INHOUDSTAFEL ACTIVERING INLEIDING TRAJECT “WERK ZOEKEN” OF “SOLLICITEREN DE DOELGROEP blz. 6 DOEL EN INHOUD VAN HET TRAJECT blz. 7-8 Doel Inhoud: engagementen van de cliënt Inhoud: engagementen van het OCMW De ondersteunende partner: VDAB-sollicitatietraining en –consulent Afsluiten van het traject TRAJECT “HET VOLGEN VAN EEN CURSUS NEDERLANDS” DE DOELGROEP blz. 9 DOEL EN INHOUD VAN HET TRAJECT blz. 9-10 Doel Vooraf: doorverwijzing van de cliënt naar het Huis van het Nederlands Inhoud: engagementen van de cliënt Inhoud: engagementen van het OCMW Afsluiten van het traject TRAJECT “HET VOLGEN VAN EEN OPLEIDING” DE DOELGROEP DOEL EN INHOUD VAN HET TRAJECT blz. 11 blz. 11-12 Doel Inhoud: engagementen van de cliënt Inhoud: engagementen van het OCMW Afsluiten van het traject Opmerking: het hanteren van wachtlijsten 1 TRAJECT “ZOEKEN NAAR KINDEROPVANG” HET DOEL VAN HET TRAJECT blz. 13 DE DOELGROEP blz. 13 AARD VAN DE KINDEROPVANG blz. 13 ACTIVERING EN KINDEROPVANG TIJDENS ZWANGERSCHAP EN VANAF DE BEVALLING blz. 13 INHOUD VAN HET TRAJECT blz. 14-15 Het traject Wat verwachten we van de cliënt? Wat doet het OCMW? Samenwerking met de dienst onthaalouders TRAJECT “INTEGRATIE EN ACTIEVE DEELNAME AAN DE SAMENLEVING” GEZONDHEIDSREDENEN EN BILLIJKHEIDSREDENEN HET DOEL VAN HET TRAJECT blz. 16 DE DOELGROEP blz. 16 WAT ZIJN GEZONDHEIDSREDENEN? blz. 16 WAT ZIJN BILLIJKHEIDSREDENEN? blz. 16 TRAJECT MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN PARTICIPATIE blz. 17 BEVORDERING SOCIAALPROFESSIONELE INTEGRATIE (SPI) DOOR TOEPASSING VAN DE SOCIAALPROFESSIONELE VRIJSTELLING WETGEVING blz. 18 WAT? blz. 18 DE DOELGROEP blz. 18 2 GEDEELTELIJKE VRIJSTELLING VAN DE INKOMSTEN VERWORVEN UIT DE SOCIAALPROFESSIONELE INTEGRATIE ACTUEEL BEDRAG VANAF 1 DECEMBER 2012 (OMZENDBRIEF VAN 1 DECEMBER 2012) blz. 19 DUUR VAN DE VRIJSTELLING blz. 19 INGANGSDATUM VAN DE NIEUWE MAATREGELEN blz. 19 TOEPASSING VAN DE GEWIJZIGDE BEPALINGEN blz. 19 DE VRIJSTELLING IS EEN RECHT blz. 20 WERKWIJZE blz. 20 GEDEELTELIJKE VRIJSTELLING VAN DE INKOMSTEN UIT ARTISTIEKE ACTIVITEITEN (ARTIESTEN) WELKE ARTISTIEKE ACTIVITEITEN? blz. 21 ACTUEEL BEDRAG VANAF 1 DECEMBER 2012 (OMZENDBRIEF VAN 1 DECEMBER 2012) blz. 21 DUUR VAN DE VRIJSTELLING blz. 21 VOORBEELD blz. 21 WERKWIJZE blz. 22 INKOMSTEN BIJ HET VERWERVEN VAN BEROEPSERVARING VOOR JONGEREN DIE STUDIES MET EEN VOLTIJDS LEERPLAN VOLGEN (STUDENTEN) VOORWAARDEN blz. 22 ACTUELE BEDRAGEN VANAF 1 DECEMBER 2012 (OMZENDBRIEF VAN 1 DECEMBER 2012) blz. 22 DUUR blz. 23 WERKWIJZE blz. 23 3 TEWERKSTELLING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 60 § 7 EN ARTIKEL 61 WETTELIJKE BASIS blz. 24 DEFINITIE EN DOEL blz. 24 DE DOELGROEP blz. 24 PROCEDURE blz. 25 ENGAGEMENTEN VAN HET OCMW blz. 26 ENGAGEMENTEN VAN DE CLIËNT blz. 26 WERKWIJZE LOGINS EN BCS blz. 26 SANCTIES (ARTIKEL 30, § 2 VAN DE WET VAN 26 MEI 2002 BETREFFENDE HET RECHT OP RMI) VERLOOP blz. 28 VOORSTEL BCS = AD/SANCT blz. 28 WERKWIJZE EN TOEPASSING BCS BIJLAGEN 1. Aan de slag 2. Opvolging sollicitatiebewijzen 3. Evaluatieformulier GPMI 4. attest aanwezigheid Nederlandse cursus 5. attest aanwezigheid beroepsopleiding blz. 32-35 blz. 36 blz. 37-40 blz. 41 blz. 42 6. brief sanctie blz. 43-44 7. GPMI professionele en sociale activering blz. 45-56 8. Visualisatie trajecten blz. 57-58 9. Sociaal verslag activering blz. 59 4 PROFESSIONELE EN SOCIALE ACTIVERING INLEIDING OCMW Grimbergen zet maximaal in op professionele activering, gekoppeld aan maatschappelijke integratie en participatie (sociale activering). Het uitgangspunt is duurzame tewerkstelling. Maar sommige mensen zijn (nog) niet toeleidbaar naar de arbeidsmarkt. We kiezen daarom, voor elke cliënt, voor een individueel traject dat rekening houdt met zijn mogelijkheden. In het kader van “integrale hulpverlening” zal elke dossierbeheerder ASD (Algemene Sociale Dienst) met zijn cliënt een individueel traject uitstippelen. Grosso modo kan men vier richtingen volgen met de cliënt: 1. De cliënt die toeleidbaar is naar het normale economische arbeidscircuit volgt een traject “werk zoeken” of “solliciteren”. 