1 Inleiding - Cordis

advertisement
EUROPESE COMMISSIE
Technologieën van de
informatiemaatschappij
Een programma voor onderzoek, technologische
ontwikkeling en demonstratie onder het vijfde
kaderprogramma
Werkprogramma 1999
www.cordis.lu/ist
C/99/586 - 12/03/99
Ref. n° 199901-NL
Inhoud
1
INLEIDING
3
2
KENMERKEN VAN HET PROGRAMMA: INTEGRATIE EN GERICHTHEID 4
2.1 De context
4
2.2 De prioriteiten van het werkprogramma 1999
5
2.3 Eén enkele geïntegreerde architectuur
6
2.4 Selectiviteit en gerichtheid
7
2.5 Aansluiting met andere EU-beleidsvormen
8
3
9
DOELSTELLINGEN EN OTO-PRIORITEITEN IN DETAIL
3.1 Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger
10
3.2 Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel
17
3.3 Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten
23
3.4 Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
29
3.5 Programmadoorsnijdende thema's
39
3.6 Technologieën van de toekomst of in opkomst
42
3.7 Onderzoeknetwerken
45
4. IST-ONDERSTEUNINGSMAATREGELEN
47
5
BEOORDELINGSCRITERIA
51
6
COÖRDINATIEREGELINGEN EN AANVERWANTE MAATREGELEN
52
6.1 Internationale samenwerking
52
6.2 Innovatie en bijzondere maatregelen ten behoeve van het MKB
53
6.3 Menselijk onderzoekpotentieel en fundamentele kennis op sociaal-economisch
gebied
54
6.4 Coördinatie met de andere thematische programma’s
55
7. INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE UITVOERING
56
7.1 Oproepen tot het indienen van voorstellen in 1999
57
7.2 Indicatieve actiepunten voor 2000 en later
59
8. WOORDENLIJST/TERMINOLOGIE
60
9
64
INDEX VAN DE ACTIEPUNTEN
IST Werkprogramma 99
2
Inleiding
1
INLEIDING
Het thema “informatiemaatschappij” in het vijfde kaderprogramma voor OTO van de EU
(zoals gedefinieerd in het Commissievoorstel voor de totstandbrenging van een
gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij, hierna het programma Technologieën van
de Informatiemaatschappij (IST-programma, naar Information Society Technologies)
genoemd, werd op 22 december 1998 tijdens de zitting van de Raad van ministers van
Onderzoek goedgekeurd.
Met het oog op de tenuitvoerlegging van het IST-programma werd dit werkprogramma in
nauw overleg met de potentiële financieringspartners en deelnemers aan de OTO-acties
ontwikkeld. Het is gebaseerd op bijdragen uit vele verschillende hoeken, zoals de
Adviesgroep, het Programmacomité, workshops, seminars en een gerichte oproep tot het
indienen van voorstellen voor actiepunten in de bedrijfs- en de onderzoekwereld, hetgeen
resulteerde in meer dan 500 ideeën en concrete suggesties.
In het werkprogramma zijn de structuur en de aandachtspunten terug te vinden die zijn
gedefinieerd in bijlage I bij de beschikking betreffende het specifieke programma
(namelijk "Algemene structuur, wetenschappelijke en technologische doelstellingen en
prioriteiten"). Binnen dit kader worden vervolgens de actiepunten voor de oproepen tot
het indienen van voorstellen bepaald, die in het kalenderjaar 1999 worden gepubliceerd,
en op zodanige wijze gestructureerd dat ze het geïntegreerde karakter van het
programma en zijn kernactiveiten weerspiegelen.
Dit werkprogramma voor het eerste jaar spitst zich vooral toe op manieren om de
informatiemaatschappij gebruikersvriendelijker te maken: de toegang tot en de relevantie
en kwaliteit van overheidsdiensten verbeteren, vooral voor gehandicapten en bejaarden;
de burger als werknemer, ondernemer en klant meer mogelijkheden bieden; creativiteit
en toegang tot leermiddelen stimuleren; de ontwikkeling van een meertalige en
multiculturele informatiemaatschappij bevorderen; de universeel beschikbare toegang tot
en de gebruiksvriendelijkheid van interfaces van de volgende generatie verzekeren; en
ontwerp voor allen aanmoedigen. Al die punten komen op een gerichte, coherente en
complementaire wijze aan bod in elke kernactiviteit.
Ten tweede wordt de nadruk gelegd op integratie en convergentie van
informatieverwerking, communicatie en media. Dit komt in kernactiviteit I tot uiting in de
ondersteuning van nieuwe modellen voor openbare dienstverlening; in kernactiviteit II in
de beoordeling van nieuwe arbeidsmethoden en handelsystemen ; in kernactiviteit III in
de koppeling tussen interactief uitgeven en cultureel erfgoed; en in kernactiviteit IV in
ontwikkelingen op het gebied van convergerende infrastructuurtechnologieën.
Ten derde zal het accent worden gelegd op de mondialisering van de samenwerking op
het gebied van OTO. Met de nieuwe regels voor deelneming van derde landen wordt het
mogelijk om voort te bouwen op de ruimere internationale samenwerking die reeds tijdens
het vierde kaderprogramma werd gerealiseerd, teneinde het IST-programma te laten
fungeren als kader en brandpunt van een mondiale samenwerking die vanuit Europa
wordt geleid. De in hoofdstuk 4 beschreven activiteiten moeten dit ondersteunen.
De inhoud van dit werkprogramma zal in overleg met de IST-adviesgroep jaarlijks worden
herzien.
IST Werkprogramma 99
3
Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid
2
2.1
KENMERKEN VAN HET PROGRAMMA: INTEGRATIE EN GERICHTHEID
DE CONTEXT
De snelheid waarmee de voor de informatiemaatschappij vitale technologieën zich
ontwikkelen, wordt vergroot door de convergentie van de informatie- en
communicatietechnologieën en -markten. Verandering wordt in de hand gewerkt en
aangemoedigd door het snel toenemende belang van informatie/inhoud, waardoor de
culturele en technologische barrières die het omroepstelsel, de uitgeverswereld, de
telecommunicatiesector en de IT-branche van elkaar gescheiden hielden, geleidelijk
verdwijnen. De informatiemaatschappij bouwt op de convergentie van informatie-,
communicatie- en netwerktechnologieën en profiteert van infrastructuren zoals Internet en
het Web. Doel van het IST-programma is te helpen bij de totstandbrenging van een
gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij door een wereldwijde kennis-, media- en
computerruimte te creëren die universeel en naadloos voor ALLEN toegankelijk is via,
betrouwbare en producten en diensten, die iedereen zich kan permitteren en die
transparant zijn voor gebruikers . Dankzij nieuwe opkomende technologieën kunnen
systemen op een gebruiksvriendelijk en transparante wijze interactief zijn in gelijk welke
combinatie van hun componenten, gaande van verschillende afleveringsmechanismen en
toepassingsservers tot verscheidene modellen voor softwareontwikkeling en heterogene
netwerkarchitecturen.
 De komende tien jaar zal universeel beschikbare toegang tot diensten van algemeen
belang binnen het bereik komen van burgers die gebruik maken van zeer krachtige
digitale apparaten. De onafgebroken technologische vooruitgang heeft als gevolg dat
de burgers steeds meer verwachten op het gebied van uitbreidbare, mobiele en op
multimedia gebaseerde diensten die vlug, nauwkeurig en flexibel op hun behoeften
reageren en terzelfder tijd veiligheid en privacy garanderen. Het zenuwstelsel van de
toekomstige informatiemaatschappij zal worden gevormd door een geavanceerd
netwerk met een enorme capaciteit bestaande uit talrijke, elkaar overlappende en
onderling verbonden webs en servers, die samen de belofte van symmetrische
breedbandcommunicatie met vrijwel elk knooppunt zullen waarmaken.
 In de informatiemaatschappij worden individuen (als werknemer en als consument) en
organisaties geconfronteerd met nieuwe kansen en uitdagingen op het werk en in de
marktomgeving. In het nieuwe wereldomvattende netwerk van economiën zullen
succesvolle organisaties voortdurend de grenzen van hun activiteiten en
samenwerking verleggen, bestaande activiteiten opnieuw uitvinden, en op een
concurrerende manier nieuwe ondernemingsmodellen en markten exploiteren.
 Nieuwe digitale interactieve informatieproducten en -diensten zullen het licht zien. Hun
succes zal afhangen van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van hun inhoud, hun
gebruikersvriendelijkheid en de bekwaamheid van de mensen om er toegang toe te
krijgen en ze te gebruiken. De uitdaging zal erin bestaan nuttig gebruik te maken van
Europa's creatieve en technologische hulpbronnen, zijn rijke erfgoed en grote
verscheidenheid, en zijn hoogopgeleid menselijk kapitaal, om die inhoud te
produceren, te organiseren, te verpakken en af te leveren. Daartoe is het noodzakelijk
de taalkundige en culturele verscheidenheid te ondersteunen, de creativiteit te
stimuleren, en de onderwijs- en opleidingssystemen te verbeteren.
 Op technologisch niveau heerst de trend om generieke dienstenplatforms te creëren
die onafhankelijk werken van de onderliggende heterogene infrastructuur. Nauw
daarmee verbonden is de zich snel uitbreidende reikwijdte van begrippen zoals
distributie en gemeenschappelijk gebruik (sharing), die de engineering-modellen
radicaal veranderen.
IST Werkprogramma 99
4
Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid
2.2
DE PRIORITEITEN VAN HET WERKPROGRAMMA 1999
Het IST-programma weerspiegelt en ondersteunt nieuwe beleidsthema’s, met name het
aanmoedigen van de convergentie van informatieverwerking, communicatie en media, en
de noodzaak van transparantie voor gebruikers en coherentie op wereldniveau. Het
specifiek programma voorziet daarom in de “nauwe aansluiting tussen onderzoek en
beleid dat nodig is voor een coherente en open informatiemaatschappij".
Het werkprogramma 1999 zal aan die visie bijdragen door de toonaangevende positie op
het gebied van voor de informatiemaatschappij cruciale geavanceerde technologieën te
bevorderen. Het zal de introductie ervan versnellen en de toepassingsmogelijkheden
ervan verruimen, ook op gebieden die buiten het IST-domein vallen, en zal zodoende de
concurrentiepositie van de Europese industrie verzekeren en verstevigen. Door de
additionele financiële steun stelt het programma bedrijven in staat om de ontwikkeling van
nieuwe technologieën van de informatiemaatschappij te stimuleren en derhalve sneller
vooruitgang te boeken en resultaten te bereiken.
Voor de uitvoering van het programma werd voor een geïntegreerde aanpak gekozen en
worden de volgende prioriteiten nagestreefd:

de technologische convergentiebasis uitbreiden: bv. vernieuwende communicatie en
open dienstenplatforms;

de knelpunten verwijderen en overwinnen die de ontwikkeling van universele en
uitbreidbare toegangsnetwerken en het onderlinge functioneren van heterogene
systemen in de weg staan: bv. technologieën voor persoonlijke en mobiele
communicatie,
en
normen
voor
gegevens,
softwaredienstverlening
en
systeembouwstenen;

essentiële gebruikersvriendelijke toepassingen ontwikkelen die het vermogen van de
informatiemaatschappij helpen realiseren: bv. ontwikkeling van geïntegreerd beheer
en gepersonaliseerde toegang tot inhoud, kennis en informatie;

nieuwe organisatiepatronen ondersteunen om bedrijven, organisaties en individuen in
staat te stellen profijt te trekken van hun nieuwe omgeving: bv. de efficiëntie en
gebruikersvriendelijkheid van overheidsdiensten verbeteren, vertrouwen scheppen,
nieuwe werkomgevingen creëren, nieuwe relaties tussen leverancier en consument
tot stand brengen.
Deze prioriteiten worden aangevuld met beleidsgerichte doelstellingen. Het betreft in
hoofdzaak:

steun voor transparantie voor gebruikers en normen: cruciale strategische gebieden
aanwijzen door een proces van industrieel overleg en de met vorige specifieke
programma's reeds bereikte resultaten (onder andere met MPEG, GSM) versterken;

Europese
beleidsmaatregelen
ondersteunen:
beleidsdoelstellingen
met
technologische ontwikkelingen ondersteunen, bijvoorbeeld op gebieden zoals:
gegevensbeveiliging, gegevensbescherming en privacy, mobiele spraak- en
datadiensten van de volgende generatie, controle op illegale en schadelijke inhoud.
Bovendien kan sociaal-economisch onderzoek deze doelstelling uit het oogpunt van
ontwerp en realisatie ondersteunen;

anticiperen op de marktbehoeften en speciale aandacht besteden aan opkomende
technologieën: wanneer overheidssteun er in aanzienlijke mate toe kan bijdragen om
gefragmenteerde onderzoeksinspanningen te bundelen en een kritische massa op te
bouwen in afwachting van het tot volle wasdom komen Van de markt.
IST Werkprogramma 99
5
Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid
Het IST-programma biedt de kans om dergelijke kwesties te bestuderen en aan te
pakken door middel van OTO-acties en met de steun die via ISTondersteuningsmaatregelen wordt geboden.
2.3
EÉN ENKELE GEÏNTEGREERDE ARCHITECTUUR
In het licht van de bovenbeschreven context en prioriteiten is het IST-programma
opgebouwd uit vier onderling samenhangende kernactiviteiten, die elk hun specifieke
doelstellingen hebben en waarbij “de kernpunten bruikbaarheid, transparantie voor
gebruikers, betrouwbaarheid en het zich kunnen permitteren als een rode draad door het
programma zullen lopen”. Het programma bestaat meer bepaald uit een stel
complementaire activiteiten die zijn verkregen door de technologieën, systemen,
toepassingen en diensten, en de onderzoek-, ontwikkelings- en introductieactiviteit(akties
ter verbreding van het gebruik van technologieë)n met de grootste verwantschap of
onderlinge verwevenheid samen te brengen. Hierbij zal “in elke kernactiviteit het volledige
assortiment OTO-werkzaamheden, gaande van fundamenteel onderzoek tot demonstratie
introductieactiviteiten, in de gewenste mate vertegenwoordigd zijn”.
Demonstratie
Technologie
KERNACTIVITEIT 1
Systemen en diensten
voor de burger
KERNACTIVITEIT 3
Multimedia-inhoud
en
en -instrumenten
KERNACTIVITEIT 2
Nieuwe werkmethoden en
elektronische handel
KERNACTIVITEIT 4
Essentiële technologieën en infrastructuren
Geïntegreerde kernactiviteiten
De kernactiviteiten in het werkprogramma zijn in actiepunten onderverdeeld. Elk actiepunt
heeft duidelijke, gemakkelijk te controleren doelstellingen aan de hand waarvan
voorstellen voor EU-steun aan OTO kunnen worden geëvalueerd. Uit het oogpunt van de
ontwikkeling en toepassing van basistechnologieën vormen deze actiepunten een
samenhangend geheel.
Een van de belangrijkste kenmerken van het IST-programma is echter de integratie op
programmaniveau:

Ten eerste zullen programmadoorsnijdende activiteiten (CPA's, Cross-Programme
Actions) zich concentreren op een beperkt aantal specifieke thema’s die relevant zijn
voor het gehele IST-programma. De bedoeling is ervoor te zorgen dat het ISTprogramma de OTO-activiteiten betreffende bepaalde specifieke uitdagingen
waarmee we in de informatiemaatschappij worden geconfronteerd, op een doelmatige
manier ondersteunt, en dat de deelnemers aan het programma de verschillende
facetten van die thema’s kunnen behandelen in de andere context waarin het
programma voorziet.

In de tweede plaats zullen projecten tot “clusters" worden gebundeld om de resultaten
en de lopende werkzaamheden van projecten te oriënteren, te coördineren en te
IST Werkprogramma 99
6
Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid
integreren. Er worden aan de projecten geen clusteractiviteiten opgelegd. Het is de
bedoeling de complementariteit van de projecten en de van hun werkzaamheden
afgeleide synergie te versterken en een kritische massa van hulpbronnen te creëren
die op punten van strategisch belang gericht zijn. De projecten zullen ofwel zelf
clusteractiviteiten op gang brengen of zullen constateren dat het "in hun eigen belang"
is bepaalde door anderen genomen initiatieven te steunen.

2.4
Ten derde wordt er rekening mee gehouden dat, hoewel afzonderlijke voorstellen
normaal gesproken binnen het werkterrein van één actiepunt vallen, de voorstellen
diverse actiepunten kunnen bestrijken. Dergelijke voorstellen zijn cruciaal voor
convergentie en integratie. In dit geval moeten de voorstellen niettemin een
actiepunt opgeven waarin het grootste gedeelte van hun activiteiten en/of hun
meest significante innovatie plaatsvinden. Dit actiepunt wordt dan hun
“zwaartepunt”. Dergelijke voorstellen komen in aanmerking voor steun wanneer het
actiepunt waarin hun zwaartepunt ligt, in een bepaalde oproep tot het indienen van
voorstellen aan de orde is.
SELECTIVITEIT EN GERICHTHEID
De kernactiviteiten en de daaraan gekoppelde OTO-prioriteiten zijn reeds sterk gericht op
punten van strategisch belang voor de Europese Unie. In dit werkprogramma is
geopteerd voor een verdere selectie van en concentratie op specifieke actiepunten
waarvoor samenwerking op EU-niveau een duidelijke toegevoegde waarde biedt en
waarvan de uitvoering in overeenstemming is met de financiële middelen die in 1999 voor
oproepen tot het indienen van voorstellen beschikbaar zijn. De voor 1999 voorgestelde
actiepunten liggen in de lijn van zowel de prioriteiten van het specifieke programma als de
voornaamste ideeën die uit de raadplegingen en analyses van de laatste tijd naar voren
zijn gekomen. In de actiepunten is een evenwicht gevonden tussen continuïteit en
innovatie, en tussen het verlenen van steun voor de voortzetting van de meest relevante
onderzoekslijnen van het vierde kaderprogramma en het inslaan van nieuwe richtingen.
Door het geïntegreerde karakter van het IST-programma zal echter een zeer brede
waaier van onderzoekers en technologen worden bijeengebracht en zal de kans worden
geboden om nieuwe vormen van samenwerking te ontwikkelen.
Daarom mag de structuur van het werkprogramma niet als een geheel met strikt
afgebakende onderdelen worden gezien, maar veeleer als een kans om gebruik te maken
van gerichte expertise wanneer multidisciplinaire werkzaamheden worden voorgesteld die
meer dan één toepassingsgebied bestrijken of op vernieuwende wijze een stel
heterogene technologieën en technieken integreren. In de loop van het programma zullen
programmadoorsnijdende thema’s worden ontwikkeld om activiteiten te steunen die
onvermijdelijk in de gehele programmastructuur terug te vinden zijn (bijv.
betrouwbaarheid, ontwerp voor allen, sociaal-economische evaluaties, enz.).
Selectiviteit en gerichtheid worden bepaald in de context van een beleid inzake
programmabeheer dat een werkprogramma vastlegt als een "momentopname" van OTOen introductieprioriteiten. Deze momentopname zal regelmatig worden bijgewerkt in
overeenstemming met de "ontwikkelingsdynamiek" van de informatiemaatschappij. Het
werkprogramma zal in overleg met adviseurs uit de dienstensector, de industrie en de
academische wereld, de IST-adviesgroep en het IST-comité jaarlijks worden herzien. Er
zullen geregeld oproepen tot het indienen van voorstellen worden gepubliceerd en deze
zullen betrekking hebben op een selectie van thema's van het werkprogramma.
IST Werkprogramma 99
7
Kenmerken van het Programma: Integratie en Gerichtheid
2.5
AANSLUITING MET ANDERE EU-BELEIDSVORMEN
Het IST-programma weerspiegelt en ondersteunt nieuwe beleidskwesties, met name het
aanmoedigen van de convergentie van informatietechnologie, telecommunicatie en
media, en de behoefte aan wereldwijde transparantie voor gebruikers en coherentie1, 2.
Het specifiek programma voorziet daarom in de “nauwe aansluiting tussen onderzoek en
beleid dat nodig is voor een coherente en veelomvattende informatiemaatschappij. Alle
kernactiviteiten zullen de ontwikkeling van nieuwe technologieën en diensten koppelen
aan beleidsdoelstellingen inzake het aanpassingsvermogen, de inzetbaarheid en het
ondernemerschap van de Europeanen. Bovendien zullen de kernactiviteiten EUbeleidsontwikkelingen ondersteunen op het gebied van duurzame ontwikkeling en
consumentenbescherming in de informatiemaatschappij. In strategisch opzicht zal het
accent worden gelegd op het bijeenbrengen van technologische ontwikkelingen en EUbeleidsgebieden, zoals milieuvriendelijk vervoer en toerisme, beleid ten aanzien van
ondernemingen , in het bijzonder van kmo’s, coherentie en concurrentie in de interne
markt, werkgelegeheid, openbare gezondheidszorg, overheidsopdrachten, convergentie
van audiovisuele sector en media, onderwijs en opleiding, bescherming van de
persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens3, convergentie- en telecommunicatieregelgeving, en de uitbreiding van de EU. In dit verband kunnen IST-studies en
-projecten bijzondere bijdragen leveren tot de beleidsbepaling, zowel op communautair
niveau als in de lidstaten en de geassocieerde staten. Deze bijdragen zullen via het ISTC
ter beschikking van de lidstaten4 worden gesteld en ook aan andere belangstellenden
worden aangeboden.
1
De problemen betreffende het convergentiebeleid werden behandeld in het "Groenboek over de convergentie van de sectoren
telecommunicatie, media en informatietechnologie en de implicaties daarvan voor de regelgeving”, door de Commissie ingediend in
december 1997 (COM(97) 623). Zie ook op http://www.ispo.cec.be/convergencegp/greenp.html.
2
De problemen betreffende de mondiale coherentie worden behandeld in de Mededeling van de Commissie over "Mondialisering en de
informatiemaatschappij - De behoefte aan een versterking van de internationale coördinatie", door de Commissie goedgekeurd op 4
februari 1998, alsmede in de Mededeling over "Het concurrentievermogen van de Europese ondernemingen in de context van de
mondialisering" (COM(1998) 718, 20.1.1999).
3
Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in
verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31,
en Richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens
en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector, PB L 24 van 30.1.1998, blz. 1.
4
In overeenstemming met artikel 19.3 van het Raadsbesluit 1999/65/EC van 27 december 1998 betreffende de regels voor deelname en
verspreiding volgensartikel 130 J van het Verdrag.
IST Werkprogramma 99
8
Doelstellingen en Oto-Prioriteiten in Detail
3
DOELSTELLINGEN EN OTO-PRIORITEITEN IN DETAIL
In de volgende delen van hoofdstuk 3 wordt de inhoud van het IST-werkprogramma voor
1999 beschreven voor:

de vier kernactiviteiten (KA I-IV);

programmadoorsnijdende thema’s;

toekomstige en opkomende technologieën (FET);

onderzoeksnetwerken (RN).
Elk deel begint met het citeren van de doelstellingen uit het specifieke programma inzake
IST, waarna een beschrijving van de werkzaamheden wordt gegeven in de vorm van
actiepunten die onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO) integreren met ISTondersteuningsmaatregelen zoals introductieactiviteiten, (proeven, optimale praktijken,
eerste gebruik, beoordeling, enz.) en begeleidende maatregelen (projectclusters,
verspreiding, enz.), die in hoofdstuk 4 van dit werkprogramma en de Gids voor indieners
worden beschreven.
De Commissie zal oproepen tot het indienen van voorstellen publiceren waarin direct zal
worden verwezen naar de actiepunten van het werkprogramma of naar specifieke
thema's/maatregelen die in de beschrijving van de actiepunten worden vermeld. Elke
oproep zal slechts op enkele van het complete stel actiepunten in dit werkprogramma
betrekking hebben. De indieners dienen zorgvuldig na te gaan of het werk dat ze
willen ondernemen deel uitmaakt van de thematiek van een oproep tot het indienen van
voorstellen, en aandachtig de Gids voor indieners te lezen alvorens voorstellen op te
stellen en in te dienen.
IST Werkprogramma 99
9
Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger
3.1
KERNACTIVITEIT I - SYSTEMEN EN DIENSTEN VOOR DE BURGER
3.1.1 Doelstellingen
"Deze werkzaamheden helpen bij de totstandkoming van de volgende generatie
gebruikersvriendelijke, betrouwbare, kostenefficiënte en voor gebruikers transparante
diensten van algemeen belang, die voorzien in de behoefte van gebruikers aan een
flexibele toegang voor iedereen, waar en wanneer dan ook. De werkzaamheden, inclusief
het onderwijs en de opleiding die daarmee gepaard gaan, omvatten zowel OTO dat de
gehele kernactiviteit bestrijkt als specifiek OTO op de volgende gebieden:
gezondheidszorg, bijzondere behoeften, onder andere van ouderen en gehandicapten,
overheidsdiensten, milieu en vervoer. Aan sommige van de vraagstukken die als een
rode draad door het programma lopen moet nadere aandacht worden geschonken om
voldoende rekening te houden met de behoeften en verwachtingen van de karakteristieke
gebruikers binnen deze kernactiviteit, met name bruikbaarheid en acceptatie van nieuwe
diensten, met inbegrip van beveiliging en privacy van informatie5 en de sociaaleconomische en ethische aspecten6."
3.1.2 Strategie en opbouw
De uitvoeringsstrategie is gebaseerd op onderzoek en ontwikkeling op middellange en
lange termijn en, waar nodig, demonstratie- en introductieactiviteiten, met het oog op de
ontwikkeling en de kwalificatie van toekomstige diensten van algemeen belang. Deze
diensten kunnen uiteindelijk worden verleend door zowel openbare als particuliere
organisaties, zoals ondernemingen, dienstverleners, diensten- en netwerkexploitanten,
overheidsdiensten en/of partnerschappen tussen de particuliere en de openbare sector.
Bij de onderzoeksactiviteiten zal gebruik worden gemaakt van de naadloze connectiviteit
en transparantie voor gebruikers van de informatie-infrastructuren. De nadruk ligt op het
creëren van gebruiksvriendelijke, betrouwbare en kosteneffectieve diensten van
algemeen belang die aan herkenbare behoeften van de gebruikers voldoen.
Het gaat vooral om de ontwikkeling van diensten van algemeen belang en om die
aspecten ervan die op zeer doelmatige wijze op Europees niveau kunnen worden
uitgevoerd: diensten die in de gehele EU toegankelijk moeten zijn; transparantie voor
gebruikers van diensten en de ontwikkeling van normen; en aspecten van de ontwikkeling
van technologieën en diensten die nauw verband houden met de ontwikkeling van
Europese beleidsvormen, zoals mlieuvriendelijk vervoer en toerisme. Er zal prioriteit
worden gegeven aan de ontwikkeling van systemen met behulp van geavanceerde
technologieën, teneinde verniewende middelen te vinden om bruikbare diensten van hoge
kwaliteit aan te bieden, die iedereen zich kan permitteren en voor iedereen toegankelijk
zijn. Deze activiteiten moeten op wereldniveau het concurrentievermogen vergroten van
de industrieën die aan de basis van deze diensten liggen, en moeten tevens de verwante
EU-beleidslijnen ondersteunen.
3.1.3 OTO-prioriteiten in 1999
In totaal twaalf actiepunten werden als prioriteiten voor de oproepen tot het indienen van
voorstellen in 1999 aangemerkt.
5
Met inbegrip van eisen inzake informatiebeveiliging en gegevensbescherming zoals gegevensminimalisering en het
anonieme gebruik van diensten.
6
Met inbegrip van zaken betreffende geslacht en sociale uitsluiting.
IST Werkprogramma 99
10
Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger
Actiepunten voor 1999
Overzicht
I.1 OTO voor
kernactiviteit I
in haar geheel

