Food likes and their relative imortance in human eating behavior: review and preliminary suggestions for health promotion review: onderzoek psychologische determinanten van eetgedrag - intern: zintuiglijk - extern: info, sociale context en de omgeving via mere exposure, pavloviaanse conditionering en sociaal leren: verbanden tussen deze factoren, eten lekker vinden en eetgedrag zintuiglijke aspecten lijken belangrijkst te zijn voor ontwikkelen, onderhouden en veranderen van voedingspatronen initiatieven om gezond eetgedrag te promoten: meer aandacht voor leren en het lekker vinden van eten Inleiding voedingspatronen: bepaalt door waaier van sociale, culturele en economische factoren intra-individueel: fysiologisch en psychologisch (voorkeuren en kennis ivm eten) sociaal: familie- en groepsinvloed lusten speelt belangrijke rol bij keuze van voedsel (indien geen economische of beschikbaarheidsbeperkingen) weinig “onderhandelen” mogelijk: als voedsel niet goed ruikt, voelt of proeft, zal zal het niet gegeten worden Modellen: - factoren in drie groepen: levensloop, invloeden en persoonlijk moeilijk om concrete voorspellingen te maken - hypothetisch model (zie cursus) - Taxonomie van voedsel (Rozin) - sensorieel - verwachte gevolgen - ideeën - drie niveaus van variabelen: 1) meest afhankelijke variabele: eetgedrag (voedselkeuze/voorkeur + inname) 2) taxonomie voedsel (incl. verwachten tgnover voeding en gezondheid) 3) interne (zintuigen) en externe (sociaal, omgeving, info) stimuli factoren buiten beschouwing: homeostasemech (vb, Na, vocht,…), fysiologische regulering verzadiging/honger, persoonlijkheidskenmerken, socio-econ,… gebrek aan gegevens: niet alle data besproken Interne stimuli: flavor integratie verschillende sensaties hoe? Verschillende studies eff sterkt afhankelijk van bestanddelen van voedsel Externe stimuli - informatie info over gezonde voeding: soms +, soms -, soms geen eff afh. van soort product, manier info geven, verwachtingen en houding tov voeding ~ verwachtingen: - kunnen eff hebben in 2 richtingen (+ of -) - onrealistische verwachtingen: contrast eff (vb, als verwachting tegenvalt, negatiever beoordelen dan als geen verwachting) ~ houding tov voeding of bezorgdheid gevolgen voor gezondheid: mensen die meer belang hechten aan gevolgen gezondheid, meer beïnvloed door info ~ eff info op keuze voeding inconsistente resultaten - sociale omgeving ~ indirect: ideeën, culinaire gewoontes, gelegenheden ~ direct: door andere persoon eff via sociale facilitation, huisregels ivm voedsel op jonge leeftijd of leermech - fysiche omgeving beschikbaarheid en toegang als toegang gelimiteerd: shift naar ander voedsel Aangeboren en verworden voorkeuren - aangeboren pasgeborenen ~ reuk: geen bewijs ~ smaak: voorkeur zoet, afkeer bitter en zuur, zout: onstabiel (van – naar + met leeftijd; rol intake experience) tweelingen genetische verschillen overvleugeld door verworven voorkeuren - verworven nieuwe voorkeuren, veranderen aangeboren voorkeuren of voorkeuren onderhouden die anders zouden verdwijnen mech: * mere exposure - versterkt affectieve respons - van in het begin (ongeboren kind?) - oorzaken: - = noodzakelijk en voldoende conditie - = conditie die andere processen laat werken * Pavloviaanse conditionering - mss belangrijkste proces - expectancy learning en affective-evaluative learning - niet mutueel exclusief Stimuli: 1) gevolgen - zeer sterk mech (12-51% van voedsel-aversies) - misselijkheid: aversie + ontwijken (= evaluative en expectancy) - andere: diarree, ademhalingsproblemen, uitslag: ontwijken (= expectancy) - positief: minder duidelijk wrsch veel zetmeel of vet of veel calorieën afh verzadigingstoestand (enkel + als