2. De cliënt die nog niet toeleidbaar is naar het normale economische arbeidscircuit en een vóórtraject moet volgen op gebied van opleiding (Nederlands, beroepsopleiding, alfabetisering, enz.) of een aantal randvoorwaarden, om aan de slag te kunnen gaan, dient in orde te brengen (kinderopvang, huisvesting, budget, gezondheid, enz.). Deze vóórtrajecten zijn: “het volgen van een cursus Nederlands”, “het volgen van een beroepsopleiding”, “het zoeken van kinderopvang”, “integratie en actieve deelname aan de samenleving”. 3. De cliënt die dient toegeleid te worden naar een alternatief arbeidscircuit, namelijk artikel 60, § 7, artikel 61, een beschutte/sociale werkplaats, arbeidszorg, eventueel als vóórtraject om aan de slag te kunnen gaan in het normale circuit. 4. De cliënt die niet toeleidbaar is naar de arbeidsmarkt (billijkheidsredenen). Voor deze cliënten wordt een traject uitgestippeld met als doel een maximale participatie aan en integratie in de samenleving. In deze PAS wordt gepoogd om de verschillende trajecten te omschrijven. Omdat elk dossier verschillend is kunnen verschillende trajecten naast elkaar bestaan en aldus mekaar overlappen. Bij elk traject kan ook een sanctieprocedure in werking treden als de cliënt de verplichtingen niet nakomt. Tenslotte worden de vrijstellingen in het kader van de sociaal-professionele integratie uiteengezet. Het betreft een financiële stimulans, beperkt in tijd, die leefloonbegunstigden helpt bij hun geleidelijke herinschakeling op de arbeidsmarkt. 5 TRAJECT “WERK ZOEKEN” OF “SOLLICITEREN” DE DOELGROEP De doelgroep zijn cliënten die “arbeidsbemiddelbaar” zijn of toegeleid kunnen worden naar het normale economische arbeidscircuit. Het normale economische circuit is niet: tewerkstelling in een beschutte of sociale werkplaats of een tewerkstelling artikel 60 § 7 en artikel 61. Aan de hand van het formulier “aan de slag” (bijlage 1) wordt beoordeeld of iemand kan toegeleid worden naar het normale economische arbeidscircuit. Elementen die in deze beoordeling een rol spelen zijn bv.: 1. de fysische en psychische gezondheid van de cliënt en verslavingsproblematiek; 2. de capaciteit om te solliciteren; 3. de mate waarin iemand werkervaring heeft; 4. anderstaligheid; 5. analfabetisme; 6. kinderopvang; 7. opleidingsniveau; 8. leeftijd; 9. beschikken over de vereiste arbeidsvergunningen of werkkaarten; 10. belemmerende/stresserende elementen en risicofactoren eigen aan armoede en kansarmoede (dakloosheid of huisvestingsproblematiek, financiële onzekerheid, schulden, gezondheidsproblemen en verslavingsproblemen, opleiding en onderwijs, kinderarmoede en andere uitsluitingsmechanismen); 11. aangeleerde gevoelens van machteloosheid/hulpeloosheid (het gevoel hebben geen invloed te kunnen uitoefenen op de gebeurtenissen, door allerlei tegenslagen in het leven). De beoordeling van de “toeleidbaarheid naar het normale economische circuit” (formulier “Aan de slag”) gebeurt tijdens de eerste drie maanden na toekenning van het leefloon en wordt opgenomen in het sociaal verslag dat wordt voorgelegd naar aanleiding van de eerste herziening van het dossier (uiterlijk 3 maanden na de toekenning van het leefloon). Met een cliënt die (nog) niet toeleidbaar is naar het normale arbeidscircuit, wordt een ander traject afgelegd (zie verder in deze PAS). Het is eveneens mogelijk dat een cliënt, naast het traject “werk zoeken” ook een ander traject moet afleggen opdat hij maximale kansen krijgt op de arbeidsmarkt. Bv. een traject “werk zoeken” en een traject “het volgen van een cursus Nederlands”. 