DUOS bundelt krachten voor klinische studies

advertisement
KLINISCH ONDERZOEK
!"#$%&'()*+#(,(-.%/"!0.-'(!1%(1%2%03#3453'%2677%(889#933,%:;+%<";'"%-3-;;+
DUOS bundelt krachten voor klinische
studies urologische tumoren
3%;8+;43%:;+%$3"%;;+";,%=,9+9<#$3%<"!093<%:9;%03%>*?@A)
B3+9"()&'9+;'.%A;+#3'<%B'(!1%$338"%-3,390%"("%C(D3,%33+%
"3'!-:;,%;,<%33+%:3'<+9113'9+-%:;+%$3"%=,9+9<#$3%(+03'C(3=%
9+% E303',;+0% +;;'% 03% 53$;+03,9+-% :;+% !'(,(-9<#$3%
"!4('3+F%
3% (+,;+-<% (1-3'9#$"3%
!"#$% &'()*+#(,(-.%
/"!0.-'(!1% G &*/H% 4(3"% 03% =';#$"3+% 9+% E303',;+0%
(1+93!D% 5!+03,3+F% I &*/% =;+% 5(:3+093+% 33+% <"3:9-3%
-3<1'3=<1;'"+3'% C9J+% 59J% $3"% (1C3""3+% :;+% 9+"3'+;"9(+;,3%
=,9+9<#$3%<"!093<K%C(D3,%43"%03%8;'4;#3!"9<#$3%530'9J:3+%
;,<% 43"% ;+03'3% +;"9(+;,3% (+03'C(3=<-'(313+LM% ;,0!<%
T
O("(-';893P%?(+%QD;-34;=3'
&*/):(('C9""3'%1'(8F%0'F%?F%03%N9"F
ot enige jaren geleden liepen de meeste uro-oncologische
klinische studies via de EORTC-Genito-Urinary Cancers
Group. ‘Die weg had als voordeel’, vertelt internist-oncoloog
Ronald de Wit van het Rotterdamse Erasmus MC, ‘dat er
altijd een goed overzicht was welke centra bij deze groep
waren aangesloten en welke studies er liepen. En doordat
de EORTC-studies door de onderzoekers werden opgezet,
deden per studie doorgaans precies die centra mee die
hiervoor het meest in aanmerking kwamen op grond van hun
expertise en de samenstelling van hun patiëntenpopulatie. Het
uro-oncologische onderzoek via de EORTC is de laatste jaren
echter flink weggegleden. De EORTC heeft minder financiële
armslag, terwijl de striktere Europese regelgeving klinisch
onderzoek juist duurder heeft gemaakt. En dat is jammer,
omdat met name op het gebied van de behandeling van
prostaatcarcinoom tal van nieuwe middelen zijn ontwikkeld die
in klinische trials moeten worden onderzocht. De fabrikanten
van deze middelen zetten deze studies nu vooral uit via contract
research organizations (CRO’s). Die aanpak heeft tot gevolg dat
er binnen Nederland veel minder overzicht is welk centrum
betrokken is bij welk onderzoek. Ook is mijn ervaring dat
de CRO’s niet altijd helemaal goed op de hoogte zijn van de
Nederlandse situatie, waardoor het voorkomt dat er niet altijd
een even logische keuze wordt gemaakt bij het selecteren van
centra die kunnen deelnemen aan een bepaald onderzoek.’
Group (SOGUG), centra uit de Scandinavische landen
werken samen in de Scandic Group en ook landen als
Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië kennen dergelijke
samenwerkingsverbanden voor klinisch uro-oncologisch
onderzoek. Door in Nederland op een vergelijkbare wijze de
krachten te bundelen, kunnen we een stevige en dus gelijkwaardige gesprekspartner zijn als het gaat om het opzetten en
uitvoeren van internationale studies.’
