Interview oktober 2011

advertisement
Deze maand beantwoordt NVVP-voorzitter Arnoud van Buuren vragen over de contracten van
zorgverzekeraars voor het jaar 2012
‘De eigen bijdrage gaat gelden voor DBC’s geopend na 31.12.2011’
De NVVP heeft de afgelopen weken alle zorgverzekeraars gesproken over de 1e- en 2elijns GGZcontracten. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor het 1elijns GGZ-contract?
‘Zoals verwacht wordt het aantal vergoede zittingen teruggebracht tot vijf per jaar. Een aantal
verzekeraars biedt meer zittingen aan via de aanvullende verzekering.
Daarnaast geldt bij een aantal verzekeraars een urenplafond.
Sommige verzekeraars vergoeden wederom de eigen bijdrage en de tarieven
blijven ongeveer gelijk aan 2011.’
Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor het 2e lijns GGZ-contract?
‘De aangeboden percentages van het NZa-tarief blijven ongeveer gelijk aan dit
jaar, namelijk 90% tot 95% met de mogelijkheid tot aanvulling tot 100% als
aan een aantal criteria wordt voldaan. Denk bijvoorbeeld aan ROM, dan wel
behandelen van jongeren of allochtonen. Daarnaast gaat het restitutietarief
omlaag tot tussen de 60% en 80%, afhankelijk van de zorgverzekeraar, het
hulp-door-derden-beleid wordt beperkt en de meeste zorgverzekeraars
hanteren een omzetplafond voor 2012.’
Wat houdt het omzetplafond in?
‘Het omzetplafond dient om het volume in te dammen. Agis/Achmea stelt bijvoorbeeld een
omzetplafond in van € 160.000 per individuele overeenkomst, exclusief opleidelingen. Hierbij geldt dan
dat het percentage van dit bedrag gelijk is aan het percentage verzekerden van de betreffende
verzekeraar per contractant. Mij is overigens nog niet duidelijk hoe men dit kan checken.
Zorgverzekeraars CZ en Zorg&Zekerheid hanteren geen plafond op basis van omzet in euro’s, maar op
basis van uren die een individuele contractant per jaar kan declareren. Zorg&Zekerheid hanteert
bijvoorbeeld 1850 uur per jaar, ofwel 46 werkweken van 40 uur. Overigens hanteren niet alle
verzekeraars een omzetplafond, dit geldt bijvoorbeeld voor UVIT.’
Op welke manier scherpen verzekeraars het beleid hulp door derden aan?
‘Hulp door derden blijft bij de meeste zorgverzekeraars wel mogelijk, maar wordt sterk gelimiteerd, tot
ongeveer 20% van de omzet. Bij Agis/Achmea is hulp door derden niet meer mogelijk via een individuele
overeenkomst, maar wel via een praktijkovereenkomst. Hulppersoneel zal nader dienen te worden
aangemeld en over het algemeen ook op de CONO-lijst moeten voorkomen.’
Is het in 2012 mogelijk om solo- en groepscontracten te sluiten?
‘Het sluiten van groepscontracten blijft bij bijvoorbeeld UVIT en Agis/Achmea wel mogelijk, niet bij
Menzis en CZ.’
Wie gaat de inning van de eigen bijdrage uitvoeren? En geldt de eigen bijdrage voor DBC's die vanaf
1 jauari 2012 worden geopend of ook voor lopende DBC’s?
‘Het is nog niet duidelijk wie de eigen bijdrage gaat innen. Zorgverzekeraars staan er absoluut niet om te
springen. De eigen bijdrage gaat gelden voor DBC’s geopend na 31 december 2011.’
1
Over het schrappen van de aanpassingsstoornis: geldt dit alleen voor DBC’s met als classificatie
aanpassingsstoornis die na 1 januari 2012 worden geopend of ook voor de lopende DBC’s?
‘Hierop hebben wij nog geen antwoord van het ministerie van VWS. Ik kan me voorstellen dat hetzelfde
geldt als voor de eigen bijdrage: alleen DBC’s geopend na 31 december 2011. Of dat dus ook gaat gelden
voor in 2012 geopende vervolg-DBC’s met de hoofddiagnose aanpassingsstoornis, is nog niet duidelijk.
Overigens blijft de diagnose in de DBC-productstructuur staan, hoewel hij dus niet meer kan worden
gedeclareerd! Het is een van de meer symbolische maatregelen, die weinig bezuiniging gaan opleveren.’
Ledenvragen:
Peter Gilden, vrijgevestigd psychotherapeut te Amsterdam (vraag over ROM):
‘Geachte voorzitter,
ik doe niet mee aan ROM om inhoudelijke redenen. Ik vind dat de therapierelatie en het
therapieresultaat het beste worden bevorderd door het regelmatig bespreken daarvan. Ik ben bang dat
we door een hype of door controlebehoefte van de overheid en van verzekeraars aan iets meedoen wat
niet echt goed is voor ons vak. Waarom is er een vragenlijst nodig voor iets wat je ook direct in het
therapiecontact aan de orde kunt stellen?
