Katholieke Hogeschool Kempen – Departement Lerarenopleiding

advertisement
Katholieke Hogeschool Kempen – Departement Lerarenopleiding Vorselaar
Bachelor in het onderwijs: Secundair Onderwijs
Lepelstraat 2 – B 2290 Vorselaar
Tel +32 (0)14 50 81 60 - Fax +32 (0)14 50 81 61 - E-mail: [email protected]
Lesvoorbereiding
Student: Rob Van Beek
3 Baso a tel. 0472719091
E-mail: [email protected]
Datum stage:
School:
Klassengroep:
Lokaal:
Mentor:
2011-11-07
Heilig - Grafinstituut A
2/3
N101
K.Goos
Stage-oefenles
Proefles
Observatie
Uur: 6de en 7de
Aantal lln.: 12
Vak: Fysica
Docent:
Lesonderwerp
Stroomsterkte
Bronnen
-
Op welke bronnen heb je je gebaseerd? Geef duidelijke referenties zodat je ze vlot kan
terugvinden.
Handboek pagina 43 -49 en 57 – 58
Beginsituatie
-
Welke voorervaring en –kennis over het lesonderwerp of de gebruikte werkvorm, hebben
de leerlingen al? Hoe hou je hiermee rekening in je les?
Zijn er leerlingen die bijzondere aandacht nodig hebben? Hoe ga je hiermee om in je les?
De leerlingen moeten gemotiveerd worden om de lessen aandachtig te kunnen volgen.
Wanneer de leerlingen geen zin hebben zullen ze uit zichzelf niets doen. Het niveau van de
leerlingen ligt niet zeer hoog, herhaling en duidelijkheid is zeer belangrijk.
Vakoverschrijdende eindtermen
-
Welke VOET wil je in deze les nastreven? Selecteer één VOET en formuleer daarbij
maximum 2 doelen die effectief aan bod komen in je les. Markeer in je lesvoorbereiding
waar deze VOET aan bod komt.
De leerlingen engageren zich spontaan.
De leerlingen blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven.
Vormingsdoelen
-
-
Wat wil je in essentie met deze les bij de leerlingen bereiken? Wat wil je dat de leerlingen
essentieel bijblijft?
Formuleer maximaal twee vormingsdoelen.
Denk aan aspecten als fundamenteel leren, oriëntatie op de leef- en belevingswereld van
de leerling, maatschappelijke aspecten, aansluiting bij opvattingen over mens en
maatschappij, opvoeding en onderwijs.
Hoe zijn ze herkenbaar in je les?
De leerlingen zijn instaat om per 2 een goede stroomkring te maken. Indien één leerling niet goed
weet wat doen, kan de andere leerling hem hierbij verder helpen.
Leerplan & Concrete doelen
De
De
De
De
De
Welke leerplandoelen komen in deze les aan bod?
Welke concrete kennis, inzichten, vaardigheden, attitudes, gelinkt aan het leerplan, wil je
realiseren?
Beperk het aantal concrete doelen, denk eraan dat concrete doelen
evalueerbaar/observeerbaar zijn.
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
kunnen
kunnen
kunnen
kunnen
kunnen
in eigen woorden de definities herhalen.
een serieschakeling en parallelschakeling maken.
de stroomsterkte in een stroomkring meten met een analoge ampèremeter.
de stroomzin tekenen in een elektrische schema.
de ontbrekende stroomsterktes in een stroomkringschema aanvullen.
Werkpunten
-
Formuleer hier max. 2 werkpunten waaraan je in deze les wil werken. Leg uit op welke
manier je hieraan werkt.
Ik zal mij goed moeten voorbereiden om de vragen van de leerlingen te kunnen beantwoorden.
Proberen om stopwoorden zoveel mogelijk te vermijden.
Inhoud
Methode
Materiaal
Stroomsterkte en spanning
ORIËNTATIE : ( inleiding)
Wat neem je het eerste waar: de donderslag of de
bliksemflits ? ………………………………………..
