Heemst Heemst is een hoge roze bloeiende oeverplant met een fluweelachtig blad. De plant is meerjarig en is familie van de bekende stokroos. Heemst is een van de oudst bekende geneeskruiden, de naam Althaea is afgeleid van het Griekse althaino, dat helen of genezen betekent. Vroeger kauwde men op de wortels om tandpijn te verzachten. Heemst is een plant van rietruigten langs voornamelijk brede wateren. In ons land komt heemst vrijwel uitsluitend in de kustgebieden en brakwatervenen voor. Het is een kenmerkende soort van brakke zoomvormige ruigten in licht brak en voedselrijk water. Het chloridegehalte kan variëren van 200-1000 mg chloride per liter. Het grondwater in de rietkraag bevindt zich bij voorkeur (0)- 5–15 cm onder het maaiveld. Heemst behoort tot de oerplanten van het NoordHollandse landschap. De soort kwam 4000 jaar geleden al voor in de drooggevallen delen van het wadgebied in de kop van Noord-Holland, Waterland en West-Friesland. Foto: Henk van Bruggen Verspreiding Landelijk gezien is Heemst tamelijk zeldzaam. De hoofdverspreiding ligt in het in het Deltagebied, verder komt de soort voor in Noord-Holland, het IJsselmeergebied en bij Nieuwkoop. In Noord-Holland is het voorkomen vrijwel beperkt tot de (voormalige) brakke veenweidegebieden van de Zaanstreek, het Alkmaardermeergebied en de binnendijks gelegen rietlanden langs het IJsselmeer. Samen met soorten als Echt lepelblad, Zilt torkruid, Selderij, Moerasmelkdistel en Ruwe bies maakt de plant deel uit van de brakke zoomvormige ruigtebegroeiingen. De best ontwikkelde bloemrijke rietruigten komen voor langs oevers van brede wateren en meren. Door golfslagwerking kunnen dit soort begroeiingen meer dan een halve eeuw vrijwel ongewijzigd standhouden. Aantallen en trends Heemst vertoont landelijk gezien een neergaande tendens door verzoeting van het voormalige kerngebieden zoals het voormalige Zuiderzeegebied en delen van het Deltagebied. Bij een goed beheer kan Heemst zich ook in verzoetende omstandigheden echter nog lang handhaven. Heemst is vatbaar voor verruiging door brandnetels, Haagwinde, wilgen en bramen. Bedreiging Verzoeting van het oppervlaktewater Staken van beheer, gevolgd door boom- en braamopslag in rietruigten Omzetting van rietkragen in grasland of sterke beweiding van de rietkraag Regelmatig maaien of uitkrabben van de rietkraag Het laten liggen van maaisel, tuinafval of het storten van bagger Soortenbescherming 2012, voor meer informatie: [email protected] 1 Beheer Rietzomen met heemst kunnen het best zoveel mogelijk worden ontzien in het beheer. Toch is enig beheer noodzakelijk (verwijderen van houtopslag) om dominantie van bramen, bomen en struiken te voorkomen. Het eens in de 5-10 jaar verwijderen van opslag behoort daarom tot het meest gunstige beheer. Regelmatig maaien is ongunstig, maar af en toe maaien (1x in de 5 tot 8 jaar) is soms noodzakelijk om dominantie van ruigtekruiden als Grote brandnetel en Kleefkruid te doorbreken. Maaien in de buurt van boomopslag van elzen en wilgen werkt vaak averechts: in de open gemaaide vegetatie kunnen dan versneld bomen opslaan. Mogelijke maatregelen Er wordt een financiële bijdrage verstrekt voor op Heemst afgestemd oeverbeheer. Hoewel Heemst over het algemeen goed gedijd bij weinig of geen beheer, is enig beheer soms noodzakelijk om verruiging of verbossing te voorkomen. Hierbij valt te denken aan de volgende maatregelen: • Plaggen van verruigde rietkragen met Heemst. In verruigde kragen komt veel Grote brandnetel, Kleefkruid, Hondsdraf, grassen en/of Fluitenkruid voor. Bij het plaggen worden de heemstpollen ontzien omdat de soort anders door de maatregel verdwijnt. • Verwijderen van dikke pakken rietmaaisel/tuinafval in heemstrietland. • Plaatsen van een hek om rietlanden en rietkragen waarin Heemst voorkomt om begrazing door vee te voorkomen .. Richtlijnen voor ecologische monitoring De vegetatie kan jaarlijks omstreeks augustus gemonitord worden, als Heemst uitbundig bloeit. Per 100m rietkraag worden de heemstpollen geteld en genoteerd. Ook het beheer wordt genoteerd (wanneer, wat voor beheer), evenals de hoogte van de rietkraag in cm. Van de ruigtesoorten als Grote brandnetel, Kleefkruid, Braam, Haagwinde en houtopslag (Wilg, Els), wordt geschat hoeveel oppervlak ze bedekken in de rietkraag (% bedekking van de bladmassa per soort). In de monitoring is het van belang om ook van andere brakke soorten de aantallen te tellen: Echt lepelblad, Zilt torkruid, Selderij, Moerasmelkdistel en Ruwe bies. Omdat het effect van de maatregelen vaak pas na verloop van jaren zichtbaar is, is het belangrijk de monitoring na enige jaren te herhalen. Status Heemst Nationaal Rode Lijst (kwetsbaar) Landelijke doelsoort In Natura 2000 gebieden kenmerkende soort van het Habitattype ‘Voedselrijke zoomvormende ruigten’ Soortenbescherming 2012, voor meer informatie: [email protected] 2