honger) 2) - flavors flavor-flavor: evaluative learning (affectieve smaak: inherent of aangeleerd) niet alleen smaken, ook voedsel (vb, koffie eerst met melk en suiker) als info “lekker” mensen meer geneigd om onbekend eten te eten 3) - walging uitlokkende stimuli verschil 1): geen directe mediatie door ziekte-uitlokkende stimulus mediatie door kennis en mental image negatieve info en gedwongen consumptie * Sociaal leren - jonge kinderen: eten = gelegenheid sociale interactie en leren over voedsel - modellen: leeftijdsgenoten, broers/zussen, ouders e.a. volwassenen - mech: mere exposure, Pavlov,… bv. Observatie - ouders belangrijkst, maar “familie paradox” (wel algemene voorkeuren, maar geen specifieke) door eff anderen - jonge kinderen: neutraal voedsel + beloning/aandacht: sterkere voorkeur - tegengesteld eff voedselbeloning: lekker eten als beloning als je iets niet lekker (maar gezond) eet aversie tegenover niet-lekkere = destructive coercion Relatieve impact van voorkeuren e.a. determinanten op eetgedrag - op verschillende dimensies: frequentie, hoeveelh en duur maaltijd,… - discrepanties: impact andere factoren - onderzoek: lekker vinden is dominante rol in voedselkeuze en consumptie MAAR: weinig bewijs en methodologische problemen Alternatief voor bestaande interventie-strategieën veel mensen willen wel gezonder eten, maar toch geen Δ gedrag - verschillende bronnen voor ideeën over eten - conflicten intr en extr waarden (lekker (korte termijn) vs. Gezondh (lange termijn) - weinig fysische feedback op dieetveranderingen twee soorten interventies: 1) individueel: bewust maken van probleem + persoonlijke motivatie en vaardigh 2) context stimuli voor voedselkeuze (gemeenschap) effectiviteit? 1) invidueel - toename kennis en bewustzijn - toch geen Δ gedrag, soms zelfs tegengesteld eff - afh houding tov gezond voedsel en bezorgdheid om gezondh - theoretische modellen (Health Belief Model, Theory of Reasoned Action) kritiek: steunen op rationele beslissingen ivm gedrag rond gezondheid(s-risico) 2) manipuleren context stimuli: omgeving en familie - veranderen food supply – variety - info over voeding op plaats waar voedselkeuze - samenwerken met verkopers eetwaren - werkplaats: interventies en incentives - veranderen structuur GZZ gezonde producten meer opvallend in supermarkt en cafetaria - effecten +, maar niet altijd bevestigd - problemen: 1) wel Δ gedrag op vb, werk, maar geen veralgemening naar thuis 2) manier info geven is modulerende factor - interventies zouden niet enkel persoon verantwoordelijk voor voedselkeuze moeten bereiken, maar hele familie voor langdurige effecten suggesties voor toekomst - omgevingsinterventies: herhaalde positieve ervaring met gezonde producten vinden het lekkerder - niet enkel visueel, ook smaak - mogelijkh: - schoollunches aanpassen - taste games - supermarkt: proeven van gezond (en lekker) eten - evaluative en expectancy learning - direct of via verbale boodschappen bv. zoetstoffen toevoegen en gradueel afbouwen (smaak-smaak-paradigma) - info: nadruk ass gezonde producten en goede smaak - ook sociaal of observationeel - ook eff op geanticipeerde gevolgen (gezondh’seff meestal lange termijn en rel zwak) - zoeken naar herkenbare instant-beloningen - probleem: als product gezonder maken (vb, low fat) vaak ook Δ smaak Conclusie ! beperkingen review: studies blanke, westerse mensen, jong tot middelbare leeftijd hypothetisch model: nood verder onderzoek onderzoek suggereert dat voorkeur en afkeer voedsel belangrijke determinant is via mere exposure, Pavlov en sociaal leren leerprincipes en voedselvoorkeuren zouden centrale plaats moeten krijgen in interventies rond eetgedrag (individueel of via omgeving)