EUROPESE COMMISSIE Technologieën van de informatiemaatschappij Een programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie onder het vijfde kaderprogramma Werkprogramma 1999 www.cordis.lu/ist C/99/586 - 12/03/99 Ref. n° 199901-NL Inhoud 1 INLEIDING 3 2 KENMERKEN VAN HET PROGRAMMA: INTEGRATIE EN GERICHTHEID 4 2.1 De context 4 2.2 De prioriteiten van het werkprogramma 1999 5 2.3 Eén enkele geïntegreerde architectuur 6 2.4 Selectiviteit en gerichtheid 7 2.5 Aansluiting met andere EU-beleidsvormen 8 3 9 DOELSTELLINGEN EN OTO-PRIORITEITEN IN DETAIL 3.1 Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger 10 3.2 Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel 17 3.3 Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten 23 3.4 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren 29 3.5 Programmadoorsnijdende thema's 39 3.6 Technologieën van de toekomst of in opkomst 42 3.7 Onderzoeknetwerken 45 4. IST-ONDERSTEUNINGSMAATREGELEN 47 5 BEOORDELINGSCRITERIA 51 6 COÖRDINATIEREGELINGEN EN AANVERWANTE MAATREGELEN 52 6.1 Internationale samenwerking 52 6.2 Innovatie en bijzondere maatregelen ten behoeve van het MKB 53 6.3 Menselijk onderzoekpotentieel en fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied 54 6.4 Coördinatie met de andere thematische programma’s 55 7. INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE UITVOERING 56 7.1 Oproepen tot het indienen van voorstellen in 1999 57 7.2 Indicatieve actiepunten voor 2000 en later 59 8. WOORDENLIJST/TERMINOLOGIE 60 9 64 INDEX VAN DE ACTIEPUNTEN IST Werkprogramma 99 2 Inleiding 1 INLEIDING Het thema “informatiemaatschappij” in het vijfde kaderprogramma voor OTO van de EU (zoals gedefinieerd in het Commissievoorstel voor de totstandbrenging van een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij, hierna het programma Technologieën van de Informatiemaatschappij (IST-programma, naar Information Society Technologies) genoemd, werd op 22 december 1998 tijdens de zitting van de Raad van ministers van Onderzoek goedgekeurd. Met het oog op de tenuitvoerlegging van het IST-programma werd dit werkprogramma in nauw overleg met de potentiële financieringspartners en deelnemers aan de OTO-acties ontwikkeld. Het is gebaseerd op bijdragen uit vele verschillende hoeken, zoals de Adviesgroep, het Programmacomité, workshops, seminars en een gerichte oproep tot het indienen van voorstellen voor actiepunten in de bedrijfs- en de onderzoekwereld, hetgeen resulteerde in meer dan 500 ideeën en concrete suggesties. In het werkprogramma zijn de structuur en de aandachtspunten terug te vinden die zijn gedefinieerd in bijlage I bij de beschikking betreffende het specifieke programma (namelijk "Algemene structuur, wetenschappelijke en technologische doelstellingen en prioriteiten"). Binnen dit kader worden vervolgens de actiepunten voor de oproepen tot het indienen van voorstellen bepaald, die in het kalenderjaar 1999 worden gepubliceerd, en op zodanige wijze gestructureerd dat ze het geïntegreerde karakter van het programma en zijn kernactiveiten weerspiegelen. Dit werkprogramma voor het eerste jaar spitst zich vooral toe op manieren om de informatiemaatschappij gebruikersvriendelijker te maken: de toegang tot en de relevantie en kwaliteit van overheidsdiensten verbeteren, vooral voor gehandicapten en bejaarden; de burger als werknemer, ondernemer en klant meer mogelijkheden bieden; creativiteit en toegang tot leermiddelen stimuleren; de ontwikkeling van een meertalige en multiculturele informatiemaatschappij bevorderen; de universeel beschikbare toegang tot en de gebruiksvriendelijkheid van interfaces van de volgende generatie verzekeren; en ontwerp voor allen aanmoedigen. Al die punten komen op een gerichte, coherente en complementaire wijze aan bod in elke kernactiviteit. Ten tweede wordt de nadruk gelegd op integratie en convergentie van informatieverwerking, communicatie en media. Dit komt in kernactiviteit I tot uiting in de ondersteuning van nieuwe modellen voor openbare dienstverlening; in kernactiviteit II in de beoordeling van nieuwe arbeidsmethoden en handelsystemen ; in kernactiviteit III in de koppeling tussen interactief uitgeven en cultureel erfgoed; en in kernactiviteit IV in ontwikkelingen op het gebied van convergerende infrastructuurtechnologieën. Ten derde zal het accent worden gelegd op de mondialisering van de samenwerking op het gebied van OTO. Met de nieuwe regels voor deelneming van derde landen wordt het mogelijk om voort te bouwen op de ruimere internationale samenwerking die reeds tijdens het vierde kaderprogramma werd gerealiseerd, teneinde het IST-programma te laten fungeren als kader en brandpunt van een mondiale samenwerking die vanuit Europa wordt geleid. De in hoofdstuk 4 beschreven activiteiten moeten dit ondersteunen. De inhoud van dit werkprogramma zal in overleg met de IST-adviesgroep jaarlijks worden herzien. IST Werkprogramma 99 3 Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid 2 2.1 KENMERKEN VAN HET PROGRAMMA: INTEGRATIE EN GERICHTHEID DE CONTEXT De snelheid waarmee de voor de informatiemaatschappij vitale technologieën zich ontwikkelen, wordt vergroot door de convergentie van de informatie- en communicatietechnologieën en -markten. Verandering wordt in de hand gewerkt en aangemoedigd door het snel toenemende belang van informatie/inhoud, waardoor de culturele en technologische barrières die het omroepstelsel, de uitgeverswereld, de telecommunicatiesector en de IT-branche van elkaar gescheiden hielden, geleidelijk verdwijnen. De informatiemaatschappij bouwt op de convergentie van informatie-, communicatie- en netwerktechnologieën en profiteert van infrastructuren zoals Internet en het Web. Doel van het IST-programma is te helpen bij de totstandbrenging van een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij door een wereldwijde kennis-, media- en computerruimte te creëren die universeel en naadloos voor ALLEN toegankelijk is via, betrouwbare en producten en diensten, die iedereen zich kan permitteren en die transparant zijn voor gebruikers . Dankzij nieuwe opkomende technologieën kunnen systemen op een gebruiksvriendelijk en transparante wijze interactief zijn in gelijk welke combinatie van hun componenten, gaande van verschillende afleveringsmechanismen en toepassingsservers tot verscheidene modellen voor softwareontwikkeling en heterogene netwerkarchitecturen. De komende tien jaar zal universeel beschikbare toegang tot diensten van algemeen belang binnen het bereik komen van burgers die gebruik maken van zeer krachtige digitale apparaten. De onafgebroken technologische vooruitgang heeft als gevolg dat de burgers steeds meer verwachten op het gebied van uitbreidbare, mobiele en op multimedia gebaseerde diensten die vlug, nauwkeurig en flexibel op hun behoeften reageren en terzelfder tijd veiligheid en privacy garanderen. Het zenuwstelsel van de toekomstige informatiemaatschappij zal worden gevormd door een geavanceerd netwerk met een enorme capaciteit bestaande uit talrijke, elkaar overlappende en onderling verbonden webs en servers, die samen de belofte van symmetrische breedbandcommunicatie met vrijwel elk knooppunt zullen waarmaken. In de informatiemaatschappij worden individuen (als werknemer en als consument) en organisaties geconfronteerd met nieuwe kansen en uitdagingen op het werk en in de marktomgeving. In het nieuwe wereldomvattende netwerk van economiën zullen succesvolle organisaties voortdurend de grenzen van hun activiteiten en samenwerking verleggen, bestaande activiteiten opnieuw uitvinden, en op een concurrerende manier nieuwe ondernemingsmodellen en markten exploiteren. Nieuwe digitale interactieve informatieproducten en -diensten zullen het licht zien. Hun succes zal afhangen van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van hun inhoud, hun gebruikersvriendelijkheid en de bekwaamheid van de mensen om er toegang toe te krijgen en ze te gebruiken. De uitdaging zal erin bestaan nuttig gebruik te maken van Europa's creatieve en technologische hulpbronnen, zijn rijke erfgoed en grote verscheidenheid, en zijn hoogopgeleid menselijk kapitaal, om die inhoud te produceren, te organiseren, te verpakken en af te leveren. Daartoe is het noodzakelijk de taalkundige en culturele verscheidenheid te ondersteunen, de creativiteit te stimuleren, en de onderwijs- en opleidingssystemen te verbeteren. Op technologisch niveau heerst de trend om generieke dienstenplatforms te creëren die onafhankelijk werken van de onderliggende heterogene infrastructuur. Nauw daarmee verbonden is de zich snel uitbreidende reikwijdte van begrippen zoals distributie en gemeenschappelijk gebruik (sharing), die de engineering-modellen radicaal veranderen. IST Werkprogramma 99 4 Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid 2.2 DE PRIORITEITEN VAN HET WERKPROGRAMMA 1999 Het IST-programma weerspiegelt en ondersteunt nieuwe beleidsthema’s, met name het aanmoedigen van de convergentie van informatieverwerking, communicatie en media, en de noodzaak van transparantie voor gebruikers en coherentie op wereldniveau. Het specifiek programma voorziet daarom in de “nauwe aansluiting tussen onderzoek en beleid dat nodig is voor een coherente en open informatiemaatschappij". Het werkprogramma 1999 zal aan die visie bijdragen door de toonaangevende positie op het gebied van voor de informatiemaatschappij cruciale geavanceerde technologieën te bevorderen. Het zal de introductie ervan versnellen en de toepassingsmogelijkheden ervan verruimen, ook op gebieden die buiten het IST-domein vallen, en zal zodoende de concurrentiepositie van de Europese industrie verzekeren en verstevigen. Door de additionele financiële steun stelt het programma bedrijven in staat om de ontwikkeling van nieuwe technologieën van de informatiemaatschappij te stimuleren en derhalve sneller vooruitgang te boeken en resultaten te bereiken. Voor de uitvoering van het programma werd voor een geïntegreerde aanpak gekozen en worden de volgende prioriteiten nagestreefd: de technologische convergentiebasis uitbreiden: bv. vernieuwende communicatie en open dienstenplatforms; de knelpunten verwijderen en overwinnen die de ontwikkeling van universele en uitbreidbare toegangsnetwerken en het onderlinge functioneren van heterogene systemen in de weg staan: bv. technologieën voor persoonlijke en mobiele communicatie, en normen voor gegevens, softwaredienstverlening en systeembouwstenen; essentiële gebruikersvriendelijke toepassingen ontwikkelen die het vermogen van de informatiemaatschappij helpen realiseren: bv. ontwikkeling van geïntegreerd beheer en gepersonaliseerde toegang tot inhoud, kennis en informatie; nieuwe organisatiepatronen ondersteunen om bedrijven, organisaties en individuen in staat te stellen profijt te trekken van hun nieuwe omgeving: bv. de efficiëntie en gebruikersvriendelijkheid van overheidsdiensten verbeteren, vertrouwen scheppen, nieuwe werkomgevingen creëren, nieuwe relaties tussen leverancier en consument tot stand brengen. Deze prioriteiten worden aangevuld met beleidsgerichte doelstellingen. Het betreft in hoofdzaak: steun voor transparantie voor gebruikers en normen: cruciale strategische gebieden aanwijzen door een proces van industrieel overleg en de met vorige specifieke programma's reeds bereikte resultaten (onder andere met MPEG, GSM) versterken; Europese beleidsmaatregelen ondersteunen: beleidsdoelstellingen met technologische ontwikkelingen ondersteunen, bijvoorbeeld op gebieden zoals: gegevensbeveiliging, gegevensbescherming en privacy, mobiele spraak- en datadiensten van de volgende generatie, controle op illegale en schadelijke inhoud. Bovendien kan sociaal-economisch onderzoek deze doelstelling uit het oogpunt van ontwerp en realisatie ondersteunen; anticiperen op de marktbehoeften en speciale aandacht besteden aan opkomende technologieën: wanneer overheidssteun er in aanzienlijke mate toe kan bijdragen om gefragmenteerde onderzoeksinspanningen te bundelen en een kritische massa op te bouwen in afwachting van het tot volle wasdom komen Van de markt. IST Werkprogramma 99 5 Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid Het IST-programma biedt de kans om dergelijke kwesties te bestuderen en aan te pakken door middel van OTO-acties en met de steun die via ISTondersteuningsmaatregelen wordt geboden. 2.3 EÉN ENKELE GEÏNTEGREERDE ARCHITECTUUR In het licht van de bovenbeschreven context en prioriteiten is het IST-programma opgebouwd uit vier onderling samenhangende kernactiviteiten, die elk hun specifieke doelstellingen hebben en waarbij “de kernpunten bruikbaarheid, transparantie voor gebruikers, betrouwbaarheid en het zich kunnen permitteren als een rode draad door het programma zullen lopen”. Het programma bestaat meer bepaald uit een stel complementaire activiteiten die zijn verkregen door de technologieën, systemen, toepassingen en diensten, en de onderzoek-, ontwikkelings- en introductieactiviteit(akties ter verbreding van het gebruik van technologieë)n met de grootste verwantschap of onderlinge verwevenheid samen te brengen. Hierbij zal “in elke kernactiviteit het volledige assortiment OTO-werkzaamheden, gaande van fundamenteel onderzoek tot demonstratie introductieactiviteiten, in de gewenste mate vertegenwoordigd zijn”. Demonstratie Technologie KERNACTIVITEIT 1 Systemen en diensten voor de burger KERNACTIVITEIT 3 Multimedia-inhoud en en -instrumenten KERNACTIVITEIT 2 Nieuwe werkmethoden en elektronische handel KERNACTIVITEIT 4 Essentiële technologieën en infrastructuren Geïntegreerde kernactiviteiten De kernactiviteiten in het werkprogramma zijn in actiepunten onderverdeeld. Elk actiepunt heeft duidelijke, gemakkelijk te controleren doelstellingen aan de hand waarvan voorstellen voor EU-steun aan OTO kunnen worden geëvalueerd. Uit het oogpunt van de ontwikkeling en toepassing van basistechnologieën vormen deze actiepunten een samenhangend geheel. Een van de belangrijkste kenmerken van het IST-programma is echter de integratie op programmaniveau: Ten eerste zullen programmadoorsnijdende activiteiten (CPA's, Cross-Programme Actions) zich concentreren op een beperkt aantal specifieke thema’s die relevant zijn voor het gehele IST-programma. De bedoeling is ervoor te zorgen dat het ISTprogramma de OTO-activiteiten betreffende bepaalde specifieke uitdagingen waarmee we in de informatiemaatschappij worden geconfronteerd, op een doelmatige manier ondersteunt, en dat de deelnemers aan het programma de verschillende facetten van die thema’s kunnen behandelen in de andere context waarin het programma voorziet. In de tweede plaats zullen projecten tot “clusters" worden gebundeld om de resultaten en de lopende werkzaamheden van projecten te oriënteren, te coördineren en te IST Werkprogramma 99 6 Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid integreren. Er worden aan de projecten geen clusteractiviteiten opgelegd. Het is de bedoeling de complementariteit van de projecten en de van hun werkzaamheden afgeleide synergie te versterken en een kritische massa van hulpbronnen te creëren die op punten van strategisch belang gericht zijn. De projecten zullen ofwel zelf clusteractiviteiten op gang brengen of zullen constateren dat het "in hun eigen belang" is bepaalde door anderen genomen initiatieven te steunen. 2.4 Ten derde wordt er rekening mee gehouden dat, hoewel afzonderlijke voorstellen normaal gesproken binnen het werkterrein van één actiepunt vallen, de voorstellen diverse actiepunten kunnen bestrijken. Dergelijke voorstellen zijn cruciaal voor convergentie en integratie. In dit geval moeten de voorstellen niettemin een actiepunt opgeven waarin het grootste gedeelte van hun activiteiten en/of hun meest significante innovatie plaatsvinden. Dit actiepunt wordt dan hun “zwaartepunt”. Dergelijke voorstellen komen in aanmerking voor steun wanneer het actiepunt waarin hun zwaartepunt ligt, in een bepaalde oproep tot het indienen van voorstellen aan de orde is. SELECTIVITEIT EN GERICHTHEID De kernactiviteiten en de daaraan gekoppelde OTO-prioriteiten zijn reeds sterk gericht op punten van strategisch belang voor de Europese Unie. In dit werkprogramma is geopteerd voor een verdere selectie van en concentratie op specifieke actiepunten waarvoor samenwerking op EU-niveau een duidelijke toegevoegde waarde biedt en waarvan de uitvoering in overeenstemming is met de financiële middelen die in 1999 voor oproepen tot het indienen van voorstellen beschikbaar zijn. De voor 1999 voorgestelde actiepunten liggen in de lijn van zowel de prioriteiten van het specifieke programma als de voornaamste ideeën die uit de raadplegingen en analyses van de laatste tijd naar voren zijn gekomen. In de actiepunten is een evenwicht gevonden tussen continuïteit en innovatie, en tussen het verlenen van steun voor de voortzetting van de meest relevante onderzoekslijnen van het vierde kaderprogramma en het inslaan van nieuwe richtingen. Door het geïntegreerde karakter van het IST-programma zal echter een zeer brede waaier van onderzoekers en technologen worden bijeengebracht en zal de kans worden geboden om nieuwe vormen van samenwerking te ontwikkelen. Daarom mag de structuur van het werkprogramma niet als een geheel met strikt afgebakende onderdelen worden gezien, maar veeleer als een kans om gebruik te maken van gerichte expertise wanneer multidisciplinaire werkzaamheden worden voorgesteld die meer dan één toepassingsgebied bestrijken of op vernieuwende wijze een stel heterogene technologieën en technieken integreren. In de loop van het programma zullen programmadoorsnijdende thema’s worden ontwikkeld om activiteiten te steunen die onvermijdelijk in de gehele programmastructuur terug te vinden zijn (bijv. betrouwbaarheid, ontwerp voor allen, sociaal-economische evaluaties, enz.). Selectiviteit en gerichtheid worden bepaald in de context van een beleid inzake programmabeheer dat een werkprogramma vastlegt als een "momentopname" van OTOen introductieprioriteiten. Deze momentopname zal regelmatig worden bijgewerkt in overeenstemming met de "ontwikkelingsdynamiek" van de informatiemaatschappij. Het werkprogramma zal in overleg met adviseurs uit de dienstensector, de industrie en de academische wereld, de IST-adviesgroep en het IST-comité jaarlijks worden herzien. Er zullen geregeld oproepen tot het indienen van voorstellen worden gepubliceerd en deze zullen betrekking hebben op een selectie van thema's van het werkprogramma. IST Werkprogramma 99 7 Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid 2.5 AANSLUITING MET ANDERE EU-BELEIDSVORMEN Het IST-programma weerspiegelt en ondersteunt nieuwe beleidskwesties, met name het aanmoedigen van de convergentie van informatietechnologie, telecommunicatie en media, en de behoefte aan wereldwijde transparantie voor gebruikers en coherentie1, 2. Het specifiek programma voorziet daarom in de “nauwe aansluiting tussen onderzoek en beleid dat nodig is voor een coherente en veelomvattende informatiemaatschappij. Alle kernactiviteiten zullen de ontwikkeling van nieuwe technologieën en diensten koppelen aan beleidsdoelstellingen inzake het aanpassingsvermogen, de inzetbaarheid en het ondernemerschap van de Europeanen. Bovendien zullen de kernactiviteiten EUbeleidsontwikkelingen ondersteunen op het gebied van duurzame ontwikkeling en consumentenbescherming in de informatiemaatschappij. In strategisch opzicht zal het accent worden gelegd op het bijeenbrengen van technologische ontwikkelingen en EUbeleidsgebieden, zoals milieuvriendelijk vervoer en toerisme, beleid ten aanzien van ondernemingen , in het bijzonder van kmo’s, coherentie en concurrentie in de interne markt, werkgelegeheid, openbare gezondheidszorg, overheidsopdrachten, convergentie van audiovisuele sector en media, onderwijs en opleiding, bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens3, convergentie- en telecommunicatieregelgeving, en de uitbreiding van de EU. In dit verband kunnen IST-studies en -projecten bijzondere bijdragen leveren tot de beleidsbepaling, zowel op communautair niveau als in de lidstaten en de geassocieerde staten. Deze bijdragen zullen via het ISTC ter beschikking van de lidstaten4 worden gesteld en ook aan andere belangstellenden worden aangeboden. 1 De problemen betreffende het convergentiebeleid werden behandeld in het "Groenboek over de convergentie van de sectoren telecommunicatie, media en informatietechnologie en de implicaties daarvan voor de regelgeving”, door de Commissie ingediend in december 1997 (COM(97) 623). Zie ook op http://www.ispo.cec.be/convergencegp/greenp.html. 2 De problemen betreffende de mondiale coherentie worden behandeld in de Mededeling van de Commissie over "Mondialisering en de informatiemaatschappij - De behoefte aan een versterking van de internationale coördinatie", door de Commissie goedgekeurd op 4 februari 1998, alsmede in de Mededeling over "Het concurrentievermogen van de Europese ondernemingen in de context van de mondialisering" (COM(1998) 718, 20.1.1999). 3 Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31, en Richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector, PB L 24 van 30.1.1998, blz. 1. 4 In overeenstemming met artikel 19.3 van het Raadsbesluit 1999/65/EC van 27 december 1998 betreffende de regels voor deelname en verspreiding volgensartikel 130 J van het Verdrag. IST Werkprogramma 99 8 Doelstellingen en Oto-Prioriteiten in Detail 3 DOELSTELLINGEN EN OTO-PRIORITEITEN IN DETAIL In de volgende delen van hoofdstuk 3 wordt de inhoud van het IST-werkprogramma voor 1999 beschreven voor: de vier kernactiviteiten (KA I-IV); programmadoorsnijdende thema’s; toekomstige en opkomende technologieën (FET); onderzoeksnetwerken (RN). Elk deel begint met het citeren van de doelstellingen uit het specifieke programma inzake IST, waarna een beschrijving van de werkzaamheden wordt gegeven in de vorm van actiepunten die onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO) integreren met ISTondersteuningsmaatregelen zoals introductieactiviteiten, (proeven, optimale praktijken, eerste gebruik, beoordeling, enz.) en begeleidende maatregelen (projectclusters, verspreiding, enz.), die in hoofdstuk 4 van dit werkprogramma en de Gids voor indieners worden beschreven. De Commissie zal oproepen tot het indienen van voorstellen publiceren waarin direct zal worden verwezen naar de actiepunten van het werkprogramma of naar specifieke thema's/maatregelen die in de beschrijving van de actiepunten worden vermeld. Elke oproep zal slechts op enkele van het complete stel actiepunten in dit werkprogramma betrekking hebben. De indieners dienen zorgvuldig na te gaan of het werk dat ze willen ondernemen deel uitmaakt van de thematiek van een oproep tot het indienen van voorstellen, en aandachtig de Gids voor indieners te lezen alvorens voorstellen op te stellen en in te dienen. IST Werkprogramma 99 9 Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger 3.1 KERNACTIVITEIT I - SYSTEMEN EN DIENSTEN VOOR DE BURGER 3.1.1 Doelstellingen "Deze werkzaamheden helpen bij de totstandkoming van de volgende generatie gebruikersvriendelijke, betrouwbare, kostenefficiënte en voor gebruikers transparante diensten van algemeen belang, die voorzien in de behoefte van gebruikers aan een flexibele toegang voor iedereen, waar en wanneer dan ook. De werkzaamheden, inclusief het onderwijs en de opleiding die daarmee gepaard gaan, omvatten zowel OTO dat de gehele kernactiviteit bestrijkt als specifiek OTO op de volgende gebieden: gezondheidszorg, bijzondere behoeften, onder andere van ouderen en gehandicapten, overheidsdiensten, milieu en vervoer. Aan sommige van de vraagstukken die als een rode draad door het programma lopen moet nadere aandacht worden geschonken om voldoende rekening te houden met de behoeften en verwachtingen van de karakteristieke gebruikers binnen deze kernactiviteit, met name bruikbaarheid en acceptatie van nieuwe diensten, met inbegrip van beveiliging en privacy van informatie5 en de sociaaleconomische en ethische aspecten6." 