Aanleiding - Relevant.nl

advertisement
Casus plangebied bedrijventerrein “Nieuw Haven”
Omschrijving Casus
Het plangebied bedrijventerrein “Nieuwe Haven” ligt ingeklemd tussen de Maas
(noord), de spoorlijn Nijmegen – Venlo (oost) en de A73 (west). De huidige
bestemming van het plangebied is agrarisch.
De gemeente is voornemens bedrijfsbestemmingen toe te laten met een maximaal
bebouwd oppervlak van 10.000 m2 en maximaal 2.000 m2 kantoorfunctie
De afdeling RO van de gemeente heeft de vraag gesteld om in beeld te brengen
welke belemmeringen er vanwege de externe veiligheid zijn.
Aanvullende informatie vindt je in de bijlagen.
Opdracht
Beantwoord daarvoor de volgende vragen:
A) Welke risicobronnen kunnen relevant zijn voor het plan;
B) - Breng het huidige de toetsingskader in beeld (in welke documenten staat waar
je aan moet toetsen);
- Breng het toekomstige toetsingskader in beeld.
Breng per risicobron de volgende risico-informatie in beeld:
C) Is er sprake van een PR (Plaatsgebonden risico), zo ja, hoe groot is deze?
D) - Is er sprake van een PAG gezien de huidige regelgeving (zo ja, hoe groot is
deze)?
- Het is de bedoeling om van de strook langs de A73 een “zichtlocatie” te maken.
Binnen 30 meter van de weg zijn in het plan daarom grote kantoren (> 1.500
m2) voorzien. Is dit mogelijk onder de huidige circulaire? En is dit mogelijk
gezien de toekomstige regelgeving?
E) Geef per transportmodaliteit aan of er sprake is van een invloedsgebied (zo ja,
hoe omvangrijk is het invloedsgebied);
F) Moet je per se gaan rekenen om huidige groepsrisico te bepalen (maak
onderscheid tussen de verschillende modaliteiten)? En onder de toekomstige
regelgeving?
G) Geef per modaliteit aan welke gegevens nodig zijn om het groepsrisico voor de
toekomstige situatie te berekenen.
H) Moet het groepsrisico worden verantwoord? Is er een verschil in verantwoording
groepsrisico onder de huidige circulaire en onder de toekomstige regelgeving?
Bijlagen: Casus plangebied bedrijventerrein “Nieuwe Haven”
Tabel afstanden en vervoerscijfers weg uit Circulaire RNVGS (Bijlage 5)
Naamgeving
Veiligheidszone
gemeten vanaf het
midden van de weg
Vervoershoeveelheid
GF3 voor het
berekenen van het GR
10
3428
Bijzonderheden
Rijksweg A73
A73: afrit 3 (Malden) – afrit 5 (Haps)
De Basisnet- tabel weg (bijlage 7 Eindrapportage basisnet weg, okt. 2009)
Invloedsgebieden spoor, water en weg
STOFCATEGORIE TOELICHTING
INVLOEDSGEBIED IN
INVLOEDSGEBIED
INVLOEDSGEBIED
METERS
IN METERS
IN METERS
SPOOR
30
WATER
79
WEG
30
95 (LT1)
190 (LT2)
625
LF1, LF2 (C3)
Brandbare vloeistoffen
LT1 (D3), LT2
250 (D3)
LT3 (D4), LT4
GF2, GF3 (A)
(Licht) toxische
vloeistoffen
Sterk toxische vloeistoffen
Brandbare gassen
3.000 (D4)
300
230
4.500
250
GT3 (B2)
Toxische gassen
1.500
1.070
1.500
GT4
GT5 (B3)
Sterke toxische gassen
Zeer sterke toxische
gassen
5.000
870
1.500
2.000
Prognose vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor ter hoogte van plangebied
(Beleidsvrije marktprognose d.d. 26 december 2007 (ProRail))
Vervoerscijfers gevaarlijke stoffen uit Basisnet Weg (bijlage 11) ter hoogte van
plangebied
Naamgeving
GF3
Max
LF1
LF2
LT1
LT2
LT3
GF1
GF2
GT2
GT3
GT4
GT5
3428
5752
6667
396
1002
0
207
36
0
41
0
0
Rijksweg A73
A73:
afrit 3
(Malden)
– afrit 5
(Haps)
Vervoerscijfers water: feitelijke aantallen en conform de Circulaire RNVGS
(bijlage 6)
STOFCATEGORIE TOELICHTING
LF1
LF2
LT1
LT2
GF2
GF3
GT3
GT5
Brandbare
vloeistoffen
Idem
Toxische
vloeistoffen
Idem
Tot vloeistof
verdichte
brandbare gassen
Idem
Tot vloeistof
verdichte toxische
gassen
Idem
FEITELIJK AANTAL
SCHEEPVAARTBEWEGINGEN
PROGNOSE AANTAL
2009
929
PER JAAR O.B.V. BASISNET
871
0
2.710
40
27
0
0
0
103
0
289
258
0
0
SCHEEPVAARTBEWEGINGEN
803
Het feitelijke aantal scheepvaartbewegingen is gebaseerd op informatie van de Dienst verkeer en
Scheepvaart (DVS). De geprognosticeerde cijfers zijn gebaseerd op de verwachte groei van het
scheepvaartverkeer in de komende jaren (Basisnet Water.
Gedeelte uit artikel 4.3 circulaire RNVGS
4.3. De beoordeling van het groepsrisico
Over elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het
groepsrisico moet verantwoording worden afgelegd. Het betrokken bestuursorgaan moet, al dan niet
in verband met de totstandkoming van een besluit, expliciet aangeven hoe de diverse factoren zijn
beoordeeld en eventuele in aanmerking komende maatregelen, zijn afgewogen. Daarbij moet steeds
in overleg worden getreden met andere betrokken overheden over de te volgen aanpak. Het bestuur
van de veiligheidsregio of – indien nog geen veiligheidsregio is gevormd – het bestuur van de
regionale brandweer dient in de gelegenheid te worden gesteld advies uit te brengen over het
groepsrisico, de zelfredzaamheid en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking
van de omvang van een ramp of zwaar ongeval.
Artikel 6 en 7 concept BTEV over verantwoording groepsrisico
(zie volgende pagina)
Download