Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij MAKELAAR TAXATEUR IPD BOUWKUNDE www.makelaardijcdrom.nl HOOFDSTUKKEN: 27 & 28 / WEEK 9 HOOFDSTUK 27 & 28 BOUWKUNDE RIOLERING & ELECTRICITEIT --------------------------------------------------------------------------------------------------------------BOUWFYSICA --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Riolering: - wordt ook wel riool ofwel rioolsysteem ofwel rioleringsysteem genoemd - een systeem / alle voorziening(en) om water in of van gebouw(en) op te vangen en af te voeren, waaronder: 1. hemelwater 2. afvalwater 2.1. huishoudelijk_afvalwater 2.2. industrieel_afvalwater - het gehele systeem tussen wastafel, of dakgoot en rioolzuiveringsinstallatie - een dergelijk systeem moet waterdicht en stankdicht zijn - kan worden onderscheiden in, onder meer: 3. binnenriolering, waarbij - binnen de woning wordt gewerkt met een gescheiden rioleringsysteem, waarbij het leidingsysteem voor huishoudelijk_afvalwater en voor hemelwater binnen de woning, tot buiten het gebouw is gescheiden 4. buitenriolering - het gedeelte van de riolering dat is gelegen tussen - de aansluiting van het leidingsysteem voor het huishoudelijk_afvalwater met die voor het hemelwater, en - de straatriolering - kan op twee manieren plaatsvinden, afhankelijk van de uitvoering van de buitenriolering 4.1. bij een gemengde_buitenriolering (afb.) wordt het huishoudelijk afvalwater en het hemelwater gezamenlijk via de huisaansluiting (afb.) en de huisaansluitleiding (afb.) afgevoerd 4.2. bij een gescheiden_buitenriolering (afb.) daarentegen worden het huishoudelijk_afvalwater en het hemelwater gescheiden via de huisaansluiting(en) (afb.) en de huisaansluitleiding(en) (afb.) afgevoerd 5. straatriolering ofwel gemeente_riolering ofwel openbare_riolering (afb.) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Sceptic_tank (afb.): - in plaats van op een straatriolering kan ook worden geloosd middels een sceptic_tank (afb.) op: 1. een zakput (afb.) op eigen terrein 2. open_water --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Overzicht rioleringsysteem (afb.) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Aansluiting(en) m.b.t. rioolsysteem /aansluiting_rioolsysteem (afb.) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Stankafsluiter (afb.) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 1 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij MAKELAAR TAXATEUR IPD BOUWKUNDE HOOFDSTUK 27 & 28 www.makelaardijcdrom.nl HOOFDSTUKKEN: 27 & 28 / WEEK 9 BOUWKUNDE RIOLERING & ELECTRICITEIT --------------------------------------------------------------------------------------------------------------ELECTRISCHE INSTALLATIES --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Electriciteit - een vorm van bouwfysica / fysica - treedt op als er een electrisch_potentiaalverschil ontstaat, of aanwezig is - een vorm van energie in de vorm van een stroom van geladen deeltje(s), die - zich van een plaats met hoge electrische potentiaal naar een plaats met lagere electrische potentiaal begeven, bijv. - de twee polen van een batterij / accu/ spanningsboog - kan worden getransporteerd middels een electriciteitsleiding in een electriciteitssysteem / electriciteitsinstallatie ofwel electrische_installatie --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Electrisch_begrip(pen): - een aantal belangrijke begrip(pen) m.b.t. electriciteit zijn: 1. aansluitplicht: - gebouw(en) gelegen binnen 100 m van de dichtstbijzijnde leiding van het electriciteitsdistributienet moeten op grond van de Bouwverordening worden aangesloten, gebouw(en) verder dan 100 m ook als de kosten NIET hoger zijn dan