Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie (CGt) wordt gevormd door een onderling samenhangend geheel van psychologische behandelmethoden voor emotionele stoornissen en problemen. CGt is een geïntegreerde behandeling die de afgelopen tien tot vijftien jaar is voortgekomen vanuit de al langer bestaande gedragstherapie (Gt) en cognitieve therapie (CT). In de gedragstherapie, die rondom 1950/1960 ontstond, ligt de nadruk op het wijzigen van gedragspatronen die emotionele problemen in stand houden. Zo krijgen patiënten met angststoornissen dikwijls gestructureerde oefeningen en taken voorgeschreven, waarin wordt geleerd om geleidelijk aan opnieuw situaties te gaan betreden die tot dan toe uit angst werden vermeden. In andere gevallen bestaat gedragstherapie uit het aanleren van nieuwe vaardigheden waarmee aan moeilijke situaties beter het hoofd kan worden geboden. Zo leren patiënten met eetstoornissen hoe ze anders en beter kunnen omgaan met hun aandrang om (te veel) te gaan eten. In de cognitieve therapie, die zo’n tien tot vijftien jaar later ontstond, ligt de nadruk op het wijzigen van de manier van denken die patiënten hanteren. Met behulp van gestructureerde taken en oefeningen brengen patiënten in kaart welke gedachten ten grondslag liggen aan hun negatieve gevoelens. Vervolgens worden deze gedachten op hun logische houdbaarheid onderzocht en, waar nodig, gewijzigd. Zo wordt met depressieve patiënten soms nagegaan of zij inderdaad mislukt zijn in het leven (zoals zij vaak denken) en of andere personen hen werkelijk niet mogen of minachten. Geleidelijk aan heeft men vastgesteld dat zowel cognitieve therapie als gedragstherapie hun waarde hebben en dat zij heel goed in combinatie met elkaar kunnen worden toegepast. Binnen deze combinatie ligt de nadruk soms meer op een cognitieve en soms meer op een gedragsmatige werkwijze. Heel vaak echter zijn cognitieve en gedragsmatige methoden met elkaar verweven. Voor wie is cognitieve gedragstherapie geschikt? Voor emotionele problemen bestaan, in grote lijnen, twee behandelmethoden, te weten biologische en psychologische behandelingen. Zij kunnen dikwijls in combinatie met elkaar worden toegepast. De biologische behandeling van emotionele problematiek bestaat meestal uit het voorschrijven van medicatie maar kan ook bestaan uit het toedienen van licht (bij bijv. een winterdepressie) of uit het voorschrijven van diëten (bij sommige eetstoornissen). Bij psychologische behandelingen gaat het altijd om speciale gespreksmethoden. Bij enkele van die speciale gespreksmethoden, zoals bij cognitieve gedragstherapie, wordt bovendien gebruik gemaakt van allerlei oefeningen en therapeutische taken die in de spreekkamer en thuis moeten worden toegepast. Veel emotionele stoornissen kunnen zowel met biologische als met psychologische methoden worden behandeld. De belangrijkste voorwaarden die aan psychologische behandeling moeten worden gesteld zijn (1) dat de patiënt bereid is (al is het maar tijdelijk) uit te gaan van een psychologische verklaring voor zijn problematiek; (2) dat de patiënt in staat is om aan de werkwijze van een psychologische behandeling mee te doen (enigszins van een afstand naar zichzelf kunnen kijken; naar de afspraken komen; en waar nodig therapeutische oefeningen en taken uitvoeren); (3) dat er geen biologische behandelmethode duidelijk superieur is aan een psychologische behandeling. In alle gevallen waar psychologische behandeling mogelijk is, kan cognitieve gedragstherapie worden toepast. In algemene zin zijn er geen duidelijke voorbeelden waaruit blijkt dat andere psychologische behandelingen beter zijn dan cognitieve gedragstherapie: of ze werken even goed als cognitieve gedragstherapie, of cognitieve gedragstherapie is effectiever. Er zijn daarom maar weinig goede redenen om doelbewust géén cognitieve gedragstherapie toe te passen maar juist wel een ander soort psychotherapie. Zo’n keuze kan slechts zinnig zijn wanneer de patiënt om een of andere reden geen cognitieve gedragstherapie wil (en wel een andere psychologische behandeling) of wanneer cognitieve gedragstherapie bij die patiënt eerder niet goed gewerkt heeft. Hoe goed werkt cognitieve gedragstherapie? De laatste twintig jaar met name zijn heel veel vergelijkende onderzoeken uitgevoerd, waarbij is nagegaan welke behandelmethode (biologisch en psychologisch) het beste werkt bij allerlei soorten emotionele problematiek. Heel vaak komt cognitieve gedragstherapie daar als effectieve psychologische be- handelmethode