6 DOEL EN INHOUD VAN HET TRAJECT Doel Cliënten die toeleidbaar zijn naar het normale economische circuit hebben voldoende capaciteiten om op zoek te gaan naar werk en te solliciteren. We verwachten van hen dat zij tijd investeren in het actief en gericht solliciteren. Het doel van het traject is het ondertekenen van een arbeidsovereenkomst voor een voor hen geschikte, voltijdse en betaalde job. Inhoud: engagementen van de cliënt 1. De cliënt schrijft zich in als werkzoekende bij de VDAB. Franstaligen schrijven zich bijkomend in bij ACTIRIS. Hij geeft het bewijs hiervan af aan de dossierbeheerder bij de opstart van het dossier. 2. De cliënt vernieuwt tijdig zijn inschrijving als werkzoekende bij de VDAB en geeft om de drie maanden, bij de evaluatie van het GPMI, telkens opnieuw een bewijs van inschrijving aan zijn dossierbeheerder. 3. De cliënt wordt, bij de opstart van zijn dossier, doorverwezen naar de VDAB waar hij bemiddeling en begeleiding vraagt in zijn zoektocht naar werk en informeert zijn dossierbeheerder over de stappen die hij heeft gezet (gedane acties, contactpersonen bij de VDAB). De cliënt geeft het OCMW inzagerechten in zijn dossier bij de VDAB zodat zijn dossier kan opgevolgd en bijgestuurd worden. 4. De cliënt solliciteert actief en gericht, hij houdt de bewijzen hiervan bij en geeft deze (minimaal zes sollicitatiebewijzen per maand) af aan zijn dossierbeheerder en dit vóór de 20ste dag van de maand. Een sollicitatiebewijs omvat een vacature (bv. een krantenknipsel), een gemotiveerde brief met curriculum vitae en het verslag of de reactie van de werkgever. 5. De cliënt gaat in op de vacatures die het OCMW hem aanbiedt. 6. De cliënt bewijst elke periode van inactiviteit met een medisch attest. 7. De cliënt moet reageren op elke uitnodiging/afspraak. Inhoud: engagementen van het OCMW 1. Het OCMW keert een leefloon uit. 2. Het OCMW mag cliënten ook zelf doorverwijzen naar de VDAB. 3. Het OCMW volgt via “Mijn Loopbaan voor Partners” de begeleiding, in het kader van de samenwerking VDAB-OCMW, op en evalueert de samenwerking jaarlijks. 4. Het OCMW volgt het traject maandelijks op wat betreft de sollicitatiebewijzen. Als hulpmiddel gebruikt het OCMW een excel-document (bijlage 2). Vooral bij probleemdossiers is dit een belangrijk document. 5. Als er een vermoeden bestaat dat de cliënt niet gemotiveerd is om een job te zoeken, dan wordt contact opgenomen met de werkgever waar de cliënt solliciteerde om te informeren naar de motivatie van de cliënt en de resultaten van de sollicitatie. 7 6. Het OCMW evalueert het traject om de drie maanden samen met de cliënt en eventueel de derde partner aan de hand van een evaluatieformulier (bijlage 3). 7. Het OCMW kan het GPMI bijsturen of aanpassen, ook op vraag van de cliënt en binnen de mogelijkheden en middelen van het OCMW. 8. Het OCMW is een coach in het ganse project. De ondersteunende partner: VDAB-sollicitatietraining en de VDAB-consulent Als blijkt dat de cliënt wel capaciteiten heeft om te solliciteren maar toch ondersteuning nodig heeft, wordt hij doorverwezen naar de VDAB-sollicitatietraining. Intussen blijft hij solliciteren. De VDAB-consulent geeft extra ondersteuning in de zoektocht naar werk. Er moet bewaakt worden dat het traject bij de VDAB niet in tegenstrijd is met het GPMI dat afgesloten werd door het OCMW. De VDAB, als derde partner, bij ondertekening en evaluatie van het GPMI, moet men, indien mogelijk, nastreven. Overleg en informatieuitwisseling met de VDAB gebeurt via “mijn loopbaan voor partners”. Afsluiten van het traject 1. Binnen de drie maanden na de toekenning van het leefloon, dus bij de eerste herziening van het dossier. 2. Met een geldigheidsduur van één jaar. 3. Wordt maandelijks opgevolgd wat betreft de voor te leggen bewijsstukken van werkbereidheid. 4. Wordt driemaandelijks geëvalueerd (aan de hand van een evaluatieformulier) met voorlegging van deze evaluatie aan het bijzonder comité voor de sociale dienst. 