TRANSFERPUNT VAARDIGHEIDSONDERWIJS Schema I: Schematisch overzicht ‘Kenmerken vaardigheidsleren’ (aangepaste versie 26-11-20011) Leersituaties Fasen Stappen VOOR- Fase I: Stap 12: COGNITIEVE ORIËNTATIE Sleutelbegrippen AFGAAND AAN FASE HET LEREN IN (CLIËNT-) SITUATIES Beeldvorming Kennis en inzichten Doelen Je hebt: inzicht in het handelingsverloop van de te leren vaardigheden/ handelingen inzicht in de principes van de handelingen inzicht in de rationale van de (deel)handelingen. Je kent / kunt /hebt (in toenemende mate): de stappen van het vaardigheidsleren3 inzicht in de wijze waarop je je vaardigheidsleren kunt reguleren: - zicht op de vereiste studieactiviteiten om de vaardigheden in de ‘vingers’ te krijgen - je op de juiste wijze voorbereiden op de trainingsbijeenkomst (w.o. je studieplanning maken - je leren aanpassen aan je eigen leerstijl en leerbehoeften. 2001 Transferpunt Vaardigheidsonderwijs. A. Strijbos, H. Ariens, P. Bartholomeus L.,Hollands, H. Nas. Maastricht / Nijmegen. 1 2 De stappen 1 t/m 5 zijn de stappen en sleutelbegrippen zoals deze in het Skillslabmodel zijn beschreven. De cursief geschreven leerdoelen hebben betrekking op de regulerende studieactiviteiten. In de loop van de opleiding verwacht men dat je in toenemende mate in staat bent je eigen vaardigheidsleren gestalte te geven. 3 1 TRANSFERPUNT VAARDIGHEIDSONDERWIJS Fase 2: Stap 2: OEFENFASE BEGELEID OEFENEN Verbaliseren Feedback Je kunt: je handeling op geleide van je eigen verbale instructie langzaam en nog niet vloeiend uitvoeren toelichten waarom je wat doet aanpassingen aan clientsituaties toelichten (beredeneren). Je kunt: zelf aangeven welke deelhandelingen je, na (eerste) oefening, goed kunt uitvoeren en welke niet toelichten welke studieactiviteiten van je verlangd worden om je goed voor te bereiden op simulatiepatientencontacten toelichten welke voorbereiding voor de toetsing van belang is vertellen aan wie je welke hulp kunt vragen mbt je vaardigheidsleren. Stap 3: ZELFSTANDIG OEFENEN Stabilisatie Generalisatie Je kunt: De handeling in het oefenlokaal in je eigen tempo uitvoeren De handeling in het oefenlokaal aan beschreven (cliënt)situatie (rollenspel) aanpassen en de aanpassingen toelichten. Je kunt: op juiste wijze gebruikmaken van de leermiddelen die voor het oefenen ontwikkeld zijn (w.o. verbalisatieschema’s, cd-roms etc.) elkaars handelen evalueren mbv O&O-lijsten je manier van leren evalueren en mogelijke tekorten daarin aanpakken. 2 TRANSFERPUNT VAARDIGHEIDSONDERWIJS Stap 4: SIMULATIE (CLIËNTEN-) CONTACTEN Integratie vaardigheden (communicatieve, technische en coordinerende) Stap 5: TOETSING Feedback Selectie Je kunt: verschillende soorten vaardigheden (w.o. communicatieve, technische en coordinerende) integreren in simulatie(cliënten)contacten je handelen toelichten en verantwoorden. Je kunt: je eigen handelen en dat van medestudenten evalueren, de goede en minder goede aspecten benoemen en deze toelichten reflecteren op je eigen handelen en dat van medestudenten ondersteunen om het handelen en het leren handelen meer adequaat te laten verlopen. Je kunt: handeling(en) aangepast aan de gesimuleerde situatie uitvoeren (zorgvuldig en in juist tempo: zonder haperingen in een vloeiend verloop) toelichten / beredeneren de aanpassingen van (deel)handelingen aan de situatie, m.a.w. wat je waarom op een bepaalde wijze op een bepaald moment gepland en gedaan hebt. Je kunt: aangeven welke geintegreerde (deel)handelingen je voldoende beheerst aangeven welke studieactiviteiten bepaalde resultaten hebben bewerkstelligd vervolg leerpunten toelichten (regulerende en verwervende). 3 TRANSFERPUNT VAARDIGHEIDSONDERWIJS Tijdens Fase 3: Stap 6: HET LEREN AUTOMATISERINGS- IN (CLIËNT) IN FASE CLIËNT/ PRAKTIJKSITUATIES SITUATIES ONDER BEGELEIDING OEFENEN Kritisch verwerken Hanteren context Automatiseren handelen Je kunt: verschillen in handelwijze bespreken bespreken op welke wijze de handelwijze aangepast moet worden aan de cliëntsituatie aangeven op welke wijze continuïteit van zorg gewaarborgd kan worden de handeling nauwkeurig en vloeiend, onder directe begeleiding, uitvoeren de handeling geïntegreerd met communicatieve en coordinerende vaardigheden uitvoeren Je kunt: je eigen handelen evalueren en aangeven welke aspecten (en waardoor) goed en minder goed zijn verlopen op je handelen reflecteren leerpunten aangeven voor vervolgoefeningen. Fase 4: Stap 7: PLANNINGS- IN (CLIËNT) FASE SITUATIES ZELFSTANDIG OEFENEN Verantwoord plannen Geïntegreerd handelen in totale zorgproces Je kunt: verschillende cliëntsituaties inschatten bepalen welke handelingen je op welk moment moet uitvoeren juiste handeling op het juiste moment, op de juiste wijze en op de juiste plaats uitvoeren de handeling nauwkeurig, vloeiend uitvoeren effecten van de handeling nagaan en bespreken vervolgafspraken mbt de te verlenen zorg maken kwaliteit van zorg nagaan. Je kunt: op je handelen reflecteren het geleerde plaatsen in andere (zorg)situaties mogelijkheden aangeven voor verdere oefening. 4 TRANSFERPUNT VAARDIGHEIDSONDERWIJS Stap 8: PRAKTIJKTOETSING Feedback Selectie Je kunt: handeling(en) aangepast aan de siutatie uitvoeren (zorgvuldig en in juist tempo: zonder haperingen in een vloeiend verloop en geautomatiseerd) toelichten / beredeneren de aanpassingen van (deel)handelingen aan de situatie, m.a.w. wat je waarom op een bepaalde wijze op een bepaald moment hebt gedaan je toelichting baseren op recente (onderzoeks)literatuur over de handelingen de handelingen verantwoorden vanuit het behandelplan en verpleegkundig plan. Je kunt: aangeven welke geintegreerde (deel)handelingen je voldoende beheerst aangeven welke zorgsituaties je voldoende kunt hanteren aangeven welke studieactiviteiten bepaalde resultaten hebben bewerkstelligd vervolg leerpunten toelichten (regulerende en verwervende). 5