- Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Schoemakerstraat 97 2628 VK Delft Postbus 5044 2600 GA Delft T 088 7982222 F 088 7982999 www.rijkswaterstaat.nl Historisch overzicht versies RBM II Contactpersoon Helpdesk RBM II [email protected] Datum 14 januari 2014 Hieronder een overzicht van de verschillende versies van RBM II die zijn uitgebracht en een toelichting op de belangrijkste verschillen met voorgaande versies. Bijlage(n) 1 Versie 2.3, build 535, 14 november 2013 De functionaliteit van RBM II versie 2.3 is identiek aan de functionaliteit van versie 2.2. Het rekenhart van RBM II versie 2.3 is identiek aan dat van versie 2.2. Versie 2.3 is een service-update, waarbij de volgende aanpassingen zijn gedaan: • • • • • • • • • • • • • • • De RBM gaf een fout bij de risicoberekeningen als een lijnstuk met lengte 0 is ingevoerd. Voor deze fout is nu een aparte melding gemaakt. De foutmelding bij het openen van bebouwing tijdens het laden van een nieuw project is gefixed. Eventuele foutmeldingen worden zichtbaar en worden verwijderd na een click op de 'OK' button. Bij het inlezen van een corrupt projectbestand wordt een expliciete foutmelding gegeven. Bij een poging tot het openen van een niet bestaand bestand via de optie 'recente projecten' is de gegeven foutmelding aangepast. Het bestand inetwh32.dll is aan de installatie bestanden toegevoegd. De controle op de invoer van het aantal mensen in woonbebouwing is aangescherpt. De controle op de invoer van negatieve waarden voor transportaantallen is aangescherpt. De controle op de invoer van de fractie binnenshuis bij evenementen is aangescherpt. De routine voor het laden van een bebouwingsbestand is verbeterd. De opties voor het opslaan van rapportage als .txt, .xls en .rtf bestanden zijn uit keuzelijst verwijderd. De rapportage van data die niet van toepassing zijn is aangepast. In het rapport wordt nu de waarde 0 zichtbaar in plaats van een getal van 8 cijfers waar de berekening uitgaat van 0 pers/ha. In de rapportage komen bebouwingsobjecten niet meer dubbel voor. Bij het opstarten van RBM II kunnen alle werkbalken nu in- en uitgeschakeld worden. Na de berekening van het groepsrisico, komt de GR grafiek niet meer automatisch in beeld. Deze GR-grafiek kan bekeken worden na een klik op de knop ‘Toon GR-grafiek’ in de knoppenbalk. Pagina 1 van 7 • Bij een spoortraject is voor de eigenschap ‘wissels’ de optie <standaard> verwijderd. De keuze is nu tussen <ja> en <nee>. Versie 2.2, build 503, augustus 2012 Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum 14 januari 2014 De functionaliteit van RBM II versie 2.2 is identiek aan de functionaliteit van versie 2.0. Het rekenhart van RBM II versie 2.2 is identiek aan dat van versie 2.0. In versie 2.2 zijn een aantal bugs opgelost: • • • • Enkele kleine afwijkingen in de effectafstanden in enkele scenario’s zijn gecorrigeerd. Projectfiles die met versie 1.3 zijn aangemaakt kunnen worden ingelezen. Bebouwingsbestanden kunnen worden geëxporteerd. Bebouwingsbestanden kunnen worden geïmporteerd. Versie 2.0, build 270, november 2011. In versie 2.0 van het RBM II is het mogelijk gemaakt om met populatie gegevens uit het nationaal populatiebestand te werken. De belangrijkste aanpassingen zijn: • • Met RBM II kan een aanvraagfile worden gegenereerd waarmee de bevolkingsgegevens door het bevoegde gezag kunnen worden aangevraagd bij de website http://www.populatiebestandgr.vrom.nl (deze website is sinds 1 januari 2013 uit de lucht, onduidelijk is of en wanneer hij weer online zal gaan). De geretourneerde file met