als de afstand < 100 m was geweest 2. NEN_1010: - de normvoorschrift(en) die gelden m.b.t. de aanleg nieuwe electrische_installatie(s) 3. electrische_weerstand R wordt uitgedrukt in Ohm in de formule: V = I x R - metalen geleiden in de regel goed ( electrische_geleider(s) ), kunststof(fen), glas en keramiek ( porcelein ) geleiden slecht ( electrische_isolator(en) ) 4. electrische_spanning U of V wordt uitgedrukt in Volt in de formule: V = I x R - kan worden onderscheiden in: 4.1. hoogspanning: > 500 V 4.2. middenspanning: 24 - 500 V 4.3. laagspanning: < 24 V - één kV = 1 kV = 1.000 V; dus 10 kV = 10.000 V 5. stroomsterkte I wordt uitgedrukt in A ( Ampère ) in de formule: V = I x R - kan worden onderscheiden in: 5.1. sterkstroom: de stroom door een geleider onder een spanningsverschil van 500 V 5.2. krachtstroom: de stroom door een geleider onder een spanningsverschil van 400 V ( 380 V / driefase ) 5.3. zwakstroom: de stroom door een geleider onder een spanningsverschil van < 24 V 6. licht_installatie: - een onderdeel van de electrische_installatie, welk onderdeel bestaat uit éénfasige electriciteitverbruikstoestel(len) met een electrische_spanning van 230 V 7. kracht_installatie: - een onderdeel van de electrische_installatie, welk onderdeel bestaat uit éénfasige electriciteitverbruikstoestel(len) met een electriscche_spanning van 230 V 8. stroomvoerende_leiding(en): 8.1. fasedraad: de draad waar de spanning op staat 8.2. nuldraad: de draad waar GEEN spanning op staat 8.3. schakeldraad: de spanningsdraad tussen een schakelaar en een verbruikstoestel 8.4. aardedraad: is er beveiliging verbonden met de omhulling van een electrisch_apparaat 9. aanlegsysteem: - traditioneel_systeem - wandkokersysteem - centraaldozensysteem - gemodificeerd_centraaldozensysteem - worden verderop besproken --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 2 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl - Electrische_installatie: - een technische_installatie, zijnde het geheel aan: 1. electriciteitsleiding(en) - hoogspanningsleiding(en) ( tot 150.000 V ) - middenspanningsleiding(en) ( 10.000 V ) - laagspanningsleiding(en) ( < 220 - 380 V ) - binnenleiding / electrische_binnenleiding ( in het gebouw / huis ) ( 220 - 380 V ) - traditioneel_systeem - wandkokersysteem - centraaldozensysteem - gemodificeerd_centraaldozensysteem - worden verderop behandeld 2. hulpstuk(ken, bevestigingsmiddel(en) en eventuele toebehoren 3. electriciteitverbruikstoestel(len) 4. belangrijke onderdelen / aspect(en) bij de electrische_installatie hierbij zijn: 4.1. schakel-_en_verdeelinrichting: - omvat de volgende component(en) in een volgorde gerekend vanaf de aanvoerkabel van het nutsbedrijf: 4.1.1. aanvoerkabel_nutsbedrijf 4.1.2. aansluitkast ( = huisaansluiting ) met hoofdzekering(en) - is eigendom van het nutsbedrijf en is daarom verzegeld 4.1.3. electriciteitsmeter - is eigendom van het nutsbedrijf en is daarom verzegeld 4.1.4. hoofdschakelaar - is een onderdeel van de verdeelkast 4.1.5. groepsschakelaar(s) - is / zijn een onderdeel van de verdeelkast 4.1.6. groepsleiding(en) 4.2. aanlegsysteem 4.2.1. traditioneel_systeem: - wordt ook wel aftaksysteem ofwel lasdozensysteem genoemd - een type aanlegsysteem van de electrische_installatie - een mogelijk uitvoeringssysteem van de electrische_binnenleiding / binnenleiding, die - werd toegepast in de begintijd van de electrische_installatie(s) in gebouw(en), waarbij - er één hoofdleiding door het gebouw / woning liep ( meestal door de gang ), en waarbij - de lasdozen / lasdoos met aftakking(en ) in die electrische_hoofdleiding / hoofdleiding waren geplaatst, en - op de meest willekeurige plaats(en) in