8 TRAJECT “HET VOLGEN VAN EEN CURSUS NEDERLANDS” DE DOELGROEP De doelgroep zijn alle anderstalige cliënten die onvoldoende Nederlands spreken en verstaan en dit met het oog op professionele en sociale activering: 1. om de kansen van de cliënt op de arbeidsmarkt (normale economische arbeidscircuit en het alternatief arbeidscircuit) te verhogen; 2. opdat de cliënt zich zo maximaal mogelijk kan integreren in en deelnemen aan de samenleving. Dit traject kan bestaan naast een ander traject zoals bv. een traject “solliciteren” of deel uitmaken van bv. een traject “integratie en participatie”. Het traject kan op zichzelf staan als vóórtraject als de cliënt nog niet naar de arbeidsmarkt kan toegeleid worden. DOEL EN INHOUD VAN HET TRAJECT Doel Het uiteindelijke doel van het traject is het ondertekenen van een arbeidsovereenkomst voor een voor de cliënt geschikte, voltijdse en betaalde job en integratie in en participatie aan de samenleving. Vooraf: doorverwijzing van de cliënt naar het Huis van het Nederlands Het Huis van het Nederlands verwijst de cliënt door naar een gepaste school, rekening houdend met het niveau Nederlands, de kennis van het Latijnse alfabet en de manier van leren. Alvorens een traject wordt afgesloten is het dus belangrijk om de cliënt door te verwijzen naar het Huis van het Nederlands voor een gesprek en het afleggen van een test. We streven naar een doorverwijzing naar de meest intensieve cursus Nederlands en dit in overleg met het Huis van het Nederlands. De cliënt schrijft zich in bij de school, van zodra mogelijk, en bezorgt het inschrijvingsbewijs aan de dossierbeheerder. De doorverwijzing naar het Huis van het Nederlands gebeurt van zodra duidelijk is dat de cliënt een traject “Nederlands” dient te volgen, in principe bij opstart van het dossier. Inhoud: engagementen van de cliënt 1. De cliënt bezorgde het inschrijvingsbewijs reeds aan de dossierbeheerder. Het GPMI vermeldt de naam en plaats van de school, de module, de startdatum, de duur en het uurrooster van de cursus. 9 2. De cliënt moet aanwezig zijn in de cursus en alle mogelijke inspanningen leveren om te slagen. Hij bewijst zijn aanwezigheid in de cursus door middel van een maandelijkse aanwezigheidslijst die wordt ingevuld en ondertekend door de leerkracht en die hij telkens, na het aflopen van een maand, afgeeft aan de dossierbeheerder (bijlage 4). 3. Afwezigheid in de les moet op voorhand gemeld worden aan de school en moet gewettigd zijn. Het doktersattest moet vastgemaakt worden aan de aanwezigheidslijst die de cliënt op het einde van de maand aan het OCMW bezorgt. 4. De cliënt moet deelnemen aan de examens. 5. Na het beëindigen van de cursus maakt de cliënt een afspraak met de dossierbeheerder voor het bespreken van de examenresultaten en het afgeven van het diploma. Inhoud: engagementen van het OCMW 1. Het OCMW keert een leefloon uit. 2. Het OCMW volgt het traject maandelijks op wat betreft de bewijsstukken van aanwezigheid in de cursus. 3. Het OCMW evalueert het traject driemaandelijks en na het beëindigen van de cursus. 4. Het OCMW zal terugbetalen, na het beëindigen van de cursus, het inschrijvingsgeld en de kosten van de handboeken en cursussen, op voorwaarde dat de cliënt hiervan het betalingsbewijs voorlegt en op voorwaarde dat de cliënt alle mogelijke inspanningen heeft gedaan om de cursus te volgen (80% effectieve aanwezigheid) en te slagen (inspanningsverbintenis). Het OCMW kent geen premies toe voor aanwezigheid in de cursus of positieve examenresultaten. 5. Het OCMW is een coach in het ganse traject. Afsluiten van het traject 1. Onmiddellijk nadat de cliënt ingeschreven is voor een cursus Nederlands. 2. Met een geldigheidsduur die overeenkomt met de duur van de cursus. 3. Wordt maandelijks opgevolgd wat betreft de voor te leggen bewijsstukken van aanwezigheid in de cursus (aanwezigheidslijsten). 4. Wordt driemaandelijks geëvalueerd aan de hand van een evaluatieformulier (bijlage 3) met voorlegging van deze evaluatie aan het bijzonder comité voor de sociale dienst. 