Stroomsterkte en spanning
ORIËNTATIE :
Stappen :
- OLG
Stroomsterkte en spanning
ORIËNTATIE :
- Boek pagina 43
Één bliksemflits kan een hele stad verlichten.
Hoe groot schat je de stroomsterkte van een
directe blikseminslag?
Kernvragen :
- Wat neem je het eerste waar : de
donderslag of de bliksemflits ?
- Hoe groot is de stroomsterkte van een
blikseminslag ?



Tussen de 0 en 20 000 A
Tussen de 20 000 en 60 000 A
Tussen de 60 000 en 100 000 A
Wat is stroomsterkte?
Wat is stroomsterkte?
Vaak zie je over de weg een zwarte kabel liggen
die verbonden is met een teller.
Wat meet men hiermee?
………………………………………………………………
stappen :
- OLG ( serie, parallel, benodigdheden om
stroomkring te maken, begrip elektrische
stroom, veiligheid.)
- Leerlingen maken de schakeling per 2.
- Lln maken de tekening.
- Lkr verbetert de tekening
Weet je dit al ?
Serie en parallel
Teken op de figuren de snoeren zo, dat in de
eerste kring de lampjes in serie geschakeld zijn en
ze in de tweede kring in parallel staan.
Kring 1
Afbeelding:
Kring 2
Afbeelding:
Kernvragen :
- Wat hebben we nodig om een
stroomkring te kunnen maken ?
- Waar zorgt onze stroombron voor ?
- Wat is elektrische stroom ?
- Hoe noemen we de geladen deeltjes die
zich in de geleider bewegen ?
- Wat is een kortsluiting ?
Wat is stroomsterkte ?
-
Boek pagina 44
PowerPoint
Spanningsbron
4 snoeren
2 lampjes
In welke kring branden de lampjes het felst bij
eenzelfde batterij?
……………………………..
Elektrische stroom
Door het waterkraantje open te draaien, zie je het
water stromen. Deze stroming is een verplaatsing
van watermoleculen. Door een elektrisch toestel,
zoals hier tv, te verbinden met het elektrisch net,
verplaatsen zich in de geleider geladen deeltjes,
vrij elektronen genoemd.
Die verplaatsing noem je elektrische stroom.
Stroomsterkte
Proef 1 : lichtsterkte waarnemen bij lampen in
serie.
Benodigdheden :
……
Schema handboek pagina 45
De grootheid stroomsterkte
Grootheid : stroomsterkte
Symbool grootheid : I
SI - Eenheid : Ampère
Symbool SI – Eenheid : A
Waarom moeten we steeds eerst onze
schakeling nakijken voor we de
stroomkring sluiten ?
- Hoe staan de lampen als ze in serie zijn
geschakeld ?
- Hoe staan de lampen als ze parallel zijn
geschakeld ?
- In welke kring branden de lampjes het
felst ?
Elektrische stroom
Stappen :
- Lln leest tekst.
- OLG
-
Kernvragen :
- Wat gebeurd er wanneer ik een
waterkraan open draai ?
- Wat is elektrische stroom?
Stroomsterkte
Stappen :
- Lkr geeft uitleg.
- Lln maken schakelingen per 2.
- Leerlingen vullen tabel in.
- Klassikale verbetering.
- OLG
- Lln leest focus
- OLG
Kernvragen :
- Wat valt er op aan de helderheid van de
lampjes ?
- Waarop wijst de werking van het
Elektrische stroom
- Boek pagina 44
- PowerPoint
Stroomsterkte:
- Boek pagina 45 en 46
- Twee lampjes van 6 volt
- Twee lamphouders
- Snoeren
- Een batterij van 4,5 Volt
- Definitie stroomsterkte op bord.
Het aantal vrije elektronen dat per seconde op een
bepaalde plaats van de geleider voorbijkomt , is
een maat voor de stroomsterkte.
Het symbool voor de grootheid stroomsterkte is I (
van intensiteit).
De eenheid is ampère (A).
