kris Peeters en Minister van Sociale Zaken Maggie De Block
ondernemen duidelijke actie om het aantal mensen dat langdurig afwezig blijft van
het werk, of dat omwille van ziekte niet aan het werk is, te ondersteunen en terug
te begeleiden naar werk. Deze actie situeert zich op twee vlakken.
Met twee koninklijke besluiten en een ingediend wetsontwerp wordt uitvoering
gegeven aan het akkoord van 9 december 2015 van de Groep van Tien, adviezen
van de Nationale Arbeidsraad en een advies van de Hoge Raad voor Preventie en
Bescherming op het Werk.
Twee Koninklijke Besluiten gepubliceerd
Maatregelen inzake de creatie van een re-integratietraject
Het nieuwe re-integratietraject voor werknemers maakt deel uit van het KB van 28
mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers. Daarin zullen alle
stappen van het individueel re-integratietraject worden vastgesteld.
Voor arbeidsongeschikte werknemers verdient het de voorkeur om eerst te
focussen op de re-integratiemogelijkheden bij de eigen werkgever, omdat de
arbeidsongeschikte werknemer vaak op termijn opnieuw zijn werk zal kunnen
hernemen, al dan niet na een progressieve werkhervatting.
In eerste instantie mikt de regering op de nieuwe arbeidsongeschikten. Wie op
heden reeds langdurig arbeidsongeschikt is kan wel nog steeds op eigen initiatief
een re-integratieproject aanvragen.
In het re-integratietraject is een sleutelrol weggelegd voor de preventieadviseurarbeidsgeneesheer, die niet alleen de arbeidsomstandigheden en het werk in een
bepaalde onderneming kent, maar ook kan fungeren als gekend aanspreekpunt
voor werkgever en werknemer.
Het re-integratietraject voor werknemers zal uiteenvallen in 3 fases:
Fase 1. Opstarten van een re-integratietraject - 3 mogelijkheden
1.
2.
De werknemer zelf, of zijn behandelend arts, kunnen vragen om een reintegratietraject op te starten (ongeacht de duur van de
arbeidsongeschiktheid).
De adviserend geneesheer van het ziekenfonds zal steeds ten laatste 2
maanden na de aangifte van de arbeidsongeschiktheid door middel van een
vragenlijst nagaan of een arbeidsongeschikte werknemer in aanmerking komt
voor re-integratie. Als hij tot de conclusie komt dat dat het geval is, zal hij het
dossier van de arbeidsongeschikte werknemer overmaken aan de
3.
preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.
De werkgever kan ten slotte ook vragen om een re-integratietraject op te
starten ten vroegste vanaf 4 maanden arbeidsongeschiktheid.
Fase 2. Re-integratiebeoordeling door de arbeidsgeneesheer
De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer zal vervolgens het re-integratietraject
opstarten, d.w.z. dat hij de mogelijkheid tot re-integratie zal onderzoeken samen
met de betrokken werknemer, diens behandelend geneesheer, de adviserend
geneesheer van het ziekenfonds, en eventueel ook met de preventieadviseurs
psychosociale aspecten en ergonomen binnen de preventiedienst. Dit moet het
mogelijk maken om te beslissen of de werknemer op termijn zijn overeengekomen
werk opnieuw zal kunnen uitoefenen, dan wel dat de werknemer definitief
ongeschikt is voor het overeengekomen werk en of er (tijdelijk of definitief) ander
of aangepast werk kan worden gezocht.
Fase 3. Overleg werkgever – werknemer en opmaken re-integratieplan
Op basis van de re-integratiebeoordeling door de arbeidsgeneesheer zullen
werkgever en werknemer samen moeten bekijken welke concrete mogelijkheden er
zijn voor aangepast of ander werk binnen de onderneming. Vervolgens is er ook
overleg nodig met de adviserend geneesheer van het ziekenfonds in het kader van
toegelaten arbeid of progressieve werkhervatting binnen de ziektewetgeving.
Gaat de werknemer akkoord, dan is er sprake van een re-integratieplan, dat op
regelmatige basis zal worden opgevolgd, en dat indien nodig kan worden
aangepast.
Komt er geen re-integratieplan, dan moet de werkgever uitgebreid motiveren
waarom hij desgevallend geen ander of aangepast werk aanbiedt, of de werknemer
waarom hij het re-integratievoorstel eventueel verwerpt.
Maatregelen voor arbeidsongeschikten zonder arbeidsovereenkomst
Voor arbeidsongeschikten zonder arbeidsovereenkomst wordt daarnaast als
onderdeel van het KB van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, door Minister
De Block een re-integratietraject uitgewerkt gericht op een socio-professionele reintegratie.
Het betreft een re-integratieprocedure waarbij de adviserend geneesheer van het
ziekenfonds de leiding neemt en samenwerkt met o.a. de regionale
tewerkstellingsdiensten. Als de adviserend geneesheer oordeelt dat iemand zonder
arbeidsovereenkomst een job aankan, eventueel na een herscholing of een
beroepsopleiding, voert hij eerst een medisch-sociaal onderzoek uit. Samen met de
betrokkene bekijkt de adviserend geneesheer de jobmogelijkheden.
De adviserend geneesheer stelt een aanbod van re-integratieplan op en overlegt
hierover met de
behandelende arts. Daarna wordt de VDAB gecontacteerd.
De arbeidsongeschikte persoon krijgt ook de gelegenheid opmerkingen te maken op
het aanbod. Eens er een akkoord is, wordt een overeenkomst opgesteld die
adviserend geneesheer en de betrokkene ondertekenen. Om de drie maanden
voorziet de adviserend geneesheer opvolging van het re-integratietraject.
Beide koninklijke besluiten zullen reeds in werking treden op 1 december 2016!