5. En wordt geëvalueerd bij het beëindigen van de cursus (onder andere mogelijkheden om door te stromen naar de arbeidsmarkt) met voorlegging van deze evaluatie aan het bijzonder comité voor de sociale dienst. 10 TRAJECT “HET VOLGEN VAN EEN OPLEIDING” DE DOELGROEP De kansen op de arbeidsmarkt zijn, voor een bepaalde groep cliënten, kleiner omdat ze laaggeschoold zijn, geen diploma hebben of hun diploma niet gericht is op een tewerkstelling in het normale economische arbeidscircuit. Het volgen van een beroepsopleiding kan hun kansen dan verhogen. Belangrijk hierin is dat deze cliënten een in België erkend diploma of getuigschrift behalen van een door de VDAB aangeboden opleiding. De cliënt moet daarom, op voorhand, met zijn dossierbeheerder, bespreken of hij de door hem gekozen opleiding mag volgen. Twee elementen spelen mee in de beoordeling: verhoging van professionele kansen en een erkend diploma of getuigschrift behalen. We streven eveneens naar doorverwijzing naar Nederlandstalige opleidingen. Het BCS geeft de definitieve toelating tot het volgen van een opleiding na advies van de dossierbeheerder. DOEL EN INHOUD VAN HET TRAJECT Doel Het uiteindelijke doel van het traject is het ondertekenen van een arbeidsovereenkomst voor een voor de cliënt geschikte, voltijdse en betaalde job. Inhoud: engagementen van de cliënt 1. De cliënt bezorgde vooraf reeds het inschrijvingsbewijs aan de dossierbeheerder. Het GPMI vermeldt de naam en plaats van de inrichtende organisatie, de aard, de startdatum, de duur en het uurrooster van de opleiding. 2. De cliënt moet aanwezig zijn in de opleiding en alle mogelijke inspanningen leveren om te slagen. Dit bewijst hij met maandelijkse aanwezigheidslijsten die worden ingevuld en ondertekend door de leerkracht en die hij telkens, na het aflopen van een maand, afgeeft aan de dossierbeheerder (bijlage 5 of een modelformulier van de school). 3. Voor elke afwezigheid moet de cliënt een geldige reden hebben en moet de dossierbeheerder en leerkracht, voor het begin van de opleiding, op de hoogte gebracht worden, bv. door afgifte van een gedateerd doktersattest en dit binnen de 48 uren. 4. De cliënt moet deelnemen aan de examens. 5. Na het beëindigen van de opleiding maakt de cliënt onmiddellijk een afspraak met de dossierbeheerder voor het bespreken van de examenresulaten en het afgeven van het diploma. 11 Inhoud: engagementen van het OCMW 1. Het OCMW keert een leefloon uit. 2. Het OCMW volgt het traject maandelijks op wat betreft de bewijsstukken van aanwezigheid in de opleiding. 3. Het OCMW evalueert het traject driemaandelijks en na het beëindigen van de opleiding. 4. Na het beëindigen van de opleiding worden het inschrijvingsgeld en de kosten van handboeken en cursussen terugbetaald op voorwaarde dat de cliënt hiervan het betalingsbewijs voorlegt, op voorwaarde dat de cliënt alle mogelijke inspanningen (inspanningsverbintenis) heeft gedaan om de cursus te volgen en te slagen en op voorwaarde dat de cliënt een Nederlandstalige opleiding volgde. Het OCMW keert geen premies uit voor aanwezigheid in de opleiding of positieve examenresultaten. Deze premies worden immers dikwijls door de organiserende instantie voorzien. Een cliënt mag enkel een Franstalige opleiding volgen als hiervoor omstandige argumenten kunnen aangehaald worden. In dat geval worden de kosten eveneens terugbetaald. 5. Het OCMW is een coach in het ganse traject. Afsluiten van het traject 1. Na bespreking van de opleiding met de dossierbeheerder en toelating tot het volgen van de opleiding door het BCS. 2. Onmiddellijk nadat de cliënt is ingeschreven voor de beroepsopleiding. 3. Met een geldigheidsduur die overeenkomt met de duur van de opleiding. 4. Wordt maandelijks opgevolgd wat betreft de voor te leggen bewijsstukken van aanwezigheid in de cursus (aanwezigheidslijsten). 5. Wordt driemaandelijks geëvalueerd aan de hand van een evaluatieformulier (bijlage 3) met voorlegging van deze evaluatie aan het bijzonder comité voor de sociale dienst. 