In een kringt vloeit de stroom bij afspraak van de +
pool naar de – pool.
1 Vul het grootheden blad aan op pagina 169.
2 Als je thuis de schakelkast opent, zie je
verschillende zekeringen. Wat betekenen 6A en
16A op de zekeringen ?
……………………………………………………………………………...
………………………………………………………………………………
De ampère is een grote eenheid. Wij gebruiken
soms voor onze proeven in de klas de milliampère.
1A = 1000mA
Focus
André – Marie Ampère ( 1775 – 1836), geboren in
een dorp ten noorden van Lyon, studeerde
wiskunde en fysica en doceerde naast deze vakken
ook astronomie. Aan de hand van experimenten
ontdekte hij dat twee parallelle stroomdraden
elkaar aantrekken als de stromen in de dezelfde
richting lopen, maar elkaar afstoten als ze in
tegengestelde richting lopen. Hij concludeerde
hieruit dat de draden zich gedragen als twee
staafmagneten waarbij gelijke polen elkaar
afstoten en tegengestelde polen elkaar
aantrekken.
-
-
oplichten van de lampjes?
Hoe is de vrije elektronen voorstelling ?
In welke kring is het aantal elektronen
dat per seconde door de geleider stroomt
het grootst ?
Wat is de stroomsterkte ?
Wat is het symbool van de
stroomsterkte.
Wat is de eenheid van stroomsterkte ?
En wat is het symbool van deze eenheid?
Wat zie je als je thuis de schakelkast open
doet ?
Wat betekenen 6A en 16A op de
zekeringen?
1Ampère is ….. milliampère
Waar ligt de Noordpool ?
Waar ligt de geografische Noordpool ?
Wat gebeurd er met een kompas
wanneer ik deze dichtbij een
hoogspanningslijn komt ?
Duid op de figuur de Noordpool aan. Zoek op
waarom de magnetische Noordpool niet
samenvalt met de geografische Noordpool.
……………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………..
Wat gebeurd er met de naald van de kompas als je
in de buurt van een hoogspanningslijn komt ?
………………………………………………………………………………
Groene stroom : de ideale oplossing voor de
toekomst van onze planeet?
Groene elektriciteit wordt geproduceerd uit
hernieuwbare energiebronnen. Hernieuwbare
energiebronnen zoals zonlicht of windkracht
helpen klimaatverandering tegen te gaan en
voorkomen dat energie ‘ opraakt’.
Wind is een onuitputtelijke energiebron en bij de
productie van elektriciteit uit wind komen geen
afvalstoffen of schadelijke gassen vrij.
Fotovoltaïsch zonne- energiesysteem bestaat uit
verschillende aan elkaar aangesloten
zonnepanelen. Deze maken gebruik van het
rechtstreekse en onrechtstreekse licht van de zon,
waardoor ze het hele jaar door elektriciteit
produceren, zelfs bij bewolking. De zonnecellen
waaruit fotovoltaïsche zonnepanelen zijn
opgebouwd, zetten het licht rechtstreeks om in
gelijkstroom. De opgewekte elektriciteit wordt
door één of meerdere omvormers omgezet in
wisselstroom.
groene stroom : de ideale oplossing voor de
toekomst van onze planeet?
Stappen :
- OLG
Kernvragen :
- Wat is groene stroom ?
- Was zijn hernieuwbare energiebronnen ?
- Wat zijn de voordelen van hernieuwbare
energiebronnen ?
- Wat zien we op de daken vaak liggen
voortaan ?
- Wat doen deze zonnepanelen ?
- Deze zonnepanelen leveren gelijkstroom.
Wat doet men met de gelijkstroom ?
Groene stroom : de ideale oplossing voor de
toekomst van onze planeet?
- Boek pagina 46
- PowerPoint
Hoe meet je stroomsterkte ?
Hoe kun je bepalen hoeveel stroom er door elke
lampje vloeit?
……………………………………………………………………........
……………………………………………………………………………
De ampèremeter
De stroomsterkte schatten op basis van de
lichtsterkte van de lampjes is niet nauwkeurig.