I.2 Gezondheid


I.3 Mensen met
speciale
behoeften, met
inbegrip van
gehandicapten
en ouderen
I.4 Overheidsdiensten
I.5 Milieu
I.6 Vervoer en
toerisme
Nieuwe modellen voor dienstverlening
aan burgers
Persoonlijke gezondheidssystemen
Klinische, biologische, managementen beeldvormingssystemen voor
professionals in de gezondheidszorg
 Telegeneeskundige diensten van de
nieuwe generatie
Er wordt gezorgd voor coördinatie met
KA II op het gebied van beveiliging en met
het thematische programma "Kwaliteit van
het bestaan en beheer van levende
hulpbronnen", met name met generiek
onderzoek inzake "neurowetenschappen".
 Systemen en diensten om zelfstandig
te leven
Deze werkzaamheden zullen worden
ondernomen in nauwe samenhang met het
programmadoorsnijdende actiepunt
CPA.3.“Ontwerp voor allen voor een alles
omvattende informatie maatschappy" en
zullen een aanvulling zijn op onderzoek in
het kader van de KA "Vergrijzing van de
bevolking" van het thematische
programma "Kwaliteit van het bestaan en
beheer van de levende hulpbronnen".
 Systemen om overheidsdiensten
efficiënter en gebruikers-vriendelijker
te maken
 Online-ondersteuning van
democratische processen
Een groot deel van de werkzaamheden op
dit gebied zal worden ondernomen in de
context van het actiepunt “Nieuwe
modellen voor dienstverlening aan
burgers” (zie I.1 hierboven).
 Intelligente systemen voor
milieucontrole en -beheer
 Systemen voor het beheersen van
milieurisico's en -rampen
Dit laatste punt zal worden gecombineerd
met de generieke onderzoekactiviteit
inzake ‘Risico’s’ en ‘Aardobservatie’, en
met de KA's inzake “Waterbeheer en
waterkwaliteit”, "Veranderingen op
wereldschaal" en "De stad van morgen"
van het thematische programma "Energie,
milieu en duurzame ontwikkeling"
 Intelligente vervoersinfrastructuur en
mobiliteitsbeheersing
 Systemen voor intelligente voertuigen
 Systemen en diensten voor het
toerisme
De eerste twee actiepunten omvatten alle
vervoerswijzen. Er wordt gezorgd voor
coördinatie met het thematische
programma "Een concurrerende en
duurzame groei".
IST Werkprogramma 99
11
Toekomstige prioriteiten voor na
1999
 Duurzame dienstverlening voor
residentiële en mobiele
omgevingen









Veilige virtuele netwerken en
diensten voor continuïteit van de
zorgsector
Ontwikkeling van diensten voor
burgers, professionals en
managers in de gezondheidszorg
Systemen en diensten voor sociale
integratie
Door middel van ondersteunende
technologieën vervaardigde
producten en interfaces ter
compensatie van functionele
stoornissen
Eén gecentraliseerde toegang tot
interactieve openbare diensten
Openbare evenementen:
risicoanalyse en -beoordeling,
crisismanagement en beheersing
van mensenmassa's
Het bijleggen van geschillen
vergemakkelijken, in en buiten de
rechtbanken
Beheersing van milieurisico's en
milieurampen, met speciale
aandacht voor landmijnen
Milieumodellering, -simulaties en prognoses
Hoger niveau van integratie op basis
van nieuwe componenten en diensten
Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger
Beschrijving van de actiepunten
I.1 OTO voor kernactiviteit I in haar geheel
I.1.1
Nieuwe modellen voor dienstverlening aan burgers
Doel: Het ontwikkelen en analyseren van scenario’s (inclusief de regelgevings- en
info-ethische aspecten) en nieuwe modellen voor de verlening van diensten van
algemeen belang, met passende combinaties van on-line dienstverlening,
telepresentie en direct menselijk contact, en het kwantificeren van de voordelen uit
het oogpunt van ruimere toegankelijkheid (zowel geografisch als voor sociale
groeperingen), transparantie, lagere kosten, betere kwaliteit of de beschikbaarheid
van een ruimer assortiment diensten. De werkzaamheden zullen sociaal-economisch
onderzoek omvatten teneinde de belangrijkste veranderingen op sociaal,
economisch en organisatorisch gebied en in gedragspatronen te evalueren die door
de integratie van IST op de gebieden van algemeen belang worden teweeggebracht.
Zij dienen tevens de 10-jarenvisie op nieuwe wijzen van dienstverlening op deze
gebieden te bepalen, en nieuwe meettechnieken en evaluatiecriteria voor het volgen
van de vooruitgang aan te bieden. Ze zullen ook projecten omvatten om de nieuwe
scenario’s en modellen in een reële context te testen en te kwalificeren. Waar dit
gewenst is, moeten de werkzaamheden de uitbreiding van de Europese Unie en de
aanpassing ervan aan de Economische en Monetaire Unie ondersteunen. In de
introductieactiviteiten moet ruimte zijn voor industriële samenwerking teneinde te
voorzien in gemeenschappelijke kwalificatieplatforms voor geavanceerde diensten.
Deze werkzaamheden moeten grotendeels via IST-ondersteuningsmaatregelen
(hoofdstuk 4) worden uitgevoerd.
I.2 Gezondheid
I.2.1
Persoonlijke gezondheidssystemen
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van apparaten en diensten, die eenieder
zich kan permitteren, voor de ondersteuning van de persoonlijke
gezondheidstoestand teneinde de burgers in staat te stellen een actievere rol te
spelen bij preventie, zorg en rehabilitatie. De OTO-werkzaamheden zullen gericht
zijn op persoonlijke gezondheidssystemen die in verbinding staan met de rest van de
gezondheidsinformatie-infrastructuur. Deze werkzaamheden staan in verband met
andere werkzaamheden in het werkprogramma en zullen bijvoorbeeld worden
geïntegreerd met de ontwikkeling van geavanceerde biosensoren, transducers en
microsystemen, die via communicatievoorzieningen voor veilige informatieuitwisseling verbonden zijn met professionele netwerken en interfaces met
elektronische gezondheidsgegevens. Verwacht wordt dat de resultaten zullen helpen
bij de ontwikkeling van de persoonlijke gezondheidszorg, het EG-beleid inzake
gezondheidsbevordering zullen ondersteunen, en zullen bijdragen tot de groei van
de industrieën die op het gebied van de persoonlijke gezondheidszorg actief zijn.
I.2.2
Klinische, biologische, beheers- en beeldvormingssystemen voor
professionals in de gezondheidszorg
Doel: Verniewendeve medische systemen voor screening, diagnose, behandeling en
therapie ontwikkelen en de voordelen ervan demonstreren op basis van meetbare
indicatoren. Deze systemen zullen het gebruik van apparaten van de nieuwe
generatie impliceren, met name die welke gebaseerd zijn op micro- en
nanotechnologieën, geavanceerde medische beeldvorming met geïntegreerde
kennissystemen voor diagnostische ondersteuning, op virtuele en verhoogde realiteit
gebaseerde hulpmiddelen voor medische behandeling en onderwijs, en mobiele en
vaste veilige systemen voor toegang tot persoonlijke gezondheidsgegevens. De
IST Werkprogramma 99
12
Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger
werkzaamheden moeten ook voor een deel gericht zijn op de integratie van
gezondheidsinformatiesystemen en -databanken voor tijdige toegang tot
gezondheidsgegevens op nationaal en regionaal niveau, en op verniewendeve
interfaces voor een betere acceptatie door de gebruikers. De OTO-werkzaamheden
moeten worden aangevuld met activiteiten ter bevordering van grootschalige
implementatieproeven en van het gebruik van gestandaardiseerde elektronische
gezondheidsdossiers.
I.2.3
Telegeneeskundige diensten van de nieuwe generatie
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van een reeks telegeneeskundige diensten
van de nieuwe generatie voor teleconsult en het aanbieden van televerzorging op de
plaats waar die nodig is. De werkzaamheden moeten gericht zijn op de ontwikkeling
en de integratie van nieuwe technologieën voor telegeneeskundige toepassingen,
met inbegrip van specifieke aspecten van: telerobotica, medische digitale
ondersteuning en geavanceerde interfaces (inclusief biosensoren, transducers en
microsystemen), geïntegreerd met betrouwbare mobiele en draadloze informatie- en
communicatiediensten, inclusief diensten via satelliet. De nadruk moet liggen op de
gebruiksvriendelijkheid en de transparantie voor gebruikers met de
gezondheidsinformatie-infrastructuur
en
de
ontwikkeling
van
nieuwe
gestandaardiseerde protocollen. Verwacht wordt dat het OTO hulpmiddelen voor
gedistribueerde diensten in de gezondheidszorg zal opleveren en over de grenzen
heen en voor mensen in afgelegen en geïsoleerde gebieden 24 uur per dag de
toegang tot medische zorg zal ondersteunen. De werkzaamheden zullen bijdragen
tot de ontwikkeling van toekomstige regelgevingskaders en gedragscodes voor
geavanceerde telegeneeskundige diensten.
I.3 Mensen met speciale behoeften, met inbegrip van gehandicapten en
ouderen
I.3.1
Systemen en diensten om zelfstandig te leven
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van hulpmiddelen, systemen en diensten om
mensen met speciale behoeften in staat te stellen zelfstandig te leven. De
werkzaamheden zullen betrekking hebben op persoonlijke zorg, mobiliteit en
communicatie, en zullen een betere toegang tot een ruimer assortiment diensten
mogelijk maken, alsmede een sterkere deelneming aan sociale en
gemeenschapsactiviteiten voor mensen met een beperkte mobiliteit of functionele
stoornissen, inclusief het vergroten van de werk- en leermogelijkheden. De steun
voor zelfstandig leven zal betrekking hebben op persoonlijke apparaten voor
teleondersteuning, het ontwerp van systemen voor de woonomgeving, en
geavanceerde oplossingen voor professionele en informele thuisverzorgers. Binnen
dit actiepunt moeten 'ontwerp voor allen'-hulpmiddelen en -methoden verder worden
ontwikkeld en toegepast met het oog op een universele toegang, die iedereen zich
kan permitteren tot de voornaamste producten en diensten. Er wordt gestreefd naar
bijzondere verbeteringen op het gebied van gebruikersmodellering zodat systemen
en gebruikersinterfaces gemakkelijker kunnen worden samengesteld ten behoeve
van en door het individu, en voor de uit te voeren taken en de omgeving.
I.4 Overheidsdiensten
I.4.1
Systemen om overheidsdiensten
vriendelijker te maken
efficiënter
en
gebruikers-
Doel: Het ontwikkelen van geavanceerde geïntegreerde multimedia systemen en
diensten voor overheidsdiensten en andere openbare organisaties, teneinde de
toegang van ondernemingen en burgers tot informatie en regelgeving te verbeteren
en de contacten, uitwisselingen en feedback te vergemakkelijken tussen
IST Werkprogramma 99
13
Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger
overheidsdiensten onderling en tussen overheidsdiensten en derden, d.w.z. burgers,
instellingen en ondernemingen. Aantonen van de voordelen van nieuwe diensten uit
het oogpunt van de grotere interne doelmatigheid in vergelijking met de bestaande
systemen, bijdragen tot de verdere integratie van de EU, en stroomlijnen van de
samenwerking tussen verschillende niveaus (lokaal, regionaal, nationaal en EU) en
soorten overheidsdiensten, inclusief partnerschappen tussen openbare en
particuliere sector, en tussen overheidsdiensten en burgers, instellingen en
ondernemingen. Vertrouwelijkheid, betrouwbaarheid, veiligheid en toegankelijkheid
van gemeenschappelijke gegevens, verifieerbaarheid, mogelijkheid tot real-time
vertaling, robuustheid en gebruikersvriendelijkheid zijn essentiële kenmerken van
deze systemen en diensten. De werkzaamheden moeten de beleidsvormen en de
integratie van de EU alsmede de uitbreiding van de EU ondersteunen.
I.4.2
Online-ondersteuning van democratische processen
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van verniewendeve raadplegings-,
toegangs- en kiessystemen om een grotere en gelijkewaardige deelneming aan
democratische processen te ondersteunen, kosten te verminderen en de
transparantie op een gebruikersvriendelijke manier te vergroten. De systemen
moeten het contact met de gekozen vertegenwoordigers en het begrip van de
procedures van democratische instellingen op eenvoudige en goedkope wijze
vergemakkelijken. Voorts moeten zij toepasbaar zijn op lokaal, regionaal, nationaal
en Europees niveau; adequate beveiligingsmiddelen bevatten wat betreft de privacy,
de echtheid en de behandeling van de uitgebrachte stemmen; gemakkelijk te
gebruiken zijn, en toegankelijk voor alle kiezers en kandidaten, welke zij zich tevens
kunnen permitteren. De werkzaamheden moeten relevant zijn voor de EUbeleidsvormen met betrekking tot de uitbreiding.
I.5 Milieu
I.5.1
Intelligente systemen voor milieucontrole en -beheer
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren op lokaal, stedelijk, regionaal en
grensoverschrijdend niveau van systemen en hulpmiddelen voor coherente
internationale milieucontrole en -beheer. De werkzaamheden impliceren de integratie
van netwerken van diverse informatiebronnen zoals, naar gelang behoeften, voelers
op afstand met hoge resolutie, geografische informatie, geavanceerde
gegevensverwerving en beslissingsondersteunende systemen. Er moet ook werk
worden gemaakt van de ontwikkeling van intelligente sensoren, detectoren,
modellen en netwerken voor het bewaken van langzame chronische veranderingen
en van milieuverontreiniging, terwijl ook nieuwe ondernemingsmodellen voor
hoogwaardige milieu-informatiediensten moeten worden geëvalueerd. Verwacht
wordt dat het OTO zal bijdragen tot Europese en mondiale normen voor de
uitwisseling van milieugegevens en tot het behoud van de natuurlijke hulpbronnen.
Bovendien moet het milieuplanning en tijdige waarschuwing ondersteunen.
I.5.2
Systemen voor het beheersen van milieurisico's en -rampen
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van nieuwe hulpmiddelen en geïntegreerde
systemen voor coherent management in noodsituaties, met ondersteuning van de
gehele cyclus van preventie, identificatie, beperking van de schade en begeleiding
na de ramp, zowel voor natuurlijke als door de mens veroorzaakte risico's. De
werkzaamheden, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan ernstige
weersinvloeden,
geologische
incidenten,
overstromingen,
bosbranden,
aardverschuivingen en industriële ongevallen, impliceren de ontwikkeling en het
gebruik van intelligente, mobiele en in netwerken opgenomen sensoren voor het
real-time verzamelen van gegevens, detectoren op afstand , krachtige
visualiseringssystemen in combinatie met risicobeoordelingsmodellen en real-time-
IST Werkprogramma 99
14
Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger
GIS. De systemen moeten hulpmiddelen bevatten voor real-timebesturing en
controle en de integratie van gegevens van satelliet-, vaste en mobiele
communicatienetwerken; ze moeten voorzien in tijdige waarschuwing en voorlichting
van de burger. Verwacht wordt dat het OTO zal bijdragen tot het vaststellen en
verbeteren van Europese normen voor generieke hulpmiddelen voor management in
noodsituaties, met inbegrip van hulpmiddelen die worden gebruikt voor omgevingen
met potentieel zware gevolgen zoals fabrieksinstallaties en stedelijke aglomeraties.
I.6 Vervoer en toerisme
De hierna beschreven werkzaamheden zullen, ter aanvulling van OTO-activiteiten,
worden ondersteund door IST-ondersteuningsmaatregelen, met name inzake
optimale praktijken, bijvoorbeeld met betrekking tot transparantie voor gebruikers en
het quantitatief beoordelen van systemen. Deze maken integrerend deel uit van de
werkzaamheden voor deze groep actiepunten.
I.6.1
Intelligente vervoersinfrastructuur en mobiliteitsbeheersing
Doel: Het ontwikkelen van intelligente infrastructuren voor de vastlegging,
verwerking, uitwisseling en verspreiding van gegevens betreffende alle
vervoerswijzen ter ondersteuning van verkeers- en vraagbeheersing, collectief en
individueel vervoer, wagenpark- en vrachtvervoersactiviteiten voor de gehele
logistieke keten, en geïntegreerde milieuvriendelijke vervoersactiviteiten in steden,
plattelandsgebieden en Trans-Europese netwerken. Deze doelstellingen omvatten
de ontwikkeling en verbetering van bewakings-, positiebepalings-, navigatie-,
beheers-, geleidings- en betalingssystemen. Het accent ligt op het verbeteren van
aard- en satellietcommunicatie, positiebepaling en observatie-infrastructuren
(inclusief UMTS en GNSS2) met het oog op de aanpassing ervan voor
verkeersbewaking en -leiding, volging en opsporing, betaling op afstand en
geleiding. Er zal prioriteit worden gegeven aan media-onafhankelijke en open
architecturen om de intelligentie en eindstations van mobiele aan te passen aan het
optimale
gebruik
ervan
in
de
vervoersector.
Beeldverwerking,
waarnemingstechnologieën en sensoren moeten verder worden ontwikkeld voor
bewakingsdoeleinden. De werkzaamheden moeten voorzien in de ontwikkeling van
nieuwe verkeersleidingssystemen met integratie van verwerkings-, simulatie-,
voorspellings- en beslissingsondersteunende hulpmiddelen, inclusief hulpmiddelen
voor het beheersen van grootschalige evenementen en crisissen.
I.6.2
Systemen voor intelligente voertuigen
Doel: Het ontwikkelen en kwalificeren van boordsystemen ter verbetering van de
veiligheid en het comfort en voor een efficiënter gebruik van voertuigen, met name
wat betreft het vermijden van hindernissen en botsingen, op de mens gerichte
verbetering van zicht en zichtbaarheid, vergroting van de waakzaamheid van de
bestuurder en controle op verminderde rijvaardigheid, navigatie, routeplanning,
verkeers- en weersinformatie, onderhoud en voertuigdiagnoses op afstand en
andere "navigatie-informatiesystemen". Tot de werkzaamheden behoren ook het
optimaliseren van het gebruik van hulpbronnen, milieu-effectcontrole en systemen
die zorgen voor conformiteit met regelsystemen in voertuigen en aanpasbare
snelheidsregeling en elektronische voertuigidentificatie. Er moet aandacht worden
besteed aan de ontwikkeling en integratie van mens-machine-interfaces en aspecten
betreffende verificatieprocedures voor de invoering ervan. Er zal prioriteit worden
gegeven aan systemen die gemeenschappelijk zijn voor alle soorten vervoer en aan
de boordsysteemarchitectuur. De werkzaamheden zullen bijdragen tot de consensus
in de industrie betreffende gemeenschappelijke normen en interfaceprotocollen als
basis
voor
het
inbouwen
van
een
grotere intelligentie en van
communicatievoorzieningen in alle nieuwe voertuigen tegen 2005.
IST Werkprogramma 99
15
Kernactiviteit I - Systemen en diensten voor de burger
I.6.3
Systemen en diensten voor het toerisme
Doel: Het ontwikkelen van nieuwe componenten en open gedistribueerde
architecturen voor management in toerisme, informatie- en communicatiesystemen
die gebruikers en bedrijven ondersteunen door het aanbod van hoogwaardige
diensten en van integratie van hoogwaardige multimediadiensten op het gebied van
accommodatie, reizen, weer, evenementen, cultuur en vrijetijdsbesteding, samen
met boekings- en betalingsfaciliteiten. De nadruk ligt op de integratie van
opkomende technologieën en processen die de personalisering en interactie van
diensten mogelijk maken, kwaliteitsinformatie garanderen, mobiele of vaste toegang
verlenen en voorzien in informatiekanalen voor alle categorieën aanbieders van
toeristische diensten. De werkzaamheden omvatten quantitative beoordeling en de
identificatie van optimale praktijken alsmede maatregelen tot invoering van
transparantie voor gebruikers.
IST Werkprogramma 99
16
Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel
3.2
KERNACTIVITEIT II – NIEUWE WERKMETHODEN EN ELEKTRONISCHE HANDEL
3.2.1 Doelstellingen:
"Het doel van deze werkzaamheden bestaat erin de technologie van de
informatiemaatschappij te ontwikkelen die de Europese werknemers en ondernemingen,
met name het MKB, moet helpen hun concurrentiepositie op de wereldmarkt te
versterken en tevens de werksituatie van de individuele werknemers te verbeteren, zodat
zij zich kunnen bevrijden van de vele bestaande beperkingen op het gebied van
werkmethoden en organisatie, alsook afstand en tijd. Er zal speciale aandacht worden
geschonken aan de sociale implicaties van nieuwe werkmethoden, met name het effect
dat deze hebben op gelijke kansen en de kwaliteit van het leven. Zij hebben betrekking op
de ontwikkeling van en de handel in goederen en diensten, met name op de elektronische
markt, en daarbij moet rekening worden gehouden met de verschillende behoeften en
bekwaamheden van de individuele werknemer, de consument, bedrijven en organisaties,
onder meer ten aanzien van de noodzakelijke opleiding. De mondiale context, in het
bijzonder de snelle marktontwikkelingen, en sociaal-economische factoren dienen als
leidraad voor deze activiteit, en er moet naar worden gestreefd de beste manieren van
werken en zakendoen ter wereld te ontwikkelen en te demonstreren met gebruikmaking
van Europese specialismen zoals elektronisch betalen, chipkaarten, mobiele systemen,
programmatuur voor de modellering van zakelijke processen, alsook bedrijfsbeheer en
consumentenbescherming."
3.2.2 Strategie en opbouw
De strategie in deze kernactiviteit is gebaseerd op onderzoek en ontwikkeling van nieuwe
technologieën op middellange en lange termijn, waarbij op de toepassing van bestaande
technologieën wordt voortgebouwd. Het is er vooral om te doen meer middelen aan te
bieden aan het individu, als ondernemer, werknemer en consument, en de samenwerking
tussen kmo's en grote ondernemingen als deelnemers aan de wereldwijde
netwerkeconomie te stimuleren. De inspanningen zullen vooral gericht zijn op
architecturen, technologieën en hulpmiddelen voor veilige, uitbreidbare, betrouwbare en
aan de behoeften van de gebruiker aanpasbare systemen. Bijzondere aandacht zal
worden besteed aan het opbouwen van vertrouwen, door het bedrijfsleven gestuurde
standaardisatie, en de demonstratie en introductie van optimale praktijken, ondersteund
door zelfregulering in de interne markt van de EU, ook voor het MKB en de consument.
Deze kernactiviteit vereist een sterke wisselwerking tussen technische, economische,
sociale en juridische vraagstukken. Geïntegreerd sociaal-economisch en technologisch
onderzoek is daarom nodig om de ontwikkeling en het effect van nieuwe technologieën,
en met name de voor deze kernactiviteit verrichte werkzaamheden zelf, te volgen en te
beoordelen. Daarom bevat ze geïntegreerde actiepunten inzake quantitatieve sociaaleconomische beoordelingsmethoden, modellering en effectbeoordeling, en inzake
hulpmiddelen voor het verzamelen en overbrengen van bedrijfskennis. Het essentiële
OTO voor deze kernactiviteit is gestructureerd als een aantal actiepunten op elk van de
drie gebieden die in het specifieke programma worden gedefinieerd. Elk actiepunt zal
demonstratie- en introductieactiviteitenalsmede een aantal begeleidende maatregelen
omvatten.
Deze kernactiviteit zal nieuwe ontwikkelingen op het gebied van technologieën en
diensten
koppelen
aan
beleidsdoelstellingen
op
het
gebied
van
het
aanpassingsvermogen, de inzetbaarheid en het ondernemerschap van de Europeanen.
Ze zal EU-beleidsontwikkelingen ondersteunen op het gebied van sociale en
economische continuïteit en consumentenbescherming in de informatiemaatschappij.
Doordat het accent op transparantie voor gebruikers zal worden gelegd, zal de
kernactiviteit zowel de samenhang als de concurrentie in de interne markt bevorderen,
met name bij de ontwikkeling van nieuwe marktstructuren en elektronische
betalingssystemen in euro.
IST Werkprogramma 99
17
Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel
3.2.3 OTO-prioriteiten in 1999
In totaal elf actiepunten zijn als prioriteiten voor oproepen tot het indienen van voorstellen
in 1999 aangewezen. Ze vormen een samenhangend geheel uit het oogpunt van de
ontwikkeling en toepassing van basistechnologieën. De werkzaamheden voor een
bepaald actiepunt kunnen een bijdrage leveren tot of voortbouwen op werkzaamheden
voor andere actiepunten, en bij grotere projecten kunnen werkzaamheden voor
verschillende actiepunten worden ondernomen.
Overzicht
Actiepunten voor 1999
II.1 OTO voor
kernactiviteit II
in haar geheel
II.2 Methoden
en
instrumenten
voor flexibel,
mobiel en op
afstand
werken
 Nieuwe perspectieven voor werk en
bedrijf
 Beheer van bedrijfskennis
 Ontwerp van de werkplek
 Teamwerk
 Dynamischenetwerken van organisaties
Nadruk op het scheppen van de
voorwaarden voor en het ontwikkelen en
demonstreren van concurrerende, flexibele
en mensgerichte werkmethoden en organisatie. Gericht op de behoeften van
zowel de werknemers als de
ondernemingen en de consumenten.
Er zal worden gezorgd voor nauwe
samenwerking met de activiteiten inzake
"Innovatieve producten, procédés,
organisatie" in het thematische programma
"Een concurrerende en duurzame groei".
 Digitaal ontwerp en levenscyclusbeheer
voor producten en diensten
Coördinatie met doelstelling 1.2.1 van het
thematische programma "Een
concurrerende en duurzame groei"
 Nieuwe marktbemiddelingssystemen
 Verbeterde relaties consumentleverancier
Nadruk op naadloze eind-tot-eind-steun,
zowel voor materiële als immateriële
producten, voor handel langs elektronische
weg en gedistribueerde virtuele
ondernemingen en markten. Omvat de
volledige waardeketen en de benodigde
technologieën om deze te ondersteunen.
 Identificatie en aantonen van echtheid
 Veilige elektronische financiële
transacties
 Overdracht van digitale objecten
Nadruk op technologieën ter versterking
van het vertrouwen in de informatieinfrastructuur en de daarmee verbonden
diensten en informatiebronnen
II.3
Beheersystem
en voor
leveranciers en
consumenten
II.4 Informatieen netwerkbeveiliging en
andere
technologieën
ter versterking
van het
vertrouwen
IST Werkprogramma 99
18
Toekomstige prioriteiten voor
na 1999
 Hogere niveaus van
geintegreerde netwerken van
werk en bedrijf op basis van
nieuwe middlewarecomponenten en -diensten
 Voortbouwen op de tendens
naar verbeterde, via
netwerkbemiddeling
functionerende vormen van
werk en bedrijf
 Geavanceerde technologieën
om het vertrouwen te
versterken en nieuwe
ondernemingen mogelijk te
maken die een hoog maar
flexibel niveau van
bescherming van informatie
vereisen, zoals voor
persoonsgegevens, digitale
inhoud en elektronisch betalen
Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel
Beschrijving van de actiepunten
II.1
OTO voor kernactiviteit II in haar geheel
II.1.1
Nieuwe perspectieven voor werk en bedrijf
Doel: Het ontwikkelen, kwantificeren en demonstreren van evolutiescenario’s en de
potentiële sociale en economische effecten van nieuwe technologieën en diensten
op werk en bedrijf in het komende decennium. Er moet actief sociaal-economisch
onderzoek worden verricht naar de belemmeringen waarmee de ondernemingen
worden geconfronteerd. De werkzaamheden moeten gebaseerd zijn op quantitatieve
beoordeling, econometrische modellen, nieuwe statistische indicatoren en
technologieprognoses, teneinde het OTO te begeleiden en de beleidsontwikkeling te
ondersteunen. Ze moeten sociaal-economisch onderzoek in het kader van de
technologieprojecten omvatten en aldus helpen om nieuwe technologieën vorm te
geven en de behoeften aan nieuwe vaardigheden te bepalen. Bijzondere nadruk
moet worden gelegd op het aanwijzen van nieuwe mogelijkheden voor economische
groei, werkgelegenheid, sociale integratie, gezondheidszorg en veiligheid. Voorts
moet ook aandacht worden geschonken aan ondernemerschap, gelijke kansen,
aanpassingsvermogen, en aan juridische en beleidskwesties die verband houden
met in netwerken gevatte organisatorische structuren, zoals virtuele ondernemingen
met betrekking tot aansprakelijkheid en bescherming van intellectuele
eigendomsrechten in een mondiale omgeving. De activiteiten moeten maatregelen
omvatten om het publiek beter voor te lichten en de beleidsdiscussies te
ondersteunen. Deze werkzaamheden zullen grotendeels in de vorm van ISTondersteuningsmaatregelen worden ondernomen (zie hoofdstuk 4).
II.1.2
Beheer van bedrijfskennis
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van hulpmiddelen voor de representatie, het
vastleggen, vergaren en overbrengen van gedistribueerde organisatorische kennis in
werkomgevingen. De nadruk ligt op het verhogen van het individuele en
organisatorische aanpassingsvermogen en het versnellen van "leren uit ervaring" in
organisaties in netwerken. De nadruk moet liggen op immateriële bedrijfskennis
omtrent relaties en bedrijfs-/organisatiepraktijken alsook omtrent meer
geformaliseerde vaardigheden. Het doel is het onderzoeken en demonstreren van
hulpmiddelen en optimale praktijken die de verscheidenheid van werk- en
leerculturen in de EU ondersteunen, waarbij met name jongere werknemers worden
betrokken die hun eerste betrekking vervullen. De werkzaamheden moeten
multidisciplinair onderzoek en technologieontwikkeling omvatten alsmede proeven in
reële werksituaties die moeten dienen als illustraties van optimale praktijken.
II.2 Methoden en instrumenten voor flexibel, mobiel en op afstand werken
II.2.1
Ontwerp van de werkplek
Doel:
Het
ontwikkelen,
integreren
en
evalueren
van
innovatieve
werkplektechnologieën en -concepten in diverse werksituaties, inclusief situaties die
mobiliteit en dynamische rollen impliceren, teneinde doelmatiger en
gebruikersvriendelijker werkomgevingen te creëren. De nadruk ligt op onderzoek
naar geïntegreerde geavanceerde technologieën en hulpmiddelen voor
multisensoriële communicatie, informatietoegang en analyse, met inbegrip van
bijvoorbeeld dichter bij de werkelijkheid staande hulpmiddelen en op het lichaam
draagbare apparaten die met, en voor individuele en teamcreativiteit, waarbij de
nodige aandacht wordt besteed aan bruikbaarheid, gezondheid en veiligheid, de
sexe-problematiek en de kwaliteit van het arbeidzame leven. De werkzaamheden
moeten multidisciplinair onderzoek en technologieontwikkeling omvatten alsmede
IST Werkprogramma 99
19
Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel
proeven in reële werksituaties die moeten dienen als illustraties van wereldprestaties
op het gebied van werkplekontwerp.
II.2.2
Teamwerk
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van referentiemodellen, architecturen en
technologieën die teams in staat stellen samen te werken vanuit verschillende,
mogelijk mobiele, locaties en verschillende tijdzones. Met behulp van deze systemen
en diensten moet informatie, zowel real-time als asynchroon, gemeenschappelijk
kunnen worden gebruikt en beheerd, waarbij geschikte modellen, simulaties en
analytische hulpmiddelen voor de nodige ondersteuning zorgen. De werkzaamheden
moeten de verbinding en integratie van heterogene werkplekken omvatten en zowel
het bedrijfsinterne functioneren als het functioneren tussen organisaties onderling
ondersteunen.
II.2.3
Dynamische genetwerkte organisaties
Doel: Het ontwikkelen van modellen en het demonstreren van hulpmiddelen en
systemen voor in dynamische netwerken opgenomen en virtuele organisaties,
waardoor de samenwerking en het onderlinge functioneren van bedrijfsprocessen,
het beheer van grootschalige en complexe bedrijfsverrichtingen en de on-line
raadpleging van werknemers worden vergemakkelijkt. De werkzaamheden moeten
qualitatieve beoordeling en de evaluatie van modellen organisaties in netwerken
omvatten, alsmede de ontwikkeling van hulpmiddelen en systemen voor het plannen
van hulpbronnen in samenwerkingsverband. De werkzaamheden moeten met name
gericht zijn op de behoeften van Europese kmo's als deelnemers aan wereldwijde
bedrijfsnetwerken en op de infrastructuur die zij nodig hebben, alsmede op de
ontwikkeling van nieuwe ondernemingen. Ze zullen naar verwachting bijdragen tot
de totstandbrenging van een consensus onder leiding van het bedrijfsleven,
bijvoorbeeld op het gebied van gedragscodes, het rechtskader en transparantie voor
gebruikers, onder andere in het kader van de Global Business Dialogue, en tot het
demonstreren van wereldprestaties op het gebied van nieuwe bedrijfspraktijken.
II.3 Beheersystemen voor leveranciers en consumenten
II.3.1
Digitaal ontwerp en levenscyclusbeheer voor producten en
diensten
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van modellen, systemen en hulpmiddelen
die het mogelijk maken om producten en diensten digitaal te ontwerpen en te
ontwikkelen met het oog op het beheer van de complete levenscyclus. De nadruk ligt
op digitale prototypevervaardiging, simulatie en ondersteuning door virtuele realiteit
voor gedistribueerd ontwerp, inclusief het bepalen van het eisenpakket, ontwikkeling,
productie, distributie en onderhoud, inclusief verbetering. De producten en diensten
die vooral in aanmerking komen zijn degene die in combinatie ten volle gebruik
maken van ingebouwde intelligentie, gekoppeld aan externe communicatie- en
informatiediensten. Er wordt aangenomen dat de werkzaamheden interactie zullen
impliceren tussen leveranciers, producten in gebruik en klanten, teneinde de waarde
te maximaliseren, de algemene milieukosten te minimaliseren en de verbetering en
het hergebruik te vergemakkelijken.
II.3.2
Nieuwe marktbemiddelingssystemen
Doel: Het ontwikkelen van innovatieve marktconcepten en technologieën alsmede
het beoordelen van verschillende architecturen en hulpmiddelen voor virtuele
markten
en
bedrijfsgemeenschappen.
De
werkzaamheden
moeten
bemiddelingssystemen en -hulpmiddelen voor makelarij omvatten, teneinde nieuwe
businessmodellen, nieuwe soorten handel en handel in nieuwe soorten diensten
mogelijk te maken. De werkzaamheden moeten betrekking hebben op opkomende
IST Werkprogramma 99
20
Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel
technologieën voor facturering, betalingen, BTW-inning, interacties met
overheidsdiensten, onderhandelingen, makelarij en bemiddeling, en moeten de
Europese verscheidenheid weerspiegelen op het gebied van bedrijfsorganisatie en netwerken en financiële diensten, inclusief toegang tot risicokapitaal (met name voor
het MKB).
II.3.3
Verbeterde relaties consument-leverancier
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van systemen en diensten om evenwichtige
relaties tussen consumenten/klanten en een reeks leveranciers van goederen en
diensten te vergemakkelijken. De nadruk ligt op: hen als partners in het
levenscyclusbeheer van goederen en diensten meer mogelijkheden te bieden,
teneinde het onderhoud, de reparatie (met name onder garantie), de handel, de
feedback van de klant en de personalisering te vergemakkelijken; het beheer van
persoonlijke informatie en voorkeuren (in overeenstemming met de EU-wetgeving
inzake gegevensbescherming), met inbegrip van een grotere invloed van de
consument op het hem verstrekken van informatie over producten en diensten; en
consumentenbescherming,
inclusief
diensten
voor
adviesverlening
en
schadeloosstelling. De werkzaamheden moeten bijdragen tot een doelmatige
consensus inzake transparantie voor de gebruikers, waarbij de consumenten in staat
worden gesteld om de hulpmiddelen in hun relaties met een brede waaier van
leveranciers in alle lidstaten te gebruiken, en inzake regelgeving, met name
zelfregulering.
II.4 Informatie- en netwerkbeveiliging en andere technologieën ter
versterking van het vertrouwen
II.4.1
Identificatie en echtheids bepaling
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van architecturen, protocollen,
technologieën, hulpmiddelen, systemen en diensten, inclusief het gebruik van
diensten van derden, waarbij ruimte wordt geboden voor diverse benaderingswijzen
ten aanzien van trustbeheer, teneinde de identificatie en echtheids bepaling van
individuen, diensten en apparaten in de relaties tussen ondernemingen,
detailhandelaren en particulieren mogelijk te maken en het verzamelen, vastleggen
en onthullen van gegevens door onbevoegden te verhinderen. De werkzaamheden
moeten een billijke polyvalente persoonlijke identificatie mogelijk maken met
adequate voorzieningen voor het vergroten van de privacy die door het individu
kunnen worden gestuurd. Het accent ligt op de totstandbrenging van internationale
compatibiliteit
en
gebruikerstransparantie,
uitbreidbaarheid
en
herconfigureerbaarheid, teneinde beter en flexibel grensoverschrijdend te kunnen
werken, handel te kunnen drijven en te kunnen samenwerken.
II.4.2
Veilige elektronische financiële transacties
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van systemen met transparantie voor
gebruikers voor veilige elektronische financiële transacties, met name voor gebruik
op de wereldmarkt en met ondersteuning van de EURO, die voor transacties tussen
ondernemingen en kleinhandelaren en met overheidsdiensten kunnen worden
toegepast. De werkzaamheden zullen betrekking hebben op facturering, betalingen,
boekhouding, alsmede anonieme kleine en zeer kleine betalingen. Het accent ligt op
uitbreidbaarheid en transparantie voor gebruikers tussen systemen en op
risicobeheersing. Verwacht wordt dat de werkzaamheden de ontwikkeling van zeer
betrouwbare en tegen knoeierij beveiligde componenten zullen omvatten, met
inbegrip van innovatieve chipkaartsystemen en persoonlijke systemen voor betaling
met fiches.
II.4.3
Overdracht van digitale objecten
Doel: Het ontwikkelen, kwalificeren en beproeven van de componenten,
architecturen, hulpmiddelen, systemen en diensten ter ondersteuning van de
overdracht van digitale objecten en het beheer ervan als commercieel bezit. De
IST Werkprogramma 99
21
Kernactiviteit II – Nieuwe werkmethoden en elektronische handel
nadruk ligt op het verstrekken van voorbeelden van optimale praktijken en het
kwalificeren van businessmodellen op grote schaal, waarbij van Europese sterke
punten gebruik wordt gemaakt in vernieuwende technologieën en systemen,
teneinde de algemene invoering in ondernemingen te bevorderen. Er moet aandacht
worden besteed aan de wereldwijde consensus over voor gebruikers transparante
systemen voor het beheer van rechten, de beoordeling van de sociale, culturele,
economische en juridische effecten, en het experimenteren met geavanceerde
technologieën voor de identificatie van de rechten op en het gebruik en bezit van
digitale objecten, inclusief ondersteuning van anonimiteit en de integratie van die
technologieën in nieuwe businessmodellen.
IST Werkprogramma 99
22
Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten
3.3
KERNACTIVITEIT III – MULTIMEDIA-INHOUD EN -INSTRUMENTEN
3.3.1 Doelstellingen
"Doel van de werkzaamheden is de functionaliteit, bruikbaarheid en acceptatie van
toekomstige informatieproducten en -diensten te verbeteren teneinde linguïstische en
culturele diversificatie mogelijk te maken en bij te dragen tot de benutting en exploitatie
van Europa's culturele erfgoed, de creativiteit te stimuleren en onderwijs- en
opleidingssystemen met het oog op permanente scholing te verbeteren. De
werkzaamheden hebben betrekking op nieuwe modellen, methoden, technologieën en
systemen voor productie, bewerking, beheer, netwerkgebruik en exploitatie van, alsook
toegang tot digitale inhoud, met inbegrip van audiovisuele inhoud. Een essentiële
onderzoekdimensie is nieuwe sociaal-economische en technologische modellen voor de
representatie van informatie, kennis en know-how. De werkzaamheden betreffen zowel
toepassingsgericht onderzoek op het gebied van uitgeven, audiovisuele media, cultuur,
en onderwijs en opleiding als aspecifiek onderzoek op het gebied van taal- en
inhoudtechnologieën voor alle toepassingsgebieden. Zij omvatten de kwalificatie,
introductie, coördinatie en ontwikkeling van normen."
3.3.2 Strategie en opbouw
De uitvoeringsstrategie voor deze kernactiviteit is zowel toepassingsgericht – met de
nadruk op publiceren, audiovisuele en nieuwe media, cultuur (bibliotheken, musea,
archieven), en onderwijs en opleiding – als generiek – met onderzoek naar taal- en
inhoudtechnologieën
voor
alle
toepassingsgebieden,
inclusief
kwalificatie,
overlegplatforms en -infrastructuren, ontwikkeling van normen en sociaal-economisch
onderzoek. Multimedia-inhoud wordt in ruime zin opgevat en omvat audiovisuele
diensten, informatie en amusement, kennis en vaardigheden, meertalige en taalkundige
inhoud en communicatie, en digitale objecten (fonetisch, visueel, ruimtelijk, enz.), gericht
op en ten behoeve van mensen als individuen en in groepen.
De aanpak is inhoudgericht, waarbij Europa’s technologieontwikkelaars en inhoudmakers
worden bijeengebracht voor de ondersteuning van het kosteneffectieve creëren,
manipuleren en afleveren van aantrekkelijke, gepersonaliseerde en meertalige
multimedia-inhoud, en voor de doelmatige exploitatie en het doelmatige beheer van
informatie. De aanpak is tevens gebruikergestuurd, waarbij de toenemende
betrokkenheid van de gebruiker bij vernieuwende, op inhoud en kennis gebaseerde
toepassingen wordt benadrukt.
De belangrijkste beleidsverbindingen die op dit gebied worden gelegd, betreffen de
inhoudindustrieën (inclusief INFO 2000, het actieplan inzake Internet, wereldwijde
informatienetwerken), het audiovisuele beleid (inclusief Media), culturele initiatieven
(inclusief het Nieuwe Culturele Kader), onderwijs en opleiding (inclusief Socrates en
Leonardo), en taal (meertalige informatiemaatschappij - MLIS).
De actiepunten binnen de kernactiviteit zijn in drie categorieën ingedeeld: een integrerend
actiepunt inzake sociaal-economisch onderzoek; toepassingsgerichte actiepunten binnen
specifieke gebieden; en ondersteunende actiepunten voor de ontwikkeling van generieke
technologieën. Elk actiepunt bevat geschikte IST-ondersteuningsmaatregelen (zie
hoofdstuk 4), inclusief introductieactiviteiten en een aantal begeleidende maatregelen.
In strategisch opzicht zal het accent worden gelegd op het relateren van technologische
ontwikkelingen aan het formuleren van EU-beleidsmaatregelen op het gebied van
audiovisuele en mediaconvergentie, onderwijs en opleiding, creativiteit en erfgoed,
meertaligheid en informatiebeheer. Er zal prioriteit worden gegeven aan het scheppen
van ruimte voor creativiteit en verscheidenheid door ruime toegang tot
gemeenschappelijke technologieplatforms.
IST Werkprogramma 99
23
Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten
3.3.3 OTO-prioriteiten in 1999
In totaal twaalf actiepunten zijn voor oproepen tot het indienen van voorstellen in 1999
aangewezen.
Overzicht
Actiepunten voor 1999
III.1 OTO voor
kernactiviteit III in
haar geheel