de wand en in de vloer(en) waren weggewerkt, en waarbij - in elk vertrek één lichtpunt werd aangebracht dat met een schakelaar was te bedienen - bij een optredende storing of uitbreiding waren de lasdozen in een traditioneel_systeem moeilijk terug te vinden 4.2.2. wandkokersysteem: - een type aanlegsysteem van de electrische_installatie, waarbij - gebruik wordt gemaakt van één koker per ruimte met 1 of meer kanalen waardoor de leiding(en) worden getrokken - de koker / wandkoker op de wand(en) van de betreffende ruimte(n) wordt geschroefd, en wel - op plinthoogte bij woning(en) - op vensterbankhoogte bij kantoren en scholen - op of in de koker(s) / wandkoker(s) worden de wandcontactdoos / dozen gemonteerd - het uitbreiden van dit systeem is betrekkelijk eenvoudig - kan worden gecombineerd met zwakstroominstallatie(s) ( PC_kabel(s), etc. ) en telecommunicatie - dit systeem wordt NIET vaak meer toegepast Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 3 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 4.2.3. centraaldozensysteem: - een type aanlegsysteem van de electrische_installatie - een mogelijk uitvoeringssysteem van de electrische_binnenleiding / binnenleiding, waarbij - de groepsleiding vanuit de meterkast als één electrische_hoofdleiding binnen die groep van centraaldoos naar centraaldoos loopt, en waarbij - de centraaldozen / centraaldoos boven elk lichtpunt in een vertrek van die groep wordt aangebracht, en waarbij - in de centraaldoos een haak zit waaraan een armatuur kan worden gehangen, en waarbij - vanuit iedere centraaldoos in een vertrek, een serie aparte leiding(en) in een stervorm naar - iedere aparte wandcontactdoos en iedere schakelaar in dat vertrek loopt, waardoor de - totaal benodigde leidinglengte groot is 4.2.4. gemodificeerd_centraaldozensysteem: - een type aanlegsysteem van de electrische_installatie - een mogelijk uitvoeringssysteem van de electrische_binnenleiding / binnenleiding, waarbij - het systeem nagenoeg hetzelfde is als bij het centraaldozensysteem - maar waarbij in een vertrek in een inbouwdoos, lasverbinding(en) mogen worden gemaakt naar andere wandcontactdozen en schakelaar(s) in dezelfde ruimte, maar ook - naar andere wandcontactdozen en schakelaars(s) in andere ( naastliggende / bovenliggende ) ruimte(n), waardoor - de maximaal benodigde leidinglengte ( iets ) kan worden bekort, maar waarbij - het geheel ( iets ) onoverzichtelijker wordt - is dus een vorm van een centraaldozensysteem, waarbij - in een vertrek in een inbouwdoos, verdere lasverbinding(en) mogen worden gemaakt naar andere wandcontactdozen en andere schakelaar(s), die zich in dezelfde ruimte, of in een andere, nabijgelegen ruimte bevinden, om - zodoende t.o.v. het centraaldozensysteem, leidingaanleglengte te besparen 4.3. installatiemateriaal: 4.3.1. schakelaar(s): - een onderdeel van een electrische_installatie, waarmee - een electrisch_ circuit kan worden gesloten, of worden onderbroken, waardoor - electrische_apparaten kunnen worden ingeschakeld, of worden uitgeschakeld - kan worden onderscheiden m.b.t.: 4.3.1.1. bedieningsmogelijkheid, waaronder: - wipschakelaar - draaischakelaar - trekschakelaar - schuifschakelaar - infraroodschakelaar - bewegingsmelder - schemerschakelaar - tijdschakelaar - pulsdrukschakelaar - tastschakelaar - dimschakelaar - noodschakelaar 4.3.1.2. schakelmogelijkheid, waaronder - enkelpolige_schakelaar - tweepolige_schakelaar ofwel dubbelpolige_schakelaar - serieschakelaar - wisselschakelaar ofwel hotelschakelaar - kruisschakelaar Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 4 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 4.3.2. dozen / doos - een onderdeel van