Voor nauwkeurige metingen gebruiken we een
ampèremeter.
Noteer de juiste benaming onder elk meettoestel:
digitale ampère meter, analoge ampèremeter,
multimeter
De ampère meter is een toestel om de
stroomsterkte te meten op een bepaalde plaats in
de keten.
Tekensymbool ampère meter :
Gebruik :
- De ampèremeter schakel je in serie met
een verbruiker.
- De ampèremeter heeft een rode
aansluitklem ( + klem) en een zwarte
aansluitklem ( - klem). Zorg er steeds voor
dat de + klem van de ampèremeter
verbonden is met de + klem van de
voeding.
Opgelet :
- Plaats de ampère meter nooit alleen in de
keten. Dit veroorzaakt kortsluiting!
Hoe meet je de stroomsterkte ?
Stappen :
- OLG
- Leerkracht neemt leerlingen vooraan en
overloopt de werking van een
ampèremeter. + maken van schakeling
met ampère meter.
- Leerlingen maken zelf een schakeling met
een ampèremeter.
- Leerkracht gaat schakeling controleren.
Kernvragen
- Hoe kun je bepalen hoeveel stroom er
door een lampje vloeit ?
- Is de stroomsterkte inschatten op basis
van lichtsterkte nauwkeurig?
- Wat gebruiken we om nauwkeurig de
stroom te kunnen meten ?
- Wat is het symbool van de
ampèremeter?
- Plaatsen we deze in serie of parallel ?
- Hoe moet je de Ampère meter aansluiten
? Waarom is het belangrijk dat we de
ampère meter goed aansluiten ?
- Waarom mag je de ampèremeter nooit
alleen in de keten aansluiten ?
- Wat is een kortsluiting ?
Hoe meet je de stroomsterkte ?
-
Boek pagina 47
PowerPoint
Multimeter
Digitale ampèremeter
Analoge ampère meter
-
Verkeerd aansluiten kan de ampèremeter
schade aanbrengen.
Stroomsterkte bij lampen in serie en parallel.
Stroomsterkte meten bij een serieschakeling
Benodigdheden :
 ……………..
Uitvoering
A. Bouw de kringen waarin de lampjes in serie
staat.
B. Meet de stroomsterkte.
Waarneming :
Tabel :
Vaststelling :
In een serieschakeling is de stroomsterkte.
Stroomsterkte meten bij een parallelschakeling:
Benodigdheden :
 ………………………………..
Uitvoering :
A. bouw de kringen waarin de lampjes in parallel
staan.
B. Meet de stroomsterkte.
Waarneming :
Tabel :
Vaststelling:
In een parallelschakeling is de stroomsterkte in de
hoofdketen :
Even groot / niet even groot als de stroomsterkte
in elke vertakking;
Even groot als de som/ product/ het verschil van
Stroomsterkte bij lampen in serie en parallel.
Stroomsterkte bij lampen in serie en parallel.
Stroomsterkte meten bij een serieschakeling.
Stroomsterkte meten bij serieschakeling.
Stappen :
- Batterij
- Uitleg van de lkr + voordoen (eerst serie /
- Twee lampjes van 6 volt
parallel schakeling bouwen, daarna de
- Twee lamphouders
ampère meter er tussen steken).
- Een ampèremeter
- Lln voeren de opdracht uit.
- Snoeren
- Controle door leerkracht d.m.v. evaluatie
- PowerPoint
fiche
- Boek pagina 48
- Evaluatiefiche
Kernvragen :
- Heb je de goede notatie gebruikt ?
- Kan het kloppen dat je deze
stroomsterkte uitkomt ?
- In serie schakeling is de stroomsterkte
………
- In een parallelschakeling is de
stroomsterkte in de hoofdketen:
- even groot/ niet even groot als de
stroomsterkte in elke vertakking.
- even groot als de som/product /het verschil
van de stroomsterkte in de vertakkingen.
de stroomsterkte in de vertakkingen.