6. En wordt geëvalueerd bij het beëindigen van de opleiding (onder andere mogelijkheden om door te stromen naar de arbeidsmarkt) met voorlegging van deze evaluatie aan het bijzonder comité voor de sociale dienst. Opmerking: het hanteren van wachtlijsten Het is mogelijk dat de cliënt niet onmiddellijk kan starten met de aangevraagde opleiding maar op een wachtlijst terechtkomt. In deze gevallen zal, alvorens een traject “beroepsopleiding” wordt afgesloten, eerst een ander traject gevolgd worden. 12 TRAJECT “ZOEKEN NAAR KINDEROPVANG” HET DOEL VAN HET TRAJECT De cliënt zoekt naar kinderopvang zodat hij kan starten met werken of een cursus/opleiding. Het uiteindelijke doel van het traject is het ondertekenen van een arbeidsovereenkomst voor een voor hem geschikte, voltijdse en betaalde job. Niet meewerken aan dit traject wordt dan ook beschouwd als een vorm van niet arbeidsbereid zijn. DE DOELGROEP De eerste doelgroep zijn cliënten (al dan niet alleenstaand) die: 1. niet-schoolgaande kinderen hebben (0 tot 3 jaar); 2. en niet kunnen starten met werken of het volgen van een cursus/opleiding omdat ze geen kinderopvang hebben. De tweede doelgroep zijn vrouwelijke cliënten die: 1. zwanger zijn; 2. en die met het oog op hun activering, tijdig naar kinderopvang moeten beginnen zoeken. AARD VAN DE KINDEROPVANG De kinderopvang kan zich situeren in het sociaal netwerk van de cliënt (familie, vrienden, gemeenschap). Indien er geen kinderopvang mogelijk is in het netwerk van de cliënt wordt er samengewerkt met initiatieven voor kinderopvang. We werken samen met initiatieven voor inkomensgerelateerde kinderopvang die erkend zijn door Kind en Gezin. Via de zoekfunctie van de website van Kind en Gezin kunnen deze initiatieven opgezocht worden (www.kindengezin.be) rekening houdend met de mogelijkheden en wensen van de cliënt (bv. in de omgeving van de woonplaats of de plaats van opleiding). ACTIVERING EN KINDEROPVANG TIJDENS ZWANGERSCHAP EN VANAF DE BEVALLING We volgen de wettelijke regeling voor werknemers: - het moederschapsverlof duurt in principe 15 weken; - het zwangerschapsverlof of prenataal verlof (= verlof vóór de vermoedelijke bevallingsdatum) kan maximum 6 weken duren; - de bevallingsrust of het postnataal verlof (= rust die begint vanaf de dag van de bevalling) moet minimum 9 weken duren; 13 - als een meerling wordt verwacht kunnen deze periodes verlengd worden met 2 weken, dus zwangerschapsverlof bedraagt dan maximum 8 weken en bevallingsrust bedraagt dan minimum 11 weken. De cliënt leeft dus tot 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum en vanaf 9 weken na de bevallingsdatum de verplichtingen in het reeds lopende andere GPMI na. Als de cliënt hierin billijkheidsredenen aanhaalt moeten deze gestaafd worden door een doktersattest. INHOUD VAN HET TRAJECT Het traject: - wordt afgesloten binnen de drie maanden na de toekenning van het leefloon of na kennisname zwangerschap; - wordt driemaandelijks geëvalueerd; - het traject en de evaluaties lopen gelijk aan de toekenning van het leefloon. Wat verwachten we van de cliënt? 1. De cliënt bespreekt met zijn netwerk (bv. de andere ouder, familie, vrienden, gemeenschap) de mogelijkheden tot opvang van het kind. 2. De cliënt vraagt kinderopvang aan bij zoveel mogelijk, door Kind en Gezin erkende en inkomensgerelateerde, initiatieven. 3. De cliënt bezorgt de bewijzen van inschrijving bij de afgesproken initiatieven aan de dossierbeheerder bij de eerste evaluatie. 4. De cliënt vraagt, vóór de start van de opvang, een attest inkomenstarief aan via de website van Kind en Gezin. 5. De cliënt brengt de dossierbeheerder onmiddellijk op de hoogte als hij kinderopvang heeft gevonden. 6. De cliënt betaalt zelf de facturen kinderopvang. Wat doet het OCMW? 1. Het OCMW bezorgt aan de cliënt, via de website van Kind en Gezin, een lijst van alle erkende en inkomensgerelateerde initiatieven voor kinderopvang rekening houdend met de mogelijkheden en wensen van de cliënt. 