RAADSVOORSTEL 08.0011 Rv. nr. + dossiernr.: 08.0011 B&W-besluit d.d.: 5 februari 2008 B&W-besluit nr.: 08.0067 Naam programma +onderdeel: Stedelijke Ontwikkeling Onderwerp: Verordening subsidiering huurdersorganisaties 2007 en motie 3 bij raadsvoorstel 07.0081 “Ruimte voor nieuw beleid” over de huurdersondersteuning Aanleiding: In het kader van Ruimte voor nieuw beleid is besloten dat de financiële ondersteuning van de huurdersorganisaties wordt gezien als primaire verantwoordelijkheid van de verhuurders. Deze rol dienen zij op grond van de Overlegwet en het BBSH ook te vervullen. Daarnaast is uit vergelijking met andere steden gebleken dat de manier waarop wij in Leiden invulling geven aan deze ondersteunende taak niet meer past in de relatie tussen huurders/verhuurders en de gemeente. Ondanks de bezwaren van de huurdersorganisaties die zij hebben geuit tijdens de inspraak , heeft de raad op grond van de genoemde argumenten besloten de gemeentelijke subsidiering aan de huurdersorganisaties te beëindigen. Uit oogpunt van redelijkheid en op grond van juridische uitgangspunten wordt echter voorgesteld deze beëindiging binnen redelijke termijnen af te bouwen. Voorgesteld wordt een afbouw van 25% (€ 6.375,-) per jaar, ingaande per 2008. Over 2007 ontvangen de huurdersorganisaties nog op de gebruikelijke wijze subsidie. Hiervoor dient de Verordening Subsidiering Huurdersorganisaties 2007 te worden vastgesteld. Doel: Vaststelling Verordening Subsidiering huurdersorganisaties 2007 en het behandelen van motie 3 bij raadsvoorstel 07.0081 “Ruimte voor nieuw beleid” over de huurdersondersteuning. Kader: Bij de notitie inzake ‘Ruimte voor nieuw beleid’ (RV 07.0081) is via onderstaande motivering besloten tot beëindiging van de financiële bijdrage aan huurdersorganisaties. “In artikel 7 van de Overlegwet (wet op het overleg huurders-verhuurders) staat onder andere dat de verhuurder de kosten aan de huurderorganisatie vergoedt die samenhangen met en noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taken. Om die reden wordt voorgesteld om het subsidiëren van de huurdersorganisaties door de gemeente af te bouwen. Dit levert een besparing van € 25.000,- per jaar”. Uit oogpunt van redelijkheid en op grond van juridische uitgangspunten (Awb art. 4.51) wordt echter voorgesteld deze beëindiging binnen redelijke termijnen af te bouwen. Een afbouw in vier jaren wordt voorgesteld. Het is van belang dat de huurdersorganisaties hun activiteiten kunnen voortzetten. Zoals aangegeven zullen zij dit jaar nog de gebruikelijke subsidie vanuit de gemeente ontvangen, volgend jaar starten wij met de afbouw hiervan. Om de financiële continuïteit van de huurdersorganisaties te kunnen waarborgen heeft uw Raad een motie ingediend. In deze aangenomen motie wordt het college opgeroepen tot een bindende overeenkomst te komen met de corporaties over de benodigde extra financiële ondersteuning. Hiervoor is in september een brief uitgegaan richting de corporaties waarin wij ze vragen om de financiële ondersteuning richting de huurdersorganisaties op zich te nemen en vorm te geven. Uit de reacties die wij naar aanleiding van deze brief hebben ontvangen blijkt dat de corporaties de verantwoordelijkheid op zich nemen om tot goede afspraken te komen met hun huurdersorganisaties. Hiervoor zullen zij ook in overleg treden met hen. Zij geven daarbij aan dat ze hierover geen bindende afspraak met de gemeente maken omdat dit speelt tussen de corporatie en de huurdersorganisatie. Bij behandeling van de motie in de raad van 10 juli 2007 heeft de verantwoordelijk wethouder aangegeven dat de financiering van de huurdersorganisaties een verantwoordelijk is van huurder en verhuurder. Dat is gebaseerd op wetgeving. Het college was bereid om gedurende de 4 jaar van afbouw te monitoren en te rapporteren of deze afspraken tussen huurder en verhuurder ook daadwerkelijk tot stand komen. Het college heeft de motie dan ook op deze wijze geïnterpreteerd en