Wetten van de stroomsterkte
In formulevorm kun je noteren:
Voor een kring waar twee lampjes in serie staan: I
totaal = I1 = I2
Voor een kring waar twee lampjes in parallel
staan: I totaal = I1 + I2
Oefeningen pagina 57 en 58
Oefeningen pagina 57 en 58 :
Stappen :
- Lkr legt de oefeningen uit.
- Leerlingen maken de oefeningen.
- Klassikale verbetering van de oefeningen.
Kernvragen :
- Wat is de uitkomst van … oefening ?
- Waarom is het die uitkomst ?
- Hoe weet je zeker dat dit juist is ?
Oefeningen pagina 57 en 58:
- Handboek pagina 57 en 58
- Transparant
Ontwapen het onweer
 Als je in een alleenstaand huis woont of in
het hoogste gebouw van de omgeving, is
het veiliger om een bliksemafleider te
plaatsen.
 Trek de stekkers van elektrische apparaten
uit het stopcontact.
 Als je buiten bent, ga dan schuilen in een
stevig gebouw of in de auto. Raak geen
metalen delen aan.
 Bij zwemmen of varen: ga zo snel mogelijk
naar de kant.
Ontwapen het onweer
Stappen :
- Lln leest een puntje
- Indien nodig OLG bij een bepaald punt.
- OLG
Ontwapen het onweer
- Boek pagina 49
- PowerPoint
Kernvragen :
- Waarom is het goed om alle elektrische
apparaten uit te trekken ?
- Waarom zit je in een auto veilig?
- Waarom kan je u het best klein maken als
je op een veld loopt als het onweert?




Blijf uit de buurt van hoge bomen,
lantaarnpalen, hekken, torens,
hoogspanningsleidingen. Dit geldt ook
voor metalen voorwerpen zoals
tentstokken, fietsen, hengels, elektrische
omheiningen om velden en weiden.
Als je in het bos bent, zoek dan een laag
groepje bomen in het laagste deel van het
terrein. Nooit onder een alleenstaande
boom gaan staan.
Als je in een open veld wordt overvallen :
ga gehurkt op je tenen zitten, sla de armen
om de ,knieën, het hoofd zo laag mogelijk,
de handen over de oren en voeten over
elkaar. Ga nooit plat op de grond liggen.
Als je bij onweer boven je hoofd losbreekt
terwijl je in open veld aan het fietsen
bent, stap dan onmiddellijk af en loop een
eind van je fiets weg. Handel daarna zoals
aangegeven in het vorige puntje.
Je kunt weten hoe ver het onweer is door het
aantal seconden tussen flits en donder te delen
door 3. De uitkomst is de afstand in kilometer.
Hoe ver is het onweer verwijderd als je 3 seconden
telt ? ………………………………………………………..
Zoek op :
 De snelheid van het geluid : ……………………..
De snelheid van het licht:…………………………
-
Waarom zover mogelijk van je fiets
vandaag gaan zitten ?
Wat is het snelst het licht of het geluid ?
Wat is de snelheid van het licht en wat is
de snelheid van het geluid ?
Hoe ver is het onweer van jou verwijderd
als je 3 seconden telt ?
Wie had het antwoord in het begin juist ?
Bordplan :
Definitie :
Agenda:
Stroomsterkte
Het aantal vrije elektronen dat per seconde op
een bepaalde plaats van de geleider
voorbijkomt , is een maat voor de
stroomsterkte.
Stroomsterkte = I
Eenheid = A
We krijgen kortsluiting wanneer er geen
verbruiker in de elektrische kringloop is.
Veiligheid : plaats een ampèremeter nooit
alleen in de stroomkring.
Bij een ampèremeter eerst de draaiknop
juist zetten - dan in keten plaatsen.
Wetten van de stroomsterkte :
Voor een kring waar twee lampjes in serie
staan: I totaal = I1 = I2
Voor een kring waar twee lampjes in parallel
staan: I totaal = I1 + I2
Download