Vergoedingen Vrijwilligers NOMB Bron: handboek 2014 loonheffing

advertisement
Vergoedingen Vrijwilligers NOMB
Bron: handboek 2014 loonheffing onkosten/reiskosten vrijwilligers
Inleiding
Het is belangrijk dat de regeling duidelijk en eenduidig is. Verschillen tussen vergoedingen van vrijwilligers binnen
dezelfde organisatie moeten voor iedereen verklaarbaar zijn. Dit vraagt om zorgvuldige en heldere afwegingen, op basis
van een goed inzicht in de activiteiten van de vrijwilligers binnen de organisatie. Gebeurt dit niet, dan leidt dit al gauw
tot onrust en ontevredenheid bij de vrijwilligers. Voor NOMB zijn twee soorten inzet van vrijwilligers ( bij een project
of bij het algemeen werk van NOMB) . Bij projecten/aanvragen zal de onkostenvergoeding in de begroting opgenomen
moeten worden
Bij het uitvoeren van vrijwilligerswerk worden door vrijwilligers vaak onkosten gemaakt. Deze onkosten kunnen sterk
per activiteit verschillen. De onkosten die het meest voorkomen zijn:



reiskosten van en naar het werk en woon/werk boven de 5km
kosten voor trainingen en/of cursussen;
telefoonkosten
Voor de belastingdienst is het van belang dat vrijwilligers geen (verkapte) beloning voor hun werkzaamheden ontvangen.
De belastingdienst onderscheidt twee mogelijkheden voor het vergoeden van onkosten, het combineren van beide is niet
mogelijk!
1.
2.
het vergoeden van werkelijk gemaakte kosten óf
het uitbetalen van een standaard onkostenvergoeding.
1. Vergoeding van werkelijk gemaakte kosten ( vrijwilligers die niet verbonden zijn aan een project van NOMB
Vrijwilligers kunnen door middel van declaratieformulieren, kwitanties, rekeningen en bonnen de werkelijk gemaakte
onkosten declareren bij NOMB. De vergoeding van deze kosten is niet aan een maximum gebonden, zolang de kosten
maar ‘hard gemaakt’ kunnen worden.
Reiskosten
Voor de vergoeding van reiskosten vindt de berekening vaak plaats op basis van het openbaar vervoer of
kilometervergoeding, dan mag deze vergoeding kostendekkend zijn. Voor een auto is dat de gemiddelde kilometerprijs
waarvoor hij/zij rijdt. Om dit te bepalen worden de richtlijnen van de ANWB gebruikt. Kilometervergoeding is 0,19 cent
of 0,30 cent per km? …. Mijn voorkeur is dat we de vrijwilliger niet moeten belasten met belasting administratie daarom
0,19 netto per km.
2. Standaard onkostenvergoeding: maximaal € 150,- per maand en € 1.500,- per jaar ( vrijwilligers die verbonden
zijn aan een project van NOMB)
Vanaf 2006 geldt een maximale vergoeding van € 150,- per maand en € 1.500,- per jaar. Bij ziekte wordt niets
uitgekeerd.
Deze standaard onkostenvergoeding is als bedrag éénmalig en persoonsgebonden. Dit betekent dat een vrijwilliger die bij
meerdere organisaties vrijwilligerswerk uitvoert niet meerdere keren € 150,- mag ontvangen. Ongeacht waar en hoeveel
de vrijwilliger in een maand werkt, de maximale vergoeding blijft in totaal € 150 per maand. In dit geval is overleg met
de vrijwilliger nodig indien zij/hij bij meerdere organisaties vrijwilligerswerk doet
Voor vaste onkostenvergoeding per maand voor het maximum van € 150,- per maand 33 uur (x € 4,50) onbelast moet
werken, ofwel zo’n 8 uur per week.
Iemand tot 23 jaar moet dan per maand 60 uur (x € 2,50) vrijwilligerswerk doen voor het maximale bedrag van € 150,- is
bereikt ( is ongeveer 15 uur per week!).
Wanneer een vrijwilliger meer dan € 1.500,- vergoeding per jaar ontvangt, moeten deze inkomsten worden opgegeven
aan de belastingdienst. Tenzij het gaat om werkelijk gemaakte kosten (en het hele bedrag aantoonbaar is met bonnetjes
e.d.) want in dat geval geldt regeling bedragen groter dan de maximum vergoeding zijn namelijk wel belastbaar.
Vrijwilligerswerk en een uitkering
Uitkeringsgerechtigden mogen vaak vrijwilligerswerk doen met behoud van de uitkering, maar zijn hierbij wel gebonden
aan een aantal regels.. Daarnaast is het verstandig dat de vrijwilliger contact opneemt met de uitkerende instantie.
Er is een kanttekening voor mensen met een uitkering in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB). In 2005 was het
zo dat een onkostenvergoeding ook door de WWB niet als inkomen werd gezien en dus niet gekort werd op een
uitkering. Per 1 januari 2006 zijn er echter twee mogelijkheden voor mensen die onder de WWB vallen:
Regeling onkostenvergoeding vrijwilligers NOMB concept versie 0.1 CY 21 juli 2015
1.
2.
Het vrijwilligerswerk is – volgens het college van B&W - onderdeel van een traject dat gericht is op
arbeidsinschakeling. In dat geval kan de Sociale Dienst besluiten dat een vrijwilliger maximaal € 150,- per
maand, met een maximum van € 1.500 per jaar, als onkostenvergoeding mag krijgen zonder dat dit gevolgen
heeft voor de hoogte van de uitkering. In dat geval zal de organisatie waar deze vrijwilliger actief is, een
opgave voor de WWB moeten bijhouden.
Het vrijwilligerswerk voor mensen met een bijstand uitkering is – volgens het college van B&W – géén
onderdeel van een traject dat gericht is op arbeidsinschakeling. In dat geval mag een vrijwilliger maximaal €
95,- per maand, met een maximum van € 764 per jaar, als onkostenvergoeding krijgen zonder dat dit
gevolgen heeft voor de hoogte van de uitkering.
Alternatieven
Naast de vergoeding van onkosten zijn er ook andere vormen om waardering aan de vrijwilligers uit te drukken. Het gaat
hierbij dan om vergoeding die de vrijwilligers kunnen beschouwen als vormen van beloning zoals:


kerstattentie;
jaarlijks uitje voor de hele groep
Regeling onkostenvergoeding vrijwilligers NOMB concept versie 0.1 CY 21 juli 2015
Download