de gevraagde gegevens kan vervolgens direct met RBM II worden ingelezen. RBM II kan de gridlayers die met een gedownload bestand van de populator worden geleverd, lezen en in berekeningen gebruiken. Er zijn een aantal zaken in RBM II aangepast om met de bevolkingsgegevens uit het populatiebestand te kunnen rekenen. De belangrijkste wijziging is dat de bevolking voor een belangrijk deel wordt vastgelegd in twee grid layers, één voor de dag en één voor de nacht. Versie 1.3, build 247, november 2008 De belangrijkste verschillen met de voorgaande versie (1.2.1) zijn: • • De problemen met het invoeren, opslaan en inlezen van bevolkingsbestanden in versie 1.2.1. zijn in versie 1.3 verholpen. In versie 1.1.1.7. en 1.2 werden de risico's van gaswolkexplosies (bij transporten van brandbare gassen over weg en water) foutief berekend. Dit is in versie 1.3 hersteld. In bijlage 1 van deze memo vindt u hier meer informatie over. N.B. bestanden gemaakt met eerdere versies van RMBII kunnen worden ingelezen. Let er daarbij wel op dat de bevolkingsaantallen in absolute aantallen zijn opgeslagen en niet in 1/m2 of 1 /ha. Versie 1.2.1 build 222 mei 2008: Pagina 2 van 7 • T.o.v. versie 1.2.1. build 180 zijn enkele problemen met de invoer van bevolkingsbestanden verholpen. Versie 1.2.1 build 180 maart 2008: • Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum 14 januari 2014 In het kader van de ontwikkeling van het basisnet en de toepasbaarheid van RBM II zijn diverse modelwijzigingen toegepast: o Het vereenvoudigde model voor de berekening van de toxische overlijdenskansen is vervangen door een nauwkeuriger model, dat overeenkomt met het model dat in het Paarse Boek wordt voorgeschreven. o Bij brandbare gassen is de massafractie in de BLEVE aangepast. Er wordt gerekend met de dampfase + 3 maal de flash fractie in plaats van met de massa van de totale tankinhoud. o De toepassing van de reductiefactor voor de ongevalfrequentie bij chloortransporten (Blok treinen) op het spoor (B3) is gecorrigeerd; deze factor werd in versie 1.1.1.7 van RBM II ten onrechte toegepast bij de stofcategorie B2 in plaats van bij B3 o Bij stofcategorie D3 (toxische vloeistoffen, spoor) wordt conform het rekenprotocol spoor standaard een reductiefactor 0,1 toegepast bij de vervolgkansen. o De tussenafstand van de uitstroompunten voor de berekening van het groepsrisico zijn bij de modaliteiten spoor en weg verkleind van 50 meter naar 25 meter. o De transporten GT4 (bij de modaliteiten weg en vaarweg) worden doorgerekend met de voorbeeldstof voor GT5 (chloor) in plaats van waterstofjodide. Deze modelaanpassingen zijn uitgebreid toegelicht in de rapporten “Inventarisatie toepassingsmogelijkheden RBM II voor berekeningen ten behoeve van het 'Basisnet'“1 en “Onderzoek RBM II in het kader van de inventarisatie van de toepassingsmogelijkheden bij de vaststelling van het Basisnet”2 • • • De rekennauwkeurigheid is verbeterd door verfijning van het rekengrid bij berekeningen van het plaatsgebonden risico. Verhogen van de rekensnelheid door optimalisaties van een aantal rekenalgoritmen. Tenslotte is de gebruikersinterface van RBM II grondig aangepast. Versie 1.1.1.7 mei 2005: Dit is in feite de eerste versie van RBM II, als opvolger van IPORBM. Alvorens RBM II beschikbaar is gesteld voor gebruik, heeft het RIVM in 2004 het rekenpakket RBM II vergeleken met Safeti 6.21. Deze vergelijking is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Uit de berekeningen bleek dat beide programma’s goed overeenkwamen voor de brandbare gassen en de brandbare 1 