Activiteiten in Accountancy • Management accounting • Financial accounting (externe verslaggeving) (interne verslaggeving) – Boekhouden – Consolidatie – Financiële analyse van de onderneming – Externe audit – Cost accounting – Cost management – Strategische lange termijn planning – Budgetteren – Management controle Cost accounting • Onderdeel van de interne verslaggeving • Doel : berekenen hoeveel een bepaald product of een bepaalde dienst eigenlijk kost • Techniek die (indirecte) kosten gaat toewijzen aan producten – Alternatieve omslagsleutels kunnen resulteren in verschillen in toegewezen kosten en winst/verlies Boekhouding als basis voor de jaarrekening • Alle transacties m.b.t. aankoop van inputs, transformatieproces en verkoop van outputs en de impact ervan worden geregistreerd in monetaire termen • Boekhouding is de systematische registratie van deze transacties • Betekenisvolle samenvatting hiervan : jaarrekening Wat is de jaarrekening? • Op basis van de boekhouding wordt de financiële en economische toestand van de onderneming gerapporteerd aan alle interne en externe belanghebbenden – Niet elke individuele transactie – Samenvatting : de jaarrekening • wettelijk bepaalde structuur en inhoud : balans, resultatenrekening en toelichting • Financiële analyse van een onderneming op basis van de gegevens uit de jaarrekening Jaarrekening • Momentopname van systematische registraties • Componenten – Balans – Resultatenrekening – Toelichting – Sociale balans – Cash flow tabel • Dient gecontroleerd en goedgekeurd te worden door revisor Externe controle, goedkeuring door de AV en publicatie • Externe controle door de commissarisrevisor – Controleverslag : rapporteert over verplichte controle door 1 of meer commissarisrevisoren • Het jaarverslag (zie volgende slide) • Goedkeuring door de algemene vergadering • Openbaarmaking van de jaarrekening Jaarverslag • bestuurders van ondernemingen die moeten publiceren volgens volledig schema moeten ook een jaarverslag opstellen waarin zij rekenschap geven van hun beleid – commentaar op de jaarrekening waarbij een getrouw overzicht wordt gegeven van de gang van zaken en van de positie van de vennootschap – info omtrent belangrijke gebeurtenissen na einde van boekjaar – info over omstandigheden die ontwikkeling van vennootschap kunnen beïnvloeden – info ivm R&D Accounting principes • Voorwerp : Ondernemingsentiteit – d.w.z. onderneming als afzonderlijk geheel, onafhankelijk van de eigenaars • Doelstelling jaarrekening : verschaffen van – Begrijpelijke informatie – Relevante informatie – Betrouwbare informatie – Vergelijkbaar tussen ondernemingen Jaarrekening : kwalitatieve kenmerken • Begrijpelijkheid – Iemand die vertrouwd is met de principes en van jaarrekening (zonder expert te zijn) moet deze kunnen begrijpen • Relevantie – Informatie moet nuttig en betekenisvol zijn om winstgevendheid en schuldverplichtgingen (KT en LT) te kunnen interpreteren • Betrouwbaarheid – Moet een getrouw beeld geven van het vermogen van een onderneming, haar financiële positie en resultaat • Vergelijkbaarheid – Zowel in de tijd als tussen ondernemingen Accounting principes • Conceptueel kader: – Accrual accounting (aangroeibeginsel) • transacties worden verwerkt waneeer ze zich voordoen, ongeacht het moment waarop zij resulteren in in-of-uitgaande kasstromen (>< kasboekhouding) – Continuïteitsbeginsel • Veronderstelling van onbeperkte levensduur van onderneming Accounting principes • Waardering van de elementen in de jaarrekening – – – – – Monetaire kwantificering Periodiciteit : gelijke periodes Historische kost Consistentie (m.b.t. waarderingsregels) Voorzichtigheid • Niet-gerealiseerde winsten mogen NIET in reserves komen • WEL rekening houden met mogelijk ongunstige factoren Voorraadwaardering • Verschillende methodes mogelijk • 4 systemen zijn wettelijk toegelaten – Individueel identificeerbare prijzen • Bij elke aan- en verkoop wordt de voorraadrekening aangepast