Paarden - Voorjaarsdagen

advertisement
Paarden: donderdag 28 April
Vele plantensoorten kunnen in meer
of mindere mate giftige stoffen
bevatten. De aard van deze giftige
stoffen en de hoeveelheid die opge
nomen wordt, is bepalend voor het
uiteindelijke effect in het dier.
Paarden mijden in het algemeen
toxische planten die in een weiland
staan mits er voldoende voer aanwezig is. Heel anders is de situatie bij hooi of kuilvoer.
In deze producten (of ook bij snoeisel) kunnen dieren
toxische planten niet meer herkennen, en het risico
voor een intoxicatie is veel groter.
Tevens zijn er zijn duidelijke diersoortverschillen wat
betreft de gevoeligheid voor deze giftige planten, met
andere woorden: bij opname van een gelijke hoeveelheid giftige stof kan de ene diersoort daar problemen
van ondervinden en de andere diersoort niet. Een
typisch voorbeeld is het verschil in gevoeligheid tussen paard en runderen of schapen. Ondanks dat deze
dieren vaak op eenzelfde wei staan, zijn paarden veel
gevoeliger, omdat bij runderen en schapen toxische
stoffen in de pens door bacteriën onschadelijk gemaakt
worden. Ook de afbraak van giftige stoffen in het
lichaam, waar voor een groot deel de lever verantwoordelijk is, kan sterk verschillen tussen diersoorten.
Verschillen in bouw en functie van het maag-darmkanaal en ook de lever kunnen dus een groot effect
hebben op de hoeveelheid van een giftige stof die
uiteindelijk in het lichaam terecht komt. Van vele toxische planten (waaronder de toxinen in Jacobs
Kruiskruid) is bekend dat deze stoffen eerst in het
lichaam gemetaboliseerd moeten worden, alvorens
toxisch te zijn. Voor deze stoffen bepaalt de mate van
metabolisatie (biotransformatie) de uiteindelijk toxische dosis. Een geheel andere situatie ontstaat bij toxinen, die in het lichaam stapelen. Hierbij valt de denken
aan zware metalen, die in de grond, en vervolgens in
planten aanwezig zijn. In Nederland zijn de concentraties van zware metalen in paardenvoer laag, en zullen
dus geen nadelige gevolgen voor het dier hebben.
Door stapeling gedurende het hele leven in de nieren
Abstracts European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2011
van het paard, zien wij bij oudere paarden echter soms
wel problemen ontstaan. Dit fenomeen van stapeling
wordt ook bij chemische stoffen gezien (denk aan
dioxinen), maar niet bij plantaardige toxinen. Wel kunnen toxinen met de melk van de merrie worden uitgescheiden, waardoor het veulen met toxische plantenstoffen in aanraking kan komen.
De complexe toxicokinetische processen (kinetiek gaat
over de weg die de stof aflegt in het lichaam en wat er
gebeurt met deze stof in het lichaam) maken het vaak
moeilijk om een exacte dosis/concentratie in het voer
te bepalen, die schadelijk is voor het dier.
In deze lezing zal besproken worden welke risico’s er
zijn bij de opname van giftige planten bij het paard en
welke klinische verschijnselen te verwachten zijn. Speciale aandacht zal worden besteed aan o.a. nachtschade,
Jacobs Kruiskruid, zuring, eik, vingerhoedskruid, adelaarsvaren en verschillende soorten tuinsnoeisel. Aan
de hand van deze voorbeelden zal besproken worden
welke vragen diereneigenaren hebben, hoe met acute
intoxiatiepatienten moet worden omgegaan en welke
mogelijke eerste hulp maategelen genomen moeten
worden zoals het spoelen van de maag, het toedienen
van actieve kool en/of paraffine olie en vloeistoftherapie (infuus). Daarnaast wordt de monstername voor
verder onderzoek en de mogelijkheden (en beperkingen) om de diagnose intoxicatie te bevestigen
besproken.
Ook worden mogelijke preventieve maatregelen
toegelicht, wat erg belangrijk is in de voorlichting naar
patiënteigenaren toe.
1
CHAPTER 3
P l a n t e n m e t m o g e l i j k e tox i c i t e i t
v o o r h e t pa a r d
Drs. J.C. Vendrig, AIO
Veterinaire Farmacologie, Farmacie en Toxicologie (VFFT)
Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht
Download