We kennen allemaal wel een of ander voedingsmodel: piramides, klavertjes vier,... Tegenwoordig heeft iedereen het over de actieve voedingsdriehoek. Die bevat inderdaad wel alle informatie voor een gezond voedingspatroon. Vandaag willen we het eens niet hebben over calorieën, voedingsgroepen, koolhydraten plantaardige eiwitten, cholesterol of dagelijkse beweging. Maar wel over de structuur van de voeding per leeftijd van onze kindjes Ouders zijn blij wanneer hun kind goed eet. Gezonde voeding is belangrijk voor een kind. Problemen met eten kunnen op elke leeftijd optreden. Het voorkomen van problematisch eetgedrag op zuigelingen - en kleuterleeftijd is een bijzonder aandachtspunt voor allen die op één of ander manier betrokken zijn met het bereiden en het aanbieden van voedsel aan kleine kinderen. Als kinderen wat groter zijn, kan het samen eten heel prettig en gezellig worden, het moment waarop ouders en kinderen elkaar vertellen wat ze beleefd hebben. De maaltijden kunnen echter ook pijnlijke momenten worden, waarbij ofwel ouders als kinderen gefrustreerd raken. Tijdens de eerste vier levensmaanden neemt de baby uitsluitend vloeibare voeding ( borstvoeding of flesvoeding). Vanaf de vierde maand is de mondmotoriek van de baby klaar om vaste voeding te nemen. Thans wordt vaak wegens voedselallergie of de preventie ervan, vaste voeding uitgesteld tot de leeftijd van zes maanden. Voeding is arbeid voor de baby. Vanaf 7 à 8 maanden begint een baby op allerlei voorwerpen te kauwen of te bijten. Rond de leeftijd van 8 maanden is het dan ook aan te raden om geleidelijk aan met brokjesvoeding te starten. Tussen 8 en 12 maanden brengen de tongbewegingen het voedsel naar de zijkant van de tong om te kauwen. De bewegingen van de lippen, de tong en de kaken zijn dan zo ver ontwikkeld dat baby's klaar zijn om grover voedsel te kauwen. Het kost veel meer moeite om een kind boven de 12 maanden vast voedsel (brokjes) te leren eten, omdat het kind dan niet meer automatisch leert hoe het moet kauwen. Zo kan het kind omgewild eetproblemen krijgen en die kunnen evolueren naar eetstoornissen. Stapsgewijs kan je haar laten wennen aan brokjesvoeding. Begin eerst met de papjes die ze gewoon is, minder vloeibaar te maken. De iets vastere papjes zijn al een eerste overgang. Daarna kan je het eten minder fijn malen, zodat er al kleine brokjes in zitten. Maak geleidelijk de overgang van fijngemalen papjes naar geplette voeding. Maal het eten steeds minder tot ze uiteindelijk brokjes eet. Het kind zal tijd nodig hebben om aan het kauwen, maar ook aan de nieuwe textuur en de smaak te wennen. Een kind moet 10 tot 15 maal proeven om aan een nieuwe smaak te wennen. Nadien kan je ervan uitgaan dat ze het niet lekker vindt. Brood is ook een goede manier om haar brokjes te leren eten. Begin met het binnenste van een snee brood, dop het eventueel in wat melk of water om het platter te maken. Het ukje komt op een leeftijd dat het zelfstandig wil eten. Uiteraard lukt dit nog niet goed, maar al doende leert men. Geef een grote broodkruimel in de hand, of schep het eten op het lepeltje en laat het zelf het lepeltje nemen. Zo zal het kindje de lepel beginnen grijpen en minder met de handen naar de pap gaan. Als men een paar keer zelf de lepel aan kan nemen, voelt het kindje zich waarschijnlijk al heel fier. Langzaam aan zal men volledig zelfstandig leren eten, maar momenteel is het hier nog wat vroeg voor. Toch is deze periode heel belangrijk. Het kind krijgt nu van jou de gelegenheid om het 'zelf te proberen', en haalt hier voldoening en zelfvertrouwen uit. Elk hapje is een stap in de goede richting. Het is normaal dat lepelvoeding pas echt goed lukt rond 6 maanden en elk kind heeft zijn eigen ritme. Een aantal tips voor lepelvoeding: • • • • • gebruik een soepele, ondiepe, smalle plastieken lepel. zet je kindje wat rechtop, misschien beter in een stoeltje dan in de platte relax. Als het hoofdje wat naar voren is kan je baby de lepel makkelijker leegmaken. zorg dat je kindje de lepel ziet aankomen. Hij zal zijn mondje dan opendoen. breng de lepel horizontaal in het mondje, druk dan lichtjes met de lepel op de tong, en haal de lepel er weer horizontaal uit. Probeer niet langs de tandjes of de bovenlip te schrapen bij het uithalen. zorg dat je kindje honger heeft als je hem vaste voeding wil geven, maar niet te hongerig. Als hij te hongerig is, gaat hij te ongeduldig zijn, en is dat gedoe met die lepel teveel. Geef eventueel eerst wat melkvoeding als hij te hongerig is. En als het meer gaat over de structuur of smaak van de vaste voeding: • • • probeer eventueel eerst lepels melk te geven. Zo went je kindje aan de lepel, en hoeft het zich nog niet over vreemde smaken te verwonderen. ga er niet te snel vanuit dat je kindje iets niet lust. Smaakvoorkeur ontwikkelt zich traag, het kan zijn dat je na 10 tot 15 keer aanbieden merkt dat je kind het toch lust. Varieer voldoende om te zorgen dat je kind alle smaken kan uitproberen zorg voor fijngemalen voeding. Ga van vloeibaar naar steeds vaster. Groente - of fruitsap met een lepel kunnen ook helpen om aan de smaak te wennen. Mondtechnische vaardigheden en voeding volgens de leeftijd van 0 tot 3 jaar Leeftijd in maanden O tot 4 maanden 4 tot 6 maanden Aard voeding vloeibaar Dun gemixt 6 tot 9 maanden Gemixt met kleine brokjes Zachte vaste voeding 9 tot 12 maanden 12 tot 18 maanden Geplette voeding Zachte koek Alle consistenties 18 tot 24 maanden Vaste voeding 24 tot 36 maanden Harde vaste voeding Mondtechnische vaardigheden Zuigen op tepel of speen Beginnend afhappen van de lepel Tong duwt naar buiten bij het slikken Beginnend drinken uit een beker Op en neergaande kauwbeweging van de onderkaak. Actief happen met bovenlip van de lepel Zelfstandig drinken uit een beker Gecontroleerd afbijten Minder verlies van voeding tijdens het kauwen. Drinken met een rietje Draaiende kauwbeweging van de onderkaak Opent de mond naargelang de grootte van de voedselbrok