‘Als vertegenwoordiger van een grote groep centra staan we
tevens sterker om eigen onderzoekswensen aan te dragen’,
aldus prof. R.J.A. van Moorselaar, uroloog bij het VUMC,
hoogleraar Oncologische urologie en medebestuurslid van
DUOS. ‘De opzet van de klinische studie kan bijvoorbeeld
zodanig worden aangepast, dat er ruimte ontstaat voor het
beantwoorden van meer fundamentele vragen. Zo creëren
we weer ruimte voor investigator initiated onderzoek, zoals
dat voorheen ook via de EORTC kon plaatsvinden.’
Eigen onderzoekswensen
Onder meer deze overwegingen waren voor De Wit aanleiding het initiatief te nemen tot de oprichting van de multidisciplinaire Dutch Uro-Oncology Studygroup. Hierbij keek
hij met een schuin oog naar vergelijkbare groepen elders in
Europa. ‘Spanje kent de Spanish Oncology Genitourinary
Drie beroepsgroepen
‘In principe kunnen alle Nederlandse centra zich aansluiten
bij DUOS’, vertelt De Wit. ‘Enthousiasme en infrastructuur
voor het doen van klinisch onderzoek zijn natuurlijk een
eerste vereiste. Op grond van ervaringen van eerdere studies
in Nederland, zoals de NEPRO-studie, MAINSAIL en de twee
Medische Oncologie nummer 6
■
december 2011
Ronald de Wit: ‘In principe kunnen alle Nederlandse centra zich aansluiten
bij DUOS.’
39
KLINISCH ONDERZOEK
O("(-';893P%?(+%QD;-34;=3'
Jeroen van Moorselaar: ‘Ook urologen kunnen de nieuwe systemische therapie
geven, mits zij zich uitgebreid in dergelijke nieuwe middelen hebben verdiept.’
TAK700-studies, verwacht ik dat er tussen de 20 en 25 centra
gaan meedoen in DUOS. Bij voorkeur zien wij daarbij dat per
centrum een uroloog en een internist-oncoloog zich als team
aanmelden, eventueel uitgebreid met een radiotherapeut. Zo
hebben we als bestuur per centrum één gezamenlijk aanspreekpunt. Met de teams kunnen we vervolgens afstemmen aan
welke studie of studies zij willen en kunnen meewerken.’
Op 28 juli 2011 is DUOS
officieel opgericht. Het
bestuur vertegenwoordigt
de drie beroepsgroepen (zie
kadertekst) die betrokken
zijn bij de behandeling van
uro-oncologische aandoeningen. De Wit: ‘Met een
startsubsidie van het KWF hebben we de formele oprichting
kunnen bekostigen, waaronder het oprichtingssymposium
begin december. De subsidie hebben we verder gebruikt
voor onze DUOS-website met informatie voor professionals
en patiënten. In de nabije toekomst zullen we nagaan of het
financieel mogelijk is om DUOS te voorzien van een eigen
bureau voor het datamanagement van de studies die onder de
vleugels van DUOS worden uitgevoerd.’
combinaties zijn er mogelijk? Willen we zo snel en effectief
mogelijk een antwoord op deze vragen krijgen, dan is het van
groot belang dat de diverse centra nauw samenwerken – zowel
op nationaal niveau als op internationaal niveau. Coördinatie
via DUOS kan dit in Nederland mogelijk maken.’
Uroloog of internist-oncoloog?
‘Een ander voordeel is dat we op die manier ook met een grote
groep centra tegelijk ervaring opdoen met nieuwe middelen’,
vult De Wit aan. ‘Dat maakt het gemakkelijk nieuwe behandelingen, bij bewezen effectiviteit, uit te rollen over het hele land.’
Ook vergemakkelijkt dit mogelijk het maken van afspraken over
wie de behandeling in de praktijk gaat uitvoeren. De Wit: ‘De
komst van de nieuwe medicijnen bij prostaatcarcinoom hebben
de vraag opgeroepen onder wiens hoede deze middelen het
best kunnen worden toegediend. Van oudsher zorgt de uroloog
voor de endocriene therapie. Chemotherapie in de vorm van
mitoxantrone, en later docetaxel en cabazitaxel, is vanaf het
begin het werkterrein geweest van de internist-oncoloog. De
meeste nieuwe middelen voor systemische therapie zitten
een beetje in tussen de endocriene therapie en chemotherapie. Hun aangrijpingspunt
is de hormoonhuishouding, maar de behandeling is – mijns inziens –
veel ingewikkelder dan de
klassieke endocriene therapie. De middelen werken
deels op de hormoonassen,
maar grijpen ook in op diverse signaaltransductieprocessen.