3.1.2 Strategie en opbouw De uitvoeringsstrategie is gebaseerd op onderzoek en ontwikkeling op middellange en lange termijn en, waar nodig, demonstratie- en introductieactiviteiten, met het oog op de ontwikkeling en de kwalificatie van toekomstige diensten van algemeen belang. Deze diensten kunnen uiteindelijk worden verleend door zowel openbare als particuliere organisaties, zoals ondernemingen, dienstverleners, diensten- en netwerkexploitanten, overheidsdiensten en/of partnerschappen tussen de particuliere en de openbare sector. Bij de onderzoeksactiviteiten zal gebruik worden gemaakt van de naadloze connectiviteit en transparantie voor gebruikers van de informatie-infrastructuren. De nadruk ligt op het creëren van gebruiksvriendelijke, betrouwbare en kosteneffectieve diensten van algemeen belang die aan herkenbare behoeften van de gebruikers voldoen. Het gaat vooral om de ontwikkeling van diensten van algemeen belang en om die aspecten ervan die op zeer doelmatige wijze op Europees niveau kunnen worden uitgevoerd: diensten die in de gehele EU toegankelijk moeten zijn; transparantie voor gebruikers van diensten en de ontwikkeling van normen; en aspecten van de ontwikkeling van technologieën en diensten die nauw verband houden met de ontwikkeling van Europese beleidsvormen, zoals mlieuvriendelijk vervoer en toerisme. Er zal prioriteit worden gegeven aan de ontwikkeling van systemen met behulp van geavanceerde technologieën, teneinde verniewende middelen te vinden om bruikbare diensten van hoge kwaliteit aan te bieden, die iedereen zich kan permitteren en voor iedereen toegankelijk zijn. Deze activiteiten moeten op wereldniveau het concurrentievermogen vergroten van de industrieën die aan de basis van deze diensten liggen, en moeten tevens de verwante EU-beleidslijnen ondersteunen. 3.1.3 OTO-prioriteiten in 1999 In totaal twaalf actiepunten werden als prioriteiten voor de oproepen tot het indienen van voorstellen in 1999 aangemerkt. 5 Met inbegrip van eisen inzake informatiebeveiliging en gegevensbescherming zoals gegevensminimalisering en het anonieme gebruik van diensten. 6 Met inbegrip van zaken betreffende geslacht en sociale uitsluiting. IST Werkprogramma 99 10 Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger Actiepunten voor 1999 Overzicht I.1 OTO voor kernactiviteit I in haar geheel I.2 Gezondheid I.3 Mensen met speciale behoeften, met inbegrip van gehandicapten en ouderen I.4 Overheidsdiensten I.5 Milieu I.6 Vervoer en toerisme Nieuwe modellen voor dienstverlening aan burgers Persoonlijke gezondheidssystemen Klinische, biologische, managementen beeldvormingssystemen voor professionals in de gezondheidszorg Telegeneeskundige diensten van de nieuwe generatie Er wordt gezorgd voor coördinatie met KA II op het gebied van beveiliging en met het thematische programma "Kwaliteit van het bestaan en beheer van levende hulpbronnen", met name met generiek onderzoek inzake "neurowetenschappen". Systemen en diensten om zelfstandig te leven Deze werkzaamheden zullen worden ondernomen in nauwe samenhang met het programmadoorsnijdende actiepunt CPA.3.“Ontwerp voor allen voor een alles omvattende informatie maatschappy" en zullen een aanvulling zijn op onderzoek in het kader van de KA "Vergrijzing van de bevolking" van het thematische programma "Kwaliteit van het bestaan en beheer van de levende hulpbronnen". Systemen om overheidsdiensten efficiënter en gebruikers-vriendelijker te maken Online-ondersteuning van democratische processen Een groot deel van de werkzaamheden op dit gebied zal worden ondernomen in de context van het actiepunt “Nieuwe modellen voor dienstverlening aan burgers” (zie I.1 hierboven). Intelligente systemen voor milieucontrole en -beheer Systemen voor het beheersen van milieurisico's en -rampen Dit laatste punt zal worden gecombineerd met de generieke onderzoekactiviteit inzake ‘Risico’s’ en ‘Aardobservatie’, en met de KA's inzake “Waterbeheer en waterkwaliteit”, "Veranderingen op wereldschaal" en "De stad van morgen" van het thematische programma "Energie, milieu en duurzame ontwikkeling" Intelligente vervoersinfrastructuur en mobiliteitsbeheersing Systemen voor intelligente voertuigen Systemen en diensten voor het toerisme De eerste twee actiepunten omvatten alle vervoerswijzen. Er wordt gezorgd voor coördinatie met het thematische programma "Een concurrerende en duurzame groei". IST Werkprogramma 99 11 Toekomstige prioriteiten voor na 1999 Duurzame dienstverlening voor residentiële en mobiele omgevingen Veilige virtuele netwerken en diensten voor continuïteit van de zorgsector Ontwikkeling van diensten voor burgers, professionals en managers in de gezondheidszorg Systemen en diensten voor sociale integratie Door middel van ondersteunende technologieën vervaardigde producten en interfaces ter compensatie van functionele stoornissen Eén gecentraliseerde toegang tot interactieve openbare diensten Openbare evenementen: risicoanalyse en -beoordeling, crisismanagement en beheersing van mensenmassa's Het bijleggen van geschillen vergemakkelijken, in en buiten de rechtbanken Beheersing van milieurisico's en milieurampen, met speciale aandacht voor landmijnen Milieumodellering, -simulaties en prognoses Hoger niveau van integratie op basis van nieuwe componenten en diensten Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger Beschrijving van de actiepunten I.1 OTO voor kernactiviteit I in haar geheel I.1.1 Nieuwe modellen voor dienstverlening aan burgers Doel: Het ontwikkelen en analyseren van scenario’s (inclusief de regelgevings- en info-ethische aspecten) en nieuwe modellen voor de verlening van diensten van algemeen belang, met passende combinaties van on-line dienstverlening, telepresentie en direct menselijk contact, en het kwantificeren van de voordelen uit het oogpunt van ruimere toegankelijkheid (zowel geografisch als voor sociale groeperingen), transparantie, lagere kosten, betere kwaliteit of de beschikbaarheid van een ruimer assortiment diensten. De werkzaamheden zullen sociaal-economisch onderzoek omvatten teneinde de belangrijkste veranderingen op sociaal, economisch en organisatorisch gebied en in gedragspatronen te evalueren die door de integratie van IST op de gebieden van algemeen belang worden teweeggebracht. Zij dienen tevens de 10-jarenvisie op nieuwe wijzen van dienstverlening op deze gebieden te bepalen, en nieuwe meettechnieken en evaluatiecriteria voor het volgen van de vooruitgang aan te bieden. Ze zullen ook projecten omvatten om de nieuwe scenario’s en modellen in een reële context te testen en te kwalificeren. Waar dit gewenst is, moeten de werkzaamheden de uitbreiding van de Europese Unie en de aanpassing ervan aan de Economische en Monetaire Unie ondersteunen. In de introductieactiviteiten moet ruimte zijn voor industriële samenwerking teneinde te voorzien in gemeenschappelijke kwalificatieplatforms voor geavanceerde diensten. Deze werkzaamheden moeten grotendeels via IST-ondersteuningsmaatregelen (hoofdstuk 4) worden uitgevoerd. I.2 Gezondheid I.2.1 Persoonlijke gezondheidssystemen Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van apparaten en diensten, die eenieder zich kan permitteren, voor de ondersteuning van de persoonlijke gezondheidstoestand teneinde de burgers in staat te stellen een actievere rol te spelen bij preventie, zorg en rehabilitatie. De OTO-werkzaamheden zullen gericht zijn op persoonlijke gezondheidssystemen die in verbinding staan met de rest van de gezondheidsinformatie-infrastructuur. Deze werkzaamheden staan in verband met andere werkzaamheden in het werkprogramma en zullen bijvoorbeeld worden geïntegreerd met de ontwikkeling van geavanceerde biosensoren, transducers en microsystemen, die via communicatievoorzieningen voor veilige informatieuitwisseling verbonden zijn met professionele netwerken en interfaces met elektronische gezondheidsgegevens. Verwacht wordt dat de resultaten zullen helpen bij de ontwikkeling van de persoonlijke gezondheidszorg, het EG-beleid inzake gezondheidsbevordering zullen ondersteunen, en zullen bijdragen tot de groei van de industrieën die op het gebied van de persoonlijke gezondheidszorg actief zijn. I.2.2 Klinische, biologische, beheers- en beeldvormingssystemen voor professionals in de gezondheidszorg Doel: Verniewendeve medische systemen voor screening, diagnose, behandeling en therapie ontwikkelen en de voordelen ervan demonstreren op basis van meetbare indicatoren. Deze systemen zullen het gebruik van apparaten van de nieuwe generatie impliceren, met name die welke gebaseerd zijn op micro- en nanotechnologieën, geavanceerde medische beeldvorming met geïntegreerde kennissystemen voor diagnostische ondersteuning, op virtuele en verhoogde realiteit gebaseerde hulpmiddelen voor medische behandeling en onderwijs, en mobiele en vaste veilige systemen voor toegang tot persoonlijke gezondheidsgegevens. De IST Werkprogramma 99 12 Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger werkzaamheden moeten ook voor een deel gericht zijn op de integratie van gezondheidsinformatiesystemen en -databanken voor tijdige toegang tot gezondheidsgegevens op nationaal en regionaal niveau, en op verniewendeve interfaces voor een betere acceptatie door de gebruikers. De OTO-werkzaamheden moeten worden aangevuld met activiteiten ter bevordering van grootschalige implementatieproeven en van het gebruik van gestandaardiseerde elektronische gezondheidsdossiers. I.2.3 Telegeneeskundige diensten van de nieuwe generatie Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van een reeks telegeneeskundige diensten van de nieuwe generatie voor teleconsult en het aanbieden van televerzorging op de plaats waar die nodig is. De werkzaamheden moeten gericht zijn op de ontwikkeling en de integratie van nieuwe technologieën voor telegeneeskundige toepassingen, met inbegrip van specifieke aspecten van: telerobotica, medische digitale ondersteuning en geavanceerde interfaces (inclusief biosensoren, transducers en microsystemen), geïntegreerd met betrouwbare mobiele en draadloze informatie- en communicatiediensten, inclusief diensten via satelliet. De nadruk moet liggen op de gebruiksvriendelijkheid en de transparantie voor gebruikers met de gezondheidsinformatie-infrastructuur en de ontwikkeling van nieuwe gestandaardiseerde protocollen. Verwacht wordt dat het OTO hulpmiddelen voor gedistribueerde diensten in de gezondheidszorg zal opleveren en over de grenzen heen en voor mensen in afgelegen en geïsoleerde gebieden 24 uur per dag de toegang tot medische zorg zal ondersteunen. De werkzaamheden zullen bijdragen tot de ontwikkeling van toekomstige regelgevingskaders en gedragscodes voor geavanceerde telegeneeskundige diensten. I.3 Mensen met speciale behoeften, met inbegrip van gehandicapten en ouderen I.3.1 Systemen en diensten om zelfstandig te leven Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van hulpmiddelen, systemen en diensten om mensen met speciale behoeften in staat te stellen zelfstandig te leven. De werkzaamheden zullen betrekking hebben op persoonlijke zorg, mobiliteit en communicatie, en zullen een betere toegang tot een ruimer assortiment diensten mogelijk maken, alsmede een sterkere deelneming aan sociale en gemeenschapsactiviteiten voor mensen met een beperkte mobiliteit of functionele stoornissen, inclusief het vergroten van de werk- en leermogelijkheden. De steun voor zelfstandig leven zal betrekking hebben op persoonlijke apparaten voor teleondersteuning, het ontwerp van systemen voor de woonomgeving, en geavanceerde oplossingen voor professionele en informele thuisverzorgers. Binnen dit actiepunt moeten 'ontwerp voor allen'-hulpmiddelen en -methoden verder worden ontwikkeld en toegepast met het oog op een universele toegang, die iedereen zich kan permitteren tot de voornaamste producten en diensten. Er wordt gestreefd naar bijzondere verbeteringen op het gebied van gebruikersmodellering zodat systemen en gebruikersinterfaces gemakkelijker kunnen worden samengesteld ten behoeve van en door het individu, en voor de uit te voeren taken en de omgeving. I.4 Overheidsdiensten I.4.1 Systemen om overheidsdiensten vriendelijker te maken efficiënter en gebruikers- Doel: Het ontwikkelen van geavanceerde geïntegreerde multimedia systemen en diensten voor overheidsdiensten en andere openbare organisaties, teneinde de toegang van ondernemingen en burgers tot informatie en regelgeving te verbeteren en de contacten, uitwisselingen en feedback te vergemakkelijken tussen IST Werkprogramma 99 13 Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger overheidsdiensten onderling en tussen overheidsdiensten en derden, d.w.z. burgers, instellingen en ondernemingen. Aantonen van de voordelen van nieuwe diensten uit het oogpunt van de grotere interne doelmatigheid in vergelijking met de bestaande systemen, bijdragen tot de verdere integratie van de EU, en stroomlijnen van de samenwerking tussen verschillende niveaus (lokaal, regionaal, nationaal en EU) en soorten overheidsdiensten, inclusief partnerschappen tussen openbare en particuliere sector, en tussen overheidsdiensten en burgers, instellingen en ondernemingen. Vertrouwelijkheid, betrouwbaarheid, veiligheid en toegankelijkheid van gemeenschappelijke gegevens, verifieerbaarheid, mogelijkheid tot real-time vertaling, robuustheid en gebruikersvriendelijkheid zijn essentiële kenmerken van deze systemen en diensten. De werkzaamheden moeten de beleidsvormen en de integratie van de EU alsmede de uitbreiding van de EU ondersteunen. I.4.2 Online-ondersteuning van democratische processen Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van verniewendeve raadplegings-, toegangs- en kiessystemen om een grotere en gelijkewaardige deelneming aan democratische processen te ondersteunen, kosten te verminderen en de transparantie op een gebruikersvriendelijke manier te vergroten. De systemen moeten het contact met de gekozen vertegenwoordigers en het begrip van de procedures van democratische instellingen op eenvoudige en goedkope wijze vergemakkelijken. Voorts moeten zij toepasbaar zijn op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau; adequate beveiligingsmiddelen bevatten wat betreft de privacy, de echtheid en de behandeling van de uitgebrachte stemmen; gemakkelijk te gebruiken zijn, en toegankelijk voor alle kiezers en kandidaten, welke zij zich tevens kunnen permitteren. De werkzaamheden moeten relevant zijn voor de EUbeleidsvormen met betrekking tot de uitbreiding. I.5 Milieu I.5.1 Intelligente systemen voor milieucontrole en -beheer Doel: Het ontwikkelen en demonstreren op lokaal, stedelijk, regionaal en grensoverschrijdend niveau van systemen en hulpmiddelen voor coherente internationale milieucontrole en -beheer. De werkzaamheden impliceren de integratie van netwerken van diverse informatiebronnen zoals, naar gelang behoeften, voelers op afstand met hoge resolutie, geografische informatie, geavanceerde gegevensverwerving en beslissingsondersteunende systemen. Er moet ook werk worden gemaakt van de ontwikkeling van intelligente sensoren, detectoren, modellen en netwerken voor het bewaken van langzame chronische veranderingen en van milieuverontreiniging, terwijl ook nieuwe ondernemingsmodellen voor hoogwaardige milieu-informatiediensten moeten worden geëvalueerd. Verwacht wordt dat het OTO zal bijdragen tot Europese en mondiale normen voor de uitwisseling van milieugegevens en tot het behoud van de natuurlijke hulpbronnen. Bovendien moet het milieuplanning en tijdige waarschuwing ondersteunen. I.5.2 Systemen voor het beheersen van milieurisico's en -rampen Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van nieuwe hulpmiddelen en geïntegreerde systemen voor coherent management in noodsituaties, met ondersteuning van de gehele cyclus van preventie, identificatie, beperking van de schade en begeleiding na de ramp, zowel voor natuurlijke als door de mens veroorzaakte risico's. De werkzaamheden, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan ernstige weersinvloeden, geologische incidenten, overstromingen, bosbranden, aardverschuivingen en industriële ongevallen, impliceren de ontwikkeling en het gebruik van intelligente, mobiele en in netwerken opgenomen sensoren voor het real-time verzamelen van gegevens, detectoren op afstand , krachtige visualiseringssystemen in combinatie met risicobeoordelingsmodellen en real-time- IST Werkprogramma 99 14 Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger GIS. De systemen moeten hulpmiddelen bevatten voor real-timebesturing en controle en de integratie van gegevens van satelliet-, vaste en mobiele communicatienetwerken; ze moeten voorzien in tijdige waarschuwing en voorlichting van de burger. Verwacht wordt dat het OTO zal bijdragen tot het vaststellen en verbeteren van Europese normen voor generieke hulpmiddelen voor management in noodsituaties, met inbegrip van hulpmiddelen die worden gebruikt voor omgevingen met potentieel zware gevolgen zoals fabrieksinstallaties en stedelijke aglomeraties. I.6 Vervoer en toerisme De hierna beschreven werkzaamheden zullen, ter aanvulling van OTO-activiteiten, worden ondersteund door IST-ondersteuningsmaatregelen, met name inzake optimale praktijken, bijvoorbeeld met betrekking tot transparantie voor gebruikers en het quantitatief beoordelen van systemen. Deze maken integrerend deel uit van de werkzaamheden voor deze groep actiepunten. I.6.1 Intelligente vervoersinfrastructuur en mobiliteitsbeheersing Doel: Het ontwikkelen van intelligente infrastructuren voor de vastlegging, verwerking, uitwisseling en verspreiding van gegevens betreffende alle vervoerswijzen ter ondersteuning van verkeers- en vraagbeheersing, collectief en individueel vervoer, wagenpark- en vrachtvervoersactiviteiten voor de gehele logistieke keten, en geïntegreerde milieuvriendelijke vervoersactiviteiten in steden, plattelandsgebieden en Trans-Europese netwerken. Deze doelstellingen omvatten de ontwikkeling en verbetering van bewakings-, positiebepalings-, navigatie-, beheers-, geleidings- en betalingssystemen. Het accent ligt op het verbeteren van aard- en satellietcommunicatie, positiebepaling en observatie-infrastructuren (inclusief UMTS en GNSS2) met het oog op de aanpassing ervan voor verkeersbewaking en -leiding, volging en opsporing, betaling op afstand en geleiding. Er zal prioriteit worden gegeven aan media-onafhankelijke en open architecturen om de intelligentie en eindstations van mobiele aan te passen aan het optimale gebruik ervan in de vervoersector. Beeldverwerking, waarnemingstechnologieën en sensoren moeten verder worden ontwikkeld voor bewakingsdoeleinden. De werkzaamheden moeten voorzien in de ontwikkeling van nieuwe verkeersleidingssystemen met integratie van verwerkings-, simulatie-, voorspellings- en beslissingsondersteunende hulpmiddelen, inclusief hulpmiddelen voor het beheersen van grootschalige evenementen en crisissen. I.6.2 Systemen voor intelligente voertuigen Doel: Het ontwikkelen en kwalificeren van boordsystemen ter verbetering van de veiligheid en het comfort en voor een efficiënter gebruik van voertuigen, met name wat betreft het vermijden van hindernissen en botsingen, op de mens gerichte verbetering van zicht en zichtbaarheid, vergroting van de waakzaamheid van de bestuurder en controle op verminderde rijvaardigheid, navigatie, routeplanning, verkeers- en weersinformatie, onderhoud en voertuigdiagnoses op afstand en andere "navigatie-informatiesystemen". Tot de werkzaamheden behoren ook het optimaliseren van het gebruik van hulpbronnen, milieu-effectcontrole en systemen die zorgen voor conformiteit met regelsystemen in voertuigen en aanpasbare snelheidsregeling en elektronische voertuigidentificatie. Er moet aandacht worden besteed aan de ontwikkeling en integratie van mens-machine-interfaces en aspecten betreffende verificatieprocedures voor de invoering ervan. Er zal prioriteit worden gegeven aan systemen die gemeenschappelijk zijn voor alle soorten vervoer en aan de boordsysteemarchitectuur. De werkzaamheden zullen bijdragen tot de consensus in de industrie betreffende gemeenschappelijke normen en interfaceprotocollen als basis voor het inbouwen van een grotere intelligentie en van communicatievoorzieningen in alle nieuwe voertuigen tegen 2005. IST Werkprogramma 99 15 Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger I.6.3 Systemen en diensten voor het toerisme Doel: Het ontwikkelen van nieuwe componenten en open gedistribueerde architecturen voor management in toerisme, informatie- en communicatiesystemen die gebruikers en bedrijven ondersteunen door het aanbod van hoogwaardige diensten en van integratie van hoogwaardige multimediadiensten op het gebied van accommodatie, reizen, weer, evenementen, cultuur en vrijetijdsbesteding, samen met boekings- en betalingsfaciliteiten. De nadruk ligt op de integratie van opkomende technologieën en processen die de personalisering en interactie van diensten mogelijk maken, kwaliteitsinformatie garanderen, mobiele of vaste toegang verlenen en voorzien in informatiekanalen voor alle categorieën aanbieders van toeristische diensten. De werkzaamheden omvatten quantitative beoordeling en de identificatie van optimale praktijken alsmede maatregelen tot invoering van transparantie voor gebruikers. IST Werkprogramma 99 16 Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel 3.2 KERNACTIVITEIT II – NIEUWE WERKMETHODEN EN ELEKTRONISCHE HANDEL 3.2.1 Doelstellingen: "Het doel van deze werkzaamheden bestaat erin de technologie van de informatiemaatschappij te ontwikkelen die de Europese werknemers en ondernemingen, met name het MKB, moet helpen hun concurrentiepositie op de wereldmarkt te versterken en tevens de werksituatie van de individuele werknemers te verbeteren, zodat zij zich kunnen bevrijden van de vele bestaande beperkingen op het gebied van werkmethoden en organisatie, alsook afstand en tijd. Er zal speciale aandacht worden geschonken aan de sociale implicaties van nieuwe werkmethoden, met name het effect dat deze hebben op gelijke kansen en de kwaliteit van het leven. Zij hebben betrekking op de ontwikkeling van en de handel in goederen en diensten, met name op de elektronische markt, en daarbij moet rekening worden gehouden met de verschillende behoeften en bekwaamheden van de individuele werknemer, de consument, bedrijven en organisaties, onder meer ten aanzien van de noodzakelijke opleiding. De mondiale context, in het bijzonder de snelle marktontwikkelingen, en sociaal-economische factoren dienen als leidraad voor deze activiteit, en er moet naar worden gestreefd de beste manieren van werken en zakendoen ter wereld te ontwikkelen en te demonstreren met gebruikmaking van Europese specialismen zoals elektronisch betalen, chipkaarten, mobiele systemen, programmatuur voor de modellering van zakelijke processen, alsook bedrijfsbeheer en consumentenbescherming." 3.2.2 Strategie en opbouw De strategie in deze kernactiviteit is gebaseerd op onderzoek en ontwikkeling van nieuwe technologieën op middellange en lange termijn, waarbij op de toepassing van bestaande technologieën wordt voortgebouwd. Het is er vooral om te doen meer middelen aan te bieden aan het individu, als ondernemer, werknemer en consument, en de samenwerking tussen kmo's en grote ondernemingen als deelnemers aan de wereldwijde netwerkeconomie te stimuleren. De inspanningen zullen vooral gericht zijn op architecturen, technologieën en hulpmiddelen voor veilige, uitbreidbare, betrouwbare en aan de behoeften van de gebruiker aanpasbare systemen. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan het opbouwen van vertrouwen, door het bedrijfsleven gestuurde standaardisatie, en de demonstratie en introductie van optimale praktijken, ondersteund door zelfregulering in de interne markt van de EU, ook voor het MKB en de consument. Deze kernactiviteit vereist een sterke wisselwerking tussen technische, economische, sociale en juridische vraagstukken. Geïntegreerd sociaal-economisch en technologisch onderzoek is daarom nodig om de ontwikkeling en het effect van nieuwe technologieën, en met name de voor deze kernactiviteit verrichte werkzaamheden zelf, te volgen en te beoordelen. Daarom bevat ze geïntegreerde actiepunten inzake quantitatieve sociaaleconomische beoordelingsmethoden, modellering en effectbeoordeling, en inzake hulpmiddelen voor het verzamelen en overbrengen van bedrijfskennis. Het essentiële OTO voor deze kernactiviteit is gestructureerd als een aantal actiepunten op elk van de drie gebieden die in het specifieke programma worden gedefinieerd. Elk actiepunt zal demonstratie- en introductieactiviteitenalsmede een aantal begeleidende maatregelen omvatten. Deze kernactiviteit zal nieuwe ontwikkelingen op het gebied van technologieën en diensten koppelen aan beleidsdoelstellingen op het gebied van het aanpassingsvermogen, de inzetbaarheid en het ondernemerschap van de Europeanen. Ze zal EU-beleidsontwikkelingen ondersteunen op het gebied van sociale en economische continuïteit en consumentenbescherming in de informatiemaatschappij. Doordat het accent op transparantie voor gebruikers zal worden gelegd, zal de kernactiviteit zowel de samenhang als de concurrentie in de interne markt bevorderen, met name bij de ontwikkeling van nieuwe marktstructuren en elektronische betalingssystemen in euro. IST Werkprogramma 99 17 Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel 3.2.3 OTO-prioriteiten in 1999 In totaal elf actiepunten zijn als prioriteiten voor oproepen tot het indienen van voorstellen in 1999 aangewezen. Ze vormen een samenhangend geheel uit het oogpunt van de ontwikkeling en toepassing van basistechnologieën. De werkzaamheden voor een bepaald actiepunt kunnen een bijdrage leveren tot of voortbouwen op werkzaamheden voor andere actiepunten, en bij grotere projecten kunnen werkzaamheden voor verschillende actiepunten worden ondernomen. Overzicht Actiepunten voor 1999 II.1 OTO voor kernactiviteit II in haar geheel II.2 Methoden en instrumenten voor flexibel, mobiel en op afstand werken Nieuwe perspectieven voor werk en bedrijf Beheer van bedrijfskennis Ontwerp van de werkplek Teamwerk Dynamischenetwerken van organisaties Nadruk op het scheppen van de voorwaarden voor en het ontwikkelen en demonstreren van concurrerende, flexibele en mensgerichte werkmethoden en organisatie. Gericht op de behoeften van zowel de werknemers als de ondernemingen en de consumenten. Er zal worden gezorgd voor nauwe samenwerking met de activiteiten inzake "Innovatieve producten, procédés, organisatie" in het thematische programma "Een concurrerende en duurzame groei". Digitaal ontwerp en levenscyclusbeheer voor producten en diensten Coördinatie met doelstelling 1.2.1 van het thematische programma "Een concurrerende en duurzame groei" Nieuwe marktbemiddelingssystemen Verbeterde relaties consumentleverancier Nadruk op naadloze eind-tot-eind-steun, zowel voor materiële als immateriële producten, voor handel langs elektronische weg en gedistribueerde virtuele ondernemingen en markten. Omvat de volledige waardeketen en de benodigde technologieën om deze te ondersteunen. Identificatie en aantonen van echtheid Veilige elektronische financiële transacties Overdracht van digitale objecten Nadruk op technologieën ter versterking van het vertrouwen in de informatieinfrastructuur en de daarmee verbonden diensten en informatiebronnen II.3 Beheersystem en voor leveranciers en consumenten II.4 Informatieen netwerkbeveiliging en andere technologieën ter versterking van het vertrouwen IST Werkprogramma 99 18 Toekomstige prioriteiten voor na 1999 Hogere niveaus van geintegreerde netwerken van werk en bedrijf op basis van nieuwe middlewarecomponenten en -diensten Voortbouwen op de tendens naar verbeterde, via netwerkbemiddeling functionerende vormen van werk en bedrijf Geavanceerde technologieën om het vertrouwen te versterken en nieuwe ondernemingen mogelijk te maken die een hoog maar flexibel niveau van bescherming van informatie vereisen, zoals voor persoonsgegevens, digitale inhoud en elektronisch betalen Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel Beschrijving van de actiepunten II.1 OTO voor kernactiviteit II in haar geheel II.1.1 Nieuwe perspectieven voor werk en bedrijf Doel: Het ontwikkelen, kwantificeren en demonstreren van evolutiescenario’s en de potentiële sociale en economische effecten van nieuwe technologieën en diensten op werk en bedrijf in het komende decennium. Er moet actief sociaal-economisch onderzoek worden verricht naar de belemmeringen waarmee de ondernemingen worden geconfronteerd. De werkzaamheden moeten gebaseerd zijn op quantitatieve beoordeling, econometrische modellen, nieuwe statistische indicatoren en technologieprognoses, teneinde het OTO te begeleiden en de beleidsontwikkeling te ondersteunen. Ze moeten sociaal-economisch onderzoek in het kader van de technologieprojecten omvatten en aldus helpen om nieuwe technologieën vorm te geven en de behoeften aan nieuwe vaardigheden te bepalen. Bijzondere nadruk moet worden gelegd op het aanwijzen van nieuwe mogelijkheden voor economische groei, werkgelegenheid, sociale integratie, gezondheidszorg en veiligheid. Voorts moet ook aandacht worden geschonken aan ondernemerschap, gelijke kansen, aanpassingsvermogen, en aan juridische en beleidskwesties die verband houden met in netwerken gevatte organisatorische structuren, zoals virtuele ondernemingen met betrekking tot aansprakelijkheid en bescherming van intellectuele eigendomsrechten in een mondiale omgeving. De activiteiten moeten maatregelen omvatten om het publiek beter voor te lichten en de beleidsdiscussies te ondersteunen. Deze werkzaamheden zullen grotendeels in de vorm van ISTondersteuningsmaatregelen worden ondernomen (zie hoofdstuk 4). II.1.2 Beheer van bedrijfskennis Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van hulpmiddelen voor de representatie, het vastleggen, vergaren en overbrengen van gedistribueerde organisatorische kennis in werkomgevingen. De nadruk ligt op het verhogen van het individuele en organisatorische aanpassingsvermogen en het versnellen van "leren uit ervaring" in organisaties in netwerken. De nadruk moet liggen op immateriële bedrijfskennis omtrent relaties en bedrijfs-/organisatiepraktijken alsook omtrent meer geformaliseerde vaardigheden. Het doel is het onderzoeken en demonstreren van hulpmiddelen en optimale praktijken die de verscheidenheid van werk- en leerculturen in de EU ondersteunen, waarbij met name jongere werknemers worden betrokken die hun eerste betrekking vervullen. De werkzaamheden moeten multidisciplinair onderzoek en technologieontwikkeling omvatten alsmede proeven in reële werksituaties die moeten dienen als illustraties van optimale praktijken. II.2 Methoden en instrumenten voor flexibel, mobiel en op afstand werken II.2.1 Ontwerp van de werkplek Doel: Het ontwikkelen, integreren en evalueren van innovatieve werkplektechnologieën en -concepten in diverse werksituaties, inclusief situaties die mobiliteit en dynamische rollen impliceren, teneinde doelmatiger en gebruikersvriendelijker werkomgevingen te creëren. De nadruk ligt op onderzoek naar geïntegreerde geavanceerde technologieën en hulpmiddelen voor multisensoriële communicatie, informatietoegang en analyse, met inbegrip van bijvoorbeeld dichter bij de werkelijkheid staande hulpmiddelen en op het lichaam draagbare apparaten die met, en voor individuele en teamcreativiteit, waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan bruikbaarheid, gezondheid en veiligheid, de sexe-problematiek en de kwaliteit van het arbeidzame leven. De werkzaamheden moeten multidisciplinair onderzoek en technologieontwikkeling omvatten alsmede IST Werkprogramma 99 19 Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel proeven in reële werksituaties die moeten dienen als illustraties van wereldprestaties op het gebied van werkplekontwerp. II.2.2 Teamwerk Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van referentiemodellen, architecturen en technologieën die teams in staat stellen samen te werken vanuit verschillende, mogelijk mobiele, locaties en verschillende tijdzones. Met behulp van deze systemen en diensten moet informatie, zowel real-time als asynchroon, gemeenschappelijk kunnen worden gebruikt en beheerd, waarbij geschikte modellen, simulaties en analytische hulpmiddelen voor de nodige ondersteuning zorgen. De werkzaamheden moeten de verbinding en integratie van heterogene werkplekken omvatten en zowel het bedrijfsinterne functioneren als het functioneren tussen organisaties onderling ondersteunen. II.2.3 Dynamische genetwerkte organisaties Doel: Het ontwikkelen van modellen en het demonstreren van hulpmiddelen en systemen voor in dynamische netwerken opgenomen en virtuele organisaties, waardoor de samenwerking en het onderlinge functioneren van bedrijfsprocessen, het beheer van grootschalige en complexe bedrijfsverrichtingen en de on-line raadpleging van werknemers worden vergemakkelijkt. De werkzaamheden moeten qualitatieve beoordeling en de evaluatie van modellen organisaties in netwerken omvatten, alsmede de ontwikkeling van hulpmiddelen en systemen voor het plannen van hulpbronnen in samenwerkingsverband. De werkzaamheden moeten met name gericht zijn op de behoeften van Europese kmo's als deelnemers aan wereldwijde bedrijfsnetwerken en op de infrastructuur die zij nodig hebben, alsmede op de ontwikkeling van nieuwe ondernemingen. Ze zullen naar verwachting bijdragen tot de totstandbrenging van een consensus onder leiding van het bedrijfsleven, bijvoorbeeld op het gebied van gedragscodes, het rechtskader en transparantie voor gebruikers, onder andere in het kader van de Global Business Dialogue, en tot het demonstreren van wereldprestaties op het gebied van nieuwe bedrijfspraktijken. II.3 Beheersystemen voor leveranciers en consumenten II.3.1 Digitaal ontwerp en levenscyclusbeheer voor producten en diensten Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van modellen, systemen en hulpmiddelen die het mogelijk maken om producten en diensten digitaal te ontwerpen en te ontwikkelen met het oog op het beheer van de complete levenscyclus. De nadruk ligt op digitale prototypevervaardiging, simulatie en ondersteuning door virtuele realiteit voor gedistribueerd ontwerp, inclusief het bepalen van het eisenpakket, ontwikkeling, productie, distributie en onderhoud, inclusief verbetering. De producten en diensten die vooral in aanmerking komen zijn degene die in combinatie ten volle gebruik maken van ingebouwde intelligentie, gekoppeld aan externe communicatie- en informatiediensten. Er wordt aangenomen dat de werkzaamheden interactie zullen impliceren tussen leveranciers, producten in gebruik en klanten, teneinde de waarde te maximaliseren, de algemene milieukosten te minimaliseren en de verbetering en het hergebruik te vergemakkelijken. II.3.2 Nieuwe marktbemiddelingssystemen Doel: Het ontwikkelen van innovatieve marktconcepten en technologieën alsmede het beoordelen van verschillende architecturen en hulpmiddelen voor virtuele markten en bedrijfsgemeenschappen. De werkzaamheden moeten bemiddelingssystemen en -hulpmiddelen voor makelarij omvatten, teneinde nieuwe businessmodellen, nieuwe soorten handel en handel in nieuwe soorten diensten mogelijk te maken. De werkzaamheden moeten betrekking hebben op opkomende IST Werkprogramma 99 20 Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel technologieën voor facturering, betalingen, BTW-inning, interacties met overheidsdiensten, onderhandelingen, makelarij en bemiddeling, en moeten de Europese verscheidenheid weerspiegelen op het gebied van bedrijfsorganisatie en netwerken en financiële diensten, inclusief toegang tot risicokapitaal (met name voor het MKB). II.3.3 Verbeterde relaties consument-leverancier Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van systemen en diensten om evenwichtige relaties tussen consumenten/klanten en een reeks leveranciers van goederen en diensten te vergemakkelijken. De nadruk ligt op: hen als partners in het levenscyclusbeheer van goederen en diensten meer mogelijkheden te bieden, teneinde het onderhoud, de reparatie (met name onder garantie), de handel, de feedback van de klant en de personalisering te vergemakkelijken; het beheer van persoonlijke informatie en voorkeuren (in overeenstemming met de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming), met inbegrip van een grotere invloed van de consument op het hem verstrekken van informatie over producten en diensten; en consumentenbescherming, inclusief diensten voor adviesverlening en schadeloosstelling. De werkzaamheden moeten bijdragen tot een doelmatige consensus inzake transparantie voor de gebruikers, waarbij de consumenten in staat worden gesteld om de hulpmiddelen in hun relaties met een brede waaier van leveranciers in alle lidstaten te gebruiken, en inzake regelgeving, met name zelfregulering. II.4 Informatie- en netwerkbeveiliging en andere technologieën ter versterking van het vertrouwen II.4.1 Identificatie en echtheids bepaling Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van architecturen, protocollen, technologieën, hulpmiddelen, systemen en diensten, inclusief het gebruik van diensten van derden, waarbij ruimte wordt geboden voor diverse benaderingswijzen ten aanzien van trustbeheer, teneinde de identificatie en echtheids bepaling van individuen, diensten en apparaten in de relaties tussen ondernemingen, detailhandelaren en particulieren mogelijk te maken en het verzamelen, vastleggen en onthullen van gegevens door onbevoegden te verhinderen. De werkzaamheden moeten een billijke polyvalente persoonlijke identificatie mogelijk maken met adequate voorzieningen voor het vergroten van de privacy die door het individu kunnen worden gestuurd. Het accent ligt op de totstandbrenging van internationale compatibiliteit en gebruikerstransparantie, uitbreidbaarheid en herconfigureerbaarheid, teneinde beter en flexibel grensoverschrijdend te kunnen werken, handel te kunnen drijven en te kunnen samenwerken. II.4.2 Veilige elektronische financiële transacties Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van systemen met transparantie voor gebruikers voor veilige elektronische financiële transacties, met name voor gebruik op de wereldmarkt en met ondersteuning van de EURO, die voor transacties tussen ondernemingen en kleinhandelaren en met overheidsdiensten kunnen worden toegepast. De werkzaamheden zullen betrekking hebben op facturering, betalingen, boekhouding, alsmede anonieme kleine en zeer kleine betalingen. Het accent ligt op uitbreidbaarheid en transparantie voor gebruikers tussen systemen en op risicobeheersing. Verwacht wordt dat de werkzaamheden de ontwikkeling van zeer betrouwbare en tegen knoeierij beveiligde componenten zullen omvatten, met inbegrip van innovatieve chipkaartsystemen en persoonlijke systemen voor betaling met fiches. II.4.3 Overdracht van digitale objecten Doel: Het ontwikkelen, kwalificeren en beproeven van de componenten, architecturen, hulpmiddelen, systemen en diensten ter ondersteuning van de overdracht van digitale objecten en het beheer ervan als commercieel bezit. De IST Werkprogramma 99 21 Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel nadruk ligt op het verstrekken van voorbeelden van optimale praktijken en het kwalificeren van businessmodellen op grote schaal, waarbij van Europese sterke punten gebruik wordt gemaakt in vernieuwende technologieën en systemen, teneinde de algemene invoering in ondernemingen te bevorderen. Er moet aandacht worden besteed aan de wereldwijde consensus over voor gebruikers transparante systemen voor het beheer van rechten, de beoordeling van de sociale, culturele, economische en juridische effecten, en het experimenteren met geavanceerde technologieën voor de identificatie van de rechten op en het gebruik en bezit van digitale objecten, inclusief ondersteuning van anonimiteit en de integratie van die technologieën in nieuwe businessmodellen. IST Werkprogramma 99 22 Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten 3.3 KERNACTIVITEIT III – MULTIMEDIA-INHOUD EN -INSTRUMENTEN 3.3.1 Doelstellingen "Doel van de werkzaamheden is de functionaliteit, bruikbaarheid en acceptatie van toekomstige informatieproducten en -diensten te verbeteren teneinde linguïstische en culturele diversificatie mogelijk te maken en bij te dragen tot de benutting en exploitatie van Europa's culturele erfgoed, de creativiteit te stimuleren en onderwijs- en opleidingssystemen met het oog op permanente scholing te verbeteren. De werkzaamheden hebben betrekking op nieuwe modellen, methoden, technologieën en systemen voor productie, bewerking, beheer, netwerkgebruik en exploitatie van, alsook toegang tot digitale inhoud, met inbegrip van audiovisuele inhoud. Een essentiële onderzoekdimensie is nieuwe sociaal-economische en technologische modellen voor de representatie van informatie, kennis en know-how. De werkzaamheden betreffen zowel toepassingsgericht onderzoek op het gebied van uitgeven, audiovisuele media, cultuur, en onderwijs en opleiding als aspecifiek onderzoek op het gebied van taal- en inhoudtechnologieën voor alle toepassingsgebieden. Zij omvatten de kwalificatie, introductie, coördinatie en ontwikkeling van normen." 3.3.2 Strategie en opbouw De uitvoeringsstrategie voor deze kernactiviteit is zowel toepassingsgericht – met de nadruk op publiceren, audiovisuele en nieuwe media, cultuur (bibliotheken, musea, archieven), en onderwijs en opleiding – als generiek – met onderzoek naar taal- en inhoudtechnologieën voor alle toepassingsgebieden, inclusief kwalificatie, overlegplatforms en -infrastructuren, ontwikkeling van normen en sociaal-economisch onderzoek. Multimedia-inhoud wordt in ruime zin opgevat en omvat audiovisuele diensten, informatie en amusement, kennis en vaardigheden, meertalige en taalkundige inhoud en communicatie, en digitale objecten (fonetisch, visueel, ruimtelijk, enz.), gericht op en ten behoeve van mensen als individuen en in groepen. De aanpak is inhoudgericht, waarbij Europa’s technologieontwikkelaars en inhoudmakers worden bijeengebracht voor de ondersteuning van het kosteneffectieve creëren, manipuleren en afleveren van aantrekkelijke, gepersonaliseerde en meertalige multimedia-inhoud, en voor de doelmatige exploitatie en het doelmatige beheer van informatie. De aanpak is tevens gebruikergestuurd, waarbij de toenemende betrokkenheid van de gebruiker bij vernieuwende, op inhoud en kennis gebaseerde toepassingen wordt benadrukt. De belangrijkste beleidsverbindingen die op dit gebied worden gelegd, betreffen de inhoudindustrieën (inclusief INFO 2000, het actieplan inzake Internet, wereldwijde informatienetwerken), het audiovisuele beleid (inclusief Media), culturele initiatieven (inclusief het Nieuwe Culturele Kader), onderwijs en opleiding (inclusief Socrates en Leonardo), en taal (meertalige informatiemaatschappij - MLIS). De actiepunten binnen de kernactiviteit zijn in drie categorieën ingedeeld: een integrerend actiepunt inzake sociaal-economisch onderzoek; toepassingsgerichte actiepunten binnen specifieke gebieden; en ondersteunende actiepunten voor de ontwikkeling van generieke technologieën. Elk actiepunt bevat geschikte IST-ondersteuningsmaatregelen (zie hoofdstuk 4), inclusief introductieactiviteiten en een aantal begeleidende maatregelen. In strategisch opzicht zal het accent worden gelegd op het relateren van technologische ontwikkelingen aan het formuleren van EU-beleidsmaatregelen op het gebied van audiovisuele en mediaconvergentie, onderwijs en opleiding, creativiteit en erfgoed, meertaligheid en informatiebeheer. Er zal prioriteit worden gegeven aan het scheppen van ruimte voor creativiteit en verscheidenheid door ruime toegang tot gemeenschappelijke technologieplatforms. IST Werkprogramma 99 23 Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten 3.3.3 OTO-prioriteiten in 1999 In totaal twaalf actiepunten zijn voor oproepen tot het indienen van voorstellen in 1999 aangewezen. Overzicht Actiepunten voor 1999 III.1 OTO voor kernactiviteit III in haar geheel III.2 Interactief uitgeven, digitale inhoud en cultureel erfgoed Elektronisch uitgeven Sociale en businessmodellen voor multimediainhoud Geografische informatie Standaardmaatwerk, reclame en klantentoepassingen Door de gebruiker gestuurd uitgeven en persoonlijke mediasystemen Culturele informatiesystemen Naadloze integratie van oude systemen in nieuwe toepassingen voor de digitale bibliotheek Audiovisuele en multisensoriële inhoud van hoge kwaliteit De nadruk ligt op het quantitatief beoordelen van de opkomst van nieuwe sociaal-economische en zakelijke aspecten in de Europese inhoudindustrie, de creatieve industrie en de informatie-industrie en in onderwijs en opleiding. Auteurs- en ontwerpsystemen Beheer en personalisering van inhoud Cultuur: Toegang tot wetenschappelijk en cultureel erfgoed Digitaal behoud van cultureel erfgoed De nadruk ligt op het vergemakkelijken van het creëren van inhoud voor diverse nieuwe vormen van verspreiding, inclusief digitale studioproductie; op het mogelijk maken van gepersonaliseerde toegang tot collecties met meerdere eigenaars; en op het stimuleren van ontwikkelingen die verband houden met inhoud van cultureel erfgoed Overzicht III.3 Onderwijs en opleiding Toekomstige prioriteiten voor na 1999 Actiepunten voor 1999 Toekomstige prioriteiten voor na 1999 Open platforms en hulpmiddelen voor gepersonaliseerd leren De school van morgen Geavanceerde leersystemen De flexibele universiteit Flexibel levenslang leren Geavanceerde opleidingssystemen Taaloverschrijdend informatiebeheer Deze actiepunten zijn gedefinieerd ter aanvulling van lopende acties die reeds onder het vierde kaderprogramma7 zijn opgezet, terwijl ze ook een stevige basis verschaffen voor een nieuwe oriëntatie op het Europese OTO dat op dit gebied nodig is. III.4 Technologieën op het gebied van menselijke taal Meertaligheid in digitale inhoud en diensten Natuurlijke interactiviteit Ontwikkeling van generieke technologieën en exemplarische toepassingen met taalkundige en gerelateerde cognitieve/communicatieve kenmerken, op nog andere gebieden zoals persoonlijke informatieapparaten, interpersoonlijke en groepscommunicatie, en diensten van openbaar belang III.5 Toegang tot, filteren, analyse en manipuleren van informatie Multisensoriële vormen van inhoud Informatiefiltratie en -agenten Mediarepresentatie en -toegang: nieuwe modellen en standaarden Visualisering van gegevens Mediaoverschrijdende zoek-, gidsen beheersdiensten van de nieuwe generatie De nadruk ligt op het inbouwen van technologieën voor gesproken en geschreven taal in wereldwijde informatie- en communicatiesystemen. Aanvankelijk ligt de nadruk op nieuwe vormen van inhoud en nieuwe normen voor het identificeren van inhoud 7 Lopende projecten die het resultaat zijn van de gemeenschappelijke oproep betreffende "Educatieve multimedia, telematicatoepassingen voor onderwijs en opleiding", Esprit-acties betreffende "Experimentele schoolomgevingen", en "IT voor leren en opleiding in de industrie". IST Werkprogramma 99 24 Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten Beschrijving van de actiepunten III.1 OTO voor kernactiviteit III in haar geheel III.1.1 Sociale en businessmodellen voor multimedia-inhoud Doel: Het identificeren van de belangrijkste sociale, economische, organisatorische en gedragsveranderingen, gestimuleerd door de wijdverspreide invoering van nieuwe IST in de audiovisuele, creatieve en informatie-industrieën, alsmede in de onderwijssector en culturele sector. Het kwantificeren van het huidige en potentiële toekomstige effect op groei en werkgelegenheid, op benaderingen van onderwijs en opleiding, op taalkundige en culturele verscheidenheid, en op ons cultureel/kenniserfgoed. Daartoe behoren het effect van geavanceerde interactieve audiovisuele systemen, complementariteiten en convergenties tussen afleveringswijzen via netwerken (bv. Internet, toekomstig Web) en via omroep (b.v. digitaal interactief), nieuwe meetmethoden en kwaliteitscontrolecriteria voor het bepalen van de waarde van informatiebezit, nieuwe businessmodellen voor multimedia, audiovisuele diensten en communicatie zonder bemiddeling, doelmatig gebruik en beheer van informatie, alsmede de identificatie van de belangrijkste gebieden voor nieuwe zakelijke en handelsontwikkeling. Deze werkzaamheden dienen voornamelijk te worden aangepakt via IST-ondersteuningsmaatregelen (zie hoofdstuk 4). III.2 Interactief uitgeven, digitale inhoud en cultureel erfgoed III.2.1 Auteurs- en ontwerpsystemen Doel: Het bevorderen van meer creativiteit en beter ontwerp van Europese multimedia-inhoud op belangrijke toepassingsgebieden (publicaties op het gebied van kennis, zakelijke informatie en levensstijl en geografische informatie) door de ontwikkeling van geavanceerde inhoudtechnologieën. Het verbeteren van multimediale auteurs-, ontwerp- en productiesystemen voor het manipuleren van radicaal nieuwe combinaties van zeer visuele en interactieve mediavormen, waaronder 3-D, virtuele realiteit en andere vormen van inhoud die gebruik maken van breedbandtechnologieen. Tot de verwachte aan te tonen voordelen behoren grotere bruikbaarheid, functionaliteit en productiviteit, alsmede integratie van verschillende media en nieuwe multiplatformtoepassingen voor uitgeven en omroepen. Nieuwe gedistribueerde productieprocessen en -systemen, nieuwe workflowprocedures zoals real-time telesamenwerking en nieuwe gebruiksmogelijkheden voor interactieve multimedia dienen te worden gevalideerd, met de actieve deelneming van alle betrokken actoren, van productie tot distributie en gebruik. III.2.2 Beheer en personalisering van inhoud Doel: Het kwalificeren en demonstreren van toegang tot, levering en personalisering van heterogeen bezit in grote gedistribueerde en zich in handen van meerdere eigenaars bevindende collecties op belangrijke toepassingsgebieden (publicaties op het gebied van kennis, zakelijke informatie en levensstijl en geografische informatie). Hiertoe behoren de ontwikkeling en integratie van geautomatiseerde systemen voor inhoudverpakking en -presentatie, afstemming op de behoeften van de klant, op het Web gebaseerde en op agenten gebaseerde diensten, eenvormig gemaakte interfaces en zoekfaciliteiten in verschillende informatiebronnen, nieuwe businessmodellen en dynamische transactiesystemen tussen samenwerkende eigenaars van inhoud. Verwacht wordt dat de werkzaamheden zullen bijdragen tot open standaarden voor transparantie voor de gebruikers en richtsnoeren inzake toegangsbeheer, o.a. ook voor consumentenbescherming en privacy. IST Werkprogramma 99 25 Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten III.2.3 Toegang tot wetenschappelijk en cultureel erfgoed Doel: Het verbeteren van de toegang voor burgers en professionals tot Europa's snelgroeiende kennisbasis op wetenschappelijk en cultureel gebied via de ontwikkeling van geavanceerde systemen en diensten die grootschalige gedistribueerde, multidisciplinaire collecties van culturele en wetenschappelijke multimediale hulpbronnen ondersteunen. In technologisch opzicht ligt het accent op rijke representaties, krachtige immersieve kenmerken zoals 3-D-visualisering, real time virtuele objectmanipulatie en groepsinteractiviteit, zowel voor multimediaretrieval, virtuele galerijen, massamedia-evenementen als voor audiovisuele distributie. Verwacht wordt dat de werkzaamheden nieuwe, op een gemengde economie gebaseerde modellen voor de exploitatie, de herverpakking en het hergebruik zullen opleveren. Voorts moeten de werkzaamheden worden gericht op voor gebruikers transparante toegang tot gedistribueerde hulpbronnen, hetzij via de domeinoverschrijdende ontdekking van hulpbronnen, interfaces of nieuwe architecturen en standaarden, hetzij via digitale archieven waarin bibliotheek- en museumobjecten zijn geïntegreerd. III.2.4 Digitaal behoud van cultureel erfgoed Doel: Het onderzoeken van nieuwe manieren voor het representeren, analyseren, manipuleren en beheren van verschillende soorten digitale culturele objecten uit verschillende mediabronnen, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan surrogaten voor fragiele fysieke objecten. De werkzaamheden dienen gericht te zijn op de duurzame ontwikkeling van waardevolle digitale depots in de bibliotheken, musea en archieven van Europa. Daarbij moeten de technische en organisatorische problemen betreffende de levensvatbaarheid van uitbreidbare digitale depots worden aangepakt, b.v. door het creëren van proefbanken voor: langetermijnbehoud en inhoudbeheer in gedistribueerde heterogene collecties (b.v. herkomst, authenticiteit, identificatie en verbindingen). Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan langetermijntoegankelijkheid, zowel voor burgers als voor wetenschappelijke analyse, en aan kwaliteit, het zich kunnen veroorloven en aanvaardbaarheid. III.3 Onderwijs en opleiding III.3.1 Open platforms en hulpmiddelen voor gepersonaliseerd leren Doel: Een onderwijs- en opleidingscentrum, bedrijf of dienstverlener, in staat stellen geïntegreerde leerdiensten, met name gebaseerd op herbruikbare leerobjecten, te implementeren en in stand te houden. Het accent wordt gelegd op gepersonaliseerd leren in samenwerkingsgerichte omgevingen waarin hoogwaardige pedagogische benaderingen worden gebruikt. Het OTO moet gericht zijn op de ontwikkeling van herbruikbare componenten en een serie modulaire bouwstenen en hulpmiddelen op basis van een onderliggende open infrastructuur waarmee een breed assortiment flexibele leeractiviteiten wordt ondersteund (leren door doen, samenwerkingsgericht en groepsleren). Voorts moet het gericht zijn op de ontwikkeling van omgevingen die de interactie, waaronder sociale interactie, tussen lerenden en tussen onderwijsgevenden vergemakkelijken. Dit dient de gehele functionaliteit te omvatten die nodig is om cursussen te ontwikkelen, te beheren en te geven en er moet worden getracht voordelen te behalen op het gebied van pedagogie, kosteneffectiviteit, kwaliteit van de dienstverlening en uitbreidbaarheid. Er wordt verwacht dat de werkzaamheden in meer dan één leercontext en specifieke discipline worden gevalideerd. Ze moeten bijdragen tot de aan de gang zijnde standaardiseringsactiviteiten op het gebied van open leerarchitectuur en de herbruikbaarheid van leerobjecten. IST Werkprogramma 99 26 Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten III.3.2 De flexibele universiteit Doel: Het integreren en demonstreren van opkomende technologieën voor de flexibele universiteit van de toekomst via grootschalige experimenten op gebieden waar de Europese integratie wordt bevorderd. Dit moet samenwerking tussen instellingen omvatten bij het verstrekken van geavanceerde voorzieningen om lerenden in staat te stellen een gepersonaliseerde combinatie van cursussen te volgen, het aanbieden aan lerenden van virtuele mobiliteit en nieuwe wijzen van interactie tussen leerkrachten en lerenden. Bij de werkzaamheden moet worden gestreefd naar hergebruik van kwalitatief hoogstaandlesmateriaal; grotere keuze voor lerenden door een vraaggestuurd cursusbeheer; consistentere kwaliteitsbeheersing en kosteneffectievere onlinetoegang tot voorzieningen van universiteiten en hogescholen. Teneinde de implementatie in de hele EU te vergemakkelijken, dient het onderzoek ook betrekking te hebben op re-engineering van het universitair onderwijs, sociale en pedagogische vereisten, en een kosten-batenanalyse. Er moet gericht aandacht worden besteed aan de leercontext (onderwerpdomein, doelgroepen) en aan de economische en organisatorische aspecten van leren. De werkzaamheden moeten ertoe bijdragen technische en operationele standaarden vast te stellen en de samenwerking met andere sectoren (b.v. banden tussen universiteit en industrie, partnerschappen tussen openbare en particuliere sector) te stimuleren. III.3.3 Geavanceerde opleidingssystemen Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van radicaal nieuwe benaderingen ter verbetering van de toekomstige opleiding en bijscholing van de arbeidskrachten, waarbij wordt voortgebouwd op nieuwe cognitieve benaderingen die door opkomende technologieën mogelijk zijn gemaakt. Het multidisciplinaire OTO moet betrekking hebben op intelligente, aanpasbare leeromgevingen en nieuwe multimedia-inhoud, waarbij de in echte opleidingssituaties toegepaste processen worden ondersteund. Het moet zich tevens bezighouden met het experimentele gebruik van bedrijfskennisnetwerken, met name voor opleiding op de werkplek. Het accent zal liggen op de toepassing van simulatie en animatie, 3-D-visualisering en immersieve virtuele realiteit, en virtuele aanwezigheid voor leren in samenwerkingsverband, kennisbeheer, groepsinteractie en persoonlijke begeleiding en evaluatie. Verwacht wordt dat de werkzaamheden betere leerprocessen en de daaraan verbonden voordelen zullen aantonen voor just-in-time opleiding en levenslang leren in het algemeen, voor individuen en organisaties. III.4 Technologieën op het gebied van menselijke taal III.4.1 Meertaligheid in digitale inhoud en diensten Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van meertalige hulpmiddelen en processen voor telebusiness, gedistribueerd bedrijfskennisbeheer en online-informatiediensten, waarbij individuen en werkgroepen in staat worden gesteld om informatie te produceren, te manipuleren, terug te zoeken en mede te delen in de taal of talen van hun keuze. Tot het werkterrein behoren krachtige hulpmiddelen voor de analyse, de overdracht en het genereren van taal, waaronder onlinehulpmiddelen voor vertalen en samenvatten; technologie-ondersteuning voor het lokaliseren van inhoud en het internationaliseren van software; en taalgevoelige zoek- en presentatiemiddelen voor tekst, spraak en metadata. De werkzaamheden omvatten meertalige taalhulpbronnen in standaardformaten en er moet een evaluatie worden gemaakt van verschillende introductiebenaderingen, waaronder de overdracht van veelbelovende technologieën naar een bredere groep talen. IST Werkprogramma 99 27 Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten III.4.2 Natuurlijke interactiviteit Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van systemen om de natuurlijkheid van de mens-computerinteractie te vergroten door meer cognitieve, intuïtieve interfaces, die eentalig, meertalig of multimodaal kunnen zijn. Daarbij moeten robuuste en uitbreidbare taaltechnologieën worden geïntegreerd in zeer interactieve systemen op verschillende toepassingsgebieden. De werkzaamheden zullen betrekking hebben op taalkundig onbelemmerde mogelijkheden voor mens-machinedialoog, -besturing en -navigatie en er zal werk worden gemaakt van systemen die in spraak, taal en gebaren vervatte berichten kunnen begrijpen. Voorts zullen ze geharmoniseerde taal- en domeinkennis depots omvatten, alsmede technieken voor het modelleren van gebruikersgedrag en het verwerven van taak- en toepassingsspecifieke kennis. III.5 Toegang tot, filteren, analyse en manipuleren van informatie III.5.1 Multisensoriële vormen van inhoud Doel: Het verkennen van nieuwe vormen van multisensoriële inhoud waarmee een verbeterde gebruikersperceptie en -interactie mogelijk worden gemaakt, en het ontwikkelen en evalueren van de benodigde architecturen, modellen en hulpmiddelen. Daarbij moet het accent worden gelegd op verbeteringen tot 3-D, virtuele objecten, hybride (reële wereld en synthetische) objecten, objectgeoriënteerde inhoud, ontwikkeling van intuïtief te begrijpen interfaces, en immersieve geanimeerde inhoud. Verwacht wordt dat daarbij zal worden geprofiteerd van Europese kracht op het gebied van ontwerp, de culturele verscheidenheid en audiovisuele productiecreativiteit door makers en ontwerpers er direct bij te betrekken. Voorts moeten nieuwe vormen van inhoud en innovatieve afleveringsmechanismen in nieuwe media met elkaar worden geïntegreerd. III.5.2 Mediarepresentatie en -toegang: nieuwe modellen en standaarden Doel: Het ontwikkelen van nieuwe coderings- en indexeringstechnologieën en het bereiken van een brede industriële consensus over coderingsstandaarden voor visuele, auditieve, driedimensionale en multisensoriële media van de volgende generatie en de daarmee samenhangende metagegevens, waardoor zoeken en opvragen volgens inhoudkenmerken mogelijk worden. De werkzaamheden moeten gericht zijn op modulair exploiteerbare en combineerbare generieke componenten en moeten de informatietoegang vergemakkelijken door vooral aandacht te besteden aan andere kenmerken van multimedia-inhoud dan op tekst gebaseerde descriptoren. Opkomende standaarden moeten worden gedemonstreerd en gevalideerd op openbare tentoonstellingen en bij het aanbod van experimentele producten en diensten met een rijke inhoud. IST Werkprogramma 99 28 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren 3.4 KERNACTIVITEIT IV – ESSENTIËLE TECHNOLOGIEËN EN INFRASTRUCTUREN 3.4.1 Doelstellingen "Doel van deze werkzaamheden is de toonaangevende positie op het gebied van voor de informatiemaatschappij cruciale technologieën te bevorderen, de introductie ervan te versnellen en de toepassingsmogelijkheden ervan te verruimen. De werkzaamheden hebben betrekking op de convergentie van informatieverwerking, communicatie- en netwerktechnologieën en -infrastructuren. Het accent komt te liggen op technologie en infrastructuur die voor verschillende toepassingen kunnen worden gebruikt; technologie en infrastructuur die specifiek zijn voor één bepaalde toepassing komen slechts in het kader van de betrokken toepassing in andere delen van het kaderprogramma aan de orde." 3.4.2 Strategie en opbouw Kernactiviteit IV zal voortbouwen op de huidige Europese sterkten op het gebied van toegangsnetwerktechnologieën, openbare telecommunicatienetwerken, professionele diensten, consumentenproducten en ingebedde systemen. Deze kernactiviteit zal zowel een brede waaier van essentiële technologieontwikkelingen met betrekking tot verschillende maar convergerende industrieën en infrastructuren alsmede ontwikkelingen op het gebied van componenten en geïntegreerde systemen en infrastructuren bijeenbrengen. Bijgevolg moeten alle werkzaamheden voor kernactiviteit IV rekening houden met, gericht zijn op en bijdragen tot convergentie, interoperabiliteit en interworking aspecten op alle technologische niveaus. De OTO-resultaten zullen informatie verschaffen en richtig geven aan de EUbeleidsontwikkeling op het gebied van convergentie, telecommunicatieregelgeving, spectrumtoewijzing, ruimtetoepassingen en interoperabiliteit van componenten . In Strategische aandachtspunten zullen daarom liggen op het bijdragen tot aspecten op het gebied van convergentie, interoperabiliteit en interworking op alle technologische niveaus als en op het mogelijk maken van de breedst mogelijke toegang tot essentiële en interoperabele infrastructuren en diensten om de doelstellingen van de kernactiviteiten I, II en III te onderbouwen. Bij de technologieontwikkeling zal de nadruk worden gelegd op generieke bouwstenen en open platforms, terwijl deze werkzaamheden zo nodig zullen worden aangevuld met valideringen en demonstraties en met introductieactiviteiten zoals evaluaties, acties ten behoeve van eerste gebruikers en initiatieven op het gebied van optimale praktijken. IST Werkprogramma 99 29 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren 3.4.3 OTO-prioriteiten in 1999 In totaal vierentwintig actiepunten zijn als prioriteiten voor oproepen tot het indienen van voorstellen in 1999 aangewezen. In de tabel hierna wordt daarvan een overzicht en een index gegeven. Overzicht Actiepunten voor 1999 IV.1 OTO voor kernactiviteit IV in haar geheel Convergentie en integratie: scenario’s en analyses IV.2 Technologieën voor en beheer van informatieverwerking, communicatie en netwerken, waaronder breedbandnetwerken, alsook de invoering, interoperabiliteit en toepassing daarvan Parallelle systemen Technologie en engineering voor software, systemen en diensten, ook op het gebied van hoogwaardige statistiek Op componenten gebaseerde software-engineering IV.3 Realtimesystemen Netwerkintegratie Technologieën voor interworking op het niveau van netwerkbeheer en diensten Geheel optische en terabitnetwerken Engineering van intelligente diensten Methoden en hulpmiddelen voor het gemeenschappelijke gebruik van intelligentie en kennis Informatiebeheersmethoden IV.4 IV.5 Real time en grootschalige simulatie- en visualiseringstechnologieën Real time simulatie- en visualiseringstechnologieën Mobiele en persoonlijke communicatie en systemen, waaronder satellietgebaseerde systemen en diensten Herconfigureerbare radiosystemen en -netwerken Grootschalige virtuele gemeenschappelijke en verfijnde omgevingen Terrestrische draadloze systemen en netwerken Geïntegreerde satellietsystemen en -diensten Hulpmiddelen en technologieën voor draadloze communicatie IV.6 Interfaces die gebruik maken van de verschillende zintuigen Aanpasbare multisensoriële interfaces IV.7 Randapparatuur, subsystemen en microsystemen Randapparatuurtechnologieën Subsysteemtechnologieën Microsystemen Coördinatie met doelstelling 1.1.2 van het thematische programma "Een concurrerende en duurzame groei" IV.8 Micro-elektronica Ontwerp voor micro-elektronica en opto-elektronica Toepassingscapaciteiten Coördinatie met doelstelling 1.1.2 van het thematische programma "Een concurrerende en duurzame groei" Processen, apparatuur en materialen Geavanceerde opto-elektronica en micro-elektronica Na 1999 kunnen nieuwe actiepunten worden toegevoegd en bestaande actiepunten aangepast. IST Werkprogramma 99 30 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren Beschrijving van de actiepunten IV.1 OTO voor kernactiviteit IV in haar geheel IV.1.1 Convergentie en integratie: scenario’s en analyses Doel: Het beoordelen van de implicaties op sociaal, economisch en regelgevingsgebied van zowel de convergentie van communicatie, omroep en gedistribueerde informatietoegang en informatieverwerking als de integratie daarvan in thuis-, kantoor-, mobiele en niet-traditionele omgevingen. Verwacht wordt dat deze werkzaamheden de beleidsontwikkeling zullen ondersteunen en dat daarbij gebruik zal worden gemaakt van scenarioanalyse en ervaring uit geïntegreerde praktijkdemonstraties. Het identificeren van open interfaces, standaarden en gedragscodes ter ondersteuning van toegang tot en de interworking en het intermanagement van verschillende infrastructuren en diensten (hardware en software). Deze werkzaamheden moeten grotendeels via ISTondersteuningsmaatregelen (hoofdstuk 4) worden uitgevoerd. IV.2 Technologieën voor en beheer van informatieverwerking, communicatie en netwerken, waaronder breedbandnetwerken, alsook de invoering, interoperabiliteit en toepassing daarvan De werkzaamheden worden toegespitst op "de ontwikkeling en convergentie van informatieverwerkings-, telecommunicatieen omroepnetwerken -systeemtechnologie". De OTO-activiteiten zijn gericht op de ontwikkeling van een volledig interoperabele informatie-infrastructuur met hoge capaciteit, gestuurd door de vereisten van volledig gedistribueerde en gedeelde toepassingen. Het doel is de interworking van toepassingen in een adaptieve en schaalbare infrastructuur mogelijk te maken. De activiteiten worden aangevuld met introductiemaatregelen, met name activiteiten op het gebied van beproeving en optimale praktijken (zie hoofdstuk 4). IV.2.1 Parallelle systemen Doel: Het ontwikkelen en beoordelen van modellen, technologieën en hulpmiddelen voor het naadloze en universele, gemeenschappelijke en interactieve gebruik van toepassingen en hulpbronnen op geografisch verspreide locaties, in de context van heterogene hardware-, software- en communicatie-architecturen en -systemen. Het accent ligt zowel op ontwikkelings- als uitvoeringsomgevingen om gedistribueerde toepassingen te ondersteunen. Tot het werkterrein behoren meerlagige architecturen en middleware voor interoperabiliteit, voor interactieve toegang tot gelijktijdig gemeenschappelijk gebruikte toepassingen en diensten en voor de kosteneffectieve samenvoeging van LAN- of WAN-systemen om uitbreidbare infrastructuren ten dienste van toepassingen op te bouwen. IV.2.2 Realtimesystemen Doel: Het ontwikkelen van technologieën en hulpmiddelen die het ontwerp en de implementatie van gegevens- en/of computerintensieve realtimetoepassingen ondersteunen, zoals de onlinemanipulatie van grote hoeveelheden gegevens, waaronder data-acquisitie- en besturingssystemen, en signaal- of beeldverwerking, waaronder innovatieve benaderingen van signaalrepresentatie en -codering. Dit omvat toepassingen zowel voor consumenten als voor professionals. Voor consumententoepassingen ligt het accent op kosteneffectieve, ingebedde systemen voor de massamarkt, die het resultaat zijn van de integratie van op nieuwe technologie gebaseerde, direct leverbare hardware- en softwarecomponenten. Voor professionele systemen ligt het accent op prestatievermogen en het beheersen van IST Werkprogramma 99 31 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren complexiteit, inclusief op gedrag gebaseerde, modulaire en flexibele systemen met ingebouwde capaciteiten voor zelf leren en zelf repareren. IV.2.3 Netwerkintegratie, interoperabiliteit en interworking Doel: Het ontwikkelen van de netwerktechnologieën van de volgende generatie (waaronder schakelaars, routers, modems en toegangsapparaten), met de bijbehorende protocollen en signaleringsmechanismen, teneinde integratie op het transportniveau van meerdere heterogene netwerken mogelijk te maken, en transparantie in gebruik van componenten en systemen. Het ontwikkelen van nieuwe dienstonafhankelijke architecturen en systemen om te verzekeren dat alle gebruikers betaalbare toegang tot nomadische multimediadiensten hebben en dienstverleners nieuwe hulpbronnen en gebruikers gemakkelijk kunnen opnemen. Tot het werkterrein behoren netwerken die geavanceerde generieke diensten met end-toend dienstverleningskwaliteit ondersteunen en via glasvezelkabels, koperen kabels, radiokanalen, stroomkabels en omroepkanalen functioneren. De werkzaamheden moeten zorgen voor de interworking van transportkernnetwerken met lokale netwerken (mobiele en vaste) en voor transparantie in gebruik overal op Internet, wide area, agglomeratie-, lokale en thuisnetwerken. IV.2.4 Technologieën voor interworking netwerkbeheer en diensten op het niveau van Doel: Het ontwikkelen en valideren van technologieën om netwerkinterworking op het niveau van beheer en diensten te ondersteunen, om de intelligentie, capaciteit, flexibiliteit en functionaliteit te vergroten. De werkzaamheden omvatten methodologieën en hulpmiddelen die de toegenomen netwerkcomplexiteit aankunnen en de introductie van nieuwe intelligente diensten kunnen ondersteunen. Het doel is nieuwe open netwerkbeheers- en dienstenarchitecturen te ontwikkelen, waarmee wordt voorzien in een kader voor de convergentie van netwerk- en omroepdiensten en -technologieën in omgevingen die meerdere domeinen omvatten. Het accent zal liggen op het aanbod, overal en op elk moment, van communicatie die breedband- en nomadische diensten ondersteunt. Er moeten open interfaces, gemeenschappelijke standaarden en gedragscodes worden ontwikkeld. IV.2.5 Geheel optische en terabitnetwerken Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van technologieën en architecturen voor geheel optische netwerken, waarmee end-to-end optische transmissie over kern- en toegangsnetwerken mogelijk zal zijn, met transparante conversie van informatie tussen het optische en het elektrische domein. Het benutten van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van optische signaalverwerking, dichte golflengtemultiplexing, schakeling en routering, werking en beheer, die terabitcapaciteit en nog hogere capaciteit op het kernnetwerk ondersteunen. Het accent ligt op de ontwikkeling van gemeenschappelijke ontwerpregels, interfaces en componentenspecificaties. Het doel is het in praktijkproeven valideren van de technologie voor uitbreidbare optische netwerken met hoge capaciteit, en optische pakketnetwerkknooppunten die een aanzienlijke verhoging van de prestaties van de bestaande netwerken opleveren. IV.3 Technologie en engineering voor software, systemen en diensten, ook op het gebied van hoogwaardige statistiek8 Deze werkzaamheden worden "toegespitst op de ontwikkeling, ontplooiing, werking en evolutie van software-intensieve systemen ingebed in goederen en diensten en 8 Het onderzoek op het gebied van statistiek zal worden ontwikkeld in het kader van programmawijde activiteit 4. Zie punt 3.5. IST Werkprogramma 99 32 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren in productie- en ondernemingsprocessen". Introductieactiviteiten, met name initiatieven op het gebied van optimale praktijken, vormen een belangrijk deel van de werkzaamheden (zie hoofdstuk 4). IV.3.1 Op componenten gebaseerde software-engineering Doel: Het ontwikkelen en valideren van de innovatieve processen, methoden en hulpmiddelen die nodig zijn voor het ontwerpen, implementeren en beheren van software-intensieve systemen door middel van een op componenten gebaseerde benadering. Het accent ligt op hergebruik, het inbouwen van op nieuwe technologie gebaseerde COTS-componenten en evolutionaire herconfiguratie. De werkzaamheden moeten resulteren in de definitie van processen, methoden en de daarvoor vereiste ondersteunende technologieën die de soepele en verifieerbare integratie van componenten uit meerdere onafhankelijke bronnen in complexe systemen en diensten mogelijk maken, waarbij eventueel wordt geprofiteerd van de aan “systeemfamilies” eigen concepten. De werkzaamheden moeten worden aangevuld met initiatieven op het gebied van technologieoverdracht en optimale praktijken om zowel de verbetering van in het reële leven toegepaste praktijken als de introductie van de daarmee verbonden technologieën te stimuleren. IV.3.2 Technische ontwikkeling van intelligente diensten Doel: Het ontwikkelen en valideren van processen, open gedistribueerde architecturen, methoden, componenten en hulpmiddelen die de ontwikkeling van