een electrische_installatie - kan worden onderscheiden in: 4.3.2.1. verbindingsdoos a. lasdoos (afb.) b. verdeeldoos ofwel aftakdoos (afb.) c. centraaldoos (afb.) d. inbouwdoos e. opbouwdoos 4.3.2.2. wandcontactdoos a. inbouw_wandcontactdoos (afb.) b. opbouw_wandcontactdoos (afb.) 5. aarding: - het geheel aan component(en) m.b.t. de aarding van electrische apparatuur en m.b.t. de electrische_installatie - kan worden onderscheiden in, onder meer: 5.1. aardleiding: - een component m.b.t. de aarding van electrische systemen / electrische_installatie - metalen verbinding tussen een te aarden systeem en de aardpen - het te aarden systeem kan zijn, bijvoorbeeld een: 5.1.1. bliksemafleider 5.1.2. te aarden electriciteitverbruikstoestel of onderdeel 5.2. beschermingsleiding: - wordt ook wel beschermingsdraad genoemd - een component m.b.t. de aarding van electrische systemen / electrische_installatie - de groen-gele_draad ( vroeger de aardleiding genaamd ) van een kabel of snoer - voorkomt dat bepaalde delen van een electriciteitverbruikstoestel ongewenst onder spanning komen te staan 5.3. aardelektrode: - wordt ook wel aardedraad genoemd - een component m.b.t. de aarding van electrische systemen / electrische_installatie - een lange koperen leiding met een doorsnede van 25 mm2 die met behulp van een aardpen in de grond wordt gedreven - de leiding waarop ale eventueel stroomvoerende metalen delen worden aangesloten van, onder meer: cv, waterleiding, funderingswapening, gasleiding, mechanische_ventilatie, de staalconstructie,, etc. - de leiding die ervoor zorgt dat bij een eventuele foutieve stroomloop ( kortsluiting in een apparaat ) de stroom direct naar de aarde wordt afgevoerd - de aardelektrode en de nuldraad zijn in woning(en) in Nederland NIET met elkaar verbonden 5.4. aardpen: - een component m.b.t. de aarding van electrische systemen / electrische_installatie - een ca. 1 m lange metalen punt welke de aardelektrode meeneemt tijdens het aanbrengen van deze aardpen in de grond 5.5. overstroombeveiliging: - een component m.b.t. de aarding van electrische systemen / electrische_installatie - kan mee worden bedoeld: 5.5.1. smeltveiligheid: - wordt ook wel stop ofwel zekering genoemd - een vorm van overstroombeveiliging - een component m.b.t. de aarding van electrische systemen / electrische_installatie - een smeltpatroon die in een groepenkast kan worden geschroefd - aan de kleur is te herkennen tegen welke stroomsterkte ( hoevel Ampère ) de groep is beveiligd, waarbij - indien die stroomsterkte wordt overschreden, een draadje in de zekering smelt en de betreffende groep wordt uitgeschakeld / afgeschakeld 5.5.2. installatie_automaat: - een vorm van overstroombeveiliging Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 5 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl - een component m.b.t. de aarding van electrische systemen / electrische_installatie een alternatief voor de smeltveiligheid wordt in moderne electrische_installatie(s) toegepast schakelt af / uit, zodra in een groep de betreffende afgenomen stroomsterkte een bepaalde waarde overschrijdt wegens kortsluiting of overbelasting - kan na het verhelpen van het probleem weer eenvoudig worden ingeschakeld 5.6. aardlekschakelaar: - een vorm van overstroombeveiliging - een component m.b.t. de aarding van electrische systemen / electrische_installatie - een alternatief voor de smeltveiligheid - wordt in moderne electrische_installatie(s) toegepast - meet de hoeveelheid stroom / stroomsterkte die naar een bepaalde groep toe vloeit en meet tevens de hoeveelheid stroom / stroomsterkte die van die bepaalde groep weer naar de aardlekschakelaar terugvloeit, waarbij - indien alles in orde is, het stroomsterkteverschil gelijk aan 0 is, maar - als kortsluiting optreedt en stroom wegvloeit die dus NIET meer naar de aardlekschakelaar terugvloeit, er een stroomsterkteverschil ongelijk aan 0 wordt gemeten, waarna de aardlekschakelaar de betreffende groep uitschakelt - meet het verschil tussen de fase en de nulstroom ( ofwel tussen de bruine en de blauwe draad ) 6. alternatieve_electrische_energiebron: - betreft het geheel aan alternatieve energiebron(nen) m.b.t. de conventionele_energiebron(en) zoals fossiele_brandstof(fen), en welke alternatieve energiebron(nen) kunnen worden gebruikt voor de opwekking van electrische_energie - kan worden onderscheiden in, onder meer: 6.1. photovoltaïsche_cel(len) / PV_systeem / zonnecel(len) 6.2. windenergie 6.3. biomassa 6.4. stirlingmotor 6.5. brandstofcel 6.6. waterenergie --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Electrische_symbolen (afb.) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 6 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij MAKELAAR TAXATEUR IPD BOUWKUNDE HOOFDSTUK 29 HOOFDSTUKKEN: 29 BOUWKUNDE www.makelaardijcdrom.nl / WEEK 9 GAS & WATER --------------------------------------------------------------------------------------------------------------GASINSTALLATIE --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Gasinstallatie: - het geheel aan gasleiding(en), gasmeter(s) en gasverbruikstoestel(len): - kan worden onderscheiden in: 1. buitenleiding(en): - een onderdeel van het gasleidingnet / de gasinstallatie - het geheel aan gasleiding(en) dat zich tussen het gasleverend_bedrijf en de gasmeter in de woning bevindt - kan worden onderscheiden in: 1.1. gashoofdleiding ofwel gasdistributieleiding - een type hoofdleiding en een onderdeel van het gashoofdleidingnet - kan worden onderscheiden in: 1.1.1. gastransportleiding(en) - dient voor het transport van de gasproductie_installatie(s) naar de diverse gasverzorgingsgebied(en) - wordt in een gasverzorgingsgebied gesplitst in een aantal gasdistributieleiding(en) die naar wijk(en) van de afnemer(s) gaan 1.1.2. gasdistributieleiding(en): - loopt in een gasverzorgingsgebied onder het wegdek, trottoir - dient voor de distributie van gas ( vanaf een gastransportleiding ) naar de wijk(en) met de afnemer(s), waarbij - in een wijk, iedere afnemer vanaf de gasdistributieleiding middels een gasdienstleiding / dienstleiding wordt verbonden, via een hoofdkraan, met de gasmeter in het betreffende gebouw / woning van de afnemer 1.2. gasdienstleiding: - loopt vanaf de gasdistributieleiding ( = een gashoofdleiding ) in de straat naar de gasmeter in het huis - kan zijn vervaardigd van ( hetzelfde materiaal als de gashoofdleiding ): 1.2.1. hard_polyethyleen_buis 1.2.2. met kunststof, of asfalt ( tegen corrosie ) bekleed staal / beklede stalen_pijp / beklede stalen_buis 2. gasmeter: - scheiding tussen de dienstleiding en de binnenleiding(en) ofwel huisleiding - vóór de gasmeter ( bij de aansluiting met de dienstleiding ) bevindt zich de hoofdkraan 3. gasbinnenleiding(en) ofwel huisleiding: - het geheel aan gasleiding(en) ( = in het gebouw, of in de woning ) dat zich tussen de gasmeter en de gasaansluitleiding(en) bevindt, alsmede hulpstuk(ken, bevestigingsmiddel(en) en eventuele toebehoren 4. gasaansluitleiding: - verbindt de binnenleiding met de aansluitpunt(en) t.b.v. de aansluiting(en) met de ( individuele ) verbruikstoestel(len), waarbij - als de te overbruggen afstand minder bedraagt dan 600 mm, een gasslang mag worden gebruikt 5. leidingsectie: - een onvertakt onderdeel van een gasbinnenleiding / een onderdeel van de gasinstallatie, die - loopt van bijvoorbeeld: 