uit naar voren. Hieronder volgt een overzicht dat is gebaseerd op onderzoeken die in de wetenschap als goed en betrouwbaar gelden: Angststoornissen Bij alle angststoornissen geldt cognitieve gedragstherapie als de meest effectieve psychologische behandelmethode. Daarnaast geldt voor posttraumatische stress stoornis EMDR (eye movement desensitization and reprocessing) als een even effectieve behandelmethode. Depressie Naast interpersoonlijke psychotherapie (IPT) geldt cognitieve gedragstherapie als de meest effectieve psychologische behandelmethode voor depressie. Eetstoornissen Met name voor één van de belangrijkste eetstoornissen, namelijk boulimia nervosa, geldt cognitieve gedragstherapie als de meest effectieve psychologische behandelmethode. Ongeveer een jaar na afloop van de behandeling zijn de effecten van interpersoonlijke psychotherapie (IPT) echter vergelijkbaar met die van cognitieve gedragstherapie. Psychose Voor de behandeling van psychotische stoornissen zoals schizofrenie is medicatie het belangrijkst. Daarnaast echter is cognitieve gedragstherapie de enige op de patiënt zelf gerichte psychologische behandeling die effectief is gebleken bij deze problematiek. Seksuele problemen Er is niet heel veel wetenschappelijk onderzoek dat uitwijst dat psychologische behandelingen effectief zijn bij seksuele problemen, met name op de wat langere termijn. Voor zover dergelijk onderzoek wel op effectiviteit wijst, betreft dat voornamelijk cognitieve gedragstherapie. Verslaving Vooral bij alcoholverslaving geldt cognitieve gedragstherapie als enige bewezen effectieve psychologische behandelmethode. Impulsproblemen Hoewel de behandelresultaten van zowel biologische als psychologische behandelmethoden zonder meer vatbaar zijn voor verbetering (vooral op de wat langere termijn) blijkt cognitieve gedragstherapie wel de meest effectieve psychologische behandelmethode te zijn voor impulsproblematiek. Persoonlijkheidsproblematiek Er bestaan veel persoonlijkheidsstoornissen en er is nog weinig goed wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de behandeling van deze problematiek. Uit het weinige goede onderzoek dat er wel is, blijken zowel cognitieve gedragstherapie als psychoanalytische psychotherapie effectieve psychologische behandelmethoden te zijn. Dat geldt met name voor de behandeling van de zogenaamde borderline persoonlijkheidsstoornis en de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. Overigens worden de laatste tijd ook goede resultaten geboekt met schematherapie. ‘Psychosomatische problemen’ Nogal wat emotionele problemen hangen op een of andere manier samen met lichamelijke problematiek. Men spreekt officieel van somatoforme stoornissen. Het gaat hier over een zeer breed terrein van aandoeningen variërend van onbegrepen pijnklachten via chronische vermoeidheid tot aan niet door aantoonbare lichamelijke oorzaken veroorzaakte verlammingen en andere functiestoornissen (conversie). Voor zover psychologische behandelmethoden effectief zijn gebleken bij dit brede scala aan problematiek gaat het altijd om vormen van cognitieve gedrags- therapie, al kan met name ook hypnotherapie effect hebben bij conversie. Een slotbedenking Afgaande op de resultaten uit gedegen wetenschappelijk onderzoek is cognitieve gedragstherapie op dit moment zonder meer de meest effectieve psychologische behandelmethode voor een grote diversiteit aan emotionele stoornissen. Dat wil echter niet zeggen dat ieder patiënt door middel van cognitieve gedragstherapie geheel herstelt van zijn problemen en het wil ook niet zeggen dat alle patiënten baat hebben bij cognitieve gedragstherapie. Geregeld herstellen patiënten maar gedeeltelijk en sommige patiënten gaan zelfs helemaal niet vooruit met cognitieve gedragstherapie. Bovendien kunnen ook andere psychologische behandelmethoden effectief zijn voor bepaalde patiënten. Het onderzoek naar het verder verfijnen en uitbreiden van psychologische behandelmethoden voor emotionele stoornissen gaat dan ook verder. Ook binnen de cognitieve gedragstherapie. Meer weten? Voor vragen kunt u terecht bij een van de psychologen van het Waterlandziekenhuis maar u kunt bijvoorbeeld ook kijken op de website van de Vereniging voor gedragstherapie en cognitieve therapie (www.vgct.nl) voor meer informatie. De informatie uit deze folder is ook afkomstig van deze vereniging. Colofon Dit is een publicatie voor patiënten van het Waterlandziekenhuis Informatie www.waterlandziekenhuis.nl e-mailadres: [email protected] 06449 juli 2015