diensten ondersteunen en gebruikers in staat stellen om op dynamische wijze hun eigen gepersonaliseerde diensten te creëren. Tot het werkterrein behoren de ontwikkeling van bouwstenen voor basisdiensten betreffende alle aspecten van de dienstverlening, en het creëren, de ontwikkeling, de verlening, de samenstelling en het beheer van innovatieve en intelligente diensten op heterogene platforms en netwerken door de integratie van dienstencomponenten. De nadruk ligt op de ondersteuning van onderhandelingen, handel, kwaliteitsborging en beheer met betrekking tot diensten. De werkzaamheden moeten met introductieactiviteiten worden aangevuld. IV.3.3 Methoden en hulpmiddelen voor het gemeenschappelijke gebruik van intelligentie en kennis Doel: Het ontwikkelen van nieuwe capaciteiten, representatieparadigma’s, modellen en hulpmiddelen om complexe en multidisciplinaire gegevens en informatie (van enorm uiteenlopende omvang) te beheersen en om de transformatie ervan in “herbruikbare”, gemeenschappelijk bruikbare en exploiteerbare kennisontologieën te ondersteunen. De werkzaamheden zullen naar verwachting betrekking hebben op het ontwikkelen van methoden en hulpmiddelen op kennisniveau om de bruikbaarheid, capaciteit en intelligentie van toepassingen, systemen en netwerken te vergroten. De nadruk wordt gelegd op het creëren van kennisbemiddelingsmethoden, -processen en -hulpmiddelen die de perceptie, de modellering, de redenering en het gemeenschappelijke gebruik op verschillende abstractieniveaus kunnen ondersteunen. Tot het werkterrein behoren op gedrag gebaseerde leer- en zelforganisatiesystemen. De werkzaamheden moeten met introductieactiviteiten worden aangevuld. IV.3.4 Informatiebeheersmethoden Doel: Het ontwikkelen en valideren van geavanceerde informatiebeheersmethoden en -hulpmiddelen voor zeer grootschalige (bv. groter dan het terabytevolume), op samenwerking gebaseerde informatieopslagplaatsen. De werkzaamheden moeten een brug slaan tussen multimedia-inhoudtoepassingen, persoonlijke informatiesystemen en de activerende technologieën, generieke systemen en open architecturen. Ze moeten met name betrekking hebben op technieken voor de opslag IST Werkprogramma 99 33 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren en het beheer van informatie in hogere ordes van grootte dan wat momenteel algemeen beschikbaar is, alsmede geavanceerd zoeken en opvragen gebaseerd op nieuwe verwerkingstechnieken, waarbij rekening wordt gehouden met de waarschijnlijke gedistribueerde en heterogene aard van zulke opslagplaatsen. De werkzaamheden moeten met introductieactiviteiten worden aangevuld. IV.4 Real time en grootschalige simulatie- en visualiseringstechnologieën Deze werkzaamheden hebben betrekking op “de ontwikkeling en integratie van geavanceerde simulatie- en visualiseringstechnologieën en -omgevingen voor alle toepassingen”. IV.4.1 Real time simulatie- en visualiseringstechnologieën Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van grootschalige en/of real time gedistribueerde simulatie- en visualiseringssystemen voor ontwerp, ter ondersteuning van besturings- en bedrijfsprocessen, voor opleiding en toepassingen van algemeen belang. De werkzaamheden omvatten basismodules en -hulpmiddelen, alsmede geïntegreerde omgevingen en overbruggingstechnologieën. Ondersteuning van meerschalige multifysicasimulaties, interoperabiliteit en herbruikbaarheid van softwarecomponenten in heterogene gedistribueerde systemen, en ondersteuning van werkzaamheden in samenwerkingsverband zijn specifieke prioriteiten. Naast demonstraties en evaluaties zullen de aanvullende werkzaamheden ook activiteiten ten behoeve van eerste gebruikers en op het gebied van optimale praktijken omvatten. IV.4.2 Grootschalige omgevingen gemeenschappelijke virtuele en verfijnde Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van modellen, talen en technologieën voor gemeenschappelijke virtuele en verfijnde omgevingen en het verkennen van menselijke interactie daarin, bedoeld zowel voor professionals als voor consumenten. Tot het werkterrein behoren multisensoriële interactie zowel in op realiteit gebaseerde als in artificiële virtuele en verfijnde omgevingen, en de naadloze integratie ervan met audiovisuele representatie- en coderingstechnieken. Het omvat nieuwe en verbeterde, op virtuele realiteit gebaseerde modelleringstalen, op virtuele aanwezigheid gebaseerde concepten zoals teleaanwezigheid, avatars en autonome agenten, uitbreidbaarheid en transparantie voor de gebruiker op gedistribueerde heterogene platforms en netwerken, en het verminderen van de toegangskosten. De technologische werkzaamheden moeten worden aangevuld met grootschalige demonstratiemodellen van nieuwe toepassingen en met sociaal en psychologisch onderzoek dat zowel op nieuwe als ervaren gebruikers is gericht. IV.5 Mobiele en persoonlijke communicatie en systemen, waaronder satellietgebaseerde systemen en diensten De werkzaamheden zijn gericht op "de overgang naar een geïntegreerd, naadloos netwerk dat voor wereldwijde persoonlijke verbindingen zorgt en toegang tot breedbandige draadloze multimediacommunicatie en -diensten mogelijk maakt voor iedereen, waar en wanneer dan ook". De werkzaamheden zullen worden gestuurd door geavanceerde herconfigureerbare radioconcepten, die het gebied van de terminal tot het netwerk bestrijken en sterk aanwezig zijn in terrestrische, satelliet-, vaste en draadloze diensten. De in de onderstaande actiepunten beschreven werkzaamheden worden aangevuld met relevante IST-ondersteuningsmaatregelen, waaronder introductieactiviteiten, met name proeve in de praktijk, en met gecoördineerde acties (zie hoofdstuk 4). IST Werkprogramma 99 34 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren IV.5.1 Herconfigureerbare radiosystemen en -netwerken Doel: Het leggen van de fundamenten om ervoor te zorgen dat het radionetwerk, waaronder terminals en basisstations, zich adaptief/automatisch aan verkeers- en gebruikersvereisten kan aanpassen. Er moeten architecturen worden ontwikkeld en gekwalificeerd die de gebruiker in staat stellen op transparante wijze toegang te krijgen tot op zijn behoeften afgestemde diensten via heterogene (terrestrische en satelliet-) netwerken die op verschillende frequentiebanden werken. Bijzondere nadruk zal worden gelegd op het ontwerp en de ontwikkeling van geavanceerde herconfigureerbare terminals en basisstations, alsmede op de geschikte downloadmechanismen. IV.5.2 Terrestrische draadloze systemen en netwerken Doel: Het onderzoeken, ontwikkelen, testen en kwalificeren van geavanceerde terrestrische draadloze systemen en architecturen en de interworking en het onderlinge functioneren ervan, vooral met vaste/omroepnetwerken. Het werkterrein omvat breedbandige draadloze toegangs- en distributiesystemen, maar ook draadloze backbone-alternatieven die interactieve (quasi-) realtime- en bandbreedteop-verzoek-diensten ondersteunen. Het omvat netwerkplanning, technieken voor hulpbronnenbeheer, doorstroomcontrole, signalering, kwaliteit van de dienstverlening, gericht op het beheersen van complexiteit en op voor draadloze communicatie geoptimaliseerde protocollen, beveiliging, intelligente roaming en handover-regelingen, en gebruikers-/dienstprofilering, met name voor geïntegreerde communicatie- en navigatie-/plaatsbepalingssystemen. IV.5.3 Geïntegreerde satellietsystemen en -diensten Doel: Het ontwikkelen, testen en valideren van nieuwe technologieën, architecturen en innovatieve breedbanddiensten in de context van satellietgebaseerde communicatiesystemen die gebruikers met beperkte of hoge mobiliteit toegang kunnen verlenen en in staat zijn tot interworking met andere infrastructuren. De werkzaamheden gaan van technologie-ontwikkelingen tot architecturen en de beproeving en validering van diensten waarbij van nieuwe spectrumgrenzen wordt geprofiteerd. Ze omvatten spectrum-/vermogensefficiënte toegangsregelingen, ondersteuning van op pakketten gebaseerde diensten, integratie van satelliet- en terrestrische netwerken, wereldwijd netwerkbeheer, naadloze dienstverlening, en de integratie van navigatie- en communicatiesystemen en -diensten. IV.5.4 Geavanceerde hulpmiddelen en technologieën voor draadloze communicatie Doel: Het onderzoeken, ontwikkelen, integreren en valideren van geavanceerde, innovatieve hulpmiddelen en draadloze technologieën die nodig zijn om de introductie van gediversifieerde draadloze terminals, netwerken, diensten en toepassingen voor een massamarkt te vergemakkelijken, terwijl de spectrumefficiëntie wordt gemaximaliseerd en met name ruimte wordt gecreëerd voor het verkennen van nieuwe spectrumgrenzen. Dergelijke hulpmiddelen en technologieën zullen proberen te voldoen aan de behoeften van draadloze terrestrische en satellietsystemen en -netwerken die in een breed scala van frequenties werken. Bijzondere nadruk wordt gelegd op de integratie van dergelijke technologieën in breedbandsystemen en -netwerken van de toekomstige generatie, van cellulaire tot breedbandige vaste radiotoegang en breedbandige draadloze lokale netwerken. IV.6 Interfaces die gebruik maken van de verschillende zintuigen Deze werkzaamheden hebben betrekking op “de ontwikkeling van intuïtieve manieren om gegevens te vergaren, te verstrekken en met systemen te IST Werkprogramma 99 35 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren communiceren”. Daartoe behoren “de ontwikkeling en integratie van geavanceerde sensor-, actuator- en displaytechnologieën”. V.6.1 Aanpasbare multisensoriële interfaces Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van geïntegreerde multisensoriële subsystemen door middel van geavanceerde sensor-, actuator- en displaytechnologieën, inclusief de verwerking van visuele en auditieve scènes. Het werkterrein omvat ondermeer de ontwikkeling van nieuwe interactieparadigma’s en bemiddelingstechnologieën die intelligente, multimodale, multisensoriële gebruikersinterfaces voor met de hand draagbare en/of op het lichaam draagbare informatietoestellen en -systemen ondersteunen. Met de aanpak moeten betaalbaarheid, gebruiksgemak en toegankelijkheid worden beoogd en hij moet gericht zijn op individuele en groepsgebruikers, zowel consumenten als professionals. Het werkterrein omvat ook de ontwikkeling en demonstratie van technologieën voor geavanceerde displays, inclusief, waar dit nodig is, elektronica op het gebied van geïntegreerde drivers, beeldverwerking, aanraakgevoeligheid en besturing, waarbij wordt gestreefd naar goedkope toepassingen voor een massamarkt. De werkzaamheden moeten met introductieactiviteiten worden aangevuld. IV.7 Randapparatuur, subsystemen en microsystemen De werkzaamheden op het gebied van randapparatuur "hebben betrekking op massageheugensystemen, subsystemen met de nadruk op partitionering, interconnectie, verpakking en beproeving, en op microsystemen die intelligente geminiaturiseerde systemen bevatten waarin detectie- en/of aandrijvings- met verwerkingsfuncties worden gecombineerd". IV.7.1 Randapparatuurtechnologieën Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van geavanceerde technologieën voor magnetische, optische en magneto-optische massageheugensubsystemen, inclusief elektronica voor gegevensopslag, retrieval en verificatie. Ontwikkeling van compacte, monolithische geheugensubsystemen, inclusief technologieën voor draagbare toepassingen met laag stroomverbruik voor gebruik in agressieve omgevingen. IV.7.2 Subsysteemtechnologieën Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van technologieën voor het ontwerpen, vervaardigen en testen van subsystemen die meercomponentenmodules met actieve en passieve elementen en bijbehorende software bevatten, b.v. ingebedde systemen, die de functionele blokken van informatieverwerkings- en communicatiesystemen en -netwerken vormen. Tot het werkterrein behoren geavanceerde interconnectie, inclusief opto-elektronische interconnectie, en verpakkingstechnologieën, inclusief materialen, processen en apparatuur, samen met werkzaamheden op het gebied van methodologieën voor systeempartitionering en testtechnieken. Voorts omvat het goedkope benaderingen ten aanzien van minimale pakketten en interconnectiesubstraten met hoge dichtheid en directe aansluiting. De werkzaamheden worden aangevuld met de evaluatie van geavanceerde apparatuur voor het vervaardigen van elektronische subsystemen, behuizing en aansluiting van halfgeleiderapparaten, en diensten om de toegang van gebruikers tot geavanceerde technologieën voor subsysteemintegratie te vergemakkelijken. IST Werkprogramma 99 36 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren IV.7.3 Microsystemen Doel: Het ontwikkelen en valideren van multifunctionele intelligente microsystemen. De werkzaamheden zijn sterk toepassingsgericht en bestrijken alle bedrijfssectoren. Ze impliceren onderzoek en ontwikkeling ter verbetering van de productie- en technologiebasis, ontwerphulpmiddelen, methoden en tests, verpakking, montage en integratie, en omvatten tevens experimenten met toepassingen. Tot de werkzaamheden behoort ook de evaluatie van geavanceerde prototypeapparatuur. De nadruk zal worden gelegd op het vergemakkelijken van een bredere toepassing, waaronder het verlenen van toegang tot prototyping en de fabricage van kleine hoeveelheden, ontwerp- en klantenondersteuningsdiensten, netwerken ter ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling en acties ten behoeve van eerste gebruikers. IV.8 Micro-elekronica Bij deze werkzaamheden is gekozen voor een "systeemgerichte benadering" van "materialen, apparatuur, processen, ontwerp- en testmethoden, en hulpmiddelen die de ontwikkeling van elektronische componenten mogelijk maken", alsmede de "toepassing" ervan. Introductieactiviteiten, met name de bevordering van toegang, evaluaties, acties ten behoeve van eerste gebruikers en initiatieven inzake optimale praktijken vormen een belangrijk deel van de werkzaamheden (zie hoofdstuk 4). IV.8.1 Ontwerp voor micro-elektronica en opto-elektronica Doel: Het ontwikkelen van geavanceerde methodologieën en ondersteuningshulpmiddelen voor het ontwerp en het testen van systemen en schakelingen, met speciale aandacht voor gemengd-signaal- en RF-schakelingen met laag stroomverbruik, en medeontwerpen van hardware/software. De werkzaamheden zullen worden georganiseerd in projectclusters met de nadruk op herbruikbare inbouwbare functionele software- en hardwaremodules. Tot het werkterrein behoren aanvullende activiteiten met het oog op initiatieven op het gebied van optimale praktijken voor het ontwerp van systemen en schakelingen en toegang tot geavanceerde technologieën voor prototyping en de fabricage van kleine hoeveelheden, toegang tot CAD-hulpmiddelen voor leren en eerste gebruikers, en toegang tot ondersteunende infrastructuren voor geavanceerde CAD-hulpmiddelen ten behoeve van onderzoekers. IV.8.2. Toepassingscapaciteiten Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van het gebruik van micro-elektronische en opto-elektronische technologieën voor toepassingsspecifieke behoeften, met de nadruk op de thema’s overdraagbaarheid, duurzaamheid en realtimesystemen. De werkzaamheden omvatten hardware- en softwareaspecten van componenten, en de verbetering en aanpassing van geavanceerde technologieën. Ze moeten door de gebruikers en leveranciers van technologieën gezamenlijk worden aangepakt. Tot het werkterrein behoort een actie ten behoeve van eerste gebruikers om industriële ondernemingen ertoe aan te zetten micro-elektronische of opto-elektronische technologieën in hun producten in te bouwen. IV.8.3 Processen, apparatuur en materialen Doel: Het ontwikkelen van compatibele CMOS-procesmodules, -apparatuur en materialen, inclusief optische lithografie tot 0,1 micron en lager, interconnectieschema's voor 0,15 micron en lager, en verwante geavanceerde procesopties. Tot het werkterrein behoren onderzoek op het gebied van halfgeleidertechnologieën waarbij gebruik wordt gemaakt van materialen zoals SiGe en SiC en alternatieve benaderingen ten aanzien van bulksilicium zoals SOI, en een IST Werkprogramma 99 37 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren actie op het gebied van de evaluatie van geavanceerde prototypeapparatuur voor het vervaardigen van halfgeleidercomponenten. IV.8.4 Geavanceerde opto-elektronica en micro-elektronica Doel: Het ontwikkelen van geavanceerde opto-elektronische en fotonische apparaten en modules, vastestoflichtbronnen en -detectoren en verwante materialen voor hogesnelheidsroutering en -verwerking, opslag en interconnectie. Daartoe behoren goedkope opto-elektronische en micro-optische componenten en integratie met micro-elektronische apparaten. Het verrichten van geavanceerd halfgeleideronderzoek gericht op het bepalen van de industriële haalbaarheid en het effect van nieuwe apparaten, processen en materialen, inclusief niet-optische lithografie, die binnen een periode van 5 tot 10 jaar een effect op de markten zouden kunnen hebben. Tot het werkterrein behoren aanvullende acties voor het verlenen van toegang tot geavanceerde technologieën op het gebied van micro-elektronica ten behoeve van onderzoekers. IST Werkprogramma 99 38 Programmadoorsnijdende thema's 3.5 PROGRAMMADOORSNIJDENDE THEMA'S 3.5.1 Doelstellingen Programmadoorsnijdende thema’s zijn de meest praktische uitingen van zowel het geïntegreerde karakter van het IST-programma als de onderliggende convergentie van informatieverwerking, communicatie en media. De programmadoorsnijdende activiteiten en “clusters” moeten ervoor zorgen dat thema’s die op meer dan een kernactiviteit betrekking hebben, op een coherente manier worden behandeld, waarbij elke kernactiviteit specifiek werkt en een bijdrage levert vanuit haar eigen invalshoek. Deze activiteiten bieden een toegevoegde waarde doordat ze de uitwisseling van informatie, de totstandbrenging van een consensus en de coördinatie betreffende de programmadoorsnijdende thema’s vergemakkelijken. 3.5.2 Strategie en opbouw De waarde van het IST-programma ligt voor een groot deel in het feit dat het een breed scala van onderzoeksgebieden in één thematisch programma bijeenbrengt en daardoor mogelijkheden biedt voor “kruisbestuiving” en synergie. Er is gekozen voor een tweeledige strategie om programmadoorsnijdende thema’s aan bod te laten komen: enerzijds wordt met "programmadoorsnijdende activiteiten" (CPA's, CrossProgramme Actions) uitgenodigd tot het indienen van voorstellen op thema's die meer dan één kernactiviteit bestrijken. Programmadoorsnijdende actiepunten zijn een sterk integratiemechanisme dat indieners de flexibiliteit biedt om multidisciplinair en multifunctioneel OTO met betrekking tot meer dan één kernactiviteit op coherente wijze uit te voeren. Bij de projecten die voortvloeien uit programmadoorsnijdende actiepunten moet nauw worden samengewerkt met de relevantste projecten in de kernactiviteiten. anderzijds zullen met "programmadoorsnijdende clusters" (CPC’s, CrossProgramme Clusters) "a posteriori" links tussen lopende projecten binnen het gehele programma worden gelegd en zal voor het nodige bindmiddel worden gezorgd om de complementariteit van die projecten en de uit hun werkzaamheden voortvloeiende synergie te versterken. De projecten binnen een programmadoorsnijdend cluster zullen, hoewel ze onder verschillende kernactiviteiten vallen, gemeenschappelijke onderwerpen en doelstellingen hebben. De CPC's worden door middel van het in punt V.2.1 hierna beschreven enige actiepunt uitgevoerd. 3.5.3 Prioriteiten voor 1999 Voor programmadoorsnijdende activiteiten zijn de vier thema's in de onderstaande tabel aangewezen: Geïntegreerde toepassingsplatforms en diensten CPA.1 Betrouwbaarheid van diensten en technologieën CPA.2 Ontwerp voor allen voor een open informatiemaatschappij CPA.3 Nieuwe indicatoren en statistische methoden CPA.4 IST Werkprogramma 99 39 Programmadoorsnijdende thema's Beschrijving van de actiepunten V.1.1 CPA.1 Geïntegreerde toepassingsplatforms en diensten Doel: Het ontwikkelen van technologieën en hulpmiddelen om toepassingen en synergetische dienstenpakketten op coherente wijze te integreren, en het demonstreren en kwantificeren van de waarde ervan voor de burgers en in ondernemingen. Verwacht wordt dat deze activiteiten relevante systemen en diensten uit de vier kernactiviteiten integreren en vervolgens demonstreren, en dat ze een modelfunctie voor de informatiemaatschappij in Europa vervullen. De werkzaamheden omvatten de ontwikkeling van geïntegreerde, toepassingsondersteunende omgevingen voor openbare en particuliere organisaties door middel van nieuwe werkprocessen, technische paradigma’s voor integratie, aangepaste marketing- en commerciële benaderingen, en de aanpassing van infrastructuren. Voorts omvatten ze de ontwikkeling en demonstratie van hulpmiddelen en platforms voor de integratie van sectorale diensten. Speciale aandacht zal worden besteed aan innovatieve integratieparadigma’s en complementariteit tussen diensten. De demonstratiesites moeten complementair en onderling gekoppeld zijn, en tevens als steunpunt voor de nationale of regionale ontwikkeling van de informatiemaatschappij dienen. V.1.2 CPA.2 Betrouwbaarheid van diensten en technologieën Doel: Het ontwikkelen van technologieën, methoden en hulpmiddelen om te voldoen aan nieuwe eisen inzake generieke betrouwbaarheid in de informatiemaatschappij, die het gevolg zijn van de universele en massale aanwezigheid van ingebedde en genetwerkte systemen en diensten, alsmede van het mondiale en complexe karakter van grootschalige informatie- en communicatie-infrastructuren, en die worden gesteld door burgers (vooral met het oog op een betere bescherming van de privacy), overheidsdiensten en ondernemingen op het gebied van technologieën (hardware en software), hulpmiddelen, systemen, toepassingen en diensten. In de werkzaamheden moeten de brede uitbreidbaarheid en heterogeniteit van de eisen en de werkomgevingen tot uiting komen. Het accent zal worden gelegd op hulpmiddelen voor de beheersing van risico's en incidenten en op technologieën voor een betere bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Tot het werkterrein behoren infrastructuren en diensten voor zelfcontrole en zelfcorrectie. V.1.3 CPA.3 Ontwerp maatschappij voor allen voor een open informatie- Doel: Het toepassen en demonstreren van 'ontwerp voor allen'-beginselen op het gebied van de ontwikkeling en beproeving van op IST gebaseerde producten en diensten voor algemeen gebruik, om ervoor te zorgen dat ze beter voldoen aan de behoeften van zoveel mogelijk gebruikerscategorieën. Bij deze werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de menselijke factoren die een rol spelen bij de overgang van een computergericht interactieparadigma naar nieuwe interactieomgevingen, en moet speciale aandacht worden besteed aan methoden en technologieën waarmee wordt voorzien in interactiviteit en toegankelijkheid van hoge kwaliteit die op de behoeften van de individuele gebruiker zijn afgestemd. Er moet worden gestreefd naar de invoering tegen 2002 van 'ontwerp voor allen'-beginselen en -praktijken bij de ontwikkeling van consumentenapparaten en onlinediensten. Voorts moet het effect worden aangetoond van de toepassing van 'ontwerp voor allen'-beginselen op de ontwikkeling van bruikbare en aanvaardbare producten, interactieve toepassingen en diensten in de informatiemaatschappij. Deze werkzaamheden moeten worden aangevuld met IST-ondersteuningsmaatregelen, met name voor de ontwikkeling van een ontwerpcorpus dat aanbevelingen, hulpmiddelen en methoden omvat. Bovendien moet ernaar worden gestreefd de IST Werkprogramma 99 40 Programmadoorsnijdende thema's bewustwording ten aanzien van universeel ontwerp te versterken, en de vaststelling en verspreiding van optimale praktijken in de industrie te bevorderen. V.1.4 CPA.4 Nieuwe indicatoren en statistische methoden9 Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van nieuwe statistische hulpmiddelen en methoden, het aanwenden van statistische hulpmiddelen en methoden in toepassingen, en het ontwikkelen van indicatoren van de nieuwe economie. Hulpmiddelen en methoden: het ontwikkelen en demonstreren van nieuwe methoden en hulpmiddelen voor het verzamelen, uitwisselen en harmoniseren van statistische gegevens, voor de aanpassing van statistische concepten aan de dynamische mondiale omgeving, voor de verbetering van de kwaliteit van gegevens en het vaststellen van normen inzake kwaliteitsborging, voor verwerking en analyse, voor gebruikersvriendelijke