5.1. gasmeter tot aan een aftakking van de gasbinnenleiding 5.2. van een aftakking van de gasbinnenleiding tot aan een volgende aftakking van een gasbinnenleiding 5.3. van een aftakking van de gasbinnenleiding tot aan een gasaansluitpunt met een gasverbruikstoestel Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 7 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 6. gasaansluitpunt: - wordt ook wel aansluiting / gasaansluiting genoemd - een onderdeel van de gasinstallatie - het punt / aansluitmiddel tussen een gasaansluitleiding en een gasverbruikstoestel, waarmee - het gasverbruikstoestel op de gasaansluitleiding wordt aangesloten - kan nog een extra gaskraan / afsluitkraan bevatten 7. gasverbruikstoestel(len) - kan worden onderscheiden in: 7.1. open_verbruikstoestel - een type verbruikstoestel, waarbij 7.1.1. de benodigde verbrandingslucht uit de directe omgeving / de ruimte waarin het verbruikstoestel zich bevindt, wordt gehaald - waartoe zich dan voldoende luchttoevoeropening(en) in de betreffende ruimte moeten bevinden 7.1.2. de vrijkomende afvoergas(sen) in de directe omgeving / de ruimte waarin het verbruikstoestel zich bevindt, terechtkomt - waartoe zich dan voldoende luchtafvoeropening(en) in de betreffende ruimte moeten bevinden 7.2. gesloten_verbruikstoestel: - een type gasverbruikstoestel, waarbij 7.2.1. de benodigde verbrandingslucht via een aparte leiding van buiten wordt gehaald 7.2.2. de vrijkomende afvoergas(sen) via een aparte leiding naar buiten wordt gebracht 8. gasafvoerleiding(en) ofwel gasafvoerkanaal - maakt eigenlijk GEEN deel uit van de gasinstallatie - een type afvoerleiding bij een gasinstallatie - een onderdeel ( welke GEEN onderdeel uitmaakt van een gasinstallatie ), dat - tijdens de bouw, of nadat de bouw van het gebouw gereed is - al of NIET tezamen met ( een deel van ) de gasinstallatie kan worden aangelegd - een leiding waarop een verbruikstoestel kan worden aangesloten, en waardoor - de afvoergas(sen) van dat verbruikstoestel(len) naar buiten kunnen worden afgevoerd 9. hulpstuk(ken, bevestigingsmiddel(en) en eventuele toebehoren --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 8 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl --------------------------------------------------------------------------------------------------------------WATERINSTALLATIE --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Waterinstallatie: - kan worden onderscheiden in de volgende onderdelen: 1. waterleiding / waterleidingsysteem - een type leiding, dat onderdeel uitmaakt van een waterleidingsysteem, en waardoor - water kan worden aangevoerd en / of kan worden verdeeld / gedistribueerd - kan worden onderscheiden in: 1.1. waterbuitenleiding: - kan worden onderscheiden in: 1.1.1. waterhoofdleiding: - wordt ook wel hoofdwaterleiding genoemd - kan worden onderscheiden in: 1.1.1.1. watertransportleiding: - een type transportleiding / een type hoofdleiding - dient voor het eerste transport van de waterwingebied(en) naar de waterverzorgingsgebied(en) - wordt in een waterverzorgingsgebied gesplitst in een aantal waterdistributieleiding(en) die naar wijk(en) van de de afnemer(s) gaan 1.1.1.2. waterdistributieleiding: - een type distributieleiding / een type waterhoofdleiding - loopt in een waterverzorgingsgebied onder het wegdek, trottoir - dient voor de distributie van water vanaf een watertransportleiding, naar de wijk(en) met de afnemer(s), waarbij - in een wijk, iedere afnemer vanaf de waterdistributieleiding middels een waterdienstleiding / dienstleiding wordt verbonden ( via een hoofdkraan ) met de watermeter in het betreffende gebouw / woning van de afnemer, waarbij - de