III.2 Interactief
uitgeven, digitale
inhoud en
cultureel erfgoed
Elektronisch uitgeven
Sociale en businessmodellen voor multimediainhoud

Geografische informatie

Standaardmaatwerk, reclame en
klantentoepassingen

Door de gebruiker gestuurd uitgeven
en persoonlijke mediasystemen

Culturele informatiesystemen

Naadloze integratie van oude
systemen in nieuwe toepassingen
voor de digitale bibliotheek

Audiovisuele en multisensoriële
inhoud van hoge kwaliteit
De nadruk ligt op het quantitatief beoordelen van de
opkomst van nieuwe sociaal-economische en
zakelijke aspecten in de Europese inhoudindustrie,
de creatieve industrie en de informatie-industrie en in
onderwijs en opleiding.

Auteurs- en ontwerpsystemen

Beheer en personalisering van inhoud
Cultuur:

Toegang tot wetenschappelijk en cultureel
erfgoed

Digitaal behoud van cultureel erfgoed
De nadruk ligt op het vergemakkelijken van het
creëren van inhoud voor diverse nieuwe vormen van
verspreiding, inclusief digitale studioproductie; op het
mogelijk maken van gepersonaliseerde toegang tot
collecties met meerdere eigenaars; en op het
stimuleren van ontwikkelingen die verband houden
met inhoud van cultureel erfgoed
Overzicht
III.3 Onderwijs en
opleiding
Toekomstige prioriteiten voor na
1999
Actiepunten voor 1999
Toekomstige prioriteiten voor na
1999

Open platforms en hulpmiddelen voor
gepersonaliseerd leren

De school van morgen


Geavanceerde leersystemen
De flexibele universiteit


Flexibel levenslang leren
Geavanceerde opleidingssystemen
Taaloverschrijdend informatiebeheer
Deze actiepunten zijn gedefinieerd ter aanvulling van
lopende acties die reeds onder het vierde
kaderprogramma7 zijn opgezet, terwijl ze ook een
stevige basis verschaffen voor een nieuwe oriëntatie
op het Europese OTO dat op dit gebied nodig is.
III.4 Technologieën op het
gebied van
menselijke taal

Meertaligheid in digitale inhoud en diensten


Natuurlijke interactiviteit
Ontwikkeling van generieke
technologieën en exemplarische
toepassingen met taalkundige en
gerelateerde cognitieve/communicatieve
kenmerken, op nog andere gebieden
zoals persoonlijke informatieapparaten,
interpersoonlijke en
groepscommunicatie, en diensten van
openbaar belang
III.5 Toegang tot,
filteren, analyse
en manipuleren
van informatie