voor de specifieke kostprijs van dat goed – First In First Out (FIFO) • Veronderstelling dat de eerst aangekochte goederen ook eerst verkocht/verbruikt worden • Waarde van de eindvoorraad wordt bepaald door meest recente aankoopprijzen – Last In First Out (LIFO) • Bij verbruik rekent men meest recente aankoopprijs • Waardering eindvoorraad gebaseerd op oudste prijzen – Gewogen gemiddelde • Onderneming moet consistent zijn • Keuze kan invloed hebben op het resultaat BALANS • formele voorstelling van alle bezittingen en schulden van een onderneming op een bepaald ogenblik • voorstelling : Balans per 31/12/2002 bezittingen = aanwending v.d. middelen schulden = financieringsbronnen v.d. onderneming ACTIEF PASSIEF • momentopname • Structuur van de Balans : A-zijde : volgens stijgende LIQUIDITEIT P-zijde : volgens stijgende OPVRAAGBAARHEID Balans per 31/12/2002 Vaste activa Eigen Vermogen (E.V.) Vreemd Vermogen (V.V.) Vlottende activa - op lange termijn (L.T.) - op korte termijn (K.T.) ACTIEF • Vaste activa: – middelen vastgelegd op relatief LT, om in de onderneming te gebruiken – OK, IVA, MVA, FVA • Vlottende activa: – middelen vastgelegd op relatief KT, om ten gelde te maken – Vorderingen LT en KT, voorraden (handelsgoederen, grondstoffen…) – Geld op bankrekening – Geld in kas PASSIEF • Eigen vermogen – wat aandeelhouders zelf hebben ingebracht in de onderneming (kapitaal) – wat aangegroeid is als waarde v.d. onderneming door de werking : winst die in de onderneming gehouden werd • Vreemd vermogen: – LT : meer dan 1j – KT : minder dan 1 j Voorbeeld … oprichten van een groentewinkel ACTIEF • • • • • PASSIEF Gebouw MVA Kasten, toonbank, … MVA Computer MVA Groenten en fruit VOORR handelsdebiteuren VORD KT (vord tov klanten) • Bankrekening • Kas • Eigen geld in de zaak gestoken KAPITAAL • Lening bij bank SCHULDEN LT • Lening bij ouders … SCHULDEN KT LM LM • Al deze informatie komt in de balans en geeft de toestand weer op 1 bepaald ogenblik • fundamentele gelijkheid : ACTIEF = PASSIEF vermits : totaal van de aanwendingen = totaal van de bronnen RESULTATENREKENING • formele voorstelling van het resultaat van een onderneming over een bepaalde periode • voorstelling : Resultatenrekening over 2002 KOSTEN OPBRENGSTEN resultaat = winst of verlies • géén momentopname, wel m.b.t. periode * Structuur van de Resultatenrekening : Bedrijfsresultaat bedrijfsopbrengsten - bedrijfskosten Financieel resultaat financiële opbrengsten - financiële kosten Uitzonderlijk resultaat uitzonderlijke opbrengsten - uitzonderlijke kosten winst (verlies) van boekjaar vóór belastingen - belastingen = winst van het boekjaar * Resultaatverwerking : wat gebeurt er met de winst? TOELICHTING Wanneer de (financiële) gegevens vermeld in de jaarrekening niet volstaan om een GETROUW BEELD te geven, moeten aanvullende inlichtingen worden verstrekt in de toelichting : Bv. : • Waarderingsregels • (versneld) afschrijvingsplan • m.b.t. voorraden (LIFO ipv FIFO) • Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen (niet monetair kwantificeerbaar) die het vermogen, de financiële positie of het resultaat van de onderneming aanmerkelijk kunnen beïnvloeden TOELICHTING •Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen (niet monetair kwantificeerbaar) • zekerheden door derden gesteld (waarborg voor schulden en verplichtingen, …) • verplichtingen tot aankoop/verkoop van activa • Hangende geschillen • toekomstige pensioenverplichtingen gedragen door onderneming CASH FLOW TABEL • CASH FLOW (CF) • CF = winst na belastingen + niet-kaskosten (NKK) – NKK : kosten die geen uitgaven met zich meebrengen – NKK = afschrijvingen + waardeverminderingen + voorzieningen – Vaak voorgesteld als verbetering van de nettowinst na afschrijvingen en andere NKK – Gemakkelijk te berekenen via informatie uit jaarrekening • CF = kasopbrengsten - kaskosten – belastingen – Oorspronkelijke betekenis – Moeilijk te berekenen (niet voldoende informatie in de jaarrekening) • CF : algemene maatstaf van de bruto zelffinancieringsmogelijkheden van de onderneming De jaarrekening in België • Onderscheid tussen : – Kleine ondernemingen – Middelgrote ondernemingen – Grote ondernemingen Kleine ondernemingen • Mogen vereenvoudigde boekhouding voeren en mogen een eigen interne jaarrekening opmaken • Jaarrekening moet niet openbaar gemaakt worden • Criteria (4) moeten tegelijkertijd gelden – Juridisch : natuurlijke personen die koopman zijn, V.o.F., Command. Ven. – Omzet < 495.787,05 (20 miljoen fr.) – Geen krediet- en financiële activiteiten, wisselagenten, … – Personeel : jaargemiddelde < 100 VTE Andere (≠ kleine) ondernemingen • Moeten een volledige boekhouding voeren – boekhouding – rekeningstelsel – inventaris – opstellen van jaarrekening • Moeten een jaarrekening opstellen volgens het voorgestelde wettelijke schema Onderscheid tussen middelgrote en grote ondernemingen • jaarrekening volgens het volledig schema wanneer meer dan 1 van de volgende criteria overschreden worden: – jaargemiddelde personeelsbestand : 50 voltijdse equivalenten – jaaromzet excl. BTW: EUR 6.250.000 – balanstotaal : EUR 3.125.000 • anders jaarrekening volgens het verkorte schema Middelgrote en grote ondernemingen • Publicatieverplichting voor ondernemingen met volledige boekhouding (dus niet voor de kleine): neerleggen van jaarrekening bij Nationale Bank van België – enkele controles – informatie wordt verspreid (o.a. op CD-ROM Belfirst) • Ziekenhuizen : – Jaarrekening neerleggen bij Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu – Worden niet openbaar gemaakt Overlopen van een balans • Algemeen – Activa : vlottende en vaste activa – Passiva : eigen en vreemd vermogen • Gedetailleerd – Vast schema van de verschillende rubrieken die deel uitmaken van zowel Activa als Passiva (I – X) Balans Activa Passiva – Vaste activa – Vlottende activa Totaal der activa – Eigen vermogen – Vreemd vermogen = Totaal der passiva Werkinstrument van Wie is eigenaar? de onderneming • • Terreinen, gebouwen, machines, … Voorraden, vorderingen, liquide middelen, … Vaste activa • Zijn eigenlijk onttrokken aan de courante bedrijfsomloop – Staan langer dan 1 jaar ter beschikking van onderneming – Er wordt geen handel in gedreven – Worden gebruikt om opbrengsten/omzet te helpen voortbrengen • Onderhevig aan slijtage, technologische veroudering, … – Aanschaffingswaarde wordt als kost gespreid over vermoedelijke gebruiksduur (d.i. afschrijving) – Afschrijving vermindert de corresponderende actiefpost op de balans Vlottende activa • Zijn onmiddellijk bruikbaar en/of binnen het jaar in geld omzetbaar – Voorraden – Vorderingen op < 1 jaar (o.a. klantenkrediet) – Geldbeleggingen op korte termijn – Liquide middelen Eigen vermogen • Vermogen dat eigenaars (aandeelhouders) ter beschikking stellen – Kapitaal – Reserves : ontstaan uit winst • Winst die niet uitgekeerd werd aan aandeelhouders (dividenden) maar in de onderneming blijft • Behoren toe aan de wettelijke eigenaars en maken dus deel uit van het eigen vermogen Vreemd vermogen (schulden) • Schulden op > 1 jaar • Schulden op < 1 jaar Balans (1) • Activa – Vaste activa I. II. Oprichtingskosten Immateriële vaste activa III. Materiële vaste activa IV. Financiële vaste activa • Passiva – Eigen vermogen I. II. III. IV. V. VI. VII. Dotaties, inbreng en giften in kapitaal Herwaarderingsmeer -waarden Reserves Overgedragen winst/verlies Investeringssubsidies Sluitingspremies Voorzieningen voor risico’s en kosten Balans (2) • Activa – Vlottende activa V. Vorderingen > 1 jaar VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering VII. Vorderingen < 1 jaar VIII. Geldbeleggingen IX. Liquide middelen X. Overlopende rekeningen • Passiva – Vreemd vermogen VIII. Schulden > 1 jaar IX. Schulden < 1 jaar X. Overlopende rekeningen Overlopen van een balans met verwijzing naar de rest van de jaarrekening BALANS : Activa • I Oprichtingskosten – kosten van oprichting en