2. De dossierbeheerder begeleidt de cliënt bij de aanvraag van kinderopvang bij de dienst onthaalouders van het OCMW. 3. De dossierbeheerder kan de cliënt begeleiden bij de aanvraag van een inkomensattest via de website van Kind en Gezin. 4. Het OCMW keert een leefloon uit. 5. Het OCMW evalueert het traject drie maanden na ondertekening van het contract en nadien verder om de drie maanden totdat de cliënt kinderopvang heeft gevonden. 14 Samenwerking met de dienst onthaalouders Regelmatig worden de inschrijvingen van cliënten geëvalueerd met de dienst onthaalouders van het OCMW voor bespreking van knelpunten en urgenties en updaten van de lijsten kinderopvang. 15 GEZONDHEIDSREDENEN EN BILLIJKHEIDSREDENEN HET TRAJECT “INTEGRATIE EN ACTIEVE DEELNAME AAN DE SAMENLEVING” HET DOEL VAN HET TRAJECT Artikel 3, 6°, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op RMI bepaalt: om het recht op maatschappelijke integratie te kunnen genieten moet de persoon werkbereid zijn, tenzij dit om gezondheidsredenen of billijkheidsredenen niet mogelijk is. Deze PAS verduidelijkt de begrippen “gezondheidsredenen” en “billijkheidsredenen” die de aanvrager van het leefloon tijdelijk of definitief vrijstellen van de voorwaarde van werkbereidheid (professionele activering). Deze PAS verduidelijkt het te volgen traject “maatschappelijke integratie en participatie” bij de aanvragers die vrijgesteld zijn van de voorwaarde van werkbereidheid (sociale activering). DE DOELGROEP De doelgroep zijn: - aanvragers van het recht op maatschappelijke integratie - aanvragers van het equivalent leefloon - aanvragers van andere financiële steun WAT ZIJN GEZONDHEIDSREDENEN? De aanvrager die gezondheidsredenen inroept moet dit staven met een medisch attest van de behandelende arts. Het OCMW kan de aanvrager, die gezondheidsredenen inroept, ook onderwerpen aan een medisch onderzoek dat uitgevoerd wordt door een arts, gemandateerd en betaald door het OCMW. De arts gaat na of gezondheidsredenen kunnen worden ingeroepen. De verplaatsingskosten worden betaald door het OCMW (wordt verder uitgewerkt / streven naar samenwerking met een neutrale arts, eventueel iemand van buiten de gemeente). Voorbeelden: fysische en psychische ziekte, verslaving, zwangerschap. WAT ZIJN BILLIJKHEIDSREDENEN Billijkheidsredenen verwijzen naar “de omstandigheden”. De situatie van de aanvrager kan het voor hem onmogelijk maken om te werken. De beoordeling is afhankelijk van het dossier en de persoonlijkheid of krachten van de cliënt. Voorbeelden: leeftijd, dakloosheid, stresserende elementen en risicofactoren eigen aan armoede en kansarmoede die een tewerkstelling belemmeren, enz.. 16 TRAJECT MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN PARTICIPATIE Met cliënten, die tijdelijke gezondheids- en billijkheidsredenen inroepen, wordt een traject “integratie en actieve deelname aan de samenleving” afgesloten met als doel om hun persoonlijk functioneren en hun functioneren in de samenleving te verbeteren. Voor deze cliënten is het de bedoeling dat dit traject , op termijn, uitmondt in een professioneel activeringstraject (van zodra hun situatie gestabiliseerd is). Het traject houdt een breed gamma van rechten in die de cliënt dient uit te putten op gebied van: - huisvesting; - inkomen en uitkeringen; - administratie, budgettering en budget in evenwicht; - welzijn en gezondheid; - gezin; - onderwijs en vorming; - cultuur, sport en vrije tijd; - elektriciteit, gas, water en energie; - vervoer en mobiliteit; - (tele)communicatie; - juridische bijstand; - enz. Zie ook: www.rechtenverkenner.be 17 BEVORDERING SOCIAALPROFESSIONELE INTEGRATIE (SPI) DOOR TOEPASSING VAN DE SOCIAALPROFESSIONELE VRIJSTELLING WETGEVING Artikel 35 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Algemene omzendbrief leefloon van 6 september 2002. Koninklijk besluit van 25 april 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie - herziening van de voorwaarden voor de sociaalprofessionele vrijstelling van de beroepsinkomsten. WAT? Een financiële stimulans, beperkt in tijd, die de begunstigden op RMI helpt bij hun geleidelijke herinschakeling op de arbeidsmarkt. Een maandelijks forfaitair bedrag van de inkomsten uit werk of beroepsopleiding wordt vrijgesteld bij de berekening van de bestaansmiddelen in het kader van het leefloon. Dit noemt SPI of sociaalprofessionele vrijstelling. DE DOELGROEP 1. De leefloongerechtigde die begint te werken en de leefloongerechtigde die een beroepsopleiding aanvat of voortzet. 