Multisensoriële vormen van inhoud

Informatiefiltratie en -agenten

Mediarepresentatie en -toegang: nieuwe
modellen en standaarden

Visualisering van gegevens

Mediaoverschrijdende zoek-, gidsen beheersdiensten van de nieuwe
generatie
De nadruk ligt op het inbouwen van technologieën
voor gesproken en geschreven taal in wereldwijde
informatie- en communicatiesystemen.
Aanvankelijk ligt de nadruk op nieuwe vormen van
inhoud en nieuwe normen voor het identificeren van
inhoud
7
Lopende projecten die het resultaat zijn van de gemeenschappelijke oproep betreffende "Educatieve multimedia, telematicatoepassingen voor
onderwijs en opleiding", Esprit-acties betreffende "Experimentele schoolomgevingen", en "IT voor leren en opleiding in de industrie".
IST Werkprogramma 99
24
Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten
Beschrijving van de actiepunten
III.1 OTO voor kernactiviteit III in haar geheel
III.1.1
Sociale en businessmodellen voor multimedia-inhoud
Doel: Het identificeren van de belangrijkste sociale, economische, organisatorische
en gedragsveranderingen, gestimuleerd door de wijdverspreide invoering van
nieuwe IST in de audiovisuele, creatieve en informatie-industrieën, alsmede in de
onderwijssector en culturele sector. Het kwantificeren van het huidige en potentiële
toekomstige effect op groei en werkgelegenheid, op benaderingen van onderwijs en
opleiding, op taalkundige en culturele verscheidenheid, en op ons
cultureel/kenniserfgoed. Daartoe behoren het effect van geavanceerde interactieve
audiovisuele
systemen,
complementariteiten
en
convergenties
tussen
afleveringswijzen via netwerken (bv. Internet, toekomstig Web) en via omroep (b.v.
digitaal interactief), nieuwe meetmethoden en kwaliteitscontrolecriteria voor het
bepalen van de waarde van informatiebezit, nieuwe businessmodellen voor
multimedia, audiovisuele diensten en communicatie zonder bemiddeling, doelmatig
gebruik en beheer van informatie, alsmede de identificatie van de belangrijkste
gebieden voor nieuwe zakelijke en handelsontwikkeling. Deze werkzaamheden
dienen voornamelijk te worden aangepakt via IST-ondersteuningsmaatregelen (zie
hoofdstuk 4).
III.2 Interactief uitgeven, digitale inhoud en cultureel erfgoed
III.2.1
Auteurs- en ontwerpsystemen
Doel: Het bevorderen van meer creativiteit en beter ontwerp van Europese
multimedia-inhoud op belangrijke toepassingsgebieden (publicaties op het gebied
van kennis, zakelijke informatie en levensstijl en geografische informatie) door de
ontwikkeling van geavanceerde inhoudtechnologieën. Het verbeteren van
multimediale auteurs-, ontwerp- en productiesystemen voor het manipuleren van
radicaal nieuwe combinaties van zeer visuele en interactieve mediavormen,
waaronder 3-D, virtuele realiteit en andere vormen van inhoud die gebruik maken
van breedbandtechnologieen. Tot de verwachte aan te tonen voordelen behoren
grotere bruikbaarheid, functionaliteit en productiviteit, alsmede integratie van
verschillende media en nieuwe multiplatformtoepassingen voor uitgeven en
omroepen. Nieuwe gedistribueerde productieprocessen en -systemen, nieuwe
workflowprocedures
zoals
real-time
telesamenwerking
en
nieuwe
gebruiksmogelijkheden voor interactieve multimedia dienen te worden gevalideerd,
met de actieve deelneming van alle betrokken actoren, van productie tot distributie
en gebruik.
III.2.2
Beheer en personalisering van inhoud
Doel: Het kwalificeren en demonstreren van toegang tot, levering en personalisering
van heterogeen bezit in grote gedistribueerde en zich in handen van meerdere
eigenaars bevindende collecties op belangrijke toepassingsgebieden (publicaties op
het gebied van kennis, zakelijke informatie en levensstijl en geografische informatie).
Hiertoe behoren de ontwikkeling en integratie van geautomatiseerde systemen voor
inhoudverpakking en -presentatie, afstemming op de behoeften van de klant, op het
Web gebaseerde en op agenten gebaseerde diensten, eenvormig gemaakte
interfaces en zoekfaciliteiten in verschillende informatiebronnen, nieuwe
businessmodellen en dynamische transactiesystemen tussen samenwerkende
eigenaars van inhoud. Verwacht wordt dat de werkzaamheden zullen bijdragen tot
open standaarden voor transparantie voor de gebruikers en richtsnoeren inzake
toegangsbeheer, o.a. ook voor consumentenbescherming en privacy.
IST Werkprogramma 99
25
Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten
III.2.3
Toegang tot wetenschappelijk en cultureel erfgoed
Doel: Het verbeteren van de toegang voor burgers en professionals tot Europa's
snelgroeiende kennisbasis op wetenschappelijk en cultureel gebied via de
ontwikkeling van geavanceerde systemen en diensten die grootschalige
gedistribueerde, multidisciplinaire collecties van culturele en wetenschappelijke
multimediale hulpbronnen ondersteunen. In technologisch opzicht ligt het accent op
rijke representaties, krachtige immersieve kenmerken zoals 3-D-visualisering, real
time
virtuele
objectmanipulatie
en
groepsinteractiviteit,
zowel
voor
multimediaretrieval, virtuele galerijen, massamedia-evenementen als voor
audiovisuele distributie. Verwacht wordt dat de werkzaamheden nieuwe, op een
gemengde economie gebaseerde modellen voor de exploitatie, de herverpakking en
het hergebruik zullen opleveren. Voorts moeten de werkzaamheden worden gericht
op voor gebruikers transparante toegang tot gedistribueerde hulpbronnen, hetzij via
de domeinoverschrijdende ontdekking van hulpbronnen, interfaces of nieuwe
architecturen en standaarden, hetzij via digitale archieven waarin bibliotheek- en
museumobjecten zijn geïntegreerd.
III.2.4
Digitaal behoud van cultureel erfgoed
Doel: Het onderzoeken van nieuwe manieren voor het representeren, analyseren,
manipuleren en beheren van verschillende soorten digitale culturele objecten uit
verschillende mediabronnen, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan
surrogaten voor fragiele fysieke objecten. De werkzaamheden dienen gericht te zijn
op de duurzame ontwikkeling van waardevolle digitale depots in de bibliotheken,
musea en archieven van Europa. Daarbij moeten de technische en organisatorische
problemen betreffende de levensvatbaarheid van uitbreidbare digitale depots worden
aangepakt, b.v. door het creëren van proefbanken voor: langetermijnbehoud en
inhoudbeheer in gedistribueerde heterogene collecties (b.v. herkomst, authenticiteit,
identificatie en verbindingen). Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan
langetermijntoegankelijkheid, zowel voor burgers als voor wetenschappelijke
analyse, en aan kwaliteit, het zich kunnen veroorloven en aanvaardbaarheid.
III.3 Onderwijs en opleiding
III.3.1
Open platforms en hulpmiddelen voor gepersonaliseerd leren
Doel: Een onderwijs- en opleidingscentrum, bedrijf of dienstverlener, in staat stellen
geïntegreerde leerdiensten, met name gebaseerd op herbruikbare leerobjecten, te
implementeren en in stand te houden. Het accent wordt gelegd op gepersonaliseerd
leren in samenwerkingsgerichte omgevingen waarin hoogwaardige pedagogische
benaderingen worden gebruikt. Het OTO moet gericht zijn op de ontwikkeling van
herbruikbare componenten en een serie modulaire bouwstenen en hulpmiddelen op
basis van een onderliggende open infrastructuur waarmee een breed assortiment
flexibele leeractiviteiten wordt ondersteund (leren door doen, samenwerkingsgericht
en groepsleren). Voorts moet het gericht zijn op de ontwikkeling van omgevingen die
de interactie, waaronder sociale interactie, tussen lerenden en tussen
onderwijsgevenden vergemakkelijken. Dit dient de gehele functionaliteit te omvatten
die nodig is om cursussen te ontwikkelen, te beheren en te geven en er moet
worden getracht voordelen te behalen op het gebied van pedagogie,
kosteneffectiviteit, kwaliteit van de dienstverlening en uitbreidbaarheid. Er wordt
verwacht dat de werkzaamheden in meer dan één leercontext en specifieke
discipline worden gevalideerd. Ze moeten bijdragen tot de aan de gang zijnde
standaardiseringsactiviteiten op het gebied van open leerarchitectuur en de
herbruikbaarheid van leerobjecten.
IST Werkprogramma 99
26
Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten
III.3.2
De flexibele universiteit
Doel: Het integreren en demonstreren van opkomende technologieën voor de
flexibele universiteit van de toekomst via grootschalige experimenten op gebieden
waar de Europese integratie wordt bevorderd. Dit moet samenwerking tussen
instellingen omvatten bij het verstrekken van geavanceerde voorzieningen om
lerenden in staat te stellen een gepersonaliseerde combinatie van cursussen te
volgen, het aanbieden aan lerenden van virtuele mobiliteit en nieuwe wijzen van
interactie tussen leerkrachten en lerenden. Bij de werkzaamheden moet worden
gestreefd naar hergebruik van kwalitatief hoogstaandlesmateriaal; grotere keuze
voor lerenden door een vraaggestuurd cursusbeheer; consistentere kwaliteitsbeheersing en kosteneffectievere onlinetoegang tot voorzieningen van universiteiten
en hogescholen. Teneinde de implementatie in de hele EU te vergemakkelijken,
dient het onderzoek ook betrekking te hebben op re-engineering van het universitair
onderwijs, sociale en pedagogische vereisten, en een kosten-batenanalyse. Er moet
gericht aandacht worden besteed aan de leercontext (onderwerpdomein,
doelgroepen) en aan de economische en organisatorische aspecten van leren. De
werkzaamheden moeten ertoe bijdragen technische en operationele standaarden
vast te stellen en de samenwerking met andere sectoren (b.v. banden tussen
universiteit en industrie, partnerschappen tussen openbare en particuliere sector) te
stimuleren.
III.3.3
Geavanceerde opleidingssystemen
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van radicaal nieuwe benaderingen ter
verbetering van de toekomstige opleiding en bijscholing van de arbeidskrachten,
waarbij wordt voortgebouwd op nieuwe cognitieve benaderingen die door
opkomende technologieën mogelijk zijn gemaakt. Het multidisciplinaire OTO moet
betrekking hebben op intelligente, aanpasbare leeromgevingen en nieuwe
multimedia-inhoud, waarbij de in echte opleidingssituaties toegepaste processen
worden ondersteund. Het moet zich tevens bezighouden met het experimentele
gebruik van bedrijfskennisnetwerken, met name voor opleiding op de werkplek. Het
accent zal liggen op de toepassing van simulatie en animatie, 3-D-visualisering en
immersieve virtuele realiteit, en virtuele aanwezigheid voor leren in samenwerkingsverband, kennisbeheer, groepsinteractie en persoonlijke begeleiding en evaluatie.
Verwacht wordt dat de werkzaamheden betere leerprocessen en de daaraan
verbonden voordelen zullen aantonen voor just-in-time opleiding en levenslang leren
in het algemeen, voor individuen en organisaties.
III.4 Technologieën op het gebied van menselijke taal
III.4.1
Meertaligheid in digitale inhoud en diensten
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van meertalige hulpmiddelen en processen
voor telebusiness, gedistribueerd bedrijfskennisbeheer en online-informatiediensten,
waarbij individuen en werkgroepen in staat worden gesteld om informatie te
produceren, te manipuleren, terug te zoeken en mede te delen in de taal of talen van
hun keuze. Tot het werkterrein behoren krachtige hulpmiddelen voor de analyse, de
overdracht en het genereren van taal, waaronder onlinehulpmiddelen voor vertalen
en samenvatten; technologie-ondersteuning voor het lokaliseren van inhoud en het
internationaliseren van software; en taalgevoelige zoek- en presentatiemiddelen voor
tekst, spraak en metadata. De werkzaamheden omvatten meertalige
taalhulpbronnen in standaardformaten en er moet een evaluatie worden gemaakt
van verschillende introductiebenaderingen, waaronder de overdracht van
veelbelovende technologieën naar een bredere groep talen.
IST Werkprogramma 99
27
Kernactiviteit III – Multimedia-inhoud en -instrumenten
III.4.2
Natuurlijke interactiviteit
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van systemen om de natuurlijkheid van de
mens-computerinteractie te vergroten door meer cognitieve, intuïtieve interfaces, die
eentalig, meertalig of multimodaal kunnen zijn. Daarbij moeten robuuste en
uitbreidbare taaltechnologieën worden geïntegreerd in zeer interactieve systemen op
verschillende toepassingsgebieden. De werkzaamheden zullen betrekking hebben
op taalkundig onbelemmerde mogelijkheden voor mens-machinedialoog, -besturing
en -navigatie en er zal werk worden gemaakt van systemen die in spraak, taal en
gebaren vervatte berichten kunnen begrijpen. Voorts zullen ze geharmoniseerde
taal- en domeinkennis depots omvatten, alsmede technieken voor het modelleren
van gebruikersgedrag en het verwerven van taak- en toepassingsspecifieke kennis.
III.5 Toegang tot, filteren, analyse en manipuleren van informatie
III.5.1
Multisensoriële vormen van inhoud
Doel: Het verkennen van nieuwe vormen van multisensoriële inhoud waarmee een
verbeterde gebruikersperceptie en -interactie mogelijk worden gemaakt, en het
ontwikkelen en evalueren van de
benodigde architecturen, modellen en
hulpmiddelen. Daarbij moet het accent worden gelegd op verbeteringen tot 3-D,
virtuele
objecten,
hybride
(reële
wereld en synthetische)
objecten,
objectgeoriënteerde inhoud, ontwikkeling van intuïtief te begrijpen interfaces, en
immersieve geanimeerde inhoud. Verwacht wordt dat daarbij zal worden geprofiteerd
van Europese kracht op het gebied van ontwerp, de culturele verscheidenheid en
audiovisuele productiecreativiteit door makers en ontwerpers er direct bij te
betrekken. Voorts moeten nieuwe vormen van inhoud en innovatieve
afleveringsmechanismen in nieuwe media met elkaar worden geïntegreerd.
III.5.2
Mediarepresentatie en -toegang: nieuwe modellen en standaarden
Doel: Het ontwikkelen van nieuwe coderings- en indexeringstechnologieën en het
bereiken van een brede industriële consensus over coderingsstandaarden voor
visuele, auditieve, driedimensionale en multisensoriële media van de volgende
generatie en de daarmee samenhangende metagegevens, waardoor zoeken en
opvragen volgens inhoudkenmerken mogelijk worden. De werkzaamheden moeten
gericht zijn op modulair exploiteerbare en combineerbare generieke componenten
en moeten de informatietoegang vergemakkelijken door vooral aandacht te
besteden aan andere kenmerken van multimedia-inhoud dan op tekst gebaseerde
descriptoren. Opkomende standaarden moeten worden gedemonstreerd en
gevalideerd op openbare tentoonstellingen en bij het aanbod van experimentele
producten en diensten met een rijke inhoud.
IST Werkprogramma 99
28
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
3.4
KERNACTIVITEIT IV – ESSENTIËLE TECHNOLOGIEËN EN INFRASTRUCTUREN
3.4.1 Doelstellingen
"Doel van deze werkzaamheden is de toonaangevende positie op het gebied van voor de
informatiemaatschappij cruciale technologieën te bevorderen, de introductie ervan te
versnellen en de toepassingsmogelijkheden ervan te verruimen. De werkzaamheden
hebben betrekking op de convergentie van informatieverwerking, communicatie- en
netwerktechnologieën en -infrastructuren. Het accent komt te liggen op technologie en
infrastructuur die voor verschillende toepassingen kunnen worden gebruikt; technologie
en infrastructuur die specifiek zijn voor één bepaalde toepassing komen slechts in het
kader van de betrokken toepassing in andere delen van het kaderprogramma aan de
orde."
3.4.2 Strategie en opbouw
Kernactiviteit IV zal voortbouwen op de huidige Europese sterkten op het gebied van
toegangsnetwerktechnologieën, openbare telecommunicatienetwerken, professionele
diensten, consumentenproducten en ingebedde systemen. Deze kernactiviteit zal zowel
een brede waaier van essentiële technologieontwikkelingen met betrekking tot
verschillende maar convergerende industrieën en infrastructuren alsmede ontwikkelingen
op het gebied van componenten en geïntegreerde systemen en infrastructuren
bijeenbrengen.
Bijgevolg moeten alle werkzaamheden voor kernactiviteit IV rekening houden met,
gericht zijn op en bijdragen tot convergentie, interoperabiliteit en interworking aspecten
op alle technologische niveaus.
De OTO-resultaten zullen informatie verschaffen en richtig geven aan
de EUbeleidsontwikkeling op het gebied van convergentie, telecommunicatieregelgeving,
spectrumtoewijzing, ruimtetoepassingen en interoperabiliteit van componenten .
In Strategische aandachtspunten zullen daarom liggen op het bijdragen tot aspecten op
het gebied van convergentie, interoperabiliteit en interworking op alle technologische
niveaus als en op het mogelijk maken van de breedst mogelijke toegang tot essentiële en
interoperabele infrastructuren en diensten om de doelstellingen van de kernactiviteiten I,
II en III te onderbouwen. Bij de technologieontwikkeling zal de nadruk worden gelegd op
generieke bouwstenen en open platforms, terwijl deze werkzaamheden zo nodig zullen
worden aangevuld met valideringen en demonstraties en met introductieactiviteiten zoals
evaluaties, acties ten behoeve van eerste gebruikers en initiatieven op het gebied van
optimale praktijken.
IST Werkprogramma 99
29
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
3.4.3 OTO-prioriteiten in 1999
In totaal vierentwintig actiepunten zijn als prioriteiten voor oproepen tot het indienen van
voorstellen in 1999 aangewezen. In de tabel hierna wordt daarvan een overzicht en een
index gegeven.
Overzicht
Actiepunten voor 1999
IV.1
OTO voor kernactiviteit IV in
haar geheel
 Convergentie en integratie: scenario’s en analyses
IV.2
Technologieën voor en beheer
van informatieverwerking,
communicatie en netwerken,
waaronder breedbandnetwerken, alsook de invoering,
interoperabiliteit en toepassing
daarvan
 Parallelle systemen
Technologie en engineering
voor software, systemen en
diensten, ook op het gebied van
hoogwaardige statistiek
 Op componenten gebaseerde software-engineering
IV.3
 Realtimesystemen
 Netwerkintegratie
 Technologieën voor interworking op het niveau van
netwerkbeheer en diensten
 Geheel optische en terabitnetwerken
 Engineering van intelligente diensten
 Methoden en hulpmiddelen voor het
gemeenschappelijke gebruik van intelligentie en kennis
 Informatiebeheersmethoden
IV.4
IV.5
Real time en grootschalige
simulatie- en
visualiseringstechnologieën
 Real time simulatie- en visualiseringstechnologieën
Mobiele en persoonlijke
communicatie en systemen,
waaronder satellietgebaseerde
systemen en diensten
 Herconfigureerbare radiosystemen en -netwerken
 Grootschalige virtuele gemeenschappelijke en
verfijnde omgevingen
 Terrestrische draadloze systemen en netwerken
 Geïntegreerde satellietsystemen en -diensten
 Hulpmiddelen en technologieën voor draadloze
communicatie
IV.6
Interfaces die gebruik maken
van de verschillende zintuigen
 Aanpasbare multisensoriële interfaces
IV.7
Randapparatuur, subsystemen
en microsystemen
 Randapparatuurtechnologieën
 Subsysteemtechnologieën
 Microsystemen
Coördinatie met doelstelling 1.1.2 van het thematische
programma "Een concurrerende en duurzame groei"
IV.8
Micro-elektronica
 Ontwerp voor micro-elektronica en opto-elektronica
 Toepassingscapaciteiten
Coördinatie met doelstelling 1.1.2 van het thematische
programma "Een concurrerende en duurzame groei"
 Processen, apparatuur en materialen
 Geavanceerde opto-elektronica en micro-elektronica
Na 1999 kunnen nieuwe actiepunten worden toegevoegd en bestaande actiepunten
aangepast.
IST Werkprogramma 99
30
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
Beschrijving van de actiepunten
IV.1 OTO voor kernactiviteit IV in haar geheel
IV.1.1
Convergentie en integratie: scenario’s en analyses
Doel: Het beoordelen van de implicaties op sociaal, economisch en
regelgevingsgebied van zowel de convergentie van communicatie, omroep en
gedistribueerde informatietoegang en informatieverwerking als de integratie daarvan
in thuis-, kantoor-, mobiele en niet-traditionele omgevingen. Verwacht wordt dat deze
werkzaamheden de beleidsontwikkeling zullen ondersteunen en dat daarbij gebruik
zal worden gemaakt van scenarioanalyse en ervaring uit geïntegreerde
praktijkdemonstraties. Het identificeren van open interfaces, standaarden en
gedragscodes ter ondersteuning van toegang tot en de interworking en het
intermanagement van verschillende infrastructuren en diensten (hardware en
software).
Deze
werkzaamheden
moeten
grotendeels
via
ISTondersteuningsmaatregelen (hoofdstuk 4) worden uitgevoerd.
IV.2 Technologieën voor en beheer van informatieverwerking, communicatie
en netwerken, waaronder breedbandnetwerken, alsook de invoering,
interoperabiliteit en toepassing daarvan
De werkzaamheden worden toegespitst op "de ontwikkeling en convergentie van
informatieverwerkings-,
telecommunicatieen
omroepnetwerken
-systeemtechnologie". De OTO-activiteiten zijn gericht op de ontwikkeling van een
volledig interoperabele informatie-infrastructuur met hoge capaciteit, gestuurd door
de vereisten van volledig gedistribueerde en gedeelde toepassingen. Het doel is de
interworking van toepassingen in een adaptieve en schaalbare infrastructuur
mogelijk te maken. De activiteiten worden aangevuld met introductiemaatregelen,
met name activiteiten op het gebied van beproeving en optimale praktijken (zie
hoofdstuk 4).
IV.2.1
Parallelle systemen
Doel: Het ontwikkelen en beoordelen van modellen, technologieën en hulpmiddelen
voor het naadloze en universele, gemeenschappelijke en interactieve gebruik van
toepassingen en hulpbronnen op geografisch verspreide locaties, in de context van
heterogene hardware-, software- en communicatie-architecturen en -systemen. Het
accent ligt zowel op ontwikkelings- als uitvoeringsomgevingen om gedistribueerde
toepassingen te ondersteunen. Tot het werkterrein behoren meerlagige
architecturen en middleware voor interoperabiliteit, voor interactieve toegang tot
gelijktijdig gemeenschappelijk gebruikte toepassingen en diensten en voor de
kosteneffectieve samenvoeging van LAN- of WAN-systemen om uitbreidbare
infrastructuren ten dienste van toepassingen op te bouwen.
IV.2.2
Realtimesystemen
Doel: Het ontwikkelen van technologieën en hulpmiddelen die het ontwerp en de
implementatie van gegevens- en/of computerintensieve realtimetoepassingen
ondersteunen, zoals de onlinemanipulatie van grote hoeveelheden gegevens,
waaronder data-acquisitie- en besturingssystemen, en signaal- of beeldverwerking,
waaronder innovatieve benaderingen van signaalrepresentatie en -codering. Dit
omvat toepassingen zowel voor consumenten als voor professionals. Voor
consumententoepassingen ligt het accent op kosteneffectieve, ingebedde systemen
voor de massamarkt, die het resultaat zijn van de integratie van op nieuwe
technologie gebaseerde, direct leverbare hardware- en softwarecomponenten. Voor
professionele systemen ligt het accent op prestatievermogen en het beheersen van
IST Werkprogramma 99
31
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
complexiteit, inclusief op gedrag gebaseerde, modulaire en flexibele systemen met
ingebouwde capaciteiten voor zelf leren en zelf repareren.
IV.2.3
Netwerkintegratie, interoperabiliteit en interworking
Doel: Het ontwikkelen van de netwerktechnologieën van de volgende generatie
(waaronder schakelaars, routers, modems en toegangsapparaten), met de
bijbehorende protocollen en signaleringsmechanismen, teneinde integratie op het
transportniveau van meerdere heterogene netwerken mogelijk te maken, en
transparantie in gebruik van componenten en systemen. Het ontwikkelen van nieuwe
dienstonafhankelijke architecturen en systemen om te verzekeren dat alle gebruikers
betaalbare toegang tot nomadische multimediadiensten hebben en dienstverleners
nieuwe hulpbronnen en gebruikers gemakkelijk kunnen opnemen. Tot het
werkterrein behoren netwerken die geavanceerde generieke diensten met end-toend dienstverleningskwaliteit ondersteunen en via glasvezelkabels, koperen kabels,
radiokanalen, stroomkabels en omroepkanalen functioneren. De werkzaamheden
moeten zorgen voor de interworking van transportkernnetwerken met lokale
netwerken (mobiele en vaste) en voor transparantie in gebruik overal op Internet,
wide area, agglomeratie-, lokale en thuisnetwerken.
IV.2.4
Technologieën voor interworking
netwerkbeheer en diensten
op
het
niveau
van
Doel: Het ontwikkelen en valideren van technologieën om netwerkinterworking op
het niveau van beheer en diensten te ondersteunen, om de intelligentie, capaciteit,
flexibiliteit en functionaliteit te vergroten. De werkzaamheden omvatten
methodologieën en hulpmiddelen die de toegenomen netwerkcomplexiteit
aankunnen en de introductie van nieuwe intelligente diensten kunnen ondersteunen.
Het doel is nieuwe open netwerkbeheers- en dienstenarchitecturen te ontwikkelen,
waarmee wordt voorzien in een kader voor de convergentie van netwerk- en
omroepdiensten en -technologieën in omgevingen die meerdere domeinen
omvatten. Het accent zal liggen op het aanbod, overal en op elk moment, van
communicatie die breedband- en nomadische diensten ondersteunt. Er moeten open
interfaces, gemeenschappelijke standaarden en gedragscodes worden ontwikkeld.
IV.2.5
Geheel optische en terabitnetwerken
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van technologieën en architecturen voor
geheel optische netwerken, waarmee end-to-end optische transmissie over kern- en
toegangsnetwerken mogelijk zal zijn, met transparante conversie van informatie
tussen het optische en het elektrische domein. Het benutten van nieuwe
ontwikkelingen op het gebied van optische signaalverwerking, dichte
golflengtemultiplexing, schakeling en routering, werking en beheer, die
terabitcapaciteit en nog hogere capaciteit op het kernnetwerk ondersteunen. Het
accent ligt op de ontwikkeling van gemeenschappelijke ontwerpregels, interfaces en
componentenspecificaties. Het doel is het in praktijkproeven valideren van de
technologie voor uitbreidbare optische netwerken met hoge capaciteit, en optische
pakketnetwerkknooppunten die een aanzienlijke verhoging van de prestaties van de
bestaande netwerken opleveren.
IV.3 Technologie en engineering voor software, systemen en diensten, ook
op het gebied van hoogwaardige statistiek8
Deze werkzaamheden worden "toegespitst op de ontwikkeling, ontplooiing, werking
en evolutie van software-intensieve systemen ingebed in goederen en diensten en
8
Het onderzoek op het gebied van statistiek zal worden ontwikkeld in het kader van programmawijde activiteit 4. Zie
punt 3.5.
IST Werkprogramma 99
32
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
in productie- en ondernemingsprocessen". Introductieactiviteiten, met name
initiatieven op het gebied van optimale praktijken, vormen een belangrijk deel van de
werkzaamheden (zie hoofdstuk 4).
IV.3.1
Op componenten gebaseerde software-engineering
Doel: Het ontwikkelen en valideren van de innovatieve processen, methoden en
hulpmiddelen die nodig zijn voor het ontwerpen, implementeren en beheren van
software-intensieve systemen door middel van een op componenten gebaseerde
benadering. Het accent ligt op hergebruik, het inbouwen van op nieuwe technologie
gebaseerde
COTS-componenten
en
evolutionaire
herconfiguratie.
De
werkzaamheden moeten resulteren in de definitie van processen, methoden en de
daarvoor vereiste ondersteunende technologieën die de soepele en verifieerbare
integratie van componenten uit meerdere onafhankelijke bronnen in complexe
systemen en diensten mogelijk maken, waarbij eventueel wordt geprofiteerd van de
aan “systeemfamilies” eigen concepten. De werkzaamheden moeten worden
aangevuld met initiatieven op het gebied van technologieoverdracht en optimale
praktijken om zowel de verbetering van in het reële leven toegepaste praktijken als
de introductie van de daarmee verbonden technologieën te stimuleren.
IV.3.2
Technische ontwikkeling van intelligente diensten
Doel: Het ontwikkelen en valideren van processen, open gedistribueerde
architecturen, methoden, componenten en hulpmiddelen die de ontwikkeling van
diensten ondersteunen en gebruikers in staat stellen om op dynamische wijze hun
eigen gepersonaliseerde diensten te creëren. Tot het werkterrein behoren de
ontwikkeling van bouwstenen voor basisdiensten betreffende alle aspecten van de
dienstverlening, en het creëren, de ontwikkeling, de verlening, de samenstelling en
het beheer van innovatieve en intelligente diensten op heterogene platforms en
netwerken door de integratie van dienstencomponenten. De nadruk ligt op de
ondersteuning van onderhandelingen, handel, kwaliteitsborging en beheer met
betrekking tot diensten. De werkzaamheden moeten met introductieactiviteiten
worden aangevuld.
IV.3.3
Methoden en hulpmiddelen voor het gemeenschappelijke gebruik
van intelligentie en kennis
Doel: Het ontwikkelen van nieuwe capaciteiten, representatieparadigma’s, modellen
en hulpmiddelen om complexe en multidisciplinaire gegevens en informatie (van
enorm uiteenlopende omvang) te beheersen en om de transformatie ervan in
“herbruikbare”, gemeenschappelijk bruikbare en exploiteerbare kennisontologieën te
ondersteunen. De werkzaamheden zullen naar verwachting betrekking hebben op
het ontwikkelen van methoden en hulpmiddelen op kennisniveau om de
bruikbaarheid, capaciteit en intelligentie van toepassingen, systemen en netwerken
te
vergroten.
De
nadruk
wordt
gelegd
op
het
creëren
van
kennisbemiddelingsmethoden, -processen en -hulpmiddelen die de perceptie, de
modellering, de redenering en het gemeenschappelijke gebruik op verschillende
abstractieniveaus kunnen ondersteunen. Tot het werkterrein behoren op gedrag
gebaseerde leer- en zelforganisatiesystemen. De werkzaamheden moeten met
introductieactiviteiten worden aangevuld.
IV.3.4
Informatiebeheersmethoden
Doel: Het ontwikkelen en valideren van geavanceerde informatiebeheersmethoden
en -hulpmiddelen voor zeer grootschalige (bv. groter dan het terabytevolume), op
samenwerking gebaseerde informatieopslagplaatsen. De werkzaamheden moeten
een
brug
slaan
tussen
multimedia-inhoudtoepassingen,
persoonlijke
informatiesystemen en de activerende technologieën, generieke systemen en open
architecturen. Ze moeten met name betrekking hebben op technieken voor de opslag
IST Werkprogramma 99
33
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
en het beheer van informatie in hogere ordes van grootte dan wat momenteel
algemeen beschikbaar is, alsmede geavanceerd zoeken en opvragen gebaseerd op
nieuwe verwerkingstechnieken, waarbij rekening wordt gehouden met de
waarschijnlijke gedistribueerde en heterogene aard van zulke opslagplaatsen. De
werkzaamheden moeten met introductieactiviteiten worden aangevuld.
IV.4 Real time en grootschalige simulatie- en visualiseringstechnologieën
Deze werkzaamheden hebben betrekking op “de ontwikkeling en integratie van
geavanceerde simulatie- en visualiseringstechnologieën en -omgevingen voor alle
toepassingen”.
IV.4.1
Real time simulatie- en visualiseringstechnologieën
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van grootschalige en/of real time
gedistribueerde simulatie- en visualiseringssystemen voor ontwerp, ter
ondersteuning van besturings- en bedrijfsprocessen, voor opleiding en toepassingen
van algemeen belang. De werkzaamheden omvatten basismodules en
-hulpmiddelen, alsmede geïntegreerde omgevingen en overbruggingstechnologieën.
Ondersteuning van meerschalige multifysicasimulaties, interoperabiliteit en
herbruikbaarheid van softwarecomponenten in heterogene gedistribueerde
systemen, en ondersteuning van werkzaamheden in samenwerkingsverband zijn
specifieke prioriteiten. Naast demonstraties en evaluaties zullen de aanvullende
werkzaamheden ook activiteiten ten behoeve van eerste gebruikers en op het
gebied van optimale praktijken omvatten.
IV.4.2
Grootschalige
omgevingen
gemeenschappelijke
virtuele
en
verfijnde
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van modellen, talen en technologieën voor
gemeenschappelijke virtuele en verfijnde omgevingen en het verkennen van
menselijke interactie daarin, bedoeld zowel voor professionals als voor
consumenten. Tot het werkterrein behoren multisensoriële interactie zowel in op
realiteit gebaseerde als in artificiële virtuele en verfijnde omgevingen, en de
naadloze integratie ervan met audiovisuele representatie- en coderingstechnieken.
Het omvat nieuwe en verbeterde, op virtuele realiteit gebaseerde modelleringstalen,
op virtuele aanwezigheid gebaseerde concepten zoals teleaanwezigheid, avatars en
autonome agenten, uitbreidbaarheid en transparantie voor de gebruiker op
gedistribueerde heterogene platforms en netwerken, en het verminderen van de
toegangskosten. De technologische werkzaamheden moeten worden aangevuld met
grootschalige demonstratiemodellen van nieuwe toepassingen en met sociaal en
psychologisch onderzoek dat zowel op nieuwe als ervaren gebruikers is gericht.
IV.5 Mobiele en persoonlijke communicatie en systemen, waaronder
satellietgebaseerde systemen en diensten
De werkzaamheden zijn gericht op "de overgang naar een geïntegreerd, naadloos
netwerk dat voor wereldwijde persoonlijke verbindingen zorgt en toegang tot
breedbandige draadloze multimediacommunicatie en -diensten mogelijk maakt voor
iedereen, waar en wanneer dan ook". De werkzaamheden zullen worden gestuurd
door geavanceerde herconfigureerbare radioconcepten, die het gebied van de
terminal tot het netwerk bestrijken en sterk aanwezig zijn in terrestrische, satelliet-,
vaste en draadloze diensten. De in de onderstaande actiepunten beschreven
werkzaamheden worden aangevuld met relevante IST-ondersteuningsmaatregelen,
waaronder introductieactiviteiten, met name proeve in de praktijk, en met
gecoördineerde acties (zie hoofdstuk 4).
IST Werkprogramma 99
34
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
IV.5.1
Herconfigureerbare radiosystemen en -netwerken
Doel: Het leggen van de fundamenten om ervoor te zorgen dat het radionetwerk,
waaronder terminals en basisstations, zich adaptief/automatisch aan verkeers- en
gebruikersvereisten kan aanpassen. Er moeten architecturen worden ontwikkeld en
gekwalificeerd die de gebruiker in staat stellen op transparante wijze toegang te
krijgen tot op zijn behoeften afgestemde diensten via heterogene (terrestrische en
satelliet-) netwerken die op verschillende frequentiebanden werken. Bijzondere
nadruk zal worden gelegd op het ontwerp en de ontwikkeling van geavanceerde
herconfigureerbare terminals en basisstations, alsmede op de geschikte downloadmechanismen.
IV.5.2
Terrestrische draadloze systemen en netwerken
Doel: Het onderzoeken, ontwikkelen, testen en kwalificeren van geavanceerde
terrestrische draadloze systemen en architecturen en de interworking en het
onderlinge functioneren ervan, vooral met vaste/omroepnetwerken. Het werkterrein
omvat breedbandige draadloze toegangs- en distributiesystemen, maar ook
draadloze backbone-alternatieven die interactieve (quasi-) realtime- en bandbreedteop-verzoek-diensten ondersteunen. Het omvat netwerkplanning, technieken voor
hulpbronnenbeheer,
doorstroomcontrole,
signalering,
kwaliteit
van
de
dienstverlening, gericht op het beheersen van complexiteit en op voor draadloze
communicatie geoptimaliseerde protocollen, beveiliging, intelligente roaming en
handover-regelingen, en gebruikers-/dienstprofilering, met name voor geïntegreerde
communicatie- en navigatie-/plaatsbepalingssystemen.
IV.5.3
Geïntegreerde satellietsystemen en -diensten
Doel: Het ontwikkelen, testen en valideren van nieuwe technologieën, architecturen
en innovatieve breedbanddiensten in de context van satellietgebaseerde
communicatiesystemen die gebruikers met beperkte of hoge mobiliteit toegang
kunnen verlenen en in staat zijn tot interworking met andere infrastructuren. De
werkzaamheden gaan van technologie-ontwikkelingen tot architecturen en de
beproeving en validering van diensten waarbij van nieuwe spectrumgrenzen wordt
geprofiteerd. Ze omvatten spectrum-/vermogensefficiënte toegangsregelingen,
ondersteuning van op pakketten gebaseerde diensten, integratie van satelliet- en
terrestrische netwerken, wereldwijd netwerkbeheer, naadloze dienstverlening, en de
integratie van navigatie- en communicatiesystemen en -diensten.
IV.5.4
Geavanceerde hulpmiddelen en technologieën voor draadloze
communicatie
Doel: Het onderzoeken, ontwikkelen, integreren en valideren van geavanceerde,
innovatieve hulpmiddelen en draadloze technologieën die nodig zijn om de
introductie van gediversifieerde draadloze terminals, netwerken, diensten en
toepassingen voor een massamarkt te vergemakkelijken, terwijl de
spectrumefficiëntie wordt gemaximaliseerd en met name ruimte wordt gecreëerd
voor het verkennen van nieuwe spectrumgrenzen. Dergelijke hulpmiddelen en
technologieën zullen proberen te voldoen aan de behoeften van draadloze
terrestrische en satellietsystemen en -netwerken die in een breed scala van
frequenties werken. Bijzondere nadruk wordt gelegd op de integratie van dergelijke
technologieën in breedbandsystemen en -netwerken van de toekomstige generatie,
van cellulaire tot breedbandige vaste radiotoegang en breedbandige draadloze
lokale netwerken.
IV.6 Interfaces die gebruik maken van de verschillende zintuigen
Deze werkzaamheden hebben betrekking op “de ontwikkeling van intuïtieve
manieren om gegevens te vergaren, te verstrekken en met systemen te
IST Werkprogramma 99
35
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
communiceren”. Daartoe behoren “de ontwikkeling en integratie van geavanceerde
sensor-, actuator- en displaytechnologieën”.
V.6.1
Aanpasbare multisensoriële interfaces
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van geïntegreerde multisensoriële
subsystemen door middel van geavanceerde sensor-, actuator- en
displaytechnologieën, inclusief de verwerking van visuele en auditieve scènes. Het
werkterrein omvat ondermeer de ontwikkeling van nieuwe interactieparadigma’s en
bemiddelingstechnologieën
die
intelligente,
multimodale,
multisensoriële
gebruikersinterfaces voor met de hand draagbare en/of op het lichaam draagbare
informatietoestellen en -systemen ondersteunen. Met de aanpak moeten
betaalbaarheid, gebruiksgemak en toegankelijkheid worden beoogd en hij moet
gericht zijn op individuele en groepsgebruikers, zowel consumenten als
professionals. Het werkterrein omvat ook de ontwikkeling en demonstratie van
technologieën voor geavanceerde displays, inclusief, waar dit nodig is, elektronica
op het gebied van geïntegreerde drivers, beeldverwerking, aanraakgevoeligheid en
besturing, waarbij wordt gestreefd naar goedkope toepassingen voor een
massamarkt. De werkzaamheden moeten met introductieactiviteiten worden
aangevuld.
IV.7 Randapparatuur, subsystemen en microsystemen
De werkzaamheden op het gebied van randapparatuur "hebben betrekking op
massageheugensystemen, subsystemen met de nadruk op partitionering,
interconnectie, verpakking en beproeving, en op microsystemen die intelligente
geminiaturiseerde systemen bevatten waarin detectie- en/of aandrijvings- met
verwerkingsfuncties worden gecombineerd".
IV.7.1
Randapparatuurtechnologieën
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van geavanceerde technologieën voor
magnetische, optische en magneto-optische massageheugensubsystemen, inclusief
elektronica voor gegevensopslag, retrieval en verificatie. Ontwikkeling van
compacte, monolithische geheugensubsystemen, inclusief technologieën voor
draagbare toepassingen met laag stroomverbruik voor gebruik in agressieve
omgevingen.
IV.7.2
Subsysteemtechnologieën
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van technologieën voor het ontwerpen,
vervaardigen en testen van subsystemen die meercomponentenmodules met actieve
en passieve elementen en bijbehorende software bevatten, b.v. ingebedde
systemen, die de functionele blokken van informatieverwerkings- en
communicatiesystemen en -netwerken vormen. Tot het werkterrein behoren
geavanceerde interconnectie, inclusief opto-elektronische interconnectie, en
verpakkingstechnologieën, inclusief materialen, processen en apparatuur, samen
met werkzaamheden op het gebied van methodologieën voor systeempartitionering
en testtechnieken. Voorts omvat het goedkope benaderingen ten aanzien van
minimale pakketten en interconnectiesubstraten met hoge dichtheid en directe
aansluiting. De werkzaamheden worden aangevuld met de evaluatie van
geavanceerde apparatuur voor het vervaardigen van elektronische subsystemen,
behuizing en aansluiting van halfgeleiderapparaten, en diensten om de toegang van
gebruikers tot geavanceerde technologieën voor subsysteemintegratie te
vergemakkelijken.
IST Werkprogramma 99
36
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
IV.7.3
Microsystemen
Doel: Het ontwikkelen en valideren van multifunctionele intelligente microsystemen.
De werkzaamheden zijn sterk toepassingsgericht en bestrijken alle bedrijfssectoren.
Ze impliceren onderzoek en ontwikkeling ter verbetering van de productie- en
technologiebasis, ontwerphulpmiddelen, methoden en tests, verpakking, montage en
integratie, en omvatten tevens experimenten met toepassingen. Tot de
werkzaamheden behoort ook de evaluatie van geavanceerde prototypeapparatuur.
De nadruk zal worden gelegd op het vergemakkelijken van een bredere toepassing,
waaronder het verlenen van toegang tot prototyping en de fabricage van kleine
hoeveelheden, ontwerp- en klantenondersteuningsdiensten, netwerken ter
ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling en acties ten behoeve van eerste
gebruikers.
IV.8 Micro-elekronica
Bij deze werkzaamheden is gekozen voor een "systeemgerichte benadering" van
"materialen, apparatuur, processen, ontwerp- en testmethoden, en hulpmiddelen die
de ontwikkeling van elektronische componenten mogelijk maken", alsmede de
"toepassing" ervan. Introductieactiviteiten, met name de bevordering van toegang,
evaluaties, acties ten behoeve van eerste gebruikers en initiatieven inzake optimale
praktijken vormen een belangrijk deel van de werkzaamheden (zie hoofdstuk 4).
IV.8.1
Ontwerp voor micro-elektronica en opto-elektronica
Doel:
Het
ontwikkelen
van
geavanceerde
methodologieën
en
ondersteuningshulpmiddelen voor het ontwerp en het testen van systemen en
schakelingen, met speciale aandacht voor gemengd-signaal- en RF-schakelingen
met laag stroomverbruik, en medeontwerpen van hardware/software. De
werkzaamheden zullen worden georganiseerd in projectclusters met de nadruk op
herbruikbare inbouwbare functionele software- en hardwaremodules. Tot het
werkterrein behoren aanvullende activiteiten met het oog op initiatieven op het
gebied van optimale praktijken voor het ontwerp van systemen en schakelingen en
toegang tot geavanceerde technologieën voor prototyping en de fabricage van kleine
hoeveelheden, toegang tot CAD-hulpmiddelen voor leren en eerste gebruikers, en
toegang tot ondersteunende infrastructuren voor geavanceerde CAD-hulpmiddelen
ten behoeve van onderzoekers.
IV.8.2.
Toepassingscapaciteiten
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van het gebruik van micro-elektronische en
opto-elektronische technologieën voor toepassingsspecifieke behoeften, met de
nadruk op de thema’s overdraagbaarheid, duurzaamheid en realtimesystemen. De
werkzaamheden omvatten hardware- en softwareaspecten van componenten, en de
verbetering en aanpassing van geavanceerde technologieën. Ze moeten door de
gebruikers en leveranciers van technologieën gezamenlijk worden aangepakt. Tot
het werkterrein behoort een actie ten behoeve van eerste gebruikers om industriële
ondernemingen ertoe aan te zetten micro-elektronische of opto-elektronische
technologieën in hun producten in te bouwen.
IV.8.3
Processen, apparatuur en materialen
Doel: Het ontwikkelen van compatibele CMOS-procesmodules, -apparatuur en materialen, inclusief
optische lithografie tot 0,1 micron en lager,
interconnectieschema's voor 0,15 micron en lager, en verwante geavanceerde
procesopties. Tot het werkterrein behoren onderzoek op het gebied van
halfgeleidertechnologieën waarbij gebruik wordt gemaakt van materialen zoals SiGe
en SiC en alternatieve benaderingen ten aanzien van bulksilicium zoals SOI, en een
IST Werkprogramma 99
37
Kernactiviteit IV – Essentiële technologieën en infrastructuren
actie op het gebied van de evaluatie van geavanceerde prototypeapparatuur voor
het vervaardigen van halfgeleidercomponenten.
IV.8.4
Geavanceerde opto-elektronica en micro-elektronica
Doel: Het ontwikkelen van geavanceerde opto-elektronische en fotonische
apparaten en modules, vastestoflichtbronnen en -detectoren en verwante materialen
voor hogesnelheidsroutering en -verwerking, opslag en interconnectie. Daartoe
behoren goedkope opto-elektronische en micro-optische componenten en integratie
met
micro-elektronische
apparaten.
Het
verrichten
van
geavanceerd
halfgeleideronderzoek gericht op het bepalen van de industriële haalbaarheid en het
effect van nieuwe apparaten, processen en materialen, inclusief niet-optische
lithografie, die binnen een periode van 5 tot 10 jaar een effect op de markten zouden
kunnen hebben. Tot het werkterrein behoren aanvullende acties voor het verlenen
van toegang tot geavanceerde technologieën op het gebied van micro-elektronica
ten behoeve van onderzoekers.
IST Werkprogramma 99
38
Programmadoorsnijdende thema's
3.5
PROGRAMMADOORSNIJDENDE THEMA'S
3.5.1 Doelstellingen
Programmadoorsnijdende thema’s zijn de meest praktische uitingen van zowel het
geïntegreerde karakter van het IST-programma als de onderliggende convergentie van
informatieverwerking, communicatie en media. De programmadoorsnijdende activiteiten
en “clusters” moeten ervoor zorgen dat thema’s die op meer dan een kernactiviteit
betrekking hebben, op een coherente manier worden behandeld, waarbij elke
kernactiviteit specifiek werkt en een bijdrage levert vanuit haar eigen invalshoek. Deze
activiteiten bieden een toegevoegde waarde doordat ze de uitwisseling van informatie, de
totstandbrenging van een consensus en de coördinatie betreffende de
programmadoorsnijdende thema’s vergemakkelijken.
3.5.2 Strategie en opbouw
De waarde van het IST-programma ligt voor een groot deel in het feit dat het een breed
scala van onderzoeksgebieden in één thematisch programma bijeenbrengt en daardoor
mogelijkheden biedt voor “kruisbestuiving” en synergie. Er is gekozen voor een
tweeledige strategie om programmadoorsnijdende thema’s aan bod te laten komen:

