IMPULS 1 / 1u Concordantietabel voor het eerste jaar van de 2de

IMPULS 1 / 1u
Concordantietabel voor het eerste jaar van de 2de graad TSO
Richting: Techniek wetenschappen
Leerplandoelstellingen:
Bx = basisdoelstelling
Vx verdiepende doelstelling
U = uitbreiding
laatste kolom= concordantie met impuls 1 u
1. Licht
1.1 Lichtbronnen (4u)
B1
B2
B3
B4
V4
Het zien van voorwerpen in verband brengen met lichtbronnen en de interactie van het licht met die
voorwerpen.
Evenwijdige, convergerende en divergerende lichtbundels herkennen, benoemen en tekenen.
Pg 57-59
Pg 74-76
Pg 62
Aantonen dat licht tussen twee punten in een homogeen milieu steeds de kortste weg volgt aan de hand
van de waarneming van de rechtlijnige voortplanting van het licht.
Schaduwvorming verklaren als een toepassing van de rechtlijnige voortplanting van het licht in een
homogeen midden
Het onderscheid tussen de schaduwvorming bij een puntvormige en een niet-puntvormige lichtbron
verklaren aan de hand van een figuur.
Pg 63
Pg 68-69
Pg 70-71
I/2 pg 82-90
1.2 Weerkaatsing bij spiegels (4u)
B5
De begrippen invallende straal, invalspunt, normaal, invalshoek, weerkaatste straal en
terugkaatsingshoek hanteren
De weerkaatsingwetten van een lichtstraal bij een vlakke spiegel experimenteel afleiden, weergeven en
toepassen.
Pg 78
B7
Beelden bij vlakke spiegels construeren en deze virtuele beelden onderscheiden van reële.
Pg 82-86
B8
Het brandpunt bij een holle en bolle spiegel aantonen en verbinden met toepassingen
Pg 90
V8
De beelden construeren die bij een sferische spiegel gevormd worden
Pg 91-96
B6
Pg 77-81
1.3 Lichtbreking (5u)
B9
De begrippen grensvlak, gebroken straal en brekingshoek hanteren
Pg 98-99
B10
De stralengang van licht bij overgang tussen twee homogene middens experimenteel afleiden en
weergeven en enkele eenvoudige toepassingen toelichten.
V10
De brekingsindex toepassen in rekenopdrachten of constructies
Pg 98-102
Pg 110
I/2 pg 122
Pg 103-104
Pg 111
I/2 pg 125-126
pg 129
B11
Uit enkele experimenten en uit ervaringen uit het dagelijks leven afleiden dat invallend licht
gedeeltelijk terugkaatst en gedeeltelijk breekt.
Totale terugkaatsing en grenshoek toelichten via de stralengang en in concrete toepassingen
weergeven
B12
Pg 112-114
V12
De grenshoek berekenen
B13
De lichtbreking door een prisma beschrijven en verklaren
Pg 112-114
I/2 pg 137-138
Pg 115
V13
Kleurverschijnselen van licht in leefwereldsituaties toelichten
Pg 116-117
U13
De lichtbreking door een planparallelle plaat kan aangetoond en verklaard worden
Pg 109
1.4 Lenzen (5u)
B14
De verschillende soorten lenzen herkennen
B15
De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als virtueel of reëel
Pg 119-122
Pg 128
Pg 123-125
U15
De beelden bij een holle lens construeren
Pg 128-130
B16
De relatie tussen voorwerpsafstand, beeldafstand en brandpuntsafstand (parameterformu-le) voor
dunne bolle lenzen verifiëren.
pg 126
B17
Kwantitatieve opdrachten over voorwerps-, beeld-, brandpuntafstand en vergroting bij dunne bolle
lenzen uitvoeren.
Pg 126-128
I/2 pg 150-153
1.5 Optische toestellen ( 2u )
B18
Optica in verband brengen met het oog, optische toestellen en verschijnselen uit de leefwereld.
Pg 133-143
2. Krachten
2.1 Krachten en vervorming (8u)
B19
In concrete voorbeelden van vervorming, de kenmerken van kracht als vector aangeven.
Pg 146-152
B20
Een kracht meten door gebruik te maken van een dynamometer
Pg 153-155
B21
De veerconstante experimenteel bepalen
Pg 171-172
B22
Het verband tussen kracht en vervorming kwalitatief en kwantitatief toepassen
Pg 173-175
B23
Uit de massa van een voorwerp de zwaartekracht op dat voorwerp bepalen m.b.v. de
zwaarteveldsterkte.
Het onderscheid tussen massa, zwaartekracht en gewicht toelichten
Pg 160-170
B24
B25
Op een grafische wijze krachten samenstellen en ontbinden, indien ze hetzelfde aangrijpingspunt
hebben.
Pg 160-170
I/2 :pg 198-199
Pg 156-157
2.2 Kracht en beweging (10u)
B26
In concrete voorbeelden van beweging het begrip snelheid toepassen.
Pg 31-32
B27
In concrete voorbeelden van beweging de kenmerken van snelheid als vector aangeven en de
snelheidsvector tekenen.
In concrete voorbeelden van beweging de eventuele verandering van bewegingstoestand met vectoren
toelichten.
Pg 41-45
I/2: pg 53
Pg 176-178
Uit de bewegingstoestand (rust, ERB) en verandering van bewegingstoestand van een voorwerp
besluiten trekken in verband met de resulterende inwerkende kracht
Pg 156-157
Pg 177-179
Pg 33-34
B28
B29
B30
Bij een eenparig rechtlijnige beweging het verband tussen de afstand en de tijd experimen-teel bepalen Pg 36-38
en dit grafisch voorstellen
B31
Bij een eenparige rechtlijnige beweging de snelheid, de afstand en de tijd berekenen.
Pg 33-36
3. Materie
3.1 Massadichtheid ( 3u )
B32
Pg 182-183
B33
Het verband tussen massa en volume experimenteel bepalen en de definitie voor massadichtheid
formuleren.
De massadichtheid van een vaste stof, een vloeistof of een gas experimenteel bepalen.
B34
Kwalitatieve, grafische en kwantitatieve opdrachten omtrent massadichtheid uitvoeren
Pg 184-187
Pg 184-185
3.2 Thermische uitzetting (3u)
B35
Een verband leggen tussen de temperatuur van een stof en de gemiddelde snelheid van de deeltjes.
Pg 189-191
B36
De thermische uitzetting van stoffen verklaren door het heviger bewegen van deeltjes die hierdoor meer
ruimte innemen en toelichten bij concrete voorbeelden.
De formule voor de thermische uitzetting van een vloeistof en/of vaste stof experimenteel bepalen en
toepassen.
Pg 188-192
Pg 195-199
Pg 193-194
Pg 200
I/2: pg 238-239
Pg 246
Pg 249-250
V36
3.3 Krachten in de materie (1u)
B37
Cohesie en adhesie herkennen in toepassingen en toelichten m.b.v. het deeltjesmodel
V37
Het verschijnsel oppervlaktespanning in concrete gevallen herkennen