waterdienstleiding ook wel aansluitleiding wordt genoemd ( dit is dus verschillend i.v.m. een gasinstallatie ! ) - kan zijn vervaardigd van, onder meer: - vroeger: - staal - gietijzer - gewapend_beton - thans: - kunststof zoals PE en PVC 1.1.2. waterdienstleiding ofwel aansluitleiding - wordt ook wel wateraansluitleiding / aansluitleiding genoemd - een type dienstleiding / waterleiding - loopt vanaf de waterdistributieleiding ( = een waterhoofdleiding / hoofdleiding ) in de straat naar de watermeter in het huis - kan zijn vervaardigd van, onder meer: - koperen_buis - kunststof_buis 1.2. waterbinnenleiding: - een type binnenleiding / waterleiding, welke - zich binnen een gebouw, tussen de watermeter en de verbruikstoestel(len), bevindt - kan zijn vervaardigd van: 1.2.1. roodkoper / koper 1.2.2. kunststof, waaronder: 1.2.2.1. PE 1.2.2.2. PP 1.2.2.3. PVC 1.2.3. meerlaagsleiding ofwel VPE_leiding, zijnde - een dunwandige koperen of aluminium leiding, welke - inwendig en / of uitwendig is bekleed met kunststof zoals - HDPE als buitenlaag - PR-Xb als binnenlaag Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 9 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 2. verbruikstoestel(len): - kan worden onderscheiden in: 2.1. kraan / waterkraan: - een voorziening / inrichting waarmee een waterstroom / debiet geleidelijk of abrupt kan worden geregeld, door - de kraan te openen of te sluiten of op een regelbare tussenstand te zetten - kan worden onderscheiden in: - plugkraan ofwel kogelafsluiter - aftapkraan - tapkraan - keerklepkraan - wastafelkraan - mengkraan - gevelkraan 2.2. spoelinrichting: - kan worden onderscheiden in spoelinrichting met: 2.2.1. indirecte_spoeling - het spoelwater wordt eerst verzameld in een reservoir, en - pas na activering in het ontvangapparaat 2.2.2. directe_spoeling - het spoelwater stroomt direct ( na een druk op een knop ) in het ontvangapparaat 3. appendage(s): - een toestel dat is opgenomen in een leidingnet, en waarmee - op één of andere manier het functioneren van de waterinstallatie wordt gemeten / geregeld / beveiligd - kan worden onderscheiden in: 3.1. stopkraan: - bedoeld voor het onderbreken van een waterstroom direct na de watermeter of vlak voor een waterverbruikstoestel - sluit de waterstroom af als een leiding knapt 3.2. keerklep: - voorkomt het terugstromen van water in de waterleiding / dienstleiding - kan direct na de watermeter, of bij een waterverbruikstoestel worden geplaatst 3.3. beluchter: - kan worden onderscheiden in: 3.3.1. beluchter m.b.t. de waterleiding - voorkomt bij onderdruk in de waterleiding het terugstromen van water vanuit het waterverbruikstoestel terug naar de waterleiding - de werking is te vergelijken met dat van de antivide bij de riolering 3.3.2. beluchter m.b.t. de riolering - wordt ook wel antivide genoemd - zie: Antivide 4. warmwatertoestel(len): - een toestel om warm water mee te genereren - kan worden onderscheiden in, onder meer: 4.1. doorstroomtoestel: - het water wordt opgewarmd terwijl het door het toestel stroomt en wordt NIET als warm water opgeslagen 4.1.1. geyser / geiser 4.2. voorraadtoestel - het water wordt opgewarmd terwijl het zich in een voorraadvat het toestel bevindt en blijft daar tot dat het wordt afgetapt - kan worden onderscheiden in: 4.2.1. boiler 4.2.1.1. drukloze_boiler - er is hier geen waterdruk in het toestel, het aanwezige warme water wordt verdrongen door instromend koud water 4.2.1.2. druk_boiler - er is hier WEL waterdruk ( de waterleidingdruk ) in het toestel 4.2.1.3. cv_boiler ofwel combi_ketel 4.2.1.4. electrische_boiler 4.2.1.5. gas_boiler 4.2.1.6. zonneboiler --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 10