enerzijds wordt met "programmadoorsnijdende activiteiten" (CPA's, CrossProgramme Actions) uitgenodigd tot het indienen van voorstellen op thema's die meer
dan één kernactiviteit bestrijken. Programmadoorsnijdende actiepunten zijn een sterk
integratiemechanisme dat indieners de flexibiliteit biedt om multidisciplinair en
multifunctioneel OTO met betrekking tot meer dan één kernactiviteit op coherente
wijze uit te voeren. Bij de projecten die voortvloeien uit programmadoorsnijdende
actiepunten moet nauw worden samengewerkt met de relevantste projecten in de
kernactiviteiten.

anderzijds zullen met "programmadoorsnijdende clusters" (CPC’s, CrossProgramme Clusters) "a posteriori" links tussen lopende projecten binnen het gehele
programma worden gelegd en zal voor het nodige bindmiddel worden gezorgd om de
complementariteit van die projecten en de uit hun werkzaamheden voortvloeiende
synergie te versterken. De projecten binnen een programmadoorsnijdend cluster
zullen, hoewel ze onder verschillende kernactiviteiten vallen, gemeenschappelijke
onderwerpen en doelstellingen hebben. De CPC's worden door middel van het in punt
V.2.1 hierna beschreven enige actiepunt uitgevoerd.
3.5.3 Prioriteiten voor 1999
Voor programmadoorsnijdende activiteiten zijn de vier thema's in de onderstaande
tabel aangewezen:
Geïntegreerde toepassingsplatforms en
diensten
CPA.1
Betrouwbaarheid van diensten en technologieën
CPA.2
Ontwerp voor allen voor een open informatiemaatschappij
CPA.3
Nieuwe indicatoren en statistische methoden
CPA.4
IST Werkprogramma 99
39
Programmadoorsnijdende thema's
Beschrijving van de actiepunten
V.1.1
CPA.1
Geïntegreerde toepassingsplatforms en diensten
Doel: Het ontwikkelen van technologieën en hulpmiddelen om toepassingen en
synergetische dienstenpakketten op coherente wijze te integreren, en het
demonstreren en kwantificeren van de waarde ervan voor de burgers en in
ondernemingen. Verwacht wordt dat deze activiteiten relevante systemen en
diensten uit de vier kernactiviteiten integreren en vervolgens demonstreren, en dat
ze een modelfunctie voor de informatiemaatschappij in Europa vervullen. De
werkzaamheden
omvatten
de
ontwikkeling
van
geïntegreerde,
toepassingsondersteunende omgevingen voor openbare en particuliere organisaties
door middel van nieuwe werkprocessen, technische paradigma’s voor integratie,
aangepaste marketing- en commerciële benaderingen, en de aanpassing van
infrastructuren. Voorts omvatten ze de ontwikkeling en demonstratie van
hulpmiddelen en platforms voor de integratie van sectorale diensten. Speciale
aandacht zal worden besteed aan innovatieve integratieparadigma’s en
complementariteit tussen diensten. De demonstratiesites moeten complementair en
onderling gekoppeld zijn, en tevens als steunpunt voor de nationale of regionale
ontwikkeling van de informatiemaatschappij dienen.
V.1.2
CPA.2
Betrouwbaarheid van diensten en technologieën
Doel: Het ontwikkelen van technologieën, methoden en hulpmiddelen om te voldoen
aan nieuwe eisen inzake generieke betrouwbaarheid in de informatiemaatschappij,
die het gevolg zijn van de universele en massale aanwezigheid van ingebedde en
genetwerkte systemen en diensten, alsmede van het mondiale en complexe karakter
van grootschalige informatie- en communicatie-infrastructuren, en die worden
gesteld door burgers (vooral met het oog op een betere bescherming van de
privacy), overheidsdiensten en ondernemingen op het gebied van technologieën
(hardware en software), hulpmiddelen, systemen, toepassingen en diensten. In de
werkzaamheden moeten de brede uitbreidbaarheid en heterogeniteit van de eisen
en de werkomgevingen tot uiting komen. Het accent zal worden gelegd op
hulpmiddelen voor de beheersing van risico's en incidenten en op technologieën
voor een betere bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Tot het werkterrein
behoren infrastructuren en diensten voor zelfcontrole en zelfcorrectie.
V.1.3
CPA.3 Ontwerp
maatschappij
voor
allen
voor
een
open
informatie-
Doel: Het toepassen en demonstreren van 'ontwerp voor allen'-beginselen op het
gebied van de ontwikkeling en beproeving van op IST gebaseerde producten en
diensten voor algemeen gebruik, om ervoor te zorgen dat ze beter voldoen aan de
behoeften van zoveel mogelijk gebruikerscategorieën. Bij deze werkzaamheden
moet rekening worden gehouden met de menselijke factoren die een rol spelen bij
de overgang van een computergericht interactieparadigma naar nieuwe
interactieomgevingen, en moet speciale aandacht worden besteed aan methoden en
technologieën waarmee wordt voorzien in interactiviteit en toegankelijkheid van hoge
kwaliteit die op de behoeften van de individuele gebruiker zijn afgestemd. Er moet
worden gestreefd naar de invoering tegen 2002 van 'ontwerp voor allen'-beginselen
en -praktijken bij de ontwikkeling van consumentenapparaten en onlinediensten.
Voorts moet het effect worden aangetoond van de toepassing van 'ontwerp voor
allen'-beginselen op de ontwikkeling van bruikbare en aanvaardbare producten,
interactieve toepassingen en diensten in de informatiemaatschappij.
Deze
werkzaamheden moeten worden aangevuld met IST-ondersteuningsmaatregelen,
met name voor de ontwikkeling van een ontwerpcorpus dat aanbevelingen,
hulpmiddelen en methoden omvat. Bovendien moet ernaar worden gestreefd de
IST Werkprogramma 99
40
Programmadoorsnijdende thema's
bewustwording ten aanzien van universeel ontwerp te versterken, en de vaststelling
en verspreiding van optimale praktijken in de industrie te bevorderen.
V.1.4
CPA.4
Nieuwe indicatoren en statistische methoden9
Doel: Het ontwikkelen en demonstreren van nieuwe statistische hulpmiddelen en
methoden, het aanwenden van statistische hulpmiddelen en methoden in
toepassingen, en het ontwikkelen van indicatoren van de nieuwe economie.