Wetsontwerp diverse bepalingen inzake arbeidsongeschiktheid op tafel
Op 16 november 2016 diende de regering daarnaast een wetsontwerp houdende
diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid in.
Dit wetsontwerp regelt voornamelijk een aantal aspecten met betrekking tot reintegratietrajecten voor langdurig zieken. De maatregelen hebben tot doel om meer
rechtszekerheid te bieden in de arbeidsrelatie tijdens een periode van uitvoering
van aangepast werk.
De Commissie voor Sociale zaken keurde het wetsontwerp op 23 november 2016
reeds goed.
Het wetsontwerp spreekt onder andere over:
1.
2.
3.
4.
Een weerlegbaar vermoeden van het behoud van de oorspronkelijke
arbeidsovereenkomst in geval van een progressieve werkhervatting;
De bepaling van het loon dat als basis dient voor het berekenen van de
omvang van de verbrekingsvergoeding ingeval van verbreking tijdens een
periode van progressieve werkhervatting;
De neutralisatie van het gewaarborgd loon gedurende een periode van
progressieve werkhervatting;
Een nieuwe te volgen procedure met betrekking tot de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst in geval van definitieve arbeidsongeschiktheid.
Weerlegbaar vermoeden van behoud van oorspronkelijke
arbeidsovereenkomst in geval van progressieve werkhervatting
Het wetsontwerp vermeldt uitdrukkelijk dat de initiële voltijdse
arbeidsovereenkomst niet zomaar een deeltijdse arbeidsovereenkomst wordt
omwille van de nieuwe gedeeltelijke uitvoering van het werk.
Dit brengt natuurlijk verschillende gevolgen met zich mee.
Zo zal bijvoorbeeld een opzeggingstermijn die ter kennis wordt gebracht tijdens
deze periode op normale wijze dienen te verlopen, net zoals de opzeg werd
gegeven tijdens de initiële arbeidsovereenkomst. Ook voor de telling van het aantal
werknemers in het kader van de sociale verkiezingen moet rekening worden
gehouden met de initiële arbeidsrelatie/arbeidsovereenkomst.
De werknemer zal eveneens gedurende de uitvoering van het aangepast of ander
werk in principe al diens voordelen behouden die hij reeds bij de werkgever had
verworven.
Het gaat hier evenwel om een weerlegbaar vermoeden van behoud van de initiële
arbeidsovereenkomst. Partijen kunnen indien gewenst aantonen dat ze de vaste en
definitieve wil hebben om de initiële arbeidsrelatie op duurzame wijze te wijzigen
door in een bijlage aan de initiële arbeidsovereenkomst te voorzien die bepaalde
elementen dient te bevatten.
Berekening opzeggingsvergoeding in geval van verbreking van de
arbeidsovereenkomst tijdens een periode van progressieve werkhervatting
Op heden bestaat er reeds gevestigde rechtspraak van het Grondwettelijk Hof dat
in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens een periode van
uitvoering van aangepast of ander werk met een opzeggingsvergoeding, deze
vergoeding moet worden berekend op basis van loon dat verschuldigd is in het
kader van de arbeidsovereenkomst die bestaat vóór de uitvoering van het
aangepast of ander werk. De aanpassingen die worden aangebracht tijdens de
uitvoering van het aangepaste werk zijn dus zonder invloed op de berekening van
de opzeggingsvergoeding.
Het wetsontwerp wenst deze rechtspraak definitief in de wet in te schrijven.
Neutralisatie van gewaarborgd loon tijdens periode van progressieve
werkhervatting
Op heden is er reeds een administratieve praktijk ontstaan waardoor de werkgever
wordt ontheven van diens verplichting om gewaarborgd loon te betalen tijdens een
periode van uitvoering van aangepast of ander werk in geval van ziekte tijdens een
periode van progressieve werkhervatting.
In het wetsontwerp wordt deze administratieve praktijk nu ingeschreven in de
wetgeving.
Nieuwe procedure met betrekking tot de beëindiging van de
arbeidsovereenkomst in geval van definitieve arbeidsongeschiktheid
Tot op heden kan een individuele arbeidsovereenkomst met een definitief
arbeidsongeschikte werknemer steeds wegens overmacht worden beëindigd indien
de werknemer over een attest van diens behandelend geneesheer beschikt waarbij
de definitieve arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld. Op initiatief van de
werknemer kan daarnaast een procedure tot re-integratie worden opgestart bij de
arbeidsgeneesheer teneinde eventueel opnieuw te worden opgenomen in de
onderneming.
De nieuwe regeling zou inhouden dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst
wegens definitieve arbeidsongeschiktheid slechts mogelijk zal zijn indien een
volledig bij wet beschreven reclasseringsprocedure werd gevolgd. Deze procedure
zal ertoe strekken verplicht en op een bepaalde wijze na te gaan of de betrokken
werknemer eventueel aan het werk kan worden gehouden bij zijn werkgever door
een aanpassing van zijn arbeid of door het aanbieden van een ander, passend
werk.
Het kan evenwel steeds dat de herinschakeling noch technisch noch objectief
mogelijk is of dat ze om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist.
De herinschakeling van de werknemer wordt dus nog steeds geen absolute
verplichting.
Bron:





Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader
van arbeidsongeschiktheid van 16 november 2016, www.presscenter.org
Persbericht door Kris Peeters vicepremier en minister van werk, economie,
consumenten en belast met buitenlandse handel en minister van sociale zaken
en volksgezondheid Maggie de block, woensdag 23 november 2016
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003
betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers wat de re-integratie
van arbeidsongeschikte werknemers betreft, BS 24 november 2016
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot
uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat
de sociaalprofessionele re-integratie betreft, BS 24 november 2016.
Easypay Group
Download