beschouwt de motie dan ook als afgedaan. Het college heeft vertrouwen dat de corporaties hun huurdersorganisaties voldoende zullen ondersteunen. De omvang van deze ondersteuning is uiteraard afhankelijk van een, in overleg tussen corporaties en huurdersorganisaties, nader vast te stellen bedrag. Een redelijke afbouw van de subsidie, zoals beschreven in dit voorstel, hoeft de activiteiten van de huurdersorganisaties niet te belemmeren. De omvang van deze ondersteuning is uiteraard afhankelijk van een, in overleg tussen corporaties en huurdersorganisaties, nader vast te stellen bedrag. Een redelijke afbouw van de subsidie, zoals beschreven in dit voorstel, hoeft dan ook de activiteiten van de huurdersorganisaties niet te belemmeren. Gelet op het standpunt van het college op 10 juli 2007, zoals hierboven verwoord, beschouwt het college de motie dan ook als afgedaan. Overwegingen: Voorstel wijziging subsidies Door de afbouw van de subsidies zal er druk op de huurdersorganisaties ontstaan. Daarom is bij het voorstel tot de volledige afbouw van de subsidie aan deze organisaties uitgegaan van het ‘meest ongunstige scenario’. Dit laatste betekent dat er vanuit wordt gegaan dat de huurdersorganisaties voor een deel afhankelijk zijn van de subsidie die zij ontvangen. De werkwijze die in deze situatie wordt voorgesteld is gebruikelijk binnen de dienst C&E, zij hebben veel ervaring hiermee omdat hier jaarlijks vele subsidies worden verstrekt. Het jaarlijkse subsidieplafond van de subsidiering is vorig jaar vastgesteld op € 25.500,-. Omdat bij het volledig afbouwen van een structurele subsidiering een redelijke termijn in acht genomen moet worden (Awb art. 4:51), zal dit jaar (2007) de subsidie op de gebruikelijke manier worden verstrekt op basis van het genoemde subsidieplafond uit 2006. Voor het jaar 2008, waarin de aanvraag voor de subsidie altijd voor 1 augustus van dat jaar wordt ingediend, zal het subsidieplafond met 25% afnemen. Dit betekent voor de huurdersorganisaties dat zij nog 75% van de gebruikelijke subsidie op dat moment zullen ontvangen. In 2009 zal het plafond nogmaals met 25% worden verlaagt wat inhoudt dat de huurdersorganisaties 50% van de gebruikelijke subsidie zullen ontvangen. In 2010 verminderd dit opnieuw met 25% en in 2011 zal de subsidie volledig afgebouwd zijn. Voorgaande betekent voor het uit te keren subsidieplafond in bedragen: 2007 € 25.500,(100%) 2008 € 19.125,( 75%) 2009 € 12.750,( 50%) 2010 € 6.375,( 25%) 2011 0 Financiën: Bij de notitie inzake ‘Ruimte voor nieuw beleid’ (RV 07.0081) is via onderstaande motivering besloten tot beëindiging van de financiële bijdrage aan huurdersorganisaties. “In artikel 7 van de Overlegwet (wet op het overleg huurders-verhuurders) staat onder andere dat de verhuurder de kosten aan de huurderorganisatie vergoedt die samenhangen met en noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taken. Om die reden wordt voorgesteld om het subsidiëren van de huurdersorganisaties door de gemeente af te bouwen. Dit levert een besparing van € 25.000,- per jaar”. Uit overwegingen zoals genoemd in deze notitie is een afbouw in vier jaren voorgesteld. De extra jaarlijkse kosten voor ‘afbouw bijdragen huurdersorganisaties’ worden gedekt door een onttrekking uit de reserve sociale huurwoningen. Bij deze reserve is rekening gehouden met een onttrekking voor de komende jaren van jaarlijks €6.900,-. Bij de beëindiging van de subsidieregeling zal deze onttrekking niet meer nodig zijn en ontstaat er dus budgettaire ruimte voor dekking van de tegenvaller voor de komende vier jaren als gevolg van de afbouw van de subsidieregeling ‘bewonersondersteuning’. De begrotingswijziging hiervoor is meegenomen bij de gevolgen van Ruimte voor nieuw beleid (RV 07.0081), de begroting hoeft daarom niet te worden aangepast als gevolg van dit voorstel. Het nogmaals verwerken van deze onttrekking uit de reserve sociale huurwoningen leidt tot een dubbele verwerking van de wijziging. Evaluatie: n.v.t. RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 08.0011 van 2008), mede gezien het advies van de commissie: BESLUIT: 1. De navolgende ‘Verordening subsidiering huurdersorganisaties 2007’ vast te stellen, luidende: Verordening Subsidiering Huurdersorganisaties 2007 Artikel 1 Aan huurdersorganisaties zoals omschreven in de Wet op het Overleg Huurders en Verhuurders kan in de vorm van een jaarlijkse bijdrage geldelijke steun worden verleend. Deze geldelijke steun is een ledensubsidie in de zin van artikel 1 van de Algemene Subsidieverordening 1998. Artikel 2 De gemeente stelt jaarlijks een subsidieplafond vast. Voor de periode 2007 bedraagt dit € 25.500,- . Artikel 3 Een huurdersorganisatie dient jaarlijks voor 1 augustus een schriftelijke subsidieaanvraag in. Deze aanvraag omvat tenminste: het aantal leden van de huurdersorganisatie per 1 juli van het betreffende jaar; het bank- of gironummer van de huurdersorganisatie. Artikel 4 Bij de subsidieaanvraag wordt meegezonden: een jaarverslag met financiële verantwoording over het voorafgaande jaar; een activiteiten- of beleidsplan met begroting over het lopende jaar; bewijs van representativiteit conform artikel 1, lid f van de Overlegwet. Artikel 5 Indien de aanvraag aan de eisen in art. 3 en 4 voldoet, dan kan de geldelijke steun worden toegekend. Artikel 6 De hoogte van de geldelijke steun wordt als volgt vastgesteld: er wordt een basisbedrag toegekend op basis van het aantal in Leiden gelegen wooneenheden van de verhuurder aan wie de huurdersorganisatie verbonden is, en wel: Aantal woningen Basisbedrag per huurdersorganisatie Van tot en met 100 1999 € 1.600,-2000 3999 € 1.800,-4000 5999 € 2.000,-6000 7999 € 2.200,-8000 En meer € 2.500,- na toekenning van de basisbedragen wordt het resterende budget (subsidieplafonds minus de som van de basisbedragen) aan de aanvragers toegekend naar rato van het aantal in Leiden aangesloten leden volgens art. 3. Artikel 7 De uitvoering van deze verordening wordt opgedragen aan Burgemeester en Wethouders. Artikel 8 Waar deze verordening geen uitsluitsel biedt, is de vigerende Algemene Subsidieverordening van kracht. Artikel 9 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Subsidiering Huurdersorganisaties 2007. 2. De verordening met terugwerkende kracht te doen ingaan op 1 januari 2007; 3. De raad te verzoeken motie 3 bij raadsvoorstel 07.0081 “Ruimte voor nieuw beleid” over de huurdersondersteuning als afgedaan te beschouwen. Gedaan in de openbare raadsvergadering van , de Griffier, de Voorzitter, TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: Naam: Organisatieonderdeel: Telefoon: E-mail: A. Dijkhof Realisatie, team Stadsleven 5972 [email protected] Verantwoordelijk portefeuillehouder: Van Woensel Communicatie: Indien besluit is genomen worden de huurdersorganisaties formeel per brief op de hoogte gesteld van de afbouw van de subsidies. Bijgevoegde informatie: ADVIES PRESIDIUM Doel: Behandelingsvoorstel: Opmerkingen/aandachtspunten: B&W nr. 08.0067 d.d. 05-02-2008 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Verordening subsidiering huurdersorganisaties 2007 en de afbouw van deze subsidies (2007-2011) BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. De raad voor te stellen: a. De “Verordening Subsidiering Huurdersorganisaties 2007” vast te stellen; en de verordening met terugwerkende kracht te doen ingaan op 1 januari 2007; b. De motie 3 bij raadsvoorstel 07.0081 “Ruimte voor nieuw beleid” over de huurdersondersteuning als afgedaan te beschouwen. 2. De subsidiering huurdersorganisaties vanaf 2008 tot 2011 af te bouwen door het vastgestelde subsidieplafond jaarlijks met € 6.375,- af te laten nemen; Samenvatting De raad heeft de Verordening Huurdersorganisaties 2007 vastgesteld, de subsidiemethodiek is voor dit jaar nog hetzelfde als de voorgaande jaren. Vanaf 2008 tot 2011 zal de subsidie afgebouwd worden, jaarlijks zal het subsidieplafond met € 6.375,- afnemen.