Lesvoorbereiding

advertisement
Lesvoorbereiding
Zakelijke gegevens
Naam student: Denise Kok
Stageschool: St. Martinusschool
Iselinge klas: VR2B
mentor/mentrix: Danny van Bemmel
Datum: 13 mei 2014
aantal leerlingen: 15
tijd: 09.00- 09.45
groep: 6 & 8
Inhoudelijke gegevens
Vak of vormingsgebied: Aardrijkskunde, actieve aarde.
Activiteit: De leerlingen gaan aan de hand van een mysterie ontdekken wat er tijdens en na de
aardbeving in Christchurch is gebeurd. Dit onderwerp sluit aan bij het project Horizon Verbreden.
Componenten van de les
Beginsituatie van de leerlingen:
- de leerlingen van groep 6 en 8 zitten in het 'gewone' klaslokaal
- de leerlingen weten dat deze week in het teken staat van Nieuw Zeeland
- de leerlingen kennen de werkvorm mysterie niet
- de meeste leerlingen weten hoe ongeveer een aardbeving ontstaat
- de leerlingen weten waar Nieuw Zeeland ligt op de wereldkaart
- D. zit vooraan i.v.m. zijn visuele beperking
- de leerlingen leren informatie ordenen en verwerken
Doelen
Persoonlijk leerdoel (gericht op competenties): Vakinhoudelijk en didactisch competent.
Deeltaak 86: Ontwerpen en uitvoeren van een project, waarin leerlingen hun horizon verbreden
door zelfstandig en/of samen onderzoek te doen, onder meer met digitale bronnen, te
experimenten en de opbrengsten daarvan met elkaar te delen. Deze deeltaak staat de gehele week
van horizon verbreden centraal.
In deze les is mijn doel om door een nieuwe werkvorm de leerlingen samen te laten ontdekken en
de opbrengsten met elkaar te delen.
Lesdoelen
Proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen:
Soort
Proces
Aard
De leerlingen leren meer over de
gevolgen van een aardbeving.
Kennis
Vaardigheid
Vorming
Product
De leerlingen leren aan de hand
van kaartjes een conclusie
trekken over een bepaalde
gebeurtenis.
Ze oefenen met informatie
ordenen en verwerken.
Samenwerken en overleggen.
De leerlingen oefenen met
classificeren en redeneren.
Lesfase
Tijd
Didactische route (wat doen de kinderen?)
Leerstof
Inleiding
2
5
5
Kern
10
15
Leerling
Interventies van de leerkracht
Organisatie en
hulpmiddelen
De leerkracht laat een wereldkaart zien met
tektonische platen erop en vraagt de leerlingen wat
er te zien is op deze kaart en wat de leerlingen
weten over die platen. Vervolgens vertelt de
leerkracht wat we gaan doen vandaag.
Wereldkaart
Digibord
Prezi aardbevingen
De leerkracht zegt dat de leerlingen op een papier
woorden op mogen schrijven die vervolgens in het
woordweb komen over aardbevingen.
A4 papier (20 stuks)
De leerkracht maakt samen met de kinderen een
woordweb over aardbevingen op het bord.
Vervolgens laat de leerkracht een filmpje zien over
het ontstaan van een aardbeving.
Bord
Prezi
De leerkracht laat op het digibord wat beelden zien
van aardbevingen. Vervolgens haalt de leerkracht
Nieuw Zeeland erbij. En vertelt kort een verhaal
over de aardbevingen op Nieuw Zeeland. Daarna
begint de leerkracht met de introductie op de
werkvorm.
Digibord
Prezi
De leerkracht maakt groepjes en deelt de kaartjes
uit voor het mysterie. Daarnaast krijgen alle
groepjes een groot wit blad en stiften. De leerkracht
legt uit wat de bedoeling is van dit mysterie.
Enveloppen (mysterie)
A3 papier (7 stuks)
Stiften
Leefwereld
x
De leerlingen kijken naar de wereldkaart en geven
antwoord op de vragen van de leerkracht.
x
De leerlingen bedenken woorden die bij
aardbevingen horen. Deze schrijven ze zelfstandig
op.
x
De leerlingen maken samen met de leerkracht een
woordweb over aardbevingen op het bord en
bekijken daarna een filmpje.
x
De leerlingen kijken naar het digibord en luisteren
naar de leerkracht. Ze beantwoorden vragen waar
nodig.
x
De leerlingen gaan in groepjes zitten en werken
samen aan een mysterie. Hierbij lezen de tekst op
de kaartjes. Ordenen en verwerken zij informatie.
De belangrijkste dingen verwerken zij op een blad in
de vorm van een verhaal, een tekening of een strip.
5
Afsluiting
10
x
De groepjes vertellen wat ze hebben gelezen en wat
de belangrijkste punten uit dit mysterie waren.
Hierbij gebruiken ze het blad.
x
De leerlingen evalueren samen met de leerkracht. Ze
vertellen hoe de opdracht is gegaan en wat ze
hebben geleerd.
De leerlingen geven antwoord op de vragen van de
leerkracht.
De leerkracht laat de leerlingen vertellen wat ze
ontdekt hebben aan de hand van het mysterie.
Hierbij gebruiken ze het gevulde blad.
De leerkracht gaat samen met de leerlingen
evalueren. Hoe zijn ze te werk gegaan en wat
hebben ze geleerd. Wat willen ze nog leren.
Als afsluiting vraagt de leerkracht wie er weet wat
je moet doen en vooral niet moet doen bij een
aardbeving.
Hoe evalueer je om na te gaan hoe de kinderen het gedaan hebben?
Aan het einde van de les wordt er klassikaal geëvalueerd. Wat vonden de kinderen ervan, wat hebben ze geleerd, hoe zijn ze te werk gegaan, wat willen ze nog
meer leren, hoe ging het samenwerken.
Tijdens de les kijk ik rond of alle groepjes goed samenwerken en of iedereen evenveel invloed heeft.
Download