kapitaalsverhoging • Honorarium notaris, vergoeding aan bank voor plaatsing aandelen, drukkosten aandelen, honorarium advocaat bij opstellen statuten, inschrijving HR, … – kosten bij uitgifte van leningen • Kosten prospectus, drukkosten obligaties, notariskosten, … – overige OK – Herstructureringskosten • Uitzonderlijke afschrijvingen, opzegvergoedingen, kosten herscholing personeel, … BALANS : Activa • II IVA – kosten van onderzoek en ontwikkeling – Concessies (= vergunning van overheid tot aanleg van werken, verrichten van diensten), octrooien, licenties, know-how, merken e.d. – Goodwill (= prijs betaald voor verwerving van een onderneming voor zover die hoger is dan de nettowaarde van de activa van deze ond.) – Vooruitbetalingen op IVA (= betaalde voorschotten in afwachting van ontvangst van bv. licentie of concessie) BALANS : Activa • III MVA A. Terreinen en gebouwen B. Materieel voor medische uitrusting (Installaties, machines, uitrusting) C. Materieel voor niet-medische uitrusting (Meubilair en rollend materieel) D. Huurfinanciering (leasing) en soortgelijke rechten E. Overige MVA F. Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen BALANS : Activa • III MVA (2) – Afschrijvingen RR – Waardeverminderingen RR – Herwaarderingen RR • Waarde moet op vaststaande en duurzame wijze uitstijgen boven boekwaarde • Moet verantwoord zijn door rendabiliteit van de onderneming nazien (de winstgevendheid van de onderneming moet voldoende zijn om de uit de herwaardering resulterende afschrijving te kunnen dekken BALANS : Activa • III MVA (3) – buiten gebruik stellen overige MVA – realiseren RR leidt tot winstbelasting op gerealiseerde meerwaarde BALANS : Activa • IV FVA – Aankopen van aandelen & obligaties in andere ondernemingen met oogmerk van een duurzame band of continu karakter • Verbonden ondernemingen (indien controle van de onderneming : “moeder-dochter”) • Deelnemingsverhouding (1/10 van kapitaal) • Andere • Indien binnen 12 maanden weer afstand VIII Geldbeleggingen – Waardeverminderingen RR – Herwaarderingen RR BALANS : Activa • V Vorderingen > 1 jaar – Vorderingen voor prestaties – Overige vorderingen BALANS : Activa • VI Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Grondstoffen en leveringen • • FIFO, LIFO, gewogen gemiddelde, individuele waardering permanente of periodieke inventaris B. Bestellingen in uitvoering BALANS : Activa • VII Vorderingen ten hoogste 1 jaar A. Vorderingen voor prestaties 1. 2. 3. 4. 5. Patiënten Verzekeringsinstellingen Inhaalbedragen Te innen opbrengsten Overige vorderingen voor prestaties B. overige vorderingen 1. Geneesheren, tandartsen, verplegend personeel en paramedici 2. Overige BALANS : Activa • VIII Geldbeleggingen – eigen aandelen – aandelen – vastrentende effecten – termijndeposito’s BALANS : Activa • IX Liquide middelen • X Overlopende rekeningen van het Actief – Over te dragen kosten • de pro rata van kosten die werden gemaakt tijdens het boekjaar of tijdens een vorig boekjaar, maar die ten laste van 1 of meer volgende boekjaren moeten gebracht worden – Verworven opbrengsten • de pro rata van de opbrengsten die maar id loop ve volgend boekjaar zullen geïnd worden, maar die betrekking hebben op een verstreken boekjaar TOTAAL DER ACTIVA • Som van de rubrieken I – X • Geeft aan wat de verschillende aanwendingen zijn van het vermogen van een onderneming BALANS : Passiva • I Dotaties, inbreng en giften in kapitaal • II Herwaarderingsmeerwaarden (t.g.v. “duurzaam” gestegen waarde van actiefelement (IVA, MVA, FVA) • III Reserves A. Wettelijke reserves (jaarlijks 5% van winst naar wettelijke reserve) B. Onbeschikbare reserves (indien onderneming eigen aandelen heeft gekocht + reserves waarover de AV niet met gewone meerderheid kan beslissen) C. Beschikbare reserves (hierover kan de AV met gewone meerderheid beslissen) BALANS : Passiva • • • • IV Overgedragen resultaat (winst/verlies) V Investeringssubsidies VI Sluitingspresmies VII Voorzieningen voor risico’s en kosten • Rubriek I – VII : eigen vermogen BALANS : Passiva • VIII Schulden op meer dan 1 jaar A. B. C. D. Financiële schulden Handelsschulden Voorschotten ministerie Overige schulden BALANS : Passiva • IX Schulden kleiner of gelijk aan 1 jaar A. Schulden >1 jaar die binnen 1 jaar vervallen B. Financiële schulden C. Lopende schulden 1. 