R. Mante, P. Peeters, M.M. Kruiskamp, B. Wolting, H. Bos , Inventarisatie toepassingsmogelijkheden RBM II voor berekeningen ten behoeve van het 'Basisnet', Bouwdienst, Afdeling Veiligheid, rapport VH-2007-0007, Utrecht, 1 november 2007 2 H. Bos, R. Mante, Onderzoek RBM II in het kader van de inventarisatie van de toepassingsmogelijkheden bij de vaststelling van het Basisnet, Adviesbureau AVIV BV, project 061069, Enschede, 8 september 2008 Pagina 3 van 7 vloeistoffen. Voor een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen IPORBM en RBM II zie Tabel 1. RBM II Scenario continu weg: vloeistofuitstroming uit 2”-gat Uitregenen van tot vloeistof verdicht gas BLEVE: • Hoogte centrum vuurbal is h = D • Onderscheid in effecten van warme/koude BLEVE (spoor), zowel voor brandbaar gas als toxisch gas • Verhoogde frequentie – factor – gemiddeld aantal wagens brandbaar in bonte trein (variabel invoergegeven) Toxische stoffen (berekening aantal slachtoffers): • Fractie buiten verblijvende personen 7% (instelbaar) • Pbinnen = 0,1 * Pd • Pbuiten = 1,0 * Pd • Pd = kans overlijden onbeschermd Plasbrand: • Schuine cilinder • Stralingssterkte voor roetende vlammen (cf SAFETI) is functie plasgrootte Berekening plasverdamping (toxisch): • Stofoverdrachtconstante conform nieuwe Gele Boek: k evenredig met Sc –o,67 8 0,004796 (scgetal wordt expliciet berekend) • Voor D3 stof is k evenredig met 0,0035 Voorbeeldstof D4 acroleïne is meer toxisch dan voorbeeldstof HF in IPOBM Omgevingstemperatuur is 9,3 oC (conform Paarse Boek) IPORBM Scenario continu weg: 2 fasen uitstroming uit 2”-gat Geen uitregenen tot vloeistof verdicht gas (alles in de wolk) BLEVE: • Hoogte centrum vuurbal is h = D/2 • Geen onderscheid in effecten van warme/koude BLEVE (spoor) Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum 14 januari 2014 • Verhoogde frequentie bij brandbaar gas (vaste standaard factor = 2) Toxische stoffen (berekening aantal slachtoffers): • Geen onderscheid tussen binnen en buiten verblijvende personen • Kans overlijden = 0,1 * Pd voor binnen en buiten Plasbrand: • Rechtopstaande cilinder Berekening plasverdamping (toxisch): • Stofoverdrachtconstante evenredig met 0,002 conform oude Gele Boek • Voor D3 stof is k evenredig met 0,002 Voorbeeldstof D4 is HF Omgevingstemperatuur is 20 oC. Tabel 1 De verschillen tussen IPORBM en RBM II Pagina 4 van 7 BIJLAGE 1 Nadere toelichting modellering explosie brandbare gassen in versie 1.3 en eerdere versies. In deze bijlage wordt ingegaan op de wijzigingen die aangebracht zijn in de modellering van gasexplosies in versie 1.3 die tot verschillen met uitkomsten van vorige versies kunnen leiden. Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum 14 januari 2014 Analyse In versie 1.2.1 werd een toename van het PR geconstateerd bij transport van (veel) brandbare gassen. De toename van de 10-8 en 10-7 contour wordt veroorzaakt door een verschuiving van de explosie cirkel van het punt met maximale omvang van de wolk naar een locatie die een factor 2 verder ligt (zie Figuur 1). De verschuiving is in versie 1.2.1 bij de optimalisatieslag van de rekensnelheid geïntroduceerd. Figuur 1 Ligging explosiecirkel bij de berekeningen van het plaatsgebonden risico in versie 1.2.1 Na de constatering van deze incorrecte ligging van de explosiecirkel is gekeken hoe de locatie van de explosiecirkel is berekend in de voorgaande versies en hoe deze is bepaald bij groepsrisico berekeningen. Het bleek dat de explosiecirkel bij het groepsrisico en bij voorgaande versies altijd gesitueerd was op het uitstroompunt (zie Figuur 2). Figuur 