2. De leefloongerechtigde die een inkomen verkrijgt uit artistieke activiteiten. 3. De leefloongerechtigde student met voltijds leerplan en GPMI. GEDEELTELIJKE VRIJSTELLING VAN DE INKOMSTEN VERWORVEN UIT DE SOCIAALPROFESSIONELE INTEGRATIE Het gaat over de leefloongerechtigde die: 1. begint te werken De vrijstelling geldt niet voor iemand die reeds werkte en nadien het leefloon geniet. De vrijstelling is mogelijk bij iedere tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst, ook artikel 60 § 7 (organieke wet betreffende de OCMW’s) of een andere activering. 18 2. een beroepsopleiding aanvat of voortzet; De vrijstelling geldt wel voor iemand die reeds een beroepsopleiding volgde voor hij leefloongerechtigd werd. ACTUEEL BEDRAG VANAF 1 DECEMBER 2012 (OMZENDBRIEF VAN 1 DECEMBER 2012) De SPI-vrijstelling bedraagt 234,55 euro per maand. DUUR VAN DE VRIJSTELLING Artikel 35 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie bepaalt dat de vrijstellingsperiode drie jaar bedraagt en begint op de eerste werkdag of de eerste dag van de opleiding. De periode eindigt drie jaar later ongeacht of de leefloongerechtigde gedurende deze periode al dan niet constant aan het werk is geweest. Veel leefloongerechtigden hebben het moeilijk om gedurende een ononderbroken periode van 3 jaar aan het werk te blijven zodat de voordelen van de maatregel verloren gingen. Het KB van 25 april 2014 wijzigt de voorwaarden om van de vrijstelling te kunnen genieten zodat leefloongerechtigden er meer gebruik kunnen van maken. De vrijstellingsperiode bedraagt 3 jaar maar de leefloongerechtigde kan er gedurende maximaal 6 jaar een beroep op doen. Dit betekent dat de termijn van drie jaar wordt opgeschort tijdens periodes waarin de leefloongerechtigde geen werk of opleiding heeft of de vrijstelling wordt een krediet van 3 jaar dat opgenomen kan worden tijdens een periode van zes jaar. INGANGSDATUM VAN DE HUIDIGE MAATREGELEN De ingangsdatum is 1 oktober 2014. TOEPASSING VAN DE GEWIJZIGDE BEPALINGEN De leefloongerechtigde die vanaf of na 1 oktober 2014 begint te werken of een beroepsopleiding aanvat of verderzet Hij geniet de vrijstelling vanaf de eerste dag waarop hij begint te werken of de opleiding volgt (3 jaar binnen een termijn van 6 jaar). 19 De leefloongerechtigde die vóór 1 oktober 2014 begon te werken of een beroepsopleiding aanvatte of verderzette Voor deze leefloongerechtigde is een overgangsregeling voorzien op voorwaarde dat de vrijstellingstermijn van drie jaar nog niet bereikt werd. Deze leefloongerechtigde heeft recht op de resterende termijn van de vrijgestelde periode onder de nieuwe voorwaarden zoals voorzien in het KB van 25 april 2014. Dit betekent dat er vanaf 1 oktober 2014 een stand van zaken dient te worden opgemaakt waarbij: 1. het resterende saldo van de vrijstellingstermijn moet worden vastgesteld = drie jaar – (de eerste dag van arbeid of beroepsopleiding tot 1 oktober 2014) 2. de termijn van zes jaar begint te lopen op de eerste dag dat de leefloongerechtigde van de SPI-vrijstelling genoot en eindigt 6 jaar later, deze termijn begint dus niet te lopen op 1 oktober 2014. 3. het resterende saldo moet worden opgenomen binnen de vrijstellingstermijn, vanaf 1 oktober 2014 worden enkel periodes waarin effectief gewerkt werd of opleiding gevolgd werd, meegerekend bij de berekening van het saldo. 4. Berekening kan