Lezing 'Klokken door de eeuwen heen' door dhr. Peter Schipper Tijd is een ongrijpbaar begrip. Er is de filosofische tijd en de daadwerkelijke tijd. In de vroege middeleeuwen en zelfs al in de oudheid werd de tijd gemeten. Nog niet zo nauwkeurig op de seconde af als tegenwoordig maar bij benadering wist men de tijd in te schatten. Aan de zonnestand werd de tijd bepaald. De schaduw die door de zonnestralen ontstond werd gebruikt om de dag in te delen. Meten is weten en om wat preciezer de tijd te kunnen weten en meten moest er gebruik gemaakt worden van instrumenten. Er werd hiervoor gebruik gemaakt van de vier elementen: zon, zand, water en vuur. De oudste zonnewijzer dateert van ongeveer 1500 v. Chr. Zonnewijzers werden vaak op kloosters en kerken aangetroffen. De grootste zonnewijzer staat in Brussel en de oudste van Nederland is op de Jacobikerk in Utrecht te vinden. Van het element zand is de zandloper het bekendste meetinstrument. De vernunftigheid om zand door een nauwkeurig afgesteld gaatje te laten lopen, zodat de doorlooptijd overeenkomt met de werkelijke tijd, vraagt een bijzondere techniek. In sommige kerken is nog een zandloper te vinden. Om de tijdsduur van de preek van de domine in de gaten te houden werd bij aanvang van de preek de zandloper gestart. Was het uur om dan moest ook de preek klaar zijn. De grootste zandloper staat in Boedapest. De zandloper wordt ook geassocieerd met de tijdelijkheid van het leven en is als symbool te vinden binnen de vrijmetselarij. Het element water is minder bekend maar de waterklok meet de tijd door middel van stromend water. Het voordeel van de waterklok was wel het feit dat de klok ook bij bewolkt weer gebruikt kon worden. De uitvinding van het wateruurwerk was dus een hele vooruitgang. Het uurwerk bestond uit een reservoir waarin toevoer of afvoer van water een veranderende hoogte gaf. De waterspiegel gaf de gemeten tijd aan. Ook bij het wateruurwerk moest de doorlooptijd goed afgestemd zijn op de daadwerkelijke tijd. Vuur werd eveneens gebruikt om de tijd te meten. In China werd bijvoorbeeld gebruik gemaakt van wierook. Boven de brandende wierook hingen metalen balletjes aan dunne draadjes. De brandende wierook brandde een voor een de dunne draadjes door waardoor de bol in de schaal viel. Zo kon men horen dat er weer een uur voorbij was. Ook werden er wel streepjes op kaarsen gezet. Ieder streepje stond voor een uur en door de afbrandende kaars kon de tijd afgelezen worden. Door de mechanisatie van de klok met het gebruik van radarwerk werd de klok een luxe artikel. Verschillende stijlen als Rococo en Art Deco kwamen ook in de klokken naar voren. De koekoeksklok of Friese staartklok, regulateurs of de staande klok, de pendule of de tafelklok; elke tijdsperiode kent weer een andere soort klok. De grootste koekoeksklok is in Schonau te vinden. Het was een interessante lezing met mooie beelden van allerlei soorten klokken. De geschiedenis van de klok werd hierdoor levendig verbeeld.