Beste collega Gilden,
vanuit therapeutisch perspectief is ROM geen noodzaak. Sinds GGZ-hulp in de basisverzekering is
opgenomen, is er de maatschappelijke druk om indicatoren te ontwikkelen die het effect van
psychotherapie en andere psychologische zorg zichtbaar maken. Dit is een ontwikkeling die in alle
sectoren van de verzekerde gezondheidszorg plaatsvindt. Zouden we dit niet zelf doen, dan wordt het ons
opgelegd. De noodzaak om de plaats van ROM te onderzoeken en prestatie-indicatoren te ontwikkelen
komt dus voort uit de keuze om in het reguliere, verzekerde stelsel psychotherapie te verrichten.
Ik was zelf aanvankelijk –net als u- erg sceptisch, ik werk voornamelijk psychodynamisch. Inmiddels meen
ik dat we er ook ons voordeel mee kunnen doen, het zal onze inzichten over de dynamiek van het contact
en de evaluatie van het effect ook kunnen verbreden. Daarnaast zal de maatschappelijke discussie over
nut en noodzaak van verzekerde gezondheidszorg alleen maar toenemen, ik vind dat je daar als
beroepsgroep aan moet deelnemen en naar manieren moet zoeken om ook de effectiviteit van je eigen
professionele handelen tegen het licht te houden.
-------------------------------------------------------------------------------------Ton Nibbeling, vrijgevestigd psychotherapeut te Maastricht (vraag over ROM):
Geachte voorzitter,
in het vorige interview sprak u over de mogelijke oorzaken van een groep ROM’ende leden die
nauwelijks actief zijn in de portal. Naar mijn indruk vergeet u een belangrijke verklaring, namelijk dat er
leden zijn die bezwaar hebben tegen de verandering/aantasting van de structuur van het contact tussen
cliënt en therapeut. Bijzonder merkwaardig vind ik wel dat dit geen thema lijkt te zijn binnen de NVVP.
Nu houdt een mijns inziens groot deel van de leden helemaal niet van discussie en gaat deze uit de weg
en vindt men zonder de NVVP z'n weg wel, maar jammer vind ik het zeker.
Mag ik misschien in herinnering roepen dat, in elk geval op de avond dat de introductie van het ROM op
de bijeenkomst van de RVVP-Zuid werd gepropageerd, er geen gedachtewisseling heeft plaatsgevonden
over de voors en tegens, en evenmin voorafgaande aan deze bijeenkomst en erop volgend ook niet? Het
merkwaardigst echter vind ik de oorverdovende stilte rond de manier waarop dit ROM ons vak
inhoudelijk raakt, zijn we zulke schaapjes?
Beste collega Nibbeling,
ik hoop niet dat we schaapjes zijn. Ik zou wensen dat er inhoudelijke discussie is over het al dan niet
aantasten door ROM van het behandelcontact, dan wel dit positief of negatief beïnvloedt. Het is relatief
2
rustig gebleven tot nu toe in de vaktijdschriften. Ik maak bezwaar tegen de vooronderstelling dat ROM
wordt opgelegd vanuit de NVVP. De NVVP faciliteert ROM vanuit de overtuiging dat we proactief moeten
zijn om te kunnen zien wat ROM echt waard is, maar deelname aan de portal is een door de NVVP
aangemoedigde keuze, geen verplichting.
Mijn antwoord op de vraag betrof overigens de groep die zich wel heeft aangemeld voor de portal maar
die niet daadwerkelijk ROM’t. Ik ben me er zeer van bewust dat een substantieel deel van de leden niets
ziet in ROM en dat is hun goed recht.
---------------------------------------------------------------------------------Geneviève van den Dikkenberg-Graus, vrijgevestigde psychotherapeut te Opheusden (vraag over hulp
door derden):
Geachte voorzitter,
ik was behoorlijk verbaasd te horen en te lezen dat jullie het ermee eens zijn dat de verlengde-armconstructie verdwijnt! Ik ben klinisch psycholoog en psychotherapeut, heb sinds 2½ jaar de praktijk
uitgebreid en samen met een huisarts een gezondheidscentrum opgezet. Nu was het beleid: wel
medebehandelaren, maar wel duidelijk onder voorwaarde alleen GZ-BIGgeregistreerd. Nu heb ik 2 gzpsychologen in dienst, die de diagnostiek doen en ook meebehandelen. We bedienen op deze manier
een grote groep cliënten, waar de huisartsen en meerdere verwijzers in de regio erg blij mee zijn.
Diagnostiek door psychologisch medewerkers of HBO’ers mocht niet, daarvoor zet ik nu dure krachten in
voor alleen testafname. Nu wordt vervolgens aangegeven dat ook deze constructie niet meer mogelijk is!
Indien deze constructie niet meer geldt, houdt het op om cliëntenbehandeling en diagnostiek te bieden.
Het betekent einde praktijkdeelname (of ik moet kiezen voor eerstelijns werk?) en de cliënten worden
verwezen naar instellingen waar zeer lange wachttijden gelden en vaak vele veranderingen en
wisselingen van behandelaars. Behandelingen duren vaak juist langer. KORTOM: deze vrijgevestigde
praktijken, zoals ik zelf heb, bieden juist kwaliteit en behandeling op maat! En zijn uiteindelijk veel
goedkoper!
Tevens vind ik de NVVP in deze niet correct en veel te terughoudend en denken jullie te veel alsof er vele
solopraktijken zijn. Jullie verliezen de klinisch psycholoog en de ondernemende en vrijgevestigde uit het
oog. Tevens moedigen jullie niet aan om als vrijgevestigde te gaan werken of om samenwerking aan te
gaan met medebehandelaren of andere disciplines. Ik vind dit een groot gemis en een gemiste kans. Ik
heb niet het idee dat jullie mijn belang en dat van anderen nastreven. Ik hoop dat jullie mijn belangen en
vragen begrijpen en ter harte nemen. Ik hoop dan ook graag van jullie te horen welke mogelijkheden ik
nog heb als klinisch psycholoog met een eigen praktijk waarin 2 gz-psychologen werken (beide werken
24 uur).
Beste collega Van den Dikkenberg,
de NVVP behartigt de belangen van vrijgevestigden, ook als zij samenwerken in een groepspraktijk of
netwerk en ook als zij werken met hulppersoneel. Om die belangen goed te kunnen vertegenwoordigen
staan we voor het principe dat je in een vrijgevestigde praktijk ‘krijgt wat je ziet’. Dat onderscheidt ons
van een instelling. Psychotherapie via een DBC krijg je dus van de psychotherapeut of klinisch psycholoog
zelf en niet van een gz-psycholoog of een andere hulpverlener. Daar zit juist onze kwaliteit en
zichtbaarheid. De gz-psycholoog kan wel een stukje medebehandeling doen als hulppersoneel
bijvoorbeeld in diagnostiek. Daar gaat niets in veranderen. Gz-psychologen kunnen zelfstandig eerstelijns
behandelingen verrichten via de eerstelijns vergoeding.
Indien u, zoals sommigen van ons, mede dankzij de onmetelijke declaratiemogelijkheden van de DBC in
de afgelopen jaren, een breed aanbod heeft opgebouwd en werkt met behandelaars in verlengde armen
bent u feitelijk een kleine instelling. U hanteert immers dezelfde principes als de instellingen waar de
behandelingen worden uitgevoerd door personeel als (junior)psychologen, verpleegkundigen, socio- of
vaktherapeuten, onder supervisie van psychiaters, klinisch psychologen of psychotherapeuten. U bent
feitelijk een grote ondernemer geworden met personeel, want het feit dat u degene bent die DBC’s opent
3
en sluit creëert een gezagsverhouding naar uw hulppersoneel, of ze nu in dienst zijn of niet. In dat geval
zult u onder een ander regime komen te vallen. Ik zou in dat geval overwegen een instellingserkenning
aan te vragen. Zorgverzekeraars zullen bijvoorbeeld volumeafspraken met u maken.
Ik vrees dat dit ook geldt voor praktijken waar veel hulppersoneel in dienst is die werken met kinderen en
jeugdigen. Wij krijgen daar verontruste vragen over. Bedenk wel dat voor aanvullende diensten als
diagnostiek voor zelfstandig gevestigden de mogelijkheid voor medebehandeling blijft bestaan tot
ongeveer 20% van de totale omzet. Dat moet voor bijvoorbeeld diagnostiek voldoende zijn. Wij zullen ons
daar ook absoluut hard voor blijven maken.
Bovengenoemd onderscheid is voor de toekomst van vrijgevestigden van essentieel belang. Ik begrijp
overigens zeer wel dat u vanuit uw perceptie meent juist te handelen, het is tot op heden door de
bekostigingstructuur ook niet ontmoedigd. Dat gaat dus nu veranderen.
In 2008 meende men dat de markt zijn werk zou doen, waarmee wordt bedoeld dat zorgverzekeraars wel
zouden ingrijpen, maar die hebben dat niet gedaan, ik denk eenvoudigweg omdat ze het (nog) niet
zagen. Het is een van de oorzaken van de enorme stijging van uitgaven in de GGZ, die de komende jaren
alleen nog maar zullen toenemen.
In dat klimaat wil de NVVP zich goed kunnen profileren als de belangenbehartiger van vrijgevestigden.
Wilt u als NVVP-lid de voorzitter een vraag stellen? Dat kan: elke maand beantwoordt Arnoud van
Buuren ledenvragen in het maandelijkse interview.
U kunt uw vraag, onder vermelding van naam en woonplaats, mailen naar [email protected].
Door Annemarie van der Meer, 13 oktober 2011
4
Download