2. 3. 4. Leveranciers Te betalen wissels Inhaalbedragen Geneesh., tandartsen, verpl. pers en param. D. Ontvangen vooruitbetalingen E. Schulden m.b.t. belast. en bezold. F. Overige schulden BALANS : Passiva • X Overlopende rekeningen van het Passief – Toe te rekenen kosten – Over te dragen opbrengsten TOTAAL DER PASSIVA • Som van de rubrieken I - X Resultatenrekening I. Bedrijfsopbrengsten II. Bedrijfskosten III. Bedrijfswinst/verlies IV. Financiële opbrengsten V. Financiële kosten VI. Winst/verlies (lopend resultaat) VII. Uitzonderlijke opbrengsten VIII. Uitzonderlijke kosten IX. Winst/verlies van het boekjaar RR : I. Bedrijfsopbrengsten A. Omzet 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Verpleegdagprijs Geraamd te ontvangen inhaalbedrag Geraamd terug te betalen inhaalbedrag Supplementen kamers Fortaits RIZIV Farmac. producten Honoraria B. Andere bedrijfsopbrengsten RR : II. Bedrijfskosten A. Voorraden en leveringen 1. Inkopen 2. Wijzigingen B. C. D. E. F. G. Diensten en bijkomende leveringen Bezoldigingen en sociale lasten Afschrijvingen Waardeverminderingen op vlottende act. Voorzieningen voor risico’s en kosten Andere bedrijfskosten Bedrijfswinst/verlies Bedrijfsopbrengsten - Bedrijfskosten = Bedrijfswinst/verlies Probleem : honoraria artsen • Afhankelijk van statuut van de geneesheren en het innen van de honoraria kunnen zich verschillende mogelijkheden voordoen wat betreft boekhoudkundige verwerking 1. Ziekenhuis int honoraria en geneesheren zijn in loondienst • Opbrengsten : • • Honoraria (709) Kosten • Bezoldigingen en sociale lasten (62) 2. Ziekenhuis int honoraria en geneesheren zijn zelfstandigen • Opbrengsten : • • Honoraria (709) Kosten • Diensten en bijkomende leveringen (61), Bezoldigingen voor geneesheren, tandartsen, verplegend personeel en paramedici (619) 3. Geneesheren innen zelf honoraria, houden een deel af en storten het andere deel aan ziekenhuis ter vergoeding van gebruikte infrastructuur • Opbrengsten : • • Honoraria (709) enkel saldo ! Kosten • 0 • Binnen ziekenhuis kunnen verschillende systemen naast elkaar bestaan naargelang sector – Hospitalisatie – Med-techn. Prestaties op gehospitaliseerde patiënten – Med-techn. Prestaties op nietgehospitaliseerde patiënten – Consultaties – Dagziekenhuis • In de drie gevallen blijven de financiële resultaten gelijk … • … MAAR : bij inning door geneesheren zal de omzet van het ziekenhuis lager zijn Gevolgen voor ratio’s die gebruik maken van omzet (bv. de netto-marge) Winst/verlies van het boekjaar Bedrijfswinst/verlies + Financiële opbrengsten - Financiële kosten = Lopend resultaat + Uitzonderlijke opbrengsten - Uitzonderlijke kosten = Winst/verlies v.h. boekjaar voor belast. - Belastingen = Winst/verlies v.h. boekjaar Resultaatverwerking • Te bestemmen winstsaldo 1. Toevoeging aan de reserves 2. Over te dragen winst/verlies 3. Uit te keren winst 1. Vergoeding van het kapitaal (dividenden aan aandeelhouders) 2. Vergoeding van bestuurders Analyse balans en RR • Evolutie van verschillende rubrieken (en de verhouding tussen verschillende rubrieken) van balans en resultatenrekening – Evolutie over tijd – Verschil tussen : 1. Privé en openbare ziekenhuizen 2. Algemene en psychiatrische ziekenhuizen Analyse balans • Tussen 1991 en 1995 – Activa ? • Vlottende en vaste – Passiva ? • Verschil tussen private en openbare algemene ziekenhuizen Analyse balans • Psychiatrische ziekenhuizen ? Analyse resultatenrekening • Horizontale analyse : evolutie van belangrijkste kosten- en opbrengstensoorten van 1991 – 1995 • Algemene ziekenhuizen – Private – Openbare • Psychiatrische ziekenhuizen