Hulpmiddelen en methoden: het ontwikkelen en demonstreren van nieuwe
methoden en hulpmiddelen voor het verzamelen, uitwisselen en harmoniseren van
statistische gegevens, voor de aanpassing van statistische concepten aan de
dynamische mondiale omgeving, voor de verbetering van de kwaliteit van gegevens
en het vaststellen van normen inzake kwaliteitsborging, voor verwerking en analyse,
voor gebruikersvriendelijke verspreiding en het bereiken van een kritische massa door
demonstratie en overdracht van optimale praktijken.

Toepassingen: het ontwikkelen van innovatieve manieren om gebruik te maken van
statistische hulpmiddelen en methoden in specifieke toepassingen met het doel de in
de kernactiviteiten ondernomen werkzaamheden te ondersteunen. Bijvoorbeeld in
kernactiviteit I, de werkzaamheden voor het genereren van statistieken om de
gezondheidstoestand te volgen, in kernactiviteit II, de werkzaamheden voor het
verzamelen van gegevens voor virtueel bedrijfsbeheer, in kernactiviteit III, de
werkzaamheden voor het ontwikkelen van methodologieën voor het verzamelen van
gegevens en het trekken van steekproeven met het oog op de evaluatie van de
toegankelijkheid, de vernieuwing van vaardigheden, enz.

Indicatoren: het conceptualiseren, definiëren en meten van statistische indicatoren
over de aard, de dynamiek en het sociaal-economische effect van de nieuwe
informatie-economie. Tot de vereiste werkzaamheden behoren multidisciplinair
teamwerk; een onderzoek naar de adequaatheid, de relevantie, de kwaliteit, de
coherentie en de vergelijkbaarheid van de bestaande statistieken over de nieuwe
economie; en bijgevolg de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technieken voor
het genereren van gegevens en strategieën voor het verzamelen van gegevens.
V.2.1
CPCO: Open programmadoorsnijdende clusters
Dit actiepunt bevordert de "open" ontwikkeling van op projectclusters gebaseerde
programmadoorsnijdende thema’s. De voorgestelde clusters moeten de toegevoegde
waarde van hun activiteiten op programmaniveau kunnen aantonen en moeten een
beroep doen op diverse IST-ondersteuningsmaatregelen (zie hoofdstuk 4) om het
thema op te bouwen. Zo kunnen individuele programmadoorsnijdende clusters
bijvoorbeeld thema's behandelen zoals "mobiele burgers en diensten”, "privacy en
gegevensbescherming", "beveiliging en personalisering", "ruimtetechnologieën en
toepassingen", "kennisbeheer en leren", en "interfaces en interactiviteit". Dit zijn
allemaal thema's die het gehele programma omspannen. Het is echter niet de
bedoeling een complete lijst van mogelijkheden te geven en indieners kunnen in dit
verband steeds suggesties doen.
9
Deze programmawijde activiteit zal in samenwerking met Eurostat worden ontwikkeld.
IST Werkprogramma 99
41
Technologieën van de toekomst of in opkomst
3.6
TECHNOLOGIEËN VAN DE TOEKOMST OF IN OPKOMST
3.6.1 Doelstellingen
“Deze specifieke activiteit inzake technologieën van de toekomst of in opkomst heeft
betrekking op onderzoek dat op langere termijn wordt verricht of bijzonder grote risico's
met zich brengt, hetgeen gecompenseerd wordt door het vooruitzicht op belangrijke
doorbraken en mogelijke industriële en maatschappelijke effecten. Dergelijke
werkzaamheden worden dan ook voornamelijk transdisciplinair uitgevoerd of binnen een
discipline in opkomst. Zij versterken de koppeling en de stroom van ideeën, initiatieven en
mensen tussen de academische wereld en het bedrijfsleven in de EU.”
3.6.2 Strategie en opbouw
Dit gebied zal in twee delen worden geïmplementeerd: het open domein en een beperkt
aantal proactieve initiatieven.
Het open domein zorgt ervoor dat alle technologieën van de informatiemaatschappij
volledig worden bestreken door volgens een 'bottom-up'-benadering te blijven openstaan
voor elk nieuw idee dat een industrieel of maatschappelijk effect kan hebben. Er zal in
1999 een permanent open oproep worden gepubliceerd.
De proactieve initiatieven hebben tot doel hulpbronnen te richten op enkele cruciale
opkomende visionaire en ambitieuze doelstellingen op lange termijn. De keuze van
actiepunten voor proactieve initiatieven zal worden gebaseerd op de mogelijkheden die ze
inhouden om op lange termijn een industrieel en maatschappelijk effect te sorteren, en op
de tijdigheid ervan. Elk initiatief bestaat uit een stel autonome, maar nauw op elkaar
inwerkende en op passende wijze genetwerkte projecten die hun onderzoek coördineren
en met behulp van gemeenschappelijke onderzoekvoorzieningen versterken wanneer dit
schaalvoordelen oplevert.
3.6.3 OTO-prioriteiten in 1999
Overzicht
Naast het open domein worden de volgende proactieve initiatieven als prioriteiten voor
1999 aangewezen:
 Kwantuminformatica en -communicatie
 Universele informatie-ecosystemen
 Nanotechnologische informatieapparaten
Mogelijke nieuwe initiatieven voor 2000 en daarna zullen worden aangewezen door
middel van een serie strategische en visionaire workshops en een activiteit op het gebied
van technologieobservatie, die in nauwe samenwerking met andere actoren zal worden
uitgevoerd, waaronder de relevante GCO-instituten en de eenheid “Scientific and
Technological Options” van het Europees Parlement, wanneer dit nodig is.
IST Werkprogramma 99
42
Technologieën van de toekomst of in opkomst
Beschrijving van de actiepunten
Open Domein
VI.1.1
FET O: Open domein
Doel: Het bevorderen van uitvindingen, creativiteit en lumineuze ideeën. Het domein
staat open voor alle ideeën die betrekking hebben op technologieën van de
informatiemaatschappij, mits de ideeën zeer innovatief zijn en de realisering van
deze ideeën ofwel zeer riskant is, ofwel onderzoek op lange termijn vereist. De
voorgestelde werkzaamheden moeten de mogelijkheid inhouden om in industrieel
of maatschappelijk opzicht tot belangrijke doorbraken te leiden. Het domein staat
open voor het ontwikkelen van nieuwe technologieën; het verkennen van nieuwe
manieren om dingen te doen; of het creëren van nieuwe contexten en rollen voor
opkomende technologieën. Er is financiering beschikbaar voor korte evaluatiefasen
(normaliter voor één jaar, gefinancierd met een vast bedrag) en voor volwaardige
onderzoeksprojecten. De oproep tot het indienen van voorstellen zal gedurende de
gehele looptijd van het programma open blijven (d.w.z. dat op elk moment
voorstellen kunnen worden ingediend). Tot dit actiepunt behoort ook het Human
Frontier Science Program (HFSP). Zie Sectie 6.1.
Proactieve initiatieven
VI.2.1
FET P1: Kwantuminformatica en -communicatie
Doel: Het ontwikkelen van nieuwe systemen en technieken voor
informatieverwerking, -overdracht en -beveiliging door gebruik te maken van de
eigenschappen van kwantummechanische bewerkingen. Doelstellingen op
middellange termijn zijn de ontwikkeling van een uitbreidbare elementaire processor,
veilige communicatiesystemen dankzij kwantumcryptografie, demonstraties van
kwantumcommunicatie over langere afstand, alsmede overeenkomstige
technologische bouwstenen. Grote uitdagingen in dit verband zijn de beheersing van
de-coherentie, de ontwikkeling van kwantumalgoritmen, alsmede de ontwikkeling
van methoden voor kwantuminformatieopslag, -retrieval en tussentijdse uitlezing. Bij
de werkzaamheden moet worden gezocht naar een evenwicht tussen experimenteel
en theoretisch onderzoek en moet interdisciplinaire expertise op het gebied van
fysica, chemie, informatica, communicatie- en halfgeleidertechniek, fotonica en
potentiële toepassingen worden bijeengebracht.
VI.2.2
FET P2 Universele informatie-ecosystemen
Doel: Het verkennen van middelen om een “universeel informatie-ecosysteem” te
creëren waarin elke afzonderlijke “kennisentiteit” (of dat nu een persoon, een
organisatie of een namens hen optredende entiteit is) zich wereldwijd, en toch
selectief, bewust kan zijn van de kansen die op elk tijdstip door alle anderen worden
geboden. “Kennisentiteiten” zullen trachten hun doelstellingen te bereiken door
diegenen te identificeren die het meest geschikt zijn om mee samen te werken en te
zoeken naar de doelmatigste manieren om dat te doen, waardoor ze op dynamische
wijze zelf de nieuwe organisatorische structuren zullen organiseren en vaststellen
die ze nodig hebben. Bij dit initiatief zullen nieuwe scenario’s, technieken en
omgevingen worden verkend in een context waarin steeds meer mensen en
organisaties in een echt open en wereldwijde omgeving met elkaar moeten
communiceren, samenwerken en handel drijven. Daarbij zullen experimenteel en
theoretisch onderzoek worden gecombineerd en zal interdisciplinaire expertise op
het gebied van netwerktechnologieën, gedistribueerde systemen, softwareengineering, symbolische logica, kunstmatige intelligentie, mens-computerinteractie,
alsmede economie, organisatorische theorie en sociale wetenschappen in het
algemeen bij elkaar worden gebracht.
IST Werkprogramma 99
43
Technologieën van de toekomst of in opkomst
VI.2.3
FET P3 Nanotechnologische informatieapparaten
Doel: Het ontwikkelen van nieuwe families apparaten en systemen die tot radicaal
nieuwe alternatieven voor informatieverwerking en –opslag leiden en waarvan in
vergelijking met de uiteindelijke siliciumtechnologie grote voordelen kunnen worden
verwacht op het gebied van stroomverbruik, snelheid, opslag, capaciteit, kosten of
functionaliteit. Dergelijke apparaten en systemen zouden voor hun werking gebruik
moeten maken van moleculair gedrag of gedrag op atomaire schaal, terwijl tevens
nieuwe architecturen voor logische of geheugenbewerkingen zouden moeten worden
ontwikkeld, alsmede fabricagetechnieken voor structuren met kritische afmetingen
van ongeveer 10 nm en minder, inclusief zelfmontage. Verwacht wordt dat
transdisciplinaire werkzaamheden met betrekking tot fysische, chemische,
mechanische en biologische verschijnselen op nanoschaal van cruciaal belang
zullen zijn voor de ontwikkeling van innovatieve benaderingen ten aanzien van
informatieverwerkende nanosystemen.
IST Werkprogramma 99
44
Onderzoeknetwerken
3.7
ONDERZOEKNETWERKEN
3.7.1 Doelstellingen
De eerste doelstelling is "het leggen van trans-Europese breedbandverbindingen tussen
nationale onderzoek-, onderwijs- en opleidingsnetwerken te vergemakkelijken; deze
netwerken moeten over een zodanige capaciteit en kwaliteit beschikken dat wordt
voorzien in de gezamenlijke behoeften van de Europese academische en industriële
onderzoekers10. Ook moet ervoor worden gezorgd dat het resulterende netwerk
technologisch gezien zijn voorhoedefunctie op wereldniveau behoudt".
De tweede doelstelling is de experimentele interconnectie van proefbanken voor “de
integratie van gezamenlijke onderzoek- en ontwikkelings-, demonstratie- en
introductieactiviteiten (die tot de kernactiviteiten van dit programma behoren), die een
technologische voortrekkersrol vervullen", te ondersteunen.
3.7.2 Strategie en opbouw
In de oproepen van 1999 zal de nadruk worden gelegd op het verlenen van transEuropese breedbandinterconnectiediensten voor onderzoeknetwerken of proefbanken en
op de levering van proefbanken, wat samen één actiepunt vormt. Dit zal als
leveringsopdracht worden aangepakt, met volledige transparantie bij de openbare
aanbesteding van geavanceerde diensten. De werkzaamheden met betrekking tot de
interconnectie van onderzoeknetwerken zullen bij die van het vierde kaderprogramma
aansluiten.
Het tweede actiepunt met betrekking tot de levering en het gebruik van proefbanken voor
experimenten met geavanceerde netwerkvorming en toepassingen dient door middel van
OTO-activiteiten en aanvullende IST-ondersteuningsmaatregelen te worden uitgevoerd
(zie hoofdstuk 4).
3.7.3 Prioriteiten voor 1999
Beschrijving van de actiepunten
VII.1.1
RN1: Breedbandinterconnectie
van
nationale
onderwijs- en opleidingsnetwerken en proefbanken
onderzoek-,
Doel:
Het
leveren
en
beheren
van
geavanceerde
trans-Europese
breedbandinterconnecties
tussen
nationale
onderzoek-,
onderwijsen
opleidingsnetwerken, om in de gezamenlijke behoeften van de Europese
universitaire en industriële onderzoekers en van de op nationaal niveau beschikbare
diensten te voorzien. Dit impliceert de uitbreiding van de bestaande capaciteiten tot
capaciteiten die gigabit/s benaderen, steun voor verschillende niveaus van
'dienstverleningskwaliteit' en verbetering van de verbindingsmogelijkheden met
derde landen, alsmede toezicht op het gebruik van dergelijke diensten en het
bepalen van de desbetreffende behoeften van de gebruikers. Het leveren en
beheren van geavanceerde proefbanken en trans-Europese experimentele
communicatieverbindingen om de proefnemingen in het kader van IST-projecten te
ondersteunen.
10
Steun voor onderzoekinfrastructuur wordt verleend door thematische programma's, alsmede door het horizontale
programma "Verhoging van het menselijk onderzoekpotentieel en verdieping van de fundamentele kennis op sociaaleconomisch gebied". Het zal de taak van dit horizontale programma zijn regelmatig een "kaart" op te stellen en te
publiceren waarin voor alle categorieën onderzoekinfrastructuur wordt aangegeven tot welk(e) specifiek(e)
programma('s) ze zich voor steun kunnen wenden.
IST Werkprogramma 99
45
Onderzoeknetwerken
VII.1.2
RN2
Proefbanken voor experimenten
netwerkvorming en toepassingen
met
geavanceerde
Doel: Het ondersteunen van het gebruik van geavanceerde proefbanken voor
proefnemingen in het kader van IST-projecten voor OTO met het oog op: validering
van communicatietechnieken en netwerken van de volgende generatie en van
toepassingen en diensten; integratie van krachtige computers en communicatie,
inclusief virtuele laboratoria, studio’s en instituten. Van de acties wordt ook verwacht
dat zij: in de toekomstige computer- en communicatiebehoeften van onderzoekers
voorzien; de toepassing van de beste functionaliteiten en systemen ter wereld in
Europese kenniscentra verbeteren; en de totstandbrenging, validering en toepassing
van open interfaces, gemeenschappelijke normen en gedragscodes door
fabrikanten, netwerkexploitanten, dienstenleveranciers en gebruikers bespoedigen.
IST Werkprogramma 99
46
IST-ondersteuningsmaatregelen
4. IST-ONDERSTEUNINGSMAATREGELEN
Deze activiteiten worden gelijktijdig met de OTO-acties uitgevoerd en zijn bedoeld ter
voorbereiding (vóór), ondersteuning (tijdens) en bevordering van de snelle introductie en
overdracht (na) van technologieën, ervaring en knowhow die uit de uitvoering van OTO
zijn voortgevloeid. Het IST-programma moedigt ook specifiek aan tot de vorming van
clusters van OTO-activiteiten met gemeenschappelijke doelstellingen en tot overleg
tussen projecten waarbij informatie moet worden uitgewisseld, en is een stimulans voor
werkgroepen en expertisenetwerken om een flexibele samenwerking tussen prominente
onderzoekers
te
bevorderen.
Ondersteuning
van
het
normalisatieen
prenormalisatieproces
zal op alle gebieden worden aangemoedigd.
De
sociaal-economische onderzoeksactiviteiten zullen worden gecoördineerd en de
resultaten ervan zullen worden gebundeld en op coherente wijze worden gepresenteerd.
De IST-ondersteuningsmaatregelen kunnen op het niveau van het IST-programma, van
een kernactiviteit of - wat meer voor de hand ligt - van een actiepunt of cluster van
actiepunten worden gespecificeerd. Met uitzondering van introductiemaatregelen (zie
volgende punt) kunnen voorstellen voor IST-ondersteuningsmaatregelen op elk moment
(zie de desbetreffende oproep tot het indienen van voorstellen) worden ingediend en zij
worden meestal gelijktijdig met OTO-voorstellen beoordeeld.
Nadere inlichtingen over het opstellen en indienen van een voorstel worden in de Gids
voor indieners verstrekt.
VIII.1.1
Introductiemaatregelen
Introductiemaatregelen zijn speciale ondersteuningsmaatregelen waarvoor altijd een
specifieke oproep tot het indienen van voorstellen wordt gepubliceerd. Ze zijn erop gericht
de overdracht van zowel geavanceerde als beproefde, maar nog onvoldoende toegepaste
methodologieën en technologieën naar het bedrijfsleven en andere organisaties te
bevorderen om de doeltreffendheid en de kwaliteit te verbeteren en de kosten te drukken.
De introductiemaatregelen omvatten:
 Praktijkproeven: (voor gebruikers en leveranciers) zijn gericht op de aanpassing
en introductie van geavanceerde technologie (die veelbelovend is, maar nog niet
volledig is beproefd) in toepassingen voor de industrie en de dienstensector, en
op de gezamenlijke evaluatie ervan (door leverancier en gebruiker). Teneinde
profijt te trekken van synergieën, een ruimere toepassing te bespoedigen en
hinderpalen voor de commerciële exploitatie uit de weg te ruimen, worden de
maatregelen normaliter georganiseerd in groepen acties met de verplichting de
resultaten te verspreiden en ervaring over de grenzen heen en over alle
industriële en dienstensectoren te verspreiden.
 Acties inzake optimale praktijken: (voor gebruikers) bevorderen verbeteringen van
de praktijken, processen en werkmethoden in de industrie en de dienstensector
via de introductie van goed gefundeerde, gerijpte en beproefde - maar nog
onvoldoende toegepaste - methoden en technologieën, teneinde (in de
gebruikersorganisatie) de doeltreffendheid en de kwaliteit te verbeteren en de
kosten te drukken.
 Acties ten behoeve van eerste gebruikers: bevorderen van
processen en werkmethoden in de industrie en de dienstensector
toepassing van goed gefundeerde en beproefde methoden en
teneinde (in de gebruikersorganisatie) de doeltreffendheid en
verbeteren en de kosten te drukken.
IST Werkprogramma 99
47
de producten,
door de eerste
technologieën,
de kwaliteit te
IST-ondersteuningsmaatregelen
 Evaluaties: (door gebruikers en leveranciers) bevorderen het gebruik van
innovatieve apparatuur en materialen in de industrie en de dienstensector door
innovatieve producten in het licht van gebruikerseisen en -specificaties te
evalueren.
 Toegangsacties: zijn bedoeld om gecoördineerde toegang tot geavanceerde,
opkomende technologieën en diensten, kennis en expertise te verlenen. In 1999
wordt prioriteit gegeven aan het verlenen van toegang tot: geavanceerde
technologieën voor subsysteemintegratie; prototyping en fabricage van kleine
hoeveelheden,
ontwerpen
ondersteuningsdiensten,
onderzoeken
ontwikkelingsnetwerken; geavanceerde technologieën op het gebied van microelektronica voor onderzoekers; CAD-hulpmiddelen voor leren, en ondersteunende
infrastructuren voor geavanceerde CAD-hulpmiddelen ten behoeve van
onderzoekers.
 Knooppunten ter ondersteuning van de introductie: zijn bedoeld om een groep
introductieactiviteiten te coördineren en te implementeren, teneinde ervaring uit te
wisselen, gebruik te maken van synergieën en de inspanningen van de
verschillende spelers te verbreden om een kritische massa te bereiken. Er wordt
sterk de nadruk gelegd op proactieve ondersteuning van de introductie, de ruime
verspreiding van resultaten, een sterkere bewustwording en het stimuleren van
technologieoverdracht op thematisch of regionaal niveau of op het niveau van de
industrie-/dienstensector. De ondersteuningsknooppunten zullen normaliter in een
netwerk met elkaar worden verbonden om de uitwisseling van ervaring tussen de
knooppunten op Europese schaal te vergemakkelijken.
Deze maatregelen zijn bedoeld om de introductie op ruime schaal, met name in het MKB,
te stimuleren en innovatie aan te moedigen. Introductiemaatregelen kunnen alleen
worden genomen als daarvan onder een actiepunt of groep actiepunten specifiek melding
wordt gemaakt. Het tijdschema voor de indiening van voorstellen voor
introductiemaatregelen wordt derhalve voor elk specifiek actiepunt in de
gepubliceerde oproep tot het indienen van voorstellen vastgesteld.
VIII.2.1
Gecoördineerde acties en thematische netwerken
 IST-projectclusters: zijn bedoeld om OTO-projecten die reeds worden gefinancierd, te
coördineren
teneinde
de
opgedane
ervaring
uit
te
wisselen,
de
onderzoeksinspanningen van de verschillende actoren zodanig uit te breiden dat een
kritische massa wordt bereikt, de resultaten te verspreiden en de gebruikers te
informeren. De projecten worden actief aangemoedigd om met elkaar samen te
werken en een coherente aanpak te ontwikkelen waarin het IST-programma geleidelijk
aan zal worden geïntegreerd. Er kunnen voorstellen worden ingediend voor de extra
hulpbronnen die vereist zijn om de vorming van projectclusters te ondersteunen. Deze
maatregel is erop gericht de nauwe coördinatie en de complementariteit van de
werkzaamheden in het kader van de verschillende projecten te waarborgen teneinde
hun gezamenlijk effect zoveel mogelijk te vergroten, vooral op het gebied van
normalisatie, optimale praktijken en exploitatie van resultaten. Projectclusters kunnen
meer dan één actiepunt of kernactiviteit bestrijken of kunnen een
programmadoorsnijdende activiteit vormen.
 Expertisenetwerken en onderzoeksopleidingsnetwerken: brengen ondernemingen,
gebruikers, universiteiten en onderzoekcentra met een gemeenschappelijke
OTO-doelstelling bijeen. Expertisenetwerken kunnen voor groepen en instituten in
afgelegen gebieden bijzondere voordelen opleveren omdat zij mogelijkheden bieden
voor opleiding, overdracht van technologie en toegang tot expertise en hulpbronnen.
IST Werkprogramma 99
48
IST-ondersteuningsmaatregelen
 Werkgroepen: zijn erop gericht de systematische uitwisseling van informatie en het
smeden van banden tussen teams die OTO- of introductieactiviteiten uitvoeren rond
een gemeenschappelijk thema, te verbeteren door middel van korte wetenschappelijke
bezoeken en de organisatie van seminars, workshops en conferenties. Werkgroepen
kunnen ook worden gebruikt om normalisatie- en standaardisatieactiviteiten te
ondersteunen en de specificatie van de gebruikerseisen voor een of meer lopende
projecten te coördineren.
VIII.3.1
Begeleidende maatregelen
 Studies: deze acties verstrekken de onderzoekswereld zowel technologische als
marktanalysen teneinde de onderzoeksactiviteiten op de internationale en
sociaal-economische tendensen af te stemmen. Het doel ervan is inzicht te krijgen in
de maatschappelijke en economische gevolgen van de toepassing en het gebruik van
technologieën van de informatiemaatschappij die in het kader van het programma zijn
ontwikkeld. Dergelijke studies kunnen ook deel uitmaken van het OTO dat elke
kernactiviteit bestrijkt. Ze worden ook gecoördineerd met initiatieven van het specifieke
programma "Verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied"
(zie punt 6.3).
 Verspreidings- en voorlichtingsacties: zijn in te delen in twee categorieën.
De acties van de eerste categorie zijn gericht op specifieke doelgroepen buiten het
IST-programma. Ze zijn bedoeld om de snelle introductie van OTO-resultaten te
bevorderen, meer bekendheid te geven aan OTO-activiteiten en aan het
IST-programma zelf, en de exploitatie van de resultaten ervan te verbeteren. Deze
externe acties omvatten de verspreiding van de praktische resultaten van projecten,
het verlenen van ruimere toegang tot bestaande proeven en demonstraties, en
deelneming aan en organisatie van geselecteerde tentoonstellingen en
handelsbeurzen. Voor bepaalde IST-verspreidings- en voorlichtingsacties kunnen
specifieke
aanbestedingen
worden
uitgeschreven
volgens
de
aanbestedingsprocedures die op de Commissie van toepassing zijn. Andere acties, bv.
steunverlening voor conferenties en tentoonstellingen, kunnen als subsidie
overeenkomstig de geldende procedures van de Commissie worden uitgevoerd.
De verspreidings- en voorlichtingsacties van de tweede categorie zijn gericht op de
IST-deelnemers zelf. Ze effenen het pad voor het verzamelen11, de redactionele
coördinatie en het aanbod van inhoud en voor de publicatie en het beheer van die
inhoud, naarmate de IST-projecten en de resultaten ervan vorderen. Publicatie kan
geschieden in elektronische vorm (via Internet, op cd-rom, enz.) en ook periodiek op
papier of via een combinatie van beide. Behalve algemene informatie over IST die bv.
in rechtstreekse samenwerking met de diensten van de Commissie wordt
geproduceerd, is er ook behoefte aan informatie die meer op de specifieke behoeften
van bepaalde belangengroepen is gericht.
Voor bepaalde IST-verspreidings- en voorlichtingsacties kunnen specifieke
aanbestedingen worden gehouden, die volgens de aanbestedingsprocedures van de
Commissie worden gepubliceerd.
 Opleidingsmaatregelen: bevorderen en steunen de verspreiding, exploitatie en
verbetering van de uit onderzoek voortvloeiende kennis op zowel technische als
niet-technische gebieden die relevant zijn voor de informatiemaatschappij. De
interactie tussen universitair en industrieel onderzoek zal van bijzonder belang zijn bij
dergelijke maatregelen.
11
Het is de bedoeling dat van alle IST-projecten en de daaruit voortvloeiende resultaten van algemeen belang een
beknopte beschrijving wordt gegeven in een voor publicatie geschikte vorm.
IST Werkprogramma 99
49
IST-ondersteuningsmaatregelen
VIII.4.1
Technologiestimulerende projecten om de deelneming van het
MKB aan te moedigen en te vergemakkelijken
Samen met het programma "Innovatie en deelneming van het MKB" zal het
IST-programma financiële steun verlenen voor relevante voorstellen op het gebied van:
 MKB-onderzoek in samenwerkingsverband
 MKB-verkenningspremies.
Dergelijke voorstellen moeten rechtstreeks bij het centrale aanspreekpunt, dat in het
kader van het programma "Innovatie en deelneming van het MKB" is opgericht, en
overeenkomstig de gepubliceerde oproepen en de in dat programma vastgestelde
procedures en criteria worden ingediend (zie ook punt 6.2).
VIII.5.1
Opleidingsbeurzen

Marie Curie : Organisaties die geïnteresseerd zijn om als host op te treden voor Marie
Curie Industrial fellowships gerelateerd aan IST onderzoek word verwezen naar de
specifieke Gids voor Indieners van voorstellen, die beschikbaar worden gesteld door
het horizontale programma “Verbetering van het Human resource potentieel en de
socio-economische basiskennis”. Zoals in dat document uitgelegd, zullen succesvolle
organisaties dit volgens aan fellows en jonge onderzoekers die een fellowship zoeken
bekend maken. Aanvragen van een fellowship zullen zich dan direct bij de organisatie
van hun keuze kunnen aanmelden. Personen en organisaties die geinteresseerd zijn
aan vragen voor andere categorieen van Marie Curie training fellowships in te dienen,
zelfs als dit gerelateerd is aan IST onderzoek zijn uitgenodigd om dit direct te doen bij
het horizontale programme “Verbetering van het Human resource potentieel en de
socio-economische basis kennis”. Zulke aanvragen zijn onderworpen aan de
gepubliceerde oproepen tot indienen aan vragen en procedures die voor dat
programma zijn gedefineerd (zie ook 6.3 hieronder).

Beurzen : een beurzenstelsel zal beschikbaar zijn om jonge onderzoekers van
ontwikkelingslanden, met in begrip van Mediterane partnerlanden en op komende
economiën, de gelegenheid te geven om deel te nemen aan “shared cost” acties van
het IST Programma”.
Verdere informatie over formaat, voorbereiding en indiening van voorstellen wordt
verschaft in de “Gids voor Indieners”.
IST Werkprogramma 99
50
Beoordelingscriteria
5
BEOORDELINGSCRITERIA
De voor de beoordeling van de voorstellen toegepaste criteria zullen aansluiten bij de
algemene criteria die in het besluit betreffende het vijfde kaderprogramma12 zijn
vastgesteld, en bij de regels voor deelneming die in het "Handboek procedures voor de
beoordeling van voorstellen" nader worden omschreven.
De vijf algemene beoordelingscriteria zijn:
-
wetenschappelijke/technologische kwaliteit en vernieuwing;
toegevoegde waarde voor de Gemeenschap en bijdrage tot het EU-beleid;
bijdrage tot de sociale doelstellingen van de Gemeenschap;
vooruitzichten op het gebied van economische ontwikkeling, wetenschap en
technologie;
hulpbronnen, partnerschap en beheer.
Wat het IST-programma betreft, geldt als algemene regel dat de deelneming van
industriële organisaties aan industrieel gerichte acties aan de aard en het doel van de
activiteit moet beantwoorden.
Aangezien de bovengenoemde criteria voor specifieke soorten activiteiten anders kunnen
worden gewogen, dienen de indieners van voorstellen kennis te nemen van de "Gids voor
indieners" en de "IST-specifieke bijlage bij het Handboek procedures voor de beoordeling
van voorstellen" om hun voorstel op de juiste wijze te kunnen opstellen.
12
Zoals aangegeven in het Besluit van de Raad betreffende het vijfde kaderprogramma voor onderzoek, technologische
ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) en in het Besluit van de Raad betreffende de uitvoeringsbepalingen
overeenkomstig artikel 130 J van het Verdrag.
IST Werkprogramma 99
51
Coördinatieregelingen en aanverwante maatregelen
6
COÖRDINATIEREGELINGEN EN AANVERWANTE MAATREGELEN
Behalve de interne coördinatie tussen de kernactiviteiten over specifieke thema's zullen
meer algemene coördinatieregelingen worden getroffen om van een geïntegreerd
IST-programma zoveel mogelijk profijt te kunnen trekken.
6.1
INTERNATIONALE SAMENWERKING
De strategische doelstellingen bestaan erin een zo ruim mogelijke internationale
samenwerking aan te moedigen om: stroomopwaarts een wereldwijde consensus te
bereiken op het gebied van transparantie voor gebruikers en normalisatie; de uitwisseling
van wetenschappelijke informatie en van de beste technologische know-how ter wereld te
bevorderen; de wetenschappelijke en technologische samenwerking met de
kandidaat-lidstaten te versterken met het oog op hun volledige deelneming aan de
programma’s van de Europese Unie; en de samenwerking tussen ondernemingen, met
name in de toekomstige vrijhandelszones, te versterken en tegelijkertijd de Europese
intellectuele-eigendomsrechten te beschermen.
In het algemeen zullen activiteiten met het oog op internationale samenwerking worden
uitgevoerd volgens de bepalingen in de delen 3 en 4 van dit document of volgens een
specifiek aan de eisen inzake internationale samenwerking aangepaste versie van
dergelijke bepalingen. Activiteiten met het oog op internationale samenwerking kunnen
ook worden uitgevoerd volgens de bepalingen die zijn opgenomen in het werkprogramma
van het horizontale programma "Bevestiging van de internationale rol van het
communautaire onderzoek".
Aan het IST-programma kan worden deelgenomen door organisaties uit geassocieerde
landen en landen die met de EU W&T-overeenkomsten hebben gesloten op het gebied
van technologieën van de informatiemaatschappij, en op individuele projectbasis door
internationale organisaties alsmede organisaties uit andere Europese landen,
ontwikkelingslanden en Middellandse-Zeelanden13. In 1999 zullen de begeleidende
maatregelen om een sterkere deelneming te bevorderen van met name de geassocieerde
landen en de landen waarmee samenwerkingsovereenkomsten zijn gesloten, steun
omvatten voor de organisatie van geselecteerde tentoonstellingen, conferenties en
workshops, handelsbeurzen, voorlichtings- en partnerschapsevenementen en -faciliteiten,
alsmede steun voor regionale informatiecentra en websites, georganiseerd in combinatie
met het horizontale programma voor “internationale samenwerking”.
De deelneming aan diverse activiteiten en de coördinatie met andere belangrijke
OTO-kaders (zoals het ATP-programma in de VS, de nieuwe programma’s inzake
“Elektronische handel” van het ministerie van Post en Telecommunicatie en het ministerie
van Internationale Handel en Industrie in Japan, en gevestigde kaders zoals IMS14 en
HFSP15) met betrekking tot specifieke actiepunten in het programma zullen worden
gestimuleerd door middel van begeleidende maatregelen, waaronder steun voor
“partnership workshops” EU-VS, EU-Canada en EU-Japan in 1999, de
coördinatie/synchronisatie van gerichte oproepen tot het indienen van voorstellen en
steun om de deelneming van EU-organisaties aan relevante programma’s in derde
landen te begeleiden.
De coördinatie met EUREKA en TEN-Telecom zal eveneens een middel zijn om de
industriële samenwerking op het gebied van innovatie van afgeleide producten en
13
De “Regels voor deelneming” zijn vastgesteld in het Besluit overeenkomstig artikel 130 J van het Verdrag. Zie ook de
"Gids voor indieners".
14
Het initiatief "Intelligent Manufacturing Systems" (http://www.ims.org/).
15
Human Frontier Science Programme.
IST Werkprogramma 99
52
Coördinatieregelingen en aanverwante maatregelen
pan-Europese diensten aan te moedigen. Informatie over nieuwe EUREKA-projecten en
over oproepen tot het indienen van voorstellen voor steun in het kader van TEN-Telecom
zal aan alle deelnemers aan het IST-programma worden verstrekt.
De samenwerking met de acties in het kader van COST zal worden versterkt door middel
van links met alle aan IST gerelateerde COST-acties, zoals bijvoorbeeld
COST-Telecommunications. Er zal worden gezorgd voor technische coördinatie van deze
acties met de desbetreffende actiepunten wat de technische aspecten ervan betreft. De
coördinators van de COST-actie zullen worden uitgenodigd om aan de desbetreffende
IST-overlegvergaderingen en OTO-workshops deel te nemen.
Internationale consensus en normalisatie zullen bij de IST-werkzaamheden en bij de
internationale samenwerking prioritair zijn. In 1999 zullen in het kader van kernactiviteiten
begeleidende maatregelen worden genomen om de Europese bijdrage tot ETSI-,
CEN/CENELEC- en ITU-werkgroepen en tot kaders die consensus binnen het
bedrijfsleven nastreven (DAVIC, DVB, OMG, IETF, W3C enz.), te stimuleren en te
coördineren. Er zullen ook maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de
Europese deelneming aan de Global Business Dialogue, die erop gericht is een
universeel regelgevend kader en gemeenschappelijke richtlijnen voor de ondernemingen
op het gebied van elektronisch zakendoen vast te stellen.
Er zal voortaan meer informatie op internationaal niveau worden uitgewisseld over
de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, zulks in samenwerking met nationale
organisaties voor prognose, zoals de Club van Rome, het Smithsonian Institute en het
Futures Institute in de VS, en andere soortgelijke organisaties in bijvoorbeeld de
Middellandse-Zeelanden, China, Japan en Rusland. Specifieke workshops zullen worden
georganiseerd om belangrijke contribuanten bijeen te brengen en ideeën te consolideren.
In 1999 zal prioriteit worden verleend aan breder internationaal overleg over de
implicaties van de elektronische handel voor de internationale handel, de belastingheffing
en het economisch beheer (in combinatie met de activiteiten van de Global Business
Dialogue), en over de gevolgen van de mondialisering en verplaatsing van economische
activiteiten in zowel geïndustrialiseerde als ontwikkelingslanden. Er zullen ook ISTondersteuningsmaatregelen worden genomen om de relaties met de door de EU
opgeleide IST-specialisten in derde landen in stand te houden; in 1999 zullen deze
maatregelen op opkomende economieën worden gericht.
6.2
INNOVATIE EN BIJZONDERE MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN HET MKB
Het IST-programma zal vooral de nadruk leggen op de verspreiding, de overdracht, het
gebruik en/of de exploitatie van O&O-resultaten die tot vernieuwing leiden. Daartoe zal
het programma activiteiten uitvoeren in coördinatie met het “Innovatie- en
MKB”-programma, die onder meer gericht zijn op:
 bevordering van de overdracht en exploitatie van communautaire OTO-resultaten,
bijvoorbeeld door de organisatie van evenementen op het gebied van
technologiemakelarij
en
van
workshops
over
exploitatiekwesties
zoals
intellectuele-eigendomsrechten, de beschikbaarstelling van particulier en risicokapitaal
en de publicatie van specifieke oproepen;
 het verstrekken van informatie over communautaire OTO-resultaten, in het met het
“Innovatie en MKB”-programma overeengekomen formaat, voor opname in CORDIS
(waarbij wordt aangegeven welke resultaten voor exploitatie door derden of voor
EUREKA geschikt zijn);
 het verlenen van bijstand bij de voorbereiding van beheersinstrumenten om de
exploitatie van communautaire OTO-resultaten door de consortia (of de leden ervan)
te bevorderen en met behulp van passende instrumenten, zoals het
IST Werkprogramma 99
53
Coördinatieregelingen en aanverwante maatregelen
Technologietoepassingsplan
OTO-resultaten te volgen;
en
technologie-audits,
het
verdere
gebruik
van
 het verlenen van bijstand bij de evaluatie van de doeltreffendheid en de doelmatigheid
van het netwerk voor technologieoverdracht, van gezamenlijke acties tussen de
thematische programma’s en het “Innovatie en MKB”-programma, en van de
vernieuwingseenheden of vernieuwings-MKB-eenheden.
In het kader van het programma zullen speciale maatregelen worden genomen om de
deelneming van het MKB aan OTO- en demonstratieactiviteiten te vergemakkelijken en
aan te moedigen. Deze maatregelen bestaan in onderzoek in samenwerkingsverband en
verkenningspremies.
De maatregelen om de deelneming van het MKB aan OTO-activiteiten aan te moedigen
en te vergemakkelijken, hebben betrekking op projecten die uit het oogpunt van innovatie
aanzienlijke mogelijkheden bieden en die aan de algemene doelstellingen van de
thematische programma's beantwoorden. Met andere woorden, ze hoeven niet specifiek
betrekking te hebben op de kernactiviteiten, generieke technologieën en de
onderzoekinfrastructuur. Als dusdanig maken deze maatregelen een "bottom-up"benadering mogelijk, aangezien voorstellen kunnen worden ingediend voor de
doelstellingen en prioriteiten van de thematische programma's in hun geheel.
De MKB-specifieke maatregelen zullen worden uitgevoerd overeenkomstig de
gemeenschappelijke regels die in het horizontale programma "Innovatie en deelneming
van het MKB" zijn vastgesteld, om de transparantie voor de begunstigden te garanderen.
Deze regels omvatten een gemeenschappelijke beoordeling van contracten en
voorstellen, één centraal aanspreekpunt voor de ontvangst van voorstellen voor MKBspecifieke
maatregelen,
gemeenschappelijke
regels
voor
acceptatie
en
wetenschappelijke en technologische beoordeling, gemeenschappelijke wettelijke en
financiële bepalingen, alsmede geharmoniseerde en snelle feedback aan de indieners
van voorstellen.
De deelneming van het MKB aan OTO-projecten zal ook worden bevorderd via
steunmaatregelen voor bemiddeling met het oog op het sluiten van partnerschappen
tussen lopende projecten en nieuwe, op het gebied van aanverwant OTO actieve kmo's
en via maatregelen zoals “verkenningspremies” om de kosten voor de ontwikkeling van
MKB-partnerschappen en OTO-ideeën gedeeltelijk te dekken. Bovendien zal de regeling
voor onderzoek in samenwerkingsverband kmo's die over weinig of geen interne O&Ocapaciteit beschikken, maar met technologische problemen worden geconfronteerd, in
staat stellen het nodige onderzoekswerk aan een derde (de OTO-uitvoerders) toe te
vertrouwen. In deze context kan een deel van het onderzoek door de kmo's zelf worden
uitgevoerd. Deze specifieke maatregelen zullen worden uitgevoerd overeenkomstig de
gepubliceerde oproepen, procedures en criteria die voor het horizontale programma
“Innovatie en deelneming van het MKB” zijn vastgesteld, teneinde een volledige
transparantie voor de begunstigden te garanderen.
6.3
MENSELIJK
ONDERZOEKPOTENTIEEL
SOCIAAL-ECONOMISCH GEBIED
EN
FUNDAMENTELE
KENNIS
OP
Evaluaties van de sociale en economische tendensen en gevolgen zullen als integrerend
deel van de kernactiviteiten worden ondersteund en zullen binnen het IST-programma
worden gecoördineerd zoals onder IST-ondersteuningsmaatregelen in hoofdstuk 4 wordt
beschreven. Ze zullen ook met verwante activiteiten in andere programma’s van het vijfde
kaderprogramma,
met
werkzaamheden
ter
ondersteuning
van
EU-beleidsontwikkelingsactiviteiten en met onderzoek in andere Europese en
internationale kaders worden gecoördineerd.
IST Werkprogramma 99
54
Coördinatieregelingen en aanverwante maatregelen
Voor de coördinatie van het gehele vijfde kaderprogramma zal het accent liggen op de
kernactiviteit "Verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied" in
het horizontale programma "Verhoging van het menselijk onderzoekpotentieel en
verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied". De
werkzaamheden van het IST-programma zullen een geconsolideerde bijdrage leveren tot
het jaarverslag over het sociaal-economisch onderzoek van het vijfde
kaderprogramma, dat door dit horizontale programma wordt gecoördineerd. De
uitwisseling van informatie tussen projecten zal worden bevorderd door middel van een
aantal
overlegworkshops
over
specifieke
onderwerpen
in
verband
met
EU-beleidsprioriteiten. In 1999 zal voorrang worden verleend aan de gevolgen van IST
voor de werkgelegenheid en voor de economische duurzaamheid van de ontwikkeling
van de informatiemaatschappij.
De in het kader van het IST-programma verleende steun voor de ontwikkeling van
Europees beleid zal met de activiteiten van de Groep voor prospectief onderzoek
(Cellule de Prospective) van de Commissie, de relevante GCO-instituten, het European
Technology Assessment Network (ETAN) en het Forum voor de informatiemaatschappij
worden gecoördineerd. Gezamenlijk georganiseerde workshops en conferenties zullen de
coördinatie door een uit verschillende diensten van de Commissie bestaande groep
completeren. In 1999 zal het IST-programma steun verlenen voor de verkenning van
prioritaire thema’s die in overleg met deze organisaties moeten worden geselecteerd.
De Marie Curie-opleidingsbeurzen worden in het kader van het horizontale programma
"Verhoging van het menselijk onderzoekpotentieel en verdieping van de fundamentele
kennis op sociaal-economisch gebied" gedefinieerd. Van de verschillende soorten
beurzen zullen enkel de beurzen voor opleiding in het bedrijfsleven door het
IST-programma worden ondersteund. Deze beurzen zullen op basis van
gemeenschappelijke regels worden toegekend, om de permanente hoge kwaliteit en het
prestige van de regelingen te garanderen. Deze regels omvatten een
gemeenschappelijke definitie van de Marie Curie-beurzen, één aanspreekpunt voor de
ontvangst van alle voorstellen voor Marie Curie-beurzen, gemeenschappelijke regels voor
acceptatie en beoordeling, gemeenschappelijke wettelijke en financiële bepalingen,
alsmede geharmoniseerde feedback aan de indieners van de voorstellen en het volgen
van de bursalen.
COÖRDINATIE MET DE ANDERE THEMATISCHE PROGRAMMA’S
6.4
In sommige gevallen houden de werkzaamheden in het kader van het IST-programma
verband met kernactiviteiten van andere thematische programma’s, vooral wanneer deze
laatste onderzoek omvatten met betrekking tot de toepassing van wetenschappelijke en
technologische ontwikkelingen op gebieden die door het IST-programma worden
bestreken. Om een goede coördinatie te verzekeren, zullen specifieke regelingen worden
getroffen in een of meer van de volgende vormen:




synchronisatie van de oproepen tot het indienen van voorstellen voor
complementaire thema's of gezamenlijke oproepen tot het indienen van
voorstellen voor specifieke thema's en eventueel gezamenlijke beoordelingen,
eventueel overdracht van voorstellen tussen programma’s,
coördinatie van het toezicht op de projecten,
coördinatie van projecten door middel van clustering of overleg.
IST Werkprogramma 99
55
Indicatief TIjdschema voor de uitvoering
7. INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE UITVOERING
Het programma zal een looptijd van 4 jaar hebben en zal van start gaan met de
goedkeuring van dit werkprogramma in januari 1999 en met een eerste oproep tot het
indienen van voorstellen begin 1999.
Jaar
1999
2000
2001
2002
Indicatief budget
(miljoen EUR)
789,5
800,5
872,5
867,5
Tijdens deze periode zal ongeveer om de drie maanden een oproep worden gepubliceerd
tot het indienen van voorstellen voor een geselecteerd aantal actiepunten van het
werkprogramma voor het lopende jaar. Zo zullen verwante actiepunten tegelijkertijd
kunnen worden behandeld en voorstellen voor verwant OTO als een samenhangend
geheel kunnen worden beoordeeld. Ook de werkzaamheden in verband met het opstellen
en beoordelen van de voorstellen en de onderhandelingen over OTO-contracten zullen
over het jaar kunnen worden gespreid.
Om het gehele beschikbaar gestelde bedrag van 789,5 miljoen EUR in het begrotingsjaar
1999 te kunnen besteden en te zorgen voor continuïteit met de OTO-activiteiten van het
vierde kaderprogramma, zal de eerste oproep tot het indienen van voorstellen in 1999 op
16 maart 1999 worden gepubliceerd. Zo zullen nieuwe OTO-projecten met ondertekende
contracten vóór eind 1999 van start kunnen gaan.
De tweede oproep tot het indienen van voorstellen zal op 15 september 1999 worden
gepubliceerd. De als reactie op deze oproep ingediende voorstellen zullen in januari 2000
worden beoordeeld; daarvoor zal een deel van de voor het jaar 2000 uitgetrokken
begrotingsmiddelen worden aangewend en de projecten zullen medio 2000 van start
gaan.
De voorgestelde selectie van actiepunten voor elke oproep geschiedt volgens het principe
dat nauw verwante actiepunten van een of meer kernactiviteiten worden bijeengehouden
en dat voor een passend evenwicht wordt gezorgd tussen:
 de noodzaak tot continuïteit, bv. met het OTO van het vierde kaderprogramma, om
te vermijden dat onderzoekswerk te lang wordt onderbroken;
 de noodzaak om kernactiviteiten of actiepunten aan te vatten waarvoor een nieuwe
inspanning dringend is vereist;
 de noodzaak om binnen elke oproep voor samenhang te zorgen en strategische
onderwerpen op gestructureerde wijze aan te pakken.
Het indicatieve tijdschema en de door de oproepen tot het indienen van voorstellen in
1999 bestreken gebieden worden in de hierna volgende tabellen aangegeven.
Opmerkingen:

De voor het IST-programma bevoegde directeur-generaal kan de datum van publicatie van
oproepen tot het indienen van voorstellen met ten hoogste één maand verschuiven. In dit geval
zal op de oorspronkelijk geplande datum een bericht dienaangaande in het Publicatieblad worden
gepubliceerd.

De Commissie behoudt zich het recht voor de voor elke oproep beschikbaar gestelde middelen
niet volledig te besteden.

Er kan door de directeur-generaal voor het IST-programma een extra oproep tot het indienen van
voorstellen worden uitgeschreven, als de uit een oproep voortvloeiende voorstellen niet aan de
doelstellingen van het programma beantwoorden.
IST Werkprogramma 99
56
Indicatief TIjdschema voor de uitvoering
7.1
OPROEPEN TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN IN 1999
7.1.1 Eerste oproep
Publicatiedatum: 16.03.1999
Indicatief budget: 800 miljoen EUR
Werkterrein van de oproep (actiepunten)
KA I
KA II
KA III
KA IV
Overige
Uiterste datum voor de indiening van voorstellen 16.06.1999
I.2.1, 1.2.2, 1.2.3,
II.1.2,
III.2.1, III.2.2,
III.2.3,
IV.1.1,
I.3.1,
II.2.1, II.2.2,
II.2.3,
III.3.1, III.3.2,
III.3.3,
IV.2.1, IV.2.2,
IV.2.3, IV.2.4,
IV.2.5,
I.4.1,
II.3.1, II.3.3,
II.3.2,
OTO
I.5.1, I.5.2,
III.4.1, III.4.2,
II.4.1, II.4.2,
II.4.3,
I.6.1,
I.6.2,
IV.3.1, IV.3.2,
IV.3.3, IV.3.4,
IV.4.1, IV.4.2,
V.1.1 CPA1,
V.1.2 CPA2,
V.1.3 CPA3,
V.1.4 CPA4,
(alleen hulpmiddelen &
methoden, en
toepassingen)
VI.2.1 FET P1,
VI.2.2 FET P2,
VI.2.3 FET P3,
IV.5.1, IV.5.2,
IV.5.3, IV.5.4,
(alleen weg- en
luchtvervoer)
IV.6.1,
IV.7.1, IV.7.2, IV.7.3
IV.7.2(16), IV.7.3(17)
IV.8.1(18), IV.8.3(19)
IV.8.4(20),
(zie voetnoten)
INTRODUCTIE
IV.8.1, IV.8.2,
IV.8.3,
IV.8.4
Ondersteunings- OTO
maatregelen
Doorlopende(21) indieningsprocedures tot 15.09.1999
VI.1.1 FET O(22),
VIII.2.1, VIII.3.1,
VII.5.1
(IST-ondersteuningsmaatregelen)
16
Inclusief introductie “evaluatie van geavanceerde apparatuur” en “toegang tot geavanceerde technologieën voor
subsysteemintegratie”.
17
Inclusief introductie “evaluatie van geavanceerde prototypeapparatuur” en “toegang tot prototyping en de fabricage
van kleine hoeveelheden, ontwerp- en klantenondersteuningsdiensten, onderzoek- en ontwikkelingsnetwerken".
18
Inclusief introductie “toegang tot geavanceerde technologieën voor prototyping en de fabricage van kleine
hoeveelheden, toegang tot CAD-hulpmiddelen voor leren, en toegang tot ondersteunende infrastructuren voor
geavanceerde CAD-hulpmiddelen ten behoeve van onderzoekers".
19
Inclusief introductie “evaluatie van geavanceerde prototypeapparatuur”.
20
Inclusief introductie “toegang tot geavanceerde technologieën op het gebied van micro-elektronica ten behoeve van
onderzoekers".
21
De voorstellen zullen worden gegroepeerd en de groepen voorstellen zullen worden beoordeeld met een periodiciteit
die zal afhangen van het aantal ontvangen voorstellen, met dien verstande dat de tussentijd ten hoogste drie
maanden zal bedragen.
22
Voor FET Open zal de procedure in twee fasen worden gevolgd, zie de "Gids voor indieners" voor nadere informatie.
IST Werkprogramma 99
57
Indicatief TIjdschema voor de uitvoering
7.1.2 Tweede oproep
Indicatief budget: 400 miljoen €
Publicatiedatum: 15.09.1999
Werkterrein van de oproep (actiepunten)
KA I
KA II
KA III
KA IV
Overige
Uiterste datum voor de indiening van voorstellen 15.12.1999
OTO
I.1.1,
II.1.1,
III.1.1,
IV.1.1,
I.4.2 ,
III.2.4,
IV.2.1, IV.2.4,
I.6.2,
III.5.1, III.5.2,
IV.3.1, IV.3.4,
(alleen
spoorwegvervoer en
vervoer per schip)
V.1.4 CPA4,
(Alleen indicatoren)
VII.1.1 RN1,
VII.1.2 RN2,
IV.6.1,
INTRODUCTIE
I.6.3,
VIII.1.1 Introductie(23)
OTO
Doorlopende(24) indieningsprocedures tot 15.03.2000
Ondersteuningsmaatregelen
VI.1.1 FET O(25)
V.2.1 CPCO
VIII.2.1, VIII.3.1,
VIII.5.1
(IST-ondersteuningsmaatregelen)
7.1.3 Oproep betreffende het initiatief "Intelligent Manufacturing Systems"
(IMS)
Het voornemen bestaat om afzonderlijk een gezamenlijke oproep betreffende het initiatief
"Intelligent Manufacturing Systems"26 (IMS) in combinatie met het specifieke programma
"Een concurrerende en duurzame groei" (zie punt 6.1 Internationale samenwerking) te
publiceren. Het indicatieve budget bedraagt 35 miljoen EUR voor 1999-2000, waarvan 5
miljoen EUR voor 1999 is bestemd. De IMS-oproep "doorlopende indiening" zal naar
verwachting op 16 maart 1999 worden gepubliceerd, met als uiterste indieningsdatum 15
september 2000. De werkzaamheden hebben betrekking op de actiepunten van het ISTprogramma II.1.1, II.2.1, II.2.2, II.2.3, II.3.1, II.3.2, II.3.3, II.4.2.
23
De introductiemaatregelen zullen in de oproep tot het indienen van voorstellen worden genoemd onder verwijzing naar
specifieke actiepunten.
24
De voorstellen zullen worden gegroepeerd en de groepen voorstellen zullen worden beoordeeld met een periodiciteit
die zal afhangen van het aantal ontvangen voorstellen, met dien verstande dat de tussentijd ten hoogste drie
maanden zal bedragen.
25
Voor FET Open zal de procedure in twee fasen worden gevolgd, zie de "Gids voor indieners" voor nadere informatie.
26
Zie http://www.ims.org/.
IST Werkprogramma 99
58
Indicatief TIjdschema voor de uitvoering
7.2
INDICATIEVE ACTIEPUNTEN VOOR 2000 EN LATER
Kernactiviteit I
 Duurzame dienstverlening voor residentiële en mobiele omgevingen
 Veilige virtuele netwerken en diensten voor continuïteit van de verzorging
 Ontwikkeling van diensten voor burgers, professionals en managers in de
gezondheidszorg
 Systemen en diensten voor sociale integratie
 Door middel van assisterende technologieën vervaardigde producten en interfaces ter
compensatie van functionele stoornissen
 Eén gecentraliseerde toegang tot interactieve openbare diensten
 Openbare evenementen: risicoanalyse en -beoordeling, crisismanagement en
beheersing van mensenmassa's
 Het bijleggen van geschillen vergemakkelijken, in en buiten de rechtbanken
 Beheersing van milieurisico's en milieurampen, met speciale aandacht voor landmijnen
 Milieumodellering, -simulaties en -prognoses
 Op het gebied van vervoer, hoger niveau van integratie op basis van nieuwe
componenten en diensten
Kernactiviteit II
 Hogere niveaus van genetwerkte integratie van werk en bedrijf op basis van nieuwe
middleware-componenten en -diensten
 Voortbouwen op de tendens naar verbeterde, via netwerkbemiddeling functionerende
vormen van werk en bedrijf
 Geavanceerde technologieën om het vertrouwen te versterken en nieuwe
ondernemingen mogelijk te maken die een hoog maar flexibel niveau van bescherming
van informatie vereisen, zoals voor persoonsgegevens, digitale inhoud en elektronisch
geld
Kernactiviteit III
 Geografische informatie
 Standaardmaatwerk, reclame en klantentoepassingen
 Door de gebruiker gestuurd uitgeven en persoonlijke mediasystemen
 Culturele informatiesystemen
 Naadloze integratie van oude systemen in nieuwe toepassingen voor de digitale
bibliotheek
 Audiovisuele en multisensoriële inhoud van hoge kwaliteit
 De school van morgen
 Geavanceerde leersystemen
 Flexibel levenslang leren
 Taaloverschrijdend informatiebeheer
 Informatiefiltratie en -agenten
 Visualisering van gegevens
 Mediaoverschrijdende zoek-, gids- en beheersdiensten van de nieuwe generatie
Kernactiviteit IV
 Na 1999 kunnen nieuwe actiepunten worden toegevoegd en bestaande actiepunten
aangepast
 Toekomstige en opkomende technologieën
 De verdwijnende computer
 Geavanceerde algoritmen voor computer en communicatie
 Persoonlijke bio-informatiesystemen
IST Werkprogramma 99
59
Woordenlijst/Terminologie
8. WOORDENLIJST/TERMINOLOGIE
Aanmelding
Procedure waarbij indieners aan de Commissie te kennen geven dat ze
voornemens zijn een voorstel in te dienen
Acties
inzake
optimale praktijken
(voor gebruikers)
Soort introductiemaatregel ter bevordering van verbeteringen van de
praktijken, processen en werkmethoden in de industrie en de
dienstensector via de introductie van goed gefundeerde, gerijpte en
beproefde - maar nog onvoldoende toegepaste - methoden en
technologieën, teneinde (in de gebruikersorganisatie) de doeltreffendheid
en de kwaliteit te verbeteren en de kosten te drukken
ACTS
Advanced Communications Technologies and Services - Geavanceerde
communicatietechnologieën en -diensten (vierde kaderprogramma)
AIST
Agency of Industrial Science and Technology - Agentschap voor
industriële wetenschap en technologie (www.aist.go.jp)
AP
Actiepunt
ATM
Asynchronous Transfer Mode (asynchrone transfermodus) of Automatic
Teller
Machine
(geldautomaat)
of
Air
Traffic
Management
(luchtverkeersbeheer)
ATP
Advanced Technology Program - Programma voor geavanceerde
technologie (VS – NIST)
Beoordeling
Procedure waarbij voorstellen al of niet in aanmerking worden genomen
met het oog op selectie als projecten. De beoordelingsprocedures zijn
volledig transparant en zijn in het Beoordelingshandboek gepubliceerd. De
beoordeling
geschiedt
aan
de
hand
van
gepubliceerde
beoordelingscriteria.
Beurs
(opleidingsbeurs in het kader
van
internationale
samenwerking)
Wordt alleen toegekend voor opleidingsactiviteiten, bv. om de aanvrager in
staat te stellen een nieuwe wetenschappelijke techniek te leren of aan een
specifiek experiment of reeks experimenten te werken, waarvoor de
gastinstelling over bijzondere expertise beschikt en die niet in de eigen
instelling van de gegadigde kunnen worden uitgevoerd.
CAD
Computer Aided Design - Computerondersteund ontwerp
CATV
Cable Television - Kabeltelevisie
CEN/CENELEC
Comité Européen de Normalisation (Europese Commissie voor
normalisatie)/ Comité Européen de Normalisation Electrotechnique
(Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie) (www.cenorm.be)
Certificatie (van een
voorstel)
De handeling waarbij de coördinator zijn voorstel voorziet van een digitale
handtekening voordat het bij de Commissie wordt ingediend.
Cluster
Een groep OTO-projecten en/of acties voor gezamenlijke rekening en/of
begeleidende
maatregelen
die
betrekking
hebben
op
een
gemeenschappelijk thema of interessegebied
CMOS
Complementary
metal-oxide
metaaloxidehalfgeleider
Contractant
Een projectdeelnemer die een veelomvattende rol in het project vervult
gedurende de gehele looptijd van het project
Convergentie
Een van de drijvende sociaal-economische krachten die onderzoek in het
kader van het vijfde kaderprogramma noodzakelijk maakt. Generieke term
die omvat:
1. technologische convergentie
2. marktconvergentie
3. regelgevingsconvergentie
4. beleidsconvergentie
Coördinator
(coördinerende
Hoofdcontractant bij een communautaire actie, door het consortium
afgevaardigd voor de rol van coördinatie met de Commissie
IST Werkprogramma 99
60
semiconductor
-
Complementaire
Woordenlijst/Terminologie
contractant)
COST
Coopération européenne dans le domaine de la recherche scientifique et
technique - Europese samenwerking op het gebied van het
wetenschappelijk en technisch onderzoek (www.belspo.be/cost/)
COTS
Commercial – Off-the-shelf
componenten)
CPA of CPC of CPT
Cross-programme Action (programmadoorsnijdende actie) of CrossProgramme Cluster (programmadoorsnijdend cluster) of CrossProgramme Theme (programmadoorsnijdend thema) (in het ISTprogramma)
DAVIC
Digital Audio-Visual Council (www.davic.org)
Doorlopend
oproep
open
(voor
direct
leverbare
producten
en
Een oproep zonder vaste afsluitingsdatum, maar met een periodieke
beoordeling van de ontvangen voorstellen
DVB
Digital Video Broadcasting - Digitale video-omroep
EBU
European Broadcasting Union - Europese Radio-Unie (www.ebu.ch)
EC
Europese Commissie (europa.eu.int)
ESA
European
Space
(www.estec.esa.nl)
ESPRIT
European Strategic Programme for R&D in IT - Europees strategisch
programma voor O&O op het gebied van IT (vierde kaderprogramma)
ETSI
European Telecommunications Standards Institute normalisatie-instituut voor telecommunicatie (www.etsi.org)
EU
Europese Unie
EUREKA
Een pan-Europees netwerk voor industrieel O&O (www.eureka.be)
Evaluaties
gebruikers
leveranciers)
(door
en
Gecoördineerde
acties
Agency
-
Europees
Ruimte-Agentschap
Europees
Soort introductiemaatregel ter bevordering van het gebruik van
verniewende
apparatuur
en
materialen
in
industriële
en
dienstenomgevingen door evaluatie van de verniewende producten in het
licht van de behoeften en specificaties van de gebruikers
1. coördineren OTO-projecten die reeds worden gefinancierd, bijvoorbeeld
om ervaring uit te wisselen, een kritische massa te bereiken, resultaten te
verspreiden, enz.
2. coördineren
gefinancierd
OTO-projecten
die
op
nationaal
niveau
worden
GIS
Geografisch informatiesysteem
GNSS
Global Navigation Satellite Systems - Werelwijde satellietnavigatiesystemen
HFSP
Human Frontier Science Program - Wetenschappelijk programma “De
grenzen van de mens” (www.hfsp.org)
Hulpcontractant
Projectdeelnemer die een overwegend ondersteunende rol speelt ten
behoeve van een of meer van de contractanten
IBC
Integrated
Broadband
breedbandcommunicatie
IETF
Internet Engineering Task Force - Task force Internet-technologie
(www.ietf.org)
IMS
Het initiatief "Intelligent Manufacturing Systems" – Initiatief voor intelligente
fabricagesystemen (http://www.ims.org/)
In
aanmerking
komende kosten
Kosten die volledig of gedeeltelijk door de Commissie kunnen worden
terugbetaald overeenkomstig de voorwaarden van het contract waarop het
project is gebaseerd
IST Werkprogramma 99
61
Communications
-
Geïntegreerde
Woordenlijst/Terminologie
Indieningsdatum
Hetzelfde als de afsluitingsdatum van een oproep. De precieze datum en
het uur waarop voorstellen door de diensten van de Commissie moeten
zijn ontvangen.
Integratie
Toepassing van synergie waardoor inspanningen op verschillende
gebieden worden gebundeld teneinde resultaten van veel grotere
betekenis te bereiken dan met individuele en zelfstandige acties mogelijk
zou zijn geweest
Introductiemaatregelen
Maatregelen ter stimulering van de verspreiding en het gebruik van
technologieën die via OTO-projecten zijn ontwikkeld. Een specifieke vorm
van begeleidende maatregelen.
IPR
Intellectual Property Rights - Intellectuele-eigendomsrechten
IST
Information
Society
Technologies
Technologieën
van
de
informatiemaatschappij. Het 2e thematische programma van KP5, waarin
onderzoekthema's worden behandeld met het oog op de totstandbrenging
van een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij
ISTAG
Information Society Technologies Advisory Group - Adviesgroep inzake
technologieën van de informatiemaatschappij
ISTC
Information Society Technologies Committee
technologieën van de informatiemaatschappij
ITU
Internationale Telecommunicatie-Unie (www.itu.org)
JRC
Joint Research Centre - GCO, Gemeenschappelijk Centrum voor
Onderzoek (EC)
KA
Kernactiviteit (in KP5)
KP
Kaderprogramma (EU - vierde KP is KP4, enz. - www.cordis.lu)
Leden
(bv.
van
gecoördineerde
acties)
Zijn geassocieerd bij een actie die door een of meer contractanten wordt
geleid.
Marie Curie
Door KP5 gesteunde opleidingsbeurzen. Daarvan worden door IST alleen
beurzen voor de opleiding van jonge onderzoekers in het bedrijfsleven
gesteund.
MITI
Ministry of International Trade and Industry - Ministerie van Internationale
Handel en Industrie, Japan (www.miti.go.jp)
MPT
Ministry of Posts and Telecommunications - Ministerie van Post en
Telecommunicatie, Japan (www.mpt.go.jp)
NIST
National Institute of Standards and Technology - Nationaal instituut voor
normalisatie en technologie, VS (www.nist.gov)
NSF
National Science Foundation - Nationale Stichting voor Wetenschappen,
VS (http://212.208.8.14/nsf.htm)
OESO
Organisatie voor
(www.oecd.org)
OMG
Object Management Group (www.omg.org)
Onderzoekinfrastructuren
Voorzieningen die nodig zijn om onderzoek te verrichten of onderzoekers
te ondersteunen. Daartoe behoren onder andere onderzoekinstellingen,
laboratoria,
proefbanken
en
andere
gespecialiseerde
onderzoekapparatuur, voor onderzoek bedoelde communicatienetwerken
(inclusief Internet), bibliotheken, geleerde genootschappen en andere
kennisbronnen.
Onderzoeksopleidingsnetwerken
Bevorderen opleiding door onderzoek, met name van onderzoekers op
doctoraal en postdoctoraal niveau.
Oproep
indienen
Zoals in het Publicatieblad gepubliceerd. Stelt delen van het
werkprogramma open voor voorstellen, waarbij wordt aangegeven welke
tot
het
van
IST Werkprogramma 99
Economische
62
Samenwerking
-
Comité
en
inzake
Ontwikkeling
Woordenlijst/Terminologie
voorstellen
soorten acties (OTO-projecten, begeleidende maatregelen, enz.) worden
verlangd. Een voorlopig tijdschema voor dergelijke oproepen is in het
werkprogramma opgenomen.
OTO
Onderzoek en Technologische Ontwikkeling
Overzichtstabel
Deel van het werkprogramma waarin wordt aangegeven welke
actiepunten in elke oproep tot het indienen van voorstellen worden
opengesteld en wanneer. Met de overzichtstabel wordt een middel
aangeboden om bij een specifieke oproep de aandacht te richten op
gebieden of deelgebieden van het programma, waardoor de
mogelijkheden om gezamenlijke projecten op te zetten en thematische
netwerken op te richten worden geoptimaliseerd.
Proeven
gebruikers
leveranciers)
(voor
en
Soort introductiemaatregel die gericht is op de aanpassing en introductie
van geavanceerde technologie (die veelbelovend is, maar nog niet volledig
is beproefd) in toepassingen voor de industrie en de dienstensector, en op
de gezamenlijke evaluatie ervan (door leverancier en gebruiker). Teneinde
profijt te trekken van synergieën, een ruimere toepassing te bespoedigen
en hinderpalen voor de commerciële exploitatie uit de weg te ruimen,
worden de maatregelen normaliter georganiseerd in groepen acties met
de verplichting de resultaten te verspreiden en ervaring over de grenzen
heen en over alle industriële en dienstensectoren te verspreiden.
Programmaondersteunende
maatregel
Alle andere maatregelen dan de onderzoek- en demonstratiemaatregelen
die in het IST-programma zijn opgenomen
Project voor onderzoek
in
samenwerkingsverband
(voor kmo's)
Project waarbij ten minste drie onderling onafhankelijke kmo's uit ten
minste twee lidstaten gezamenlijk opdracht geven tot het uitvoeren van
een onderzoekproject door een derde. Wordt gesteund door het
programma "Verniewing en bijzondere maatregelen ten behoeve van het
MKB".
RF
Radiofrequentie
SiGe
Silicium-germanium
SiC
Siliciumcarbide
SOI
Silicium-op-isolator
Subcontractant
Voor specifieke taken gedurende een vastgestelde periode kunnen in een
voorstel/project subcontractanten worden opgenomen, die niet aan het
project deelnemen en niet profiteren van de intellectueleeigendomsrechten die via de resultaten van het project zijn verkregen.
UMTS
Universal Mobile Telecommunications Services - Universele mobiele
telecommunicatiediensten
Verkenningspremie
MKB
Toegekend aan een kmo ter ondersteuning van de verkennende fase van
een project (gedurende ten hoogste 12 maanden). Gesteund door het
programma "Verniewing en bijzondere maatregelen ten behoeve van het
MKB")
W3C
World-Wide Web Consortium
IST Werkprogramma 99
63
Index van de actiepunten
9
INDEX VAN DE ACTIEPUNTEN
I.1.1
Nieuwe modellen voor dienstverlening aan burgers ............................................................ 12
I.2.1
Persoonlijke gezondheidssystemen .................................................................................... 12
I.2.2
Klinische, biologische, beheers- en beeldvormingssystemen voor professionals in de
gezondheidszorg.................................................................................................................. 12
I.2.3
Telegeneeskundige diensten van de nieuwe generatie ....................................................... 13
I.3.1
Systemen en diensten om zelfstandig te leven ................................................................... 13
I.4.1
Systemen om overheidsdiensten efficiënter en gebruikers-vriendelijker te maken............. 13
I.4.2
Online-ondersteuning van democratische processen ......................................................... 14
I.5.1
Intelligente systemen voor milieucontrole en -beheer ......................................................... 14
I.5.2
Systemen voor het beheersen van milieurisico's en -rampen ............................................. 14
I.6.1
Intelligente vervoersinfrastructuur en mobiliteitsbeheersing ................................................ 15
I.6.2
Systemen voor intelligente voertuigen ................................................................................. 15
I.6.3
Systemen en diensten voor het toerisme ............................................................................ 16
II.1.1
Nieuwe perspectieven voor werk en bedrijf ......................................................................... 19
II.1.2
Beheer van bedrijfskennis ................................................................................................... 19
II.2.1
Ontwerp van de werkplek .................................................................................................... 19
II.2.2
Teamwerk ............................................................................................................................ 20
II.2.3
Dynamische genetwerkte organisaties ................................................................................ 20
II.3.1
Digitaal ontwerp en levenscyclusbeheer voor producten en diensten ................................. 20
II.3.2
Nieuwe marktbemiddelingssystemen .................................................................................. 20
II.3.3
Verbeterde relaties consument-leverancier ......................................................................... 21
II.4.1
Identificatie en echtheids bepaling ....................................................................................... 21
II.4.2
Veilige elektronische financiële transacties ......................................................................... 21
II.4.3
Overdracht van digitale objecten ......................................................................................... 21
III.1.1
Sociale en businessmodellen voor multimedia-inhoud ........................................................ 25
III.2.1
Auteurs- en ontwerpsystemen ............................................................................................. 25
III.2.2
Beheer en personalisering van inhoud ................................................................................ 25
III.2.3
Toegang tot wetenschappelijk en cultureel erfgoed ............................................................ 26
III.2.4
Digitaal behoud van cultureel erfgoed ................................................................................. 26
III.3.1
Open platforms en hulpmiddelen voor gepersonaliseerd leren ........................................... 26
III.3.2
De flexibele universiteit ........................................................................................................ 27
III.3.3
Geavanceerde opleidingssystemen ..................................................................................... 27
III.4.1
Meertaligheid in digitale inhoud en diensten ........................................................................ 27
III.4.2
Natuurlijke interactiviteit ....................................................................................................... 28
III.5.1
Multisensoriële vormen van inhoud ..................................................................................... 28
III.5.2
Mediarepresentatie en -toegang: nieuwe modellen en standaarden .................................. 28
IV.1.1 Convergentie en integratie: scenario’s en analyses ............................................................ 31
IV.2.1 Parallelle systemen .............................................................................................................. 31
IV.2.2 Realtimesystemen ............................................................................................................... 31
IV.2.3 Netwerkintegratie, interoperabiliteit en interworking ............................................................ 32
IV.2.4 Technologieën voor interworking op het niveau van netwerkbeheer en diensten ............... 32
IST Werkprogramma 99
64
Index van de actiepunten
IV.2.5 Geheel optische en terabitnetwerken .................................................................................. 32
IV.3.1 Op componenten gebaseerde software-engineering .......................................................... 33
IV.3.2 Technische ontwikkeling van intelligente diensten .............................................................. 33
IV.3.3 Methoden en hulpmiddelen voor het gemeenschappelijke gebruik van intelligentie en
kennis .................................................................................................................................. 33
IV.3.4 Informatiebeheersmethoden ................................................................................................ 33
IV.4.1 Real time simulatie- en visualiseringstechnologieën ........................................................... 34
IV.4.2 Grootschalige gemeenschappelijke virtuele en verfijnde omgevingen .............................. 34
IV.5.1 Herconfigureerbare radiosystemen en -netwerken ............................................................. 35
IV.5.2 Terrestrische draadloze systemen en netwerken ................................................................ 35
IV.5.3 Geïntegreerde satellietsystemen en -diensten .................................................................... 35
IV.5.4 Geavanceerde hulpmiddelen en technologieën voor draadloze communicatie .................. 35
V.6.1
Aanpasbare multisensoriële interfaces ................................................................................ 36
IV.7.1 Randapparatuurtechnologieën ............................................................................................ 36
IV.7.2 Subsysteemtechnologieën ................................................................................................... 36
IV.7.3 Microsystemen..................................................................................................................... 37
IV.8.1 Ontwerp voor micro-elektronica en opto-elektronica ........................................................... 37
IV.8.2 Toepassingscapaciteiten ..................................................................................................... 37
IV.8.3 Processen, apparatuur en materialen ................................................................................. 37
IV.8.4 Geavanceerde opto-elektronica en micro-elektronica ......................................................... 38
V.1.1
CPA.1: Geïntegreerde toepassingsplatforms en diensten .................................................. 40
V.1.2
CPA.2: Betrouwbaarheid van diensten en technologieën.................................................... 40
V.1.3
CPA.3: Ontwerp voor allen voor een open informatiemaatschappij .................................... 40
V.1.4
CPA.4: Nieuwe indicatoren en statistische methoden ......................................................... 41
V.2.1
CPCO: Open programmadoorsnijdende clusters ................................................................ 41
VI.1.1 FET O: Open domein .......................................................................................................... 43
VI.2.1 FET P1: Kwantuminformatica en -communicatie ................................................................ 43
VI.2.2 FET P2: Universele informatie-ecosystemen ...................................................................... 43
VI.2.3 FET P3: Nanotechnologische informatieapparaten ............................................................. 44
VII.1.1 RN1: Breedbandinterconnectie van nationale onderzoek-, onderwijs- en
opleidingsnetwerken en proefbanken .................................................................................. 45
VII.1.2 RN2: Proefbanken voor experimenten met geavanceerde netwerkvorming
en toepassingen .................................................................................................................. 46
VIII.1.1 Introductiemaatregelen ........................................................................................................ 47
VIII.2.1 Gecoördineerde acties en thematische netwerken ............................................................. 48
VIII.3.1 Begeleidende maatregelen .................................................................................................. 49
VIII.4.1 Technologiestimulerende projecten om de deelneming van het MKB aan te moedigen
en te vergemakkelijken ........................................................................................................ 50
VIII.5.1 Opleidingsbeurzen ............................................................................................................... 50
IST Werkprogramma 99
65
Download