verspreiding en het bereiken van een kritische massa door demonstratie en overdracht van optimale praktijken. Toepassingen: het ontwikkelen van innovatieve manieren om gebruik te maken van statistische hulpmiddelen en methoden in specifieke toepassingen met het doel de in de kernactiviteiten ondernomen werkzaamheden te ondersteunen. Bijvoorbeeld in kernactiviteit I, de werkzaamheden voor het genereren van statistieken om de gezondheidstoestand te volgen, in kernactiviteit II, de werkzaamheden voor het verzamelen van gegevens voor virtueel bedrijfsbeheer, in kernactiviteit III, de werkzaamheden voor het ontwikkelen van methodologieën voor het verzamelen van gegevens en het trekken van steekproeven met het oog op de evaluatie van de toegankelijkheid, de vernieuwing van vaardigheden, enz. Indicatoren: het conceptualiseren, definiëren en meten van statistische indicatoren over de aard, de dynamiek en het sociaal-economische effect van de nieuwe informatie-economie. Tot de vereiste werkzaamheden behoren multidisciplinair teamwerk; een onderzoek naar de adequaatheid, de relevantie, de kwaliteit, de coherentie en de vergelijkbaarheid van de bestaande statistieken over de nieuwe economie; en bijgevolg de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technieken voor het genereren van gegevens en strategieën voor het verzamelen van gegevens. V.2.1 CPCO: Open programmadoorsnijdende clusters Dit actiepunt bevordert de "open" ontwikkeling van op projectclusters gebaseerde programmadoorsnijdende thema’s. De voorgestelde clusters moeten de toegevoegde waarde van hun activiteiten op programmaniveau kunnen aantonen en moeten een beroep doen op diverse IST-ondersteuningsmaatregelen (zie hoofdstuk 4) om het thema op te bouwen. Zo kunnen individuele programmadoorsnijdende clusters bijvoorbeeld thema's behandelen zoals "mobiele burgers en diensten”, "privacy en gegevensbescherming", "beveiliging en personalisering", "ruimtetechnologieën en toepassingen", "kennisbeheer en leren", en "interfaces en interactiviteit". Dit zijn allemaal thema's die het gehele programma omspannen. Het is echter niet de bedoeling een complete lijst van mogelijkheden te geven en indieners kunnen in dit verband steeds suggesties doen. 9 Deze programmawijde activiteit zal in samenwerking met Eurostat worden ontwikkeld. IST Werkprogramma 99 41 Technologieën van de toekomst of in opkomst 3.6 TECHNOLOGIEËN VAN DE TOEKOMST OF IN OPKOMST 3.6.1 Doelstellingen “Deze specifieke activiteit inzake technologieën van de toekomst of in opkomst heeft betrekking op onderzoek dat op langere termijn wordt verricht of bijzonder grote risico's met zich brengt, hetgeen gecompenseerd wordt door het vooruitzicht op belangrijke doorbraken en mogelijke industriële en maatschappelijke effecten. Dergelijke werkzaamheden worden dan ook voornamelijk transdisciplinair uitgevoerd of binnen een discipline in opkomst. Zij versterken de koppeling en de stroom van ideeën, initiatieven en mensen tussen de academische wereld en het bedrijfsleven in de EU.” 3.6.2 Strategie en opbouw Dit gebied zal in twee delen worden geïmplementeerd: het open domein en een beperkt aantal proactieve initiatieven. Het open domein zorgt ervoor dat alle technologieën van de informatiemaatschappij volledig worden bestreken door volgens een 'bottom-up'-benadering te blijven openstaan voor elk nieuw idee dat een industrieel of maatschappelijk effect kan hebben. Er zal in 1999 een permanent open oproep worden gepubliceerd. De proactieve initiatieven hebben tot doel hulpbronnen te richten op enkele cruciale opkomende visionaire en ambitieuze doelstellingen op lange termijn. De keuze van actiepunten voor proactieve initiatieven zal worden gebaseerd op de mogelijkheden die ze inhouden om op lange termijn een industrieel en maatschappelijk effect te sorteren, en op de tijdigheid ervan. Elk initiatief bestaat uit een stel autonome, maar nauw op elkaar inwerkende en op passende wijze genetwerkte projecten die hun onderzoek coördineren en met behulp van gemeenschappelijke onderzoekvoorzieningen versterken wanneer dit schaalvoordelen oplevert. 3.6.3 OTO-prioriteiten in 1999 Overzicht Naast het open domein worden de volgende proactieve initiatieven als prioriteiten voor 1999 aangewezen: Kwantuminformatica en -communicatie Universele informatie-ecosystemen Nanotechnologische informatieapparaten Mogelijke nieuwe initiatieven voor 2000 en daarna zullen worden aangewezen door middel van een serie strategische en visionaire workshops en een activiteit op het gebied van technologieobservatie, die in nauwe samenwerking met andere actoren zal worden uitgevoerd, waaronder de relevante GCO-instituten en de eenheid “Scientific and Technological Options” van het Europees Parlement, wanneer dit nodig is. IST Werkprogramma 99 42 Technologieën van de toekomst of in opkomst Beschrijving van de actiepunten Open Domein VI.1.1 FET O: Open domein Doel: Het bevorderen van uitvindingen, creativiteit en lumineuze ideeën. Het domein staat open voor alle ideeën die betrekking hebben op technologieën van de informatiemaatschappij, mits de ideeën zeer innovatief zijn en de realisering van deze ideeën ofwel zeer riskant is, ofwel onderzoek op lange termijn vereist. De voorgestelde werkzaamheden moeten de mogelijkheid inhouden om in industrieel of maatschappelijk opzicht tot belangrijke doorbraken te leiden. Het domein staat open voor het ontwikkelen van nieuwe technologieën; het verkennen van nieuwe manieren om dingen te doen; of het creëren van nieuwe contexten en rollen voor opkomende technologieën. Er is financiering beschikbaar voor korte evaluatiefasen (normaliter voor één jaar, gefinancierd met een vast bedrag) en voor volwaardige onderzoeksprojecten. De oproep tot het indienen van voorstellen zal gedurende de gehele looptijd van het programma open blijven (d.w.z. dat op elk moment voorstellen kunnen worden ingediend). Tot dit actiepunt behoort ook het Human Frontier Science Program (HFSP). Zie Sectie 6.1. Proactieve initiatieven VI.2.1 FET P1: Kwantuminformatica en -communicatie Doel: Het ontwikkelen van nieuwe systemen en technieken voor informatieverwerking, -overdracht en -beveiliging door gebruik te maken van de eigenschappen van kwantummechanische bewerkingen. Doelstellingen op middellange termijn zijn de ontwikkeling van een uitbreidbare elementaire processor, veilige communicatiesystemen dankzij kwantumcryptografie, demonstraties van kwantumcommunicatie over langere afstand, alsmede overeenkomstige technologische bouwstenen. Grote uitdagingen in dit verband zijn de beheersing van de-coherentie, de ontwikkeling van kwantumalgoritmen, alsmede de ontwikkeling van methoden voor kwantuminformatieopslag, -retrieval en tussentijdse uitlezing. Bij de werkzaamheden moet worden gezocht naar een evenwicht tussen experimenteel en theoretisch onderzoek en moet interdisciplinaire expertise op het gebied van fysica, chemie, informatica, communicatie- en halfgeleidertechniek, fotonica en potentiële toepassingen worden bijeengebracht. VI.2.2 FET P2 Universele informatie-ecosystemen Doel: Het verkennen van middelen om een “universeel informatie-ecosysteem” te creëren waarin elke afzonderlijke “kennisentiteit” (of dat nu een persoon, een organisatie of een namens hen optredende entiteit is) zich wereldwijd, en toch selectief, bewust kan zijn van de kansen die op elk tijdstip door alle anderen worden geboden. “Kennisentiteiten” zullen trachten hun doelstellingen te bereiken door diegenen te identificeren die het meest geschikt zijn om mee samen te werken en te zoeken naar de doelmatigste manieren om dat te doen, waardoor ze op dynamische wijze zelf de nieuwe organisatorische structuren zullen organiseren en vaststellen die ze nodig hebben. Bij dit initiatief zullen nieuwe scenario’s, technieken en omgevingen worden verkend in een context waarin steeds meer mensen en organisaties in een echt open en wereldwijde omgeving met elkaar moeten communiceren, samenwerken en handel drijven. Daarbij zullen experimenteel en theoretisch onderzoek worden gecombineerd en zal interdisciplinaire expertise op het gebied van netwerktechnologieën, gedistribueerde systemen, softwareengineering, symbolische logica, kunstmatige intelligentie, mens-computerinteractie, alsmede economie, organisatorische theorie en sociale wetenschappen in het algemeen bij elkaar worden gebracht. IST Werkprogramma 99 43 Technologieën van de toekomst of in opkomst VI.2.3 FET P3 Nanotechnologische informatieapparaten Doel: Het ontwikkelen van nieuwe families apparaten en systemen die tot radicaal nieuwe alternatieven voor informatieverwerking en –opslag leiden en waarvan in vergelijking met de uiteindelijke siliciumtechnologie grote voordelen kunnen worden verwacht op het gebied van stroomverbruik, snelheid, opslag, capaciteit, kosten of functionaliteit. Dergelijke apparaten en systemen zouden voor hun werking gebruik moeten maken van moleculair gedrag of gedrag op atomaire schaal, terwijl tevens nieuwe architecturen voor logische of geheugenbewerkingen zouden moeten worden ontwikkeld, alsmede fabricagetechnieken voor structuren met kritische afmetingen van ongeveer 10 nm en minder, inclusief zelfmontage. Verwacht wordt dat transdisciplinaire werkzaamheden met betrekking tot fysische, chemische, mechanische en biologische verschijnselen op nanoschaal van cruciaal belang zullen zijn voor de ontwikkeling van innovatieve benaderingen ten aanzien van informatieverwerkende nanosystemen. IST Werkprogramma 99 44 Onderzoeknetwerken 3.7 ONDERZOEKNETWERKEN 3.7.1 Doelstellingen De eerste doelstelling is "het leggen van trans-Europese breedbandverbindingen tussen nationale onderzoek-, onderwijs- en opleidingsnetwerken te vergemakkelijken; deze netwerken moeten over een zodanige capaciteit en kwaliteit beschikken dat wordt voorzien in de gezamenlijke behoeften van de Europese academische en industriële onderzoekers10. Ook moet ervoor worden gezorgd dat het resulterende netwerk technologisch gezien zijn voorhoedefunctie op wereldniveau behoudt". De tweede doelstelling is de experimentele interconnectie van proefbanken voor “de integratie van gezamenlijke onderzoek- en ontwikkelings-, demonstratie- en introductieactiviteiten (die tot de kernactiviteiten van dit programma behoren), die een technologische voortrekkersrol vervullen", te ondersteunen. 3.7.2 Strategie en opbouw In de oproepen van 1999 zal de nadruk worden gelegd op het verlenen van transEuropese breedbandinterconnectiediensten voor onderzoeknetwerken of proefbanken en op de levering van proefbanken, wat samen één actiepunt vormt. Dit zal als leveringsopdracht worden aangepakt, met volledige transparantie bij de openbare aanbesteding van geavanceerde diensten. De werkzaamheden met betrekking tot de interconnectie van onderzoeknetwerken zullen bij die van het vierde kaderprogramma aansluiten. Het tweede actiepunt met betrekking tot de levering en het gebruik van proefbanken voor experimenten met geavanceerde netwerkvorming en toepassingen dient door middel van OTO-activiteiten en aanvullende IST-ondersteuningsmaatregelen te worden uitgevoerd (zie hoofdstuk 4). 3.7.3 Prioriteiten voor 1999 Beschrijving van de actiepunten VII.1.1 RN1: Breedbandinterconnectie van nationale onderwijs- en opleidingsnetwerken en proefbanken onderzoek-, Doel: Het leveren en beheren van geavanceerde trans-Europese breedbandinterconnecties tussen nationale onderzoek-, onderwijsen opleidingsnetwerken, om in de gezamenlijke behoeften van de Europese universitaire en industriële onderzoekers en van de op nationaal niveau beschikbare diensten te voorzien. Dit impliceert de uitbreiding van de bestaande capaciteiten tot capaciteiten die gigabit/s benaderen, steun voor verschillende niveaus van 'dienstverleningskwaliteit' en verbetering van de verbindingsmogelijkheden met derde landen, alsmede toezicht op het gebruik van dergelijke diensten en het bepalen van de desbetreffende behoeften van de gebruikers. Het leveren en beheren van geavanceerde proefbanken en trans-Europese experimentele communicatieverbindingen om de proefnemingen in het kader van IST-projecten te ondersteunen. 10 Steun voor onderzoekinfrastructuur wordt verleend door thematische programma's, alsmede door het horizontale programma "Verhoging van het menselijk onderzoekpotentieel en verdieping van de fundamentele kennis op sociaaleconomisch gebied". Het zal de taak van dit horizontale programma zijn regelmatig een "kaart" op te stellen en te publiceren waarin voor alle categorieën onderzoekinfrastructuur wordt aangegeven tot welk(e) specifiek(e) programma('s) ze zich voor steun kunnen wenden. IST Werkprogramma 99 45 Onderzoeknetwerken VII.1.2 RN2 Proefbanken voor experimenten netwerkvorming en toepassingen met geavanceerde Doel: Het ondersteunen van het gebruik van geavanceerde proefbanken voor proefnemingen in het kader van IST-projecten voor OTO met het oog op: validering van communicatietechnieken en netwerken van de volgende generatie en van toepassingen en diensten; integratie van krachtige computers en communicatie, inclusief virtuele laboratoria, studio’s en instituten. Van de acties wordt ook verwacht dat zij: in de toekomstige computer- en communicatiebehoeften van onderzoekers voorzien; de toepassing van de beste functionaliteiten en systemen ter wereld in Europese kenniscentra verbeteren; en de totstandbrenging, validering en toepassing van open interfaces, gemeenschappelijke normen en gedragscodes door fabrikanten, netwerkexploitanten, dienstenleveranciers en gebruikers bespoedigen. IST Werkprogramma 99 46 IST-ondersteuningsmaatregelen 4. IST-ONDERSTEUNINGSMAATREGELEN Deze activiteiten worden gelijktijdig met de OTO-acties uitgevoerd en zijn bedoeld ter voorbereiding (vóór), ondersteuning (tijdens) en bevordering van de snelle introductie en overdracht (na) van technologieën, ervaring en knowhow die uit de uitvoering van OTO zijn voortgevloeid. Het IST-programma moedigt ook specifiek aan tot de vorming van clusters van OTO-activiteiten met gemeenschappelijke doelstellingen en tot overleg tussen projecten waarbij informatie moet worden uitgewisseld, en is een stimulans voor werkgroepen en expertisenetwerken om een flexibele samenwerking tussen prominente onderzoekers te bevorderen. Ondersteuning van het normalisatieen prenormalisatieproces zal op alle gebieden worden aangemoedigd. De sociaal-economische onderzoeksactiviteiten zullen worden gecoördineerd en de resultaten ervan zullen worden gebundeld en op coherente wijze worden gepresenteerd. De IST-ondersteuningsmaatregelen kunnen op het niveau van het IST-programma, van een kernactiviteit of - wat meer voor de hand ligt - van een actiepunt of cluster van actiepunten worden gespecificeerd. Met uitzondering van introductiemaatregelen (zie volgende punt) kunnen voorstellen voor IST-ondersteuningsmaatregelen op elk moment (zie de desbetreffende oproep tot het indienen van voorstellen) worden ingediend en zij worden meestal gelijktijdig met OTO-voorstellen beoordeeld. Nadere inlichtingen over het opstellen en indienen van een voorstel worden in de Gids voor indieners verstrekt. VIII.1.1 Introductiemaatregelen Introductiemaatregelen zijn speciale ondersteuningsmaatregelen waarvoor altijd een specifieke oproep tot het indienen van voorstellen wordt gepubliceerd. Ze zijn erop gericht de overdracht van zowel geavanceerde als beproefde, maar nog onvoldoende toegepaste methodologieën en technologieën naar het bedrijfsleven en andere organisaties te bevorderen om de doeltreffendheid en de kwaliteit te verbeteren en de kosten te drukken. De introductiemaatregelen omvatten: Praktijkproeven: (voor gebruikers en leveranciers) zijn gericht op de aanpassing en introductie van geavanceerde technologie (die veelbelovend is, maar nog niet volledig is beproefd) in toepassingen voor de industrie en de dienstensector, en op de gezamenlijke evaluatie ervan (door leverancier en gebruiker). Teneinde profijt te trekken van synergieën, een ruimere toepassing te bespoedigen en hinderpalen voor de commerciële exploitatie uit de weg te ruimen, worden de maatregelen normaliter georganiseerd in groepen acties met de verplichting de resultaten te verspreiden en ervaring over de grenzen heen en over alle industriële en dienstensectoren te verspreiden. Acties inzake optimale praktijken: (voor gebruikers) bevorderen verbeteringen van de praktijken, processen en werkmethoden in de industrie en de dienstensector via de introductie van goed gefundeerde, gerijpte en beproefde - maar nog onvoldoende toegepaste - methoden en technologieën, teneinde (in de gebruikersorganisatie) de doeltreffendheid en de kwaliteit te verbeteren en de kosten te drukken. Acties ten behoeve van eerste gebruikers: bevorderen van processen en werkmethoden in de industrie en de dienstensector toepassing van goed gefundeerde en beproefde methoden en teneinde (in de gebruikersorganisatie) de doeltreffendheid en verbeteren en de kosten te drukken. IST Werkprogramma 99 47 de producten, door de eerste technologieën, de kwaliteit te IST-ondersteuningsmaatregelen Evaluaties: (door gebruikers en leveranciers) bevorderen het gebruik van innovatieve apparatuur en materialen in de industrie en de dienstensector door innovatieve producten in het licht van gebruikerseisen en -specificaties te evalueren. Toegangsacties: zijn bedoeld om gecoördineerde toegang tot geavanceerde, opkomende technologieën en diensten, kennis en expertise te verlenen. In 1999 wordt prioriteit gegeven aan het verlenen van toegang tot: geavanceerde technologieën voor subsysteemintegratie; prototyping en fabricage van kleine hoeveelheden, ontwerpen ondersteuningsdiensten, onderzoeken ontwikkelingsnetwerken; geavanceerde technologieën op het gebied van microelektronica voor onderzoekers; CAD-hulpmiddelen voor leren, en ondersteunende infrastructuren voor geavanceerde CAD-hulpmiddelen ten behoeve van onderzoekers. Knooppunten ter ondersteuning van de introductie: zijn bedoeld om een groep introductieactiviteiten te coördineren en te implementeren, teneinde ervaring uit te wisselen, gebruik te maken van synergieën en de inspanningen van de verschillende spelers te verbreden om een kritische massa te bereiken. Er wordt sterk de nadruk gelegd op proactieve ondersteuning van de introductie, de ruime verspreiding van resultaten, een sterkere bewustwording en het stimuleren van technologieoverdracht op thematisch of regionaal niveau of op het niveau van de industrie-/dienstensector. De ondersteuningsknooppunten zullen normaliter in een netwerk met elkaar worden verbonden om de uitwisseling van ervaring tussen de knooppunten op Europese schaal te vergemakkelijken. Deze maatregelen zijn bedoeld om de introductie op ruime schaal, met name in het MKB, te stimuleren en innovatie aan te moedigen. Introductiemaatregelen kunnen alleen worden genomen als daarvan onder een actiepunt of groep actiepunten specifiek melding wordt gemaakt. Het tijdschema voor de indiening van voorstellen voor introductiemaatregelen wordt derhalve voor elk specifiek actiepunt in de gepubliceerde oproep tot het indienen van voorstellen vastgesteld. VIII.2.1 Gecoördineerde acties en thematische netwerken IST-projectclusters: zijn bedoeld om OTO-projecten die reeds worden gefinancierd, te coördineren teneinde de opgedane ervaring uit te wisselen, de onderzoeksinspanningen van de verschillende actoren zodanig uit te breiden dat een kritische massa wordt bereikt, de resultaten te verspreiden en de gebruikers te informeren. De projecten worden actief aangemoedigd om met elkaar samen te werken en een coherente aanpak te ontwikkelen waarin het IST-programma geleidelijk aan zal worden geïntegreerd. Er kunnen voorstellen worden ingediend voor de extra hulpbronnen die vereist zijn om de vorming van projectclusters te ondersteunen. Deze maatregel is erop gericht de nauwe coördinatie en de complementariteit van de werkzaamheden in het kader van de verschillende projecten te waarborgen teneinde hun gezamenlijk effect zoveel mogelijk te vergroten, vooral op het gebied van normalisatie, optimale praktijken en exploitatie van resultaten. Projectclusters kunnen meer dan één actiepunt of kernactiviteit bestrijken of kunnen een programmadoorsnijdende activiteit vormen. Expertisenetwerken en onderzoeksopleidingsnetwerken: brengen ondernemingen, gebruikers, universiteiten en onderzoekcentra met een gemeenschappelijke OTO-doelstelling bijeen. Expertisenetwerken kunnen voor groepen en instituten in afgelegen gebieden bijzondere voordelen opleveren omdat zij mogelijkheden bieden voor opleiding, overdracht van technologie en toegang tot expertise en hulpbronnen. IST Werkprogramma 99 48 IST-ondersteuningsmaatregelen Werkgroepen: zijn erop gericht de systematische uitwisseling van informatie en het smeden van banden tussen teams die OTO- of introductieactiviteiten uitvoeren rond een gemeenschappelijk thema, te verbeteren door middel van korte wetenschappelijke bezoeken en de organisatie van seminars, workshops en conferenties. Werkgroepen kunnen ook worden gebruikt om normalisatie- en standaardisatieactiviteiten te ondersteunen en de specificatie van de gebruikerseisen voor een of meer lopende projecten te coördineren. VIII.3.1 Begeleidende maatregelen Studies: deze acties verstrekken de onderzoekswereld zowel technologische als marktanalysen teneinde de onderzoeksactiviteiten op de internationale en sociaal-economische tendensen af te stemmen. Het doel ervan is inzicht te krijgen in de maatschappelijke en economische gevolgen van de toepassing en het gebruik van technologieën van de informatiemaatschappij die in het kader van het programma zijn ontwikkeld. Dergelijke studies kunnen ook deel uitmaken van het OTO dat elke kernactiviteit bestrijkt. Ze worden ook gecoördineerd met initiatieven van het specifieke programma "Verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied" (zie punt 6.3). Verspreidings- en voorlichtingsacties: zijn in te delen in twee categorieën. De acties van de eerste categorie zijn gericht op specifieke doelgroepen buiten het IST-programma. Ze zijn bedoeld om de snelle introductie van OTO-resultaten te bevorderen, meer bekendheid te geven aan OTO-activiteiten en aan het IST-programma zelf, en de exploitatie van de resultaten ervan te verbeteren. Deze externe acties omvatten de verspreiding van de praktische resultaten van projecten, het verlenen van ruimere toegang tot bestaande proeven en demonstraties, en deelneming aan en organisatie van geselecteerde tentoonstellingen en handelsbeurzen. Voor bepaalde IST-verspreidings- en voorlichtingsacties kunnen specifieke aanbestedingen worden uitgeschreven volgens de aanbestedingsprocedures die op de Commissie van toepassing zijn. Andere acties, bv. steunverlening voor conferenties en tentoonstellingen, kunnen als subsidie overeenkomstig de geldende procedures van de Commissie worden uitgevoerd. De verspreidings- en voorlichtingsacties van de tweede categorie zijn gericht op de IST-deelnemers zelf. Ze effenen het pad voor het verzamelen11, de redactionele coördinatie en het aanbod van inhoud en voor de publicatie en het beheer van die inhoud, naarmate de IST-projecten en de resultaten ervan vorderen. Publicatie kan geschieden in elektronische vorm (via Internet, op cd-rom, enz.) en ook periodiek op papier of via een combinatie van beide. Behalve algemene informatie over IST die bv. in rechtstreekse samenwerking met de diensten van de Commissie wordt geproduceerd, is er ook behoefte aan informatie die meer op de specifieke behoeften van bepaalde belangengroepen is gericht. Voor bepaalde IST-verspreidings- en voorlichtingsacties kunnen specifieke aanbestedingen worden gehouden, die volgens de aanbestedingsprocedures van de Commissie worden gepubliceerd. Opleidingsmaatregelen: bevorderen en steunen de verspreiding, exploitatie en verbetering van de uit onderzoek voortvloeiende kennis op zowel technische als niet-technische gebieden die relevant zijn voor de informatiemaatschappij. De interactie tussen universitair en industrieel onderzoek zal van bijzonder belang zijn bij dergelijke maatregelen. 11 Het is de bedoeling dat van alle IST-projecten en de daaruit voortvloeiende resultaten van algemeen belang een beknopte beschrijving wordt gegeven in een voor publicatie geschikte vorm. IST Werkprogramma 99 49 IST-ondersteuningsmaatregelen VIII.4.1 Technologiestimulerende projecten om de deelneming van het MKB aan te moedigen en te vergemakkelijken Samen met het programma "Innovatie en deelneming van het MKB" zal het IST-programma financiële steun verlenen voor relevante voorstellen op het gebied van: MKB-onderzoek in samenwerkingsverband MKB-verkenningspremies. Dergelijke voorstellen moeten rechtstreeks bij het centrale aanspreekpunt, dat in het kader van het programma "Innovatie en deelneming van het MKB" is opgericht, en overeenkomstig de gepubliceerde oproepen en de in dat programma vastgestelde procedures en criteria worden ingediend (zie ook punt 6.2). VIII.5.1 Opleidingsbeurzen Marie Curie : Organisaties die geïnteresseerd zijn om als host op te treden voor Marie Curie Industrial fellowships gerelateerd aan IST onderzoek word verwezen naar de specifieke Gids voor Indieners van voorstellen, die beschikbaar worden gesteld door het horizontale programma “Verbetering van het Human resource potentieel en de socio-economische basiskennis”. Zoals in dat document uitgelegd, zullen succesvolle organisaties dit volgens aan fellows en jonge onderzoekers die een fellowship zoeken bekend maken. Aanvragen van een fellowship zullen zich dan direct bij de organisatie van hun keuze kunnen aanmelden. Personen en organisaties die geinteresseerd zijn aan vragen voor andere categorieen van Marie Curie training fellowships in te dienen, zelfs als dit gerelateerd is aan IST onderzoek zijn uitgenodigd om dit direct te doen bij het horizontale programme “Verbetering van het Human resource potentieel en de socio-economische basis kennis”. Zulke aanvragen zijn onderworpen aan de gepubliceerde oproepen tot indienen aan vragen en procedures die voor dat programma zijn gedefineerd (zie ook 6.3 hieronder). Beurzen : een beurzenstelsel zal beschikbaar zijn om jonge onderzoekers van ontwikkelingslanden, met in begrip van Mediterane partnerlanden en op komende economiën, de gelegenheid te geven om deel te nemen aan “shared cost” acties van het IST Programma”. Verdere informatie over formaat, voorbereiding en indiening van voorstellen wordt verschaft in de “Gids voor Indieners”. IST Werkprogramma 99 50 Beoordelingscriteria 5 BEOORDELINGSCRITERIA De voor de beoordeling van de voorstellen toegepaste criteria zullen aansluiten bij de algemene criteria die in het besluit betreffende het vijfde kaderprogramma12 zijn vastgesteld, en bij de regels voor deelneming die in het "Handboek procedures voor de beoordeling van voorstellen" nader worden omschreven. De vijf algemene beoordelingscriteria zijn: - wetenschappelijke/technologische kwaliteit en vernieuwing; toegevoegde waarde voor de Gemeenschap en bijdrage tot het EU-beleid; bijdrage tot de sociale doelstellingen van de Gemeenschap; vooruitzichten op het gebied van economische ontwikkeling, wetenschap en technologie; hulpbronnen, partnerschap en beheer. Wat het IST-programma betreft, geldt als algemene regel dat de deelneming van industriële organisaties aan industrieel gerichte acties aan de aard en het doel van de activiteit moet beantwoorden. Aangezien de bovengenoemde criteria voor specifieke soorten activiteiten anders kunnen worden gewogen, dienen de indieners van voorstellen kennis te nemen van de "Gids voor indieners" en de "IST-specifieke bijlage bij het Handboek procedures voor de beoordeling van voorstellen" om hun voorstel op de juiste wijze te kunnen opstellen. 12 Zoals aangegeven in het Besluit van de Raad betreffende het vijfde kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) en in het Besluit van de Raad betreffende de uitvoeringsbepalingen overeenkomstig artikel 130 J van het Verdrag. IST Werkprogramma 99 51 Coördinatieregelingen en aanverwante maatregelen 6 COÖRDINATIEREGELINGEN EN AANVERWANTE MAATREGELEN Behalve de interne coördinatie tussen de kernactiviteiten over specifieke thema's zullen meer algemene coördinatieregelingen worden getroffen om van een geïntegreerd IST-programma zoveel mogelijk profijt te kunnen trekken. 6.1 INTERNATIONALE SAMENWERKING De strategische doelstellingen bestaan erin een zo ruim mogelijke internationale samenwerking aan te moedigen om: stroomopwaarts een wereldwijde consensus te bereiken op het gebied van transparantie voor gebruikers en normalisatie; de uitwisseling van wetenschappelijke informatie en van de beste technologische know-how ter wereld te bevorderen; de wetenschappelijke en technologische samenwerking met de kandidaat-lidstaten te versterken met het oog op hun volledige deelneming aan de programma’s van de Europese Unie; en de samenwerking tussen ondernemingen, met name in de toekomstige vrijhandelszones, te versterken en tegelijkertijd de Europese intellectuele-eigendomsrechten te beschermen. In het algemeen zullen activiteiten met het oog op internationale samenwerking worden uitgevoerd volgens de bepalingen in de delen 3 en 4 van dit document of volgens een specifiek aan de eisen inzake internationale samenwerking aangepaste versie van dergelijke bepalingen. Activiteiten met het oog op internationale samenwerking kunnen ook worden uitgevoerd volgens de bepalingen die zijn opgenomen in het werkprogramma van het horizontale programma "Bevestiging van de internationale rol van het communautaire onderzoek". Aan het IST-programma kan worden deelgenomen door organisaties uit geassocieerde landen en landen die met de EU W&T-overeenkomsten hebben gesloten op het gebied van technologieën van de informatiemaatschappij, en op individuele projectbasis door internationale organisaties alsmede organisaties uit andere Europese landen, ontwikkelingslanden en Middellandse-Zeelanden13. In 1999 zullen de begeleidende maatregelen om een sterkere deelneming te bevorderen van met name de geassocieerde landen en de landen waarmee samenwerkingsovereenkomsten zijn gesloten, steun omvatten voor de organisatie van geselecteerde tentoonstellingen, conferenties en workshops, handelsbeurzen, voorlichtings- en partnerschapsevenementen en -faciliteiten, alsmede steun voor regionale informatiecentra en websites, georganiseerd in combinatie met het horizontale programma voor “internationale samenwerking”. De deelneming aan diverse activiteiten en de coördinatie met andere belangrijke OTO-kaders (zoals het ATP-programma in de VS, de nieuwe programma’s inzake “Elektronische handel” van het ministerie van Post en Telecommunicatie en het ministerie van Internationale Handel en Industrie in Japan, en gevestigde kaders zoals IMS14 en HFSP15) met betrekking tot specifieke actiepunten in het programma zullen worden gestimuleerd door middel van begeleidende maatregelen, waaronder steun voor “partnership workshops” EU-VS, EU-Canada en EU-Japan in 1999, de coördinatie/synchronisatie van gerichte oproepen tot het indienen van voorstellen en steun om de deelneming van EU-organisaties aan relevante programma’s in derde landen te begeleiden. De coördinatie met EUREKA en TEN-Telecom zal eveneens een middel zijn om de industriële samenwerking op het gebied van innovatie van afgeleide producten en 13 De “Regels voor deelneming” zijn vastgesteld in het Besluit overeenkomstig artikel 130 J van het Verdrag. Zie ook de "Gids voor indieners". 14 Het initiatief "Intelligent Manufacturing Systems" (http://www.ims.org/). 15 Human Frontier Science Programme. IST Werkprogramma 99 52 Coördinatieregelingen en aanverwante maatregelen pan-Europese diensten aan te moedigen. Informatie over nieuwe EUREKA-projecten en over oproepen tot het indienen van voorstellen voor steun in het kader van TEN-Telecom zal aan alle deelnemers aan het IST-programma worden verstrekt. De samenwerking met de acties in het kader van COST zal worden versterkt door middel van links met alle aan IST gerelateerde COST-acties, zoals bijvoorbeeld COST-Telecommunications. Er zal worden gezorgd voor technische coördinatie van deze acties met de desbetreffende actiepunten wat de technische aspecten ervan betreft. De coördinators van de COST-actie zullen worden uitgenodigd om aan de desbetreffende IST-overlegvergaderingen en OTO-workshops deel te nemen. Internationale consensus en normalisatie zullen bij de IST-werkzaamheden en bij de internationale samenwerking prioritair zijn. In 1999 zullen in het kader van kernactiviteiten begeleidende maatregelen worden genomen om de Europese bijdrage tot ETSI-, CEN/CENELEC- en ITU-werkgroepen en tot kaders die consensus binnen het bedrijfsleven nastreven (DAVIC, DVB, OMG, IETF, W3C enz.), te stimuleren en te coördineren. Er zullen ook maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de Europese deelneming aan de Global Business Dialogue, die erop gericht is een universeel regelgevend kader en gemeenschappelijke richtlijnen voor de ondernemingen op het gebied van elektronisch zakendoen vast te stellen. Er zal voortaan meer informatie op internationaal niveau worden uitgewisseld over de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, zulks in samenwerking met nationale organisaties voor prognose, zoals de Club van Rome, het Smithsonian Institute en het Futures Institute in de VS, en andere soortgelijke organisaties in bijvoorbeeld de Middellandse-Zeelanden, China, Japan en Rusland. Specifieke workshops zullen worden georganiseerd om belangrijke contribuanten bijeen te brengen en ideeën te consolideren. In 1999 zal prioriteit worden verleend aan breder internationaal overleg over de implicaties van de elektronische handel voor de internationale handel, de belastingheffing en het economisch beheer (in combinatie met de activiteiten van de Global Business Dialogue), en over de gevolgen van de mondialisering en verplaatsing van economische activiteiten in zowel geïndustrialiseerde als ontwikkelingslanden. Er zullen ook ISTondersteuningsmaatregelen worden genomen om de relaties met de door de EU opgeleide IST-specialisten in derde landen in stand te houden; in 1999 zullen deze maatregelen op opkomende economieën worden gericht. 6.2 INNOVATIE EN BIJZONDERE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN HET MKB Het IST-programma zal vooral de nadruk leggen op de verspreiding, de overdracht, het gebruik en/of de exploitatie van O&O-resultaten die tot vernieuwing leiden. Daartoe zal het programma activiteiten uitvoeren in coördinatie met het “Innovatie- en MKB”-programma, die onder meer gericht zijn op: bevordering van de overdracht en exploitatie van communautaire OTO-resultaten, bijvoorbeeld door de organisatie van evenementen op het gebied van technologiemakelarij en van workshops over exploitatiekwesties zoals intellectuele-eigendomsrechten, de beschikbaarstelling van particulier en risicokapitaal en de publicatie van specifieke oproepen; het verstrekken van informatie over communautaire OTO-resultaten, in het met het “Innovatie en MKB”-programma overeengekomen formaat, voor opname in CORDIS (waarbij wordt aangegeven welke resultaten voor exploitatie door derden of voor EUREKA geschikt zijn); het verlenen van bijstand bij de voorbereiding van beheersinstrumenten om de exploitatie van communautaire OTO-resultaten door de consortia (of de leden ervan) te bevorderen en met behulp van passende instrumenten, zoals het IST Werkprogramma 99 53 Coördinatieregelingen en aanverwante maatregelen Technologietoepassingsplan OTO-resultaten te volgen; en technologie-audits, het verdere gebruik van het verlenen van bijstand bij de evaluatie van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het netwerk voor technologieoverdracht, van gezamenlijke acties tussen de thematische programma’s en het “Innovatie en MKB”-programma, en van de vernieuwingseenheden of vernieuwings-MKB-eenheden. In het kader van het programma zullen speciale maatregelen worden genomen om de deelneming van het MKB aan OTO- en demonstratieactiviteiten te vergemakkelijken en aan te moedigen. Deze maatregelen bestaan in onderzoek in samenwerkingsverband en verkenningspremies. De maatregelen om de deelneming van het MKB aan OTO-activiteiten aan te moedigen en te vergemakkelijken, hebben betrekking op projecten die uit het oogpunt van innovatie aanzienlijke mogelijkheden bieden en die aan de algemene doelstellingen van de thematische programma's beantwoorden. Met andere woorden, ze hoeven niet specifiek betrekking te hebben op de kernactiviteiten, generieke technologieën en de onderzoekinfrastructuur. Als dusdanig maken deze maatregelen een "bottom-up"benadering mogelijk, aangezien voorstellen kunnen worden ingediend voor de doelstellingen en prioriteiten van de thematische programma's in hun geheel. De MKB-specifieke maatregelen zullen worden uitgevoerd overeenkomstig de gemeenschappelijke regels die in het horizontale programma "Innovatie en deelneming van het MKB" zijn vastgesteld, om de transparantie voor de begunstigden te garanderen. Deze regels omvatten een gemeenschappelijke beoordeling van contracten en voorstellen, één centraal aanspreekpunt voor de ontvangst van voorstellen voor MKBspecifieke maatregelen, gemeenschappelijke regels voor acceptatie en wetenschappelijke en technologische beoordeling, gemeenschappelijke wettelijke en financiële bepalingen, alsmede geharmoniseerde en snelle feedback aan de indieners van voorstellen. De deelneming van het MKB aan OTO-projecten zal ook worden bevorderd via steunmaatregelen voor bemiddeling met het oog op het sluiten van partnerschappen tussen lopende projecten en nieuwe, op het gebied van aanverwant OTO actieve kmo's en via maatregelen zoals “verkenningspremies” om de kosten voor de ontwikkeling van MKB-partnerschappen en OTO-ideeën gedeeltelijk te dekken. Bovendien zal de regeling voor onderzoek in samenwerkingsverband kmo's die over weinig of geen interne O&Ocapaciteit beschikken, maar met technologische problemen worden geconfronteerd, in staat stellen het nodige onderzoekswerk aan een derde (de OTO-uitvoerders) toe te vertrouwen. In deze context kan een deel van het onderzoek door de kmo's zelf worden uitgevoerd. Deze specifieke maatregelen zullen worden uitgevoerd overeenkomstig de gepubliceerde oproepen, procedures en criteria die voor het horizontale programma “Innovatie en deelneming van het MKB” zijn vastgesteld, teneinde een volledige transparantie voor de begunstigden te garanderen. 6.3 MENSELIJK ONDERZOEKPOTENTIEEL SOCIAAL-ECONOMISCH GEBIED EN FUNDAMENTELE KENNIS OP Evaluaties van de sociale en economische tendensen en gevolgen zullen als integrerend deel van de kernactiviteiten worden ondersteund en zullen binnen het IST-programma worden gecoördineerd zoals onder IST-ondersteuningsmaatregelen in hoofdstuk 4 wordt beschreven. Ze zullen ook met verwante activiteiten in andere programma’s van het vijfde kaderprogramma, met werkzaamheden ter ondersteuning van EU-beleidsontwikkelingsactiviteiten en met onderzoek in andere Europese en internationale kaders worden gecoördineerd. IST Werkprogramma 99 54 Coördinatieregelingen en aanverwante maatregelen Voor de coördinatie van het gehele vijfde kaderprogramma zal het accent liggen op de kernactiviteit "Verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied" in het horizontale programma "Verhoging van het menselijk onderzoekpotentieel en verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied". De werkzaamheden van het IST-programma zullen een geconsolideerde bijdrage leveren tot het jaarverslag over het sociaal-economisch onderzoek van het vijfde kaderprogramma, dat door dit horizontale programma wordt gecoördineerd. De uitwisseling van informatie tussen projecten zal worden bevorderd door middel van een aantal overlegworkshops over specifieke onderwerpen in verband met EU-beleidsprioriteiten. In 1999 zal voorrang worden verleend aan de gevolgen van IST voor de werkgelegenheid en voor de economische duurzaamheid van de ontwikkeling van de informatiemaatschappij. De in het kader van het IST-programma verleende steun voor de ontwikkeling van Europees beleid zal met de activiteiten van de Groep voor prospectief onderzoek (Cellule de Prospective) van de Commissie, de relevante GCO-instituten, het European Technology Assessment Network (ETAN) en het Forum voor de informatiemaatschappij worden gecoördineerd. Gezamenlijk georganiseerde workshops en conferenties zullen de coördinatie door een uit verschillende diensten van de Commissie bestaande groep completeren. In 1999 zal het IST-programma steun verlenen voor de verkenning van prioritaire thema’s die in overleg met deze organisaties moeten worden geselecteerd. De Marie Curie-opleidingsbeurzen worden in het kader van het horizontale programma "Verhoging van het menselijk onderzoekpotentieel en verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied" gedefinieerd. Van de verschillende soorten beurzen zullen enkel de beurzen voor opleiding in het bedrijfsleven door het IST-programma worden ondersteund. Deze beurzen zullen op basis van gemeenschappelijke regels worden toegekend, om de permanente hoge kwaliteit en het prestige van de regelingen te garanderen. Deze regels omvatten een gemeenschappelijke definitie van de Marie Curie-beurzen, één aanspreekpunt voor de ontvangst van alle voorstellen voor Marie Curie-beurzen, gemeenschappelijke regels voor acceptatie en beoordeling, gemeenschappelijke wettelijke en financiële bepalingen, alsmede geharmoniseerde feedback aan de indieners van de voorstellen en het volgen van de bursalen. COÖRDINATIE MET DE ANDERE THEMATISCHE PROGRAMMA’S 6.4 In sommige gevallen houden de werkzaamheden in het kader van het IST-programma verband met kernactiviteiten van andere thematische programma’s, vooral wanneer deze laatste onderzoek omvatten met betrekking tot de toepassing van wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen op gebieden die door het IST-programma worden bestreken. Om een goede coördinatie te verzekeren, zullen specifieke regelingen worden getroffen in een of meer van de volgende vormen: synchronisatie van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor complementaire thema's of gezamenlijke oproepen tot het indienen van voorstellen voor specifieke thema's en eventueel gezamenlijke beoordelingen, eventueel overdracht van voorstellen tussen programma’s, coördinatie van het toezicht op de projecten, coördinatie van projecten door middel van clustering of overleg. IST Werkprogramma 99 55 Indicatief TIjdschema voor de uitvoering 7. INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE UITVOERING Het programma zal een looptijd van 4 jaar hebben en zal van start gaan met de goedkeuring van dit werkprogramma in januari 1999 en met een eerste oproep tot het indienen van voorstellen begin 1999. Jaar 1999 2000 2001 2002 Indicatief budget (miljoen EUR) 789,5 800,5 872,5 867,5 Tijdens deze periode zal ongeveer om de drie maanden een oproep worden gepubliceerd tot het indienen van voorstellen voor een geselecteerd aantal actiepunten van het werkprogramma voor het lopende jaar. Zo zullen verwante actiepunten tegelijkertijd kunnen worden behandeld en voorstellen voor verwant OTO als een samenhangend geheel kunnen worden beoordeeld. Ook de werkzaamheden in verband met het opstellen en beoordelen van de voorstellen en de onderhandelingen over OTO-contracten zullen over het jaar kunnen worden gespreid. Om het gehele beschikbaar gestelde bedrag van 789,5 miljoen EUR in het begrotingsjaar 1999 te kunnen besteden en te zorgen voor continuïteit met de OTO-activiteiten van het vierde kaderprogramma, zal de eerste oproep tot het indienen van voorstellen in 1999 op 16 maart 1999 worden gepubliceerd. Zo zullen nieuwe OTO-projecten met ondertekende contracten vóór eind 1999 van start kunnen gaan. De tweede oproep tot het indienen van voorstellen zal op 15 september 1999 worden gepubliceerd. De als reactie op deze oproep ingediende voorstellen zullen in januari 2000 worden beoordeeld; daarvoor zal een deel van de voor het jaar 2000 uitgetrokken begrotingsmiddelen worden aangewend en de projecten zullen medio 2000 van start gaan. De voorgestelde selectie van actiepunten voor elke oproep geschiedt volgens het principe dat nauw verwante actiepunten van een of meer kernactiviteiten worden bijeengehouden en dat voor een passend evenwicht wordt gezorgd tussen: de noodzaak tot continuïteit, bv. met het OTO van het vierde kaderprogramma, om te vermijden dat onderzoekswerk te lang wordt onderbroken; de noodzaak om kernactiviteiten of actiepunten aan te vatten waarvoor een nieuwe inspanning dringend is vereist; de noodzaak om binnen elke oproep voor samenhang te zorgen en strategische onderwerpen op gestructureerde wijze aan te pakken. Het indicatieve tijdschema en de door de oproepen tot het indienen van voorstellen in 1999 bestreken gebieden worden in de hierna volgende tabellen aangegeven. Opmerkingen: De voor het IST-programma bevoegde directeur-generaal kan de datum van publicatie van oproepen tot het indienen van voorstellen met ten hoogste één maand verschuiven. In dit geval zal op de oorspronkelijk geplande datum een bericht dienaangaande in het Publicatieblad worden gepubliceerd. De Commissie behoudt zich het recht voor de voor elke oproep beschikbaar gestelde middelen niet volledig te besteden. Er kan door de directeur-generaal voor het IST-programma een extra oproep tot het indienen van voorstellen worden uitgeschreven, als de uit een oproep voortvloeiende voorstellen niet aan de doelstellingen van het programma beantwoorden. IST Werkprogramma 99 56 Indicatief TIjdschema voor de uitvoering 7.1 OPROEPEN TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN IN 1999 7.1.1 Eerste oproep Publicatiedatum: 16.03.1999 Indicatief budget: 800 miljoen EUR Werkterrein van de oproep (actiepunten) KA I KA II KA III KA IV Overige Uiterste datum voor de indiening van voorstellen 16.06.1999 I.2.1, 1.2.2, 1.2.3, II.1.2, III.2.1, III.2.2, III.2.3, IV.1.1, I.3.1, II.2.1, II.2.2, II.2.3, III.3.1, III.3.2, III.3.3, IV.2.1, IV.2.2, IV.2.3, IV.2.4, IV.2.5, I.4.1, II.3.1, II.3.3, II.3.2, OTO I.5.1, I.5.2, III.4.1, III.4.2, II.4.1, II.4.2, II.4.3, I.6.1, I.6.2, IV.3.1, IV.3.2, IV.3.3, IV.3.4, IV.4.1, IV.4.2, V.1.1 CPA1, V.1.2 CPA2, V.1.3 CPA3, V.1.4 CPA4, (alleen hulpmiddelen & methoden, en toepassingen) VI.2.1 FET P1, VI.2.2 FET P2, VI.2.3 FET P3, IV.5.1, IV.5.2, IV.5.3, IV.5.4, (alleen weg- en luchtvervoer) IV.6.1, IV.7.1, IV.7.2, IV.7.3 IV.7.2(16), IV.7.3(17) IV.8.1(18), IV.8.3(19) IV.8.4(20), (zie voetnoten) INTRODUCTIE IV.8.1, IV.8.2, IV.8.3, IV.8.4 Ondersteunings- OTO maatregelen Doorlopende(21) indieningsprocedures tot 15.09.1999 VI.1.1 FET O(22), VIII.2.1, VIII.3.1, VII.5.1 (IST-ondersteuningsmaatregelen) 16 Inclusief introductie “evaluatie van geavanceerde apparatuur” en “toegang tot geavanceerde technologieën voor subsysteemintegratie”. 17 Inclusief introductie “evaluatie van geavanceerde prototypeapparatuur” en “toegang tot prototyping en de fabricage van kleine hoeveelheden, ontwerp- en klantenondersteuningsdiensten, onderzoek- en ontwikkelingsnetwerken". 18 Inclusief introductie “toegang tot geavanceerde technologieën voor prototyping en de fabricage van kleine hoeveelheden, toegang tot CAD-hulpmiddelen voor leren, en toegang tot ondersteunende infrastructuren voor geavanceerde CAD-hulpmiddelen ten behoeve van onderzoekers". 19 Inclusief introductie “evaluatie van geavanceerde prototypeapparatuur”. 20 Inclusief introductie “toegang tot geavanceerde technologieën op het gebied van micro-elektronica ten behoeve van onderzoekers". 21 De voorstellen zullen worden gegroepeerd en de groepen voorstellen zullen worden beoordeeld met een periodiciteit die zal afhangen van het aantal ontvangen voorstellen, met dien verstande dat de tussentijd ten hoogste drie maanden zal bedragen. 22 Voor FET Open zal de procedure in twee fasen worden gevolgd, zie de "Gids voor indieners" voor nadere informatie. IST Werkprogramma 99 57 Indicatief TIjdschema voor de uitvoering 7.1.2 Tweede oproep Indicatief budget: 400 miljoen € Publicatiedatum: 15.09.1999 Werkterrein van de oproep (actiepunten) KA I KA II KA III KA IV Overige Uiterste datum voor de indiening van voorstellen 15.12.1999 OTO I.1.1, II.1.1, III.1.1, IV.1.1, I.4.2 , III.2.4, IV.2.1, IV.2.4, I.6.2, III.5.1, III.5.2, IV.3.1, IV.3.4, (alleen spoorwegvervoer en vervoer per schip) V.1.4 CPA4, (Alleen indicatoren) VII.1.1 RN1, VII.1.2 RN2, IV.6.1, INTRODUCTIE I.6.3, VIII.1.1 Introductie(23) OTO Doorlopende(24) indieningsprocedures tot 15.03.2000 Ondersteuningsmaatregelen VI.1.1 FET O(25) V.2.1 CPCO VIII.2.1, VIII.3.1, VIII.5.1 (IST-ondersteuningsmaatregelen) 7.1.3 Oproep betreffende het initiatief "Intelligent Manufacturing Systems" (IMS) Het voornemen bestaat om afzonderlijk een gezamenlijke oproep betreffende het initiatief "Intelligent Manufacturing Systems"26 (IMS) in combinatie met het specifieke programma "Een concurrerende en duurzame groei" (zie punt 6.1 Internationale samenwerking) te publiceren. Het indicatieve budget bedraagt 35 miljoen EUR voor 1999-2000, waarvan 5 miljoen EUR voor 1999 is bestemd. De IMS-oproep "doorlopende indiening" zal naar verwachting op 16 maart 1999 worden gepubliceerd, met als uiterste indieningsdatum 15 september 2000. De werkzaamheden hebben betrekking op de actiepunten van het ISTprogramma II.1.1, II.2.1, II.2.2, II.2.3, II.3.1, II.3.2, II.3.3, II.4.2. 23 De introductiemaatregelen zullen in de oproep tot het indienen van voorstellen worden genoemd onder verwijzing naar specifieke actiepunten. 24 De voorstellen zullen worden gegroepeerd en de groepen voorstellen zullen worden beoordeeld met een periodiciteit die zal afhangen van het aantal ontvangen voorstellen, met dien verstande dat de tussentijd ten hoogste drie maanden zal bedragen. 25 Voor FET Open zal de procedure in twee fasen worden gevolgd, zie de "Gids voor indieners" voor nadere informatie. 26 Zie http://www.ims.org/. IST Werkprogramma 99 58 Indicatief TIjdschema voor de uitvoering 7.2 INDICATIEVE ACTIEPUNTEN VOOR 2000 EN LATER Kernactiviteit I Duurzame dienstverlening voor residentiële en mobiele omgevingen Veilige virtuele netwerken en diensten voor continuïteit van de verzorging Ontwikkeling van diensten voor burgers, professionals en managers in de gezondheidszorg Systemen en diensten voor sociale integratie Door middel van assisterende technologieën vervaardigde producten en interfaces ter compensatie van functionele stoornissen Eén gecentraliseerde toegang tot interactieve openbare diensten Openbare evenementen: risicoanalyse en -beoordeling, crisismanagement en beheersing van mensenmassa's Het bijleggen van geschillen vergemakkelijken, in en buiten de rechtbanken Beheersing van milieurisico's en milieurampen, met speciale aandacht voor landmijnen Milieumodellering, -simulaties en -prognoses Op het gebied van vervoer, hoger niveau van integratie op basis van nieuwe componenten en diensten Kernactiviteit II Hogere niveaus van genetwerkte integratie van werk en bedrijf op basis van nieuwe middleware-componenten en -diensten Voortbouwen op de tendens naar verbeterde, via netwerkbemiddeling functionerende vormen van werk en bedrijf Geavanceerde technologieën om het vertrouwen te versterken en nieuwe ondernemingen mogelijk te maken die een hoog maar flexibel niveau van bescherming van informatie vereisen, zoals voor persoonsgegevens, digitale inhoud en elektronisch geld Kernactiviteit III Geografische informatie Standaardmaatwerk, reclame en klantentoepassingen Door de gebruiker gestuurd uitgeven en persoonlijke mediasystemen Culturele informatiesystemen Naadloze integratie van oude systemen in nieuwe toepassingen voor de digitale bibliotheek Audiovisuele en multisensoriële inhoud van hoge kwaliteit De school van morgen Geavanceerde leersystemen Flexibel levenslang leren Taaloverschrijdend informatiebeheer Informatiefiltratie en -agenten Visualisering van gegevens Mediaoverschrijdende zoek-, gids- en beheersdiensten van de nieuwe generatie Kernactiviteit IV Na 1999 kunnen nieuwe actiepunten worden toegevoegd en bestaande actiepunten aangepast Toekomstige en opkomende technologieën De verdwijnende computer Geavanceerde algoritmen voor computer en communicatie Persoonlijke bio-informatiesystemen IST Werkprogramma 99 59 Woordenlijst/Terminologie 8. WOORDENLIJST/TERMINOLOGIE Aanmelding Procedure waarbij indieners aan de Commissie te kennen geven dat ze voornemens zijn een voorstel in te dienen Acties inzake optimale praktijken (voor gebruikers) Soort introductiemaatregel ter bevordering van verbeteringen van de praktijken, processen en werkmethoden in de industrie en de dienstensector via de introductie van goed gefundeerde, gerijpte en beproefde - maar nog onvoldoende toegepaste - methoden en technologieën, teneinde (in de gebruikersorganisatie) de doeltreffendheid en de kwaliteit te verbeteren en de kosten te drukken ACTS Advanced Communications Technologies and Services - Geavanceerde communicatietechnologieën en -diensten (vierde kaderprogramma) AIST Agency of Industrial Science and Technology - Agentschap voor industriële wetenschap en technologie (www.aist.go.jp) AP Actiepunt ATM Asynchronous Transfer Mode (asynchrone transfermodus) of Automatic Teller Machine (geldautomaat) of Air Traffic Management (luchtverkeersbeheer) ATP Advanced Technology Program - Programma voor geavanceerde technologie (VS – NIST) Beoordeling Procedure waarbij voorstellen al of niet in aanmerking worden genomen met het oog op selectie als projecten. De beoordelingsprocedures zijn volledig transparant en zijn in het Beoordelingshandboek gepubliceerd. De beoordeling geschiedt aan de hand van gepubliceerde beoordelingscriteria. Beurs (opleidingsbeurs in het kader van internationale samenwerking) Wordt alleen toegekend voor opleidingsactiviteiten, bv. om de aanvrager in staat te stellen een nieuwe wetenschappelijke techniek te leren of aan een specifiek experiment of reeks experimenten te werken, waarvoor de gastinstelling over bijzondere expertise beschikt en die niet in de eigen instelling van de gegadigde kunnen worden uitgevoerd. CAD Computer Aided Design - Computerondersteund ontwerp CATV Cable Television - Kabeltelevisie CEN/CENELEC Comité Européen de Normalisation (Europese Commissie voor normalisatie)/ Comité Européen de Normalisation Electrotechnique (Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie) (www.cenorm.be) Certificatie (van een voorstel) De handeling waarbij de coördinator zijn voorstel voorziet van een digitale handtekening voordat het bij de Commissie wordt ingediend. Cluster Een groep OTO-projecten en/of acties voor gezamenlijke rekening en/of begeleidende maatregelen die betrekking hebben op een gemeenschappelijk thema of interessegebied CMOS Complementary metal-oxide metaaloxidehalfgeleider Contractant Een projectdeelnemer die een veelomvattende rol in het project vervult gedurende de gehele looptijd van het project Convergentie Een van de drijvende sociaal-economische krachten die onderzoek in het kader van het vijfde kaderprogramma noodzakelijk maakt. Generieke term die omvat: 1. technologische convergentie 2. marktconvergentie 3. regelgevingsconvergentie 4. beleidsconvergentie Coördinator (coördinerende Hoofdcontractant bij een communautaire actie, door het consortium afgevaardigd voor de rol van coördinatie met de Commissie IST Werkprogramma 99 60 semiconductor - Complementaire Woordenlijst/Terminologie contractant) COST Coopération européenne dans le domaine de la recherche scientifique et technique - Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek (www.belspo.be/cost/) COTS Commercial – Off-the-shelf componenten) CPA of CPC of CPT Cross-programme Action (programmadoorsnijdende actie) of CrossProgramme Cluster (programmadoorsnijdend cluster) of CrossProgramme Theme (programmadoorsnijdend thema) (in het ISTprogramma) DAVIC Digital Audio-Visual Council (www.davic.org) Doorlopend oproep open (voor direct leverbare producten en Een oproep zonder vaste afsluitingsdatum, maar met een periodieke beoordeling van de ontvangen voorstellen DVB Digital Video Broadcasting - Digitale video-omroep EBU European Broadcasting Union - Europese Radio-Unie (www.ebu.ch) EC Europese Commissie (europa.eu.int) ESA European Space (www.estec.esa.nl) ESPRIT European Strategic Programme for R&D in IT - Europees strategisch programma voor O&O op het gebied van IT (vierde kaderprogramma) ETSI European Telecommunications Standards Institute normalisatie-instituut voor telecommunicatie (www.etsi.org) EU Europese Unie EUREKA Een pan-Europees netwerk voor industrieel O&O (www.eureka.be) Evaluaties gebruikers leveranciers) (door en Gecoördineerde acties Agency - Europees Ruimte-Agentschap Europees Soort introductiemaatregel ter bevordering van het gebruik van verniewende apparatuur en materialen in industriële en dienstenomgevingen door evaluatie van de verniewende producten in het licht van de behoeften en specificaties van de gebruikers 1. coördineren OTO-projecten die reeds worden gefinancierd, bijvoorbeeld om ervaring uit te wisselen, een kritische massa te bereiken, resultaten te verspreiden, enz. 2. coördineren gefinancierd OTO-projecten die op nationaal niveau worden GIS Geografisch informatiesysteem GNSS Global Navigation Satellite Systems - Werelwijde satellietnavigatiesystemen HFSP Human Frontier Science Program - Wetenschappelijk programma “De grenzen van de mens” (www.hfsp.org) Hulpcontractant Projectdeelnemer die een overwegend ondersteunende rol speelt ten behoeve van een of meer van de contractanten IBC Integrated Broadband breedbandcommunicatie IETF Internet Engineering Task Force - Task force Internet-technologie (www.ietf.org) IMS Het initiatief "Intelligent Manufacturing Systems" – Initiatief voor intelligente fabricagesystemen (http://www.ims.org/) In aanmerking komende kosten Kosten die volledig of gedeeltelijk door de Commissie kunnen worden terugbetaald overeenkomstig de voorwaarden van het contract waarop het project is gebaseerd IST Werkprogramma 99 61 Communications - Geïntegreerde Woordenlijst/Terminologie Indieningsdatum Hetzelfde als de afsluitingsdatum van een oproep. De precieze datum en het uur waarop voorstellen door de diensten van de Commissie moeten zijn ontvangen. Integratie Toepassing van synergie waardoor inspanningen op verschillende gebieden worden gebundeld teneinde resultaten van veel grotere betekenis te bereiken dan met individuele en zelfstandige acties mogelijk zou zijn geweest Introductiemaatregelen Maatregelen ter stimulering van de verspreiding en het gebruik van technologieën die via OTO-projecten zijn ontwikkeld. Een specifieke vorm van begeleidende maatregelen. IPR Intellectual Property Rights - Intellectuele-eigendomsrechten IST Information Society Technologies Technologieën van de informatiemaatschappij. Het 2e thematische programma van KP5, waarin onderzoekthema's worden behandeld met het oog op de totstandbrenging van een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij ISTAG Information Society Technologies Advisory Group - Adviesgroep inzake technologieën van de informatiemaatschappij ISTC Information Society Technologies Committee technologieën van de informatiemaatschappij ITU Internationale Telecommunicatie-Unie (www.itu.org) JRC Joint Research Centre - GCO, Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (EC) KA Kernactiviteit (in KP5) KP Kaderprogramma (EU - vierde KP is KP4, enz. - www.cordis.lu) Leden (bv. van gecoördineerde acties) Zijn geassocieerd bij een actie die door een of meer contractanten wordt geleid. Marie Curie Door KP5 gesteunde opleidingsbeurzen. Daarvan worden door IST alleen beurzen voor de opleiding van jonge onderzoekers in het bedrijfsleven gesteund. MITI Ministry of International Trade and Industry - Ministerie van Internationale Handel en Industrie, Japan (www.miti.go.jp) MPT Ministry of Posts and Telecommunications - Ministerie van Post en Telecommunicatie, Japan (www.mpt.go.jp) NIST National Institute of Standards and Technology - Nationaal instituut voor normalisatie en technologie, VS (www.nist.gov) NSF National Science Foundation - Nationale Stichting voor Wetenschappen, VS (http://212.208.8.14/nsf.htm) OESO Organisatie voor (www.oecd.org) OMG Object Management Group (www.omg.org) Onderzoekinfrastructuren Voorzieningen die nodig zijn om onderzoek te verrichten of onderzoekers te ondersteunen. Daartoe behoren onder andere onderzoekinstellingen, laboratoria, proefbanken en andere gespecialiseerde onderzoekapparatuur, voor onderzoek bedoelde communicatienetwerken (inclusief Internet), bibliotheken, geleerde genootschappen en andere kennisbronnen. Onderzoeksopleidingsnetwerken Bevorderen opleiding door onderzoek, met name van onderzoekers op doctoraal en postdoctoraal niveau. Oproep indienen Zoals in het Publicatieblad gepubliceerd. Stelt delen van het werkprogramma open voor voorstellen, waarbij wordt aangegeven welke tot het van IST Werkprogramma 99 Economische 62 Samenwerking - Comité en inzake Ontwikkeling Woordenlijst/Terminologie voorstellen soorten acties (OTO-projecten, begeleidende maatregelen, enz.) worden verlangd. Een voorlopig tijdschema voor dergelijke oproepen is in het werkprogramma opgenomen. OTO Onderzoek en Technologische Ontwikkeling Overzichtstabel Deel van het werkprogramma waarin wordt aangegeven welke actiepunten in elke oproep tot het indienen van voorstellen worden opengesteld en wanneer. Met de overzichtstabel wordt een middel aangeboden om bij een specifieke oproep de aandacht te richten op gebieden of deelgebieden van het programma, waardoor de mogelijkheden om gezamenlijke projecten op te zetten en thematische netwerken op te richten worden geoptimaliseerd. Proeven gebruikers leveranciers) (voor en Soort introductiemaatregel die gericht is op de aanpassing en introductie van geavanceerde technologie (die veelbelovend is, maar nog niet volledig is beproefd) in toepassingen voor de industrie en de dienstensector, en op de gezamenlijke evaluatie ervan (door leverancier en gebruiker). Teneinde profijt te trekken van synergieën, een ruimere toepassing te bespoedigen en hinderpalen voor de commerciële exploitatie uit de weg te ruimen, worden de maatregelen normaliter georganiseerd in groepen acties met de verplichting de resultaten te verspreiden en ervaring over de grenzen heen en over alle industriële en dienstensectoren te verspreiden. Programmaondersteunende maatregel Alle andere maatregelen dan de onderzoek- en demonstratiemaatregelen die in het IST-programma zijn opgenomen Project voor onderzoek in samenwerkingsverband (voor kmo's) Project waarbij ten minste drie onderling onafhankelijke kmo's uit ten minste twee lidstaten gezamenlijk opdracht geven tot het uitvoeren van een onderzoekproject door een derde. Wordt gesteund door het programma "Verniewing en bijzondere maatregelen ten behoeve van het MKB". RF Radiofrequentie SiGe Silicium-germanium SiC Siliciumcarbide SOI Silicium-op-isolator Subcontractant Voor specifieke taken gedurende een vastgestelde periode kunnen in een voorstel/project subcontractanten worden opgenomen, die niet aan het project deelnemen en niet profiteren van de intellectueleeigendomsrechten die via de resultaten van het project zijn verkregen. UMTS Universal Mobile Telecommunications Services - Universele mobiele telecommunicatiediensten Verkenningspremie MKB Toegekend aan een kmo ter ondersteuning van de verkennende fase van een project (gedurende ten hoogste 12 maanden). Gesteund door het programma "Verniewing en bijzondere maatregelen ten behoeve van het MKB") W3C World-Wide Web Consortium IST Werkprogramma 99 63 Index van de actiepunten 9 INDEX VAN DE ACTIEPUNTEN I.1.1 Nieuwe modellen voor dienstverlening aan burgers ............................................................ 12 I.2.1 Persoonlijke gezondheidssystemen .................................................................................... 12 I.2.2 Klinische, biologische, beheers- en beeldvormingssystemen voor professionals in de gezondheidszorg.................................................................................................................. 12 I.2.3 Telegeneeskundige diensten van de nieuwe generatie ....................................................... 13 I.3.1 Systemen en diensten om zelfstandig te leven ................................................................... 13 I.4.1 Systemen om overheidsdiensten efficiënter en gebruikers-vriendelijker te maken............. 13 I.4.2 Online-ondersteuning van democratische processen ......................................................... 14 I.5.1 Intelligente systemen voor milieucontrole en -beheer ......................................................... 14 I.5.2 Systemen voor het beheersen van milieurisico's en -rampen ............................................. 14 I.6.1 Intelligente vervoersinfrastructuur en mobiliteitsbeheersing ................................................ 15 I.6.2 Systemen voor intelligente voertuigen ................................................................................. 15 I.6.3 Systemen en diensten voor het toerisme ............................................................................ 16 II.1.1 Nieuwe perspectieven voor werk en bedrijf ......................................................................... 19 II.1.2 Beheer van bedrijfskennis ................................................................................................... 19 II.2.1 Ontwerp van de werkplek .................................................................................................... 19 II.2.2 Teamwerk ............................................................................................................................ 20 II.2.3 Dynamische genetwerkte organisaties ................................................................................ 20 II.3.1 Digitaal ontwerp en levenscyclusbeheer voor producten en diensten ................................. 20 II.3.2 Nieuwe marktbemiddelingssystemen .................................................................................. 20 II.3.3 Verbeterde relaties consument-leverancier ......................................................................... 21 II.4.1 Identificatie en echtheids bepaling ....................................................................................... 21 II.4.2 Veilige elektronische financiële transacties ......................................................................... 21 II.4.3 Overdracht van digitale objecten ......................................................................................... 21 III.1.1 Sociale en businessmodellen voor multimedia-inhoud ........................................................ 25 III.2.1 Auteurs- en ontwerpsystemen ............................................................................................. 25 III.2.2 Beheer en personalisering van inhoud ................................................................................ 25 III.2.3 Toegang tot wetenschappelijk en cultureel erfgoed ............................................................ 26 III.2.4 Digitaal behoud van cultureel erfgoed ................................................................................. 26 III.3.1 Open platforms en hulpmiddelen voor gepersonaliseerd leren ........................................... 26 III.3.2 De flexibele universiteit ........................................................................................................ 27 III.3.3 Geavanceerde opleidingssystemen ..................................................................................... 27 III.4.1 Meertaligheid in digitale inhoud en diensten ........................................................................ 27 III.4.2 Natuurlijke interactiviteit ....................................................................................................... 28 III.5.1 Multisensoriële vormen van inhoud ..................................................................................... 28 III.5.2 Mediarepresentatie en -toegang: nieuwe modellen en standaarden .................................. 28 IV.1.1 Convergentie en integratie: scenario’s en analyses ............................................................ 31 IV.2.1 Parallelle systemen .............................................................................................................. 31 IV.2.2 Realtimesystemen ............................................................................................................... 31 IV.2.3 Netwerkintegratie, interoperabiliteit en interworking ............................................................ 32 IV.2.4 Technologieën voor interworking op het niveau van netwerkbeheer en diensten ............... 32 IST Werkprogramma 99 64 Index van de actiepunten IV.2.5 Geheel optische en terabitnetwerken .................................................................................. 32 IV.3.1 Op componenten gebaseerde software-engineering .......................................................... 33 IV.3.2 Technische ontwikkeling van intelligente diensten .............................................................. 33 IV.3.3 Methoden en hulpmiddelen voor het gemeenschappelijke gebruik van intelligentie en kennis .................................................................................................................................. 33 IV.3.4 Informatiebeheersmethoden ................................................................................................ 33 IV.4.1 Real time simulatie- en visualiseringstechnologieën ........................................................... 34 IV.4.2 Grootschalige gemeenschappelijke virtuele en verfijnde omgevingen .............................. 34 IV.5.1 Herconfigureerbare radiosystemen en -netwerken ............................................................. 35 IV.5.2 Terrestrische draadloze systemen en netwerken ................................................................ 35 IV.5.3 Geïntegreerde satellietsystemen en -diensten .................................................................... 35 IV.5.4 Geavanceerde hulpmiddelen en technologieën voor draadloze communicatie .................. 35 V.6.1 Aanpasbare multisensoriële interfaces ................................................................................ 36 IV.7.1 Randapparatuurtechnologieën ............................................................................................ 36 IV.7.2 Subsysteemtechnologieën ................................................................................................... 36 IV.7.3 Microsystemen..................................................................................................................... 37 IV.8.1 Ontwerp voor micro-elektronica en opto-elektronica ........................................................... 37 IV.8.2 Toepassingscapaciteiten ..................................................................................................... 37 IV.8.3 Processen, apparatuur en materialen ................................................................................. 37 IV.8.4 Geavanceerde opto-elektronica en micro-elektronica ......................................................... 38 V.1.1 CPA.1: Geïntegreerde toepassingsplatforms en diensten .................................................. 40 V.1.2 CPA.2: Betrouwbaarheid van diensten en technologieën.................................................... 40 V.1.3 CPA.3: Ontwerp voor allen voor een open informatiemaatschappij .................................... 40 V.1.4 CPA.4: Nieuwe indicatoren en statistische methoden ......................................................... 41 V.2.1 CPCO: Open programmadoorsnijdende clusters ................................................................ 41 VI.1.1 FET O: Open domein .......................................................................................................... 43 VI.2.1 FET P1: Kwantuminformatica en -communicatie ................................................................ 43 VI.2.2 FET P2: Universele informatie-ecosystemen ...................................................................... 43 VI.2.3 FET P3: Nanotechnologische informatieapparaten ............................................................. 44 VII.1.1 RN1: Breedbandinterconnectie van nationale onderzoek-, onderwijs- en opleidingsnetwerken en proefbanken .................................................................................. 45 VII.1.2 RN2: Proefbanken voor experimenten met geavanceerde netwerkvorming en toepassingen .................................................................................................................. 46 VIII.1.1 Introductiemaatregelen ........................................................................................................ 47 VIII.2.1 Gecoördineerde acties en thematische netwerken ............................................................. 48 VIII.3.1 Begeleidende maatregelen .................................................................................................. 49 VIII.4.1 Technologiestimulerende projecten om de deelneming van het MKB aan te moedigen en te vergemakkelijken ........................................................................................................ 50 VIII.5.1 Opleidingsbeurzen ............................................................................................................... 50 IST Werkprogramma 99 65