2 Ligging explosiecirkel bij de berekeningen: - van het groepsrisico in versie 1.1.1.7 tot en met versie 1.2.1 - van het plaatsgebonden risico in versie 1.1.1.7 tot en met versie 1.2.0 AVIV heeft vervolgens het model van de gaswolkexplosie aangepast in zowel de rekenmodule voor het plaatsgebonden risico als het groepsrisico. In Figuur 3 staat een schets van het model zoals het in versie 1.3 is ingebouwd. Deze wijziging heeft tot gevolg dat er verschillen optreden tussen de PR en GR berekeningen met versie 1.3.0 en eerdere versies van RBMII. Hieronder wordt kort toegelicht in welke situaties de grootste verschillen mogen worden verwacht. Pagina 5 van 7 Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum 14 januari 2014 Figuur 3 Ligging explosiecirkel bij de berekeningen van het plaatsgebonden- en groepsrisico in versie 1.3.0 Groepsrisico Er zijn voor deze analyse vele berekeningen gemaakt met een eenvoudige situatie (zie Figuur 4). Er zijn vier variabelen gevarieerd, de versie van RBM II waarmee gerekend werd, de afstand tot de as van de weg van het bebouwingsblok met homogeen verdeelde bevolking (d), de dichtheid van de homogeen verdeelde bevolking en de aantallen transporten GF3. Bij iedere combinatie is berekend bij welk aantal voertuigen er een overschrijding van de oriënterende waarde van groepsrisico optrad. Figuur 4 De eenvoudige situatie die in de berekeningen is gebruikt. De uitkomsten zijn samengevat in de grafiek in Figuur 5. In de legenda is het versienummer en de dichtheid van de bevolking opgenomen. Op de x-as is de parameter “d” in meters uitgezet en op de verticale as de transportaantallen GF3. Punten op of boven de lijn in de grafiek komen overeen met een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico bij die combinatie van RBMII-versie, bevolkingsdichtheid, de afstand “d” en aantallen transporten van die lijn. Punten onder de lijn in de grafiek houden in dat er geen overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico is opgetreden bij desbetreffende combinatie. Paarsgewijze vergelijking van de lijnen in de grafiek met eenzelfde bevolkingsdichtheid laat zien dat de verschillen tussen RBM versie 1.3.0 en eerdere versies optreden bij waarden van d >50 m. Uit Figuur 5 kan worden afgeleid dat er met name verschillen optreden tussen de versies 1.2 en 1.3 voor die situaties waarbij er veel brandbare gassen worden vervoerd gecombineerd met een situatie waarbij de bebouwing vanaf ca. 50 meter van de weg begint. Dit zal ook tot verschillen met versie 1.1.1.7 leiden. Pagina 6 van 7 Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum 14 januari 2014 Figuur 5 Uitkomsten van de berekeningen voor het groepsrisico Plaatsgebonden risico In Figuur 6 is het plaatsgebonden risico als functie van de afstand tot het midden van de weg weergegeven voor de verschillende versies van RBM II (bij een hoog aantal GF3-transporten). Figuur 6 Uitkomsten van de berekeningen voor het plaatsgebonden risico Uit Figuur 6 kan worden afgelezen dat de inmiddels vervangen versie 1.2.1 (blauwe lijn) de grootste afwijkingen vertoont. De verschillen tussen de versies 1.1.1.7, 1.2.0 en 1.3 zijn beperkt, maar niet geheel verwaarloosbaar. Referenties • Herman Bos, Ronald Mante, Onderzoek RBM II in het kader van de inventarisatie van de toepassingsmogelijkheden bij de vaststelling van het Basisnet, Adviesbureau AVIV BV, project 061069, Enschede, 8 september 2008 • H.J. Manuel, G.M.H. Laheij, A.G. Wolting, Vergelijking RBM II met Safeti, RIVM, Centrum voor Externe Veiligheid, Bilthoven, 13 mei 2004 Pagina 7 van 7