Daardoor hebben ze bijwerkingen en potentiële interacties
die meer lijken op die van klassieke chemotherapie. Daarmee
moet je weten om te gaan. Ik ben van mening dat de internistoncoloog van huis uit hiervoor het best is opgeleid.’
Van Moorselaar: ‘Volgens mij kunnen ook urologen de
nieuwe systemische therapie geven, mits zij zich uitgebreid
in dergelijke nieuwe middelen hebben verdiept, bij voorkeur
in het kader van hun opleiding en via klinisch onderzoekservaringen. Maar uiteindelijk zal in alle gevallen de patiënt
centraal moeten staan tijdens de behandeling. Uroloog, internist-oncoloog en radiotherapeut zullen steeds samen moeten
overleggen wat voor een patiënt op ieder moment de beste
behandeling is en wie in het betreffende ziekenhuis het best in
staat is deze behandeling uit te voeren.’ De Wit: ‘Samenwerken
tijdens studies onder de vlag van DUOS kan deze multidisciplinaire samenwerking alleen maar ten goede komen.’
IV(('%,3+;,90(4903M%;59';"3'(+3M%
@UX[66%3+%S V\766%9<%
03%1'3#93C3%=,9+9<#$3%1,;;"<%
+(-%+93"%0!903,9J=L
Precieze plaatsbepaling
De eerste studie die gaat lopen onder de vlag van DUOS is
CABARESC; een vergelijkende fase-II-studie met cabazitaxel
met of zonder budesonide bij patiënten met gemetastaseerd
castratieresistent prostaatcarcinoom die reeds zijn behandeld
met docetaxel. Doel hierbij is na te gaan of de toevoeging
van budesonide aan de therapie de incidentie van diarree
vermindert. ‘Studies bij prostaatcarcinoom zullen de eerste
tijd waarschijnlijk de hoofdmoot vormen van de studies die
DUOS wil gaan coördineren’, verwacht Van Moorselaar.
‘Niet alleen is prostaatcarcinoom qua incidentie een belangrijke vorm van kanker, ook zijn er de afgelopen jaren tal van
nieuwe middelen ontwikkeld voor de behandeling van deze
aandoening en dan met name voor patiënten die castratieresistent zijn geworden. Voor middelen als lenalidomide,
abiraterone, TAK700 en MDV3100 is de precieze plaats in
de behandeling echter nog niet duidelijk. Moeten ze voorafgaand aan de chemotherapie met docetaxel worden gegeven?
Of is het beter ze erna te geven? Voor of na bestraling? Welke
Medische Oncologie nummer 6
■
december 2011
Marten Dooper, wetenschapsjournalist
DUOS-bestuur
% '(8F%0'F%?F%G?(+;,0H%03%N9"M%9+"3'+9<")(+#(,((-M%>';<4!<%SA%G:(('C9""3'H
R
%R'(8F%0'F%TFUF%GT(!'9=H%B93"34;M%9+"3'+9<")(+#(,((-M%&SA%B'(+9+-3+
■ %R'(8F%0'F%?FTFUF%GT3'(3+H%:;+%S(('<3,;;'M%!'(,((-M%V&SAM%U4<"3'0;4
■ % 'F%TFRFSF%GS9#$93,H%/303,;;'M%!'(,((-M%&SA%/"%?;05(!0M%E9J43-3+
■ % 'F%WF%GW;!=3,93+H%:;+%@'93<"M%';09("$3';13!"M%EXY)UVZ%Q93=3+$!9<M%U4<"3'0;4
■
■
S33'%9+8('4;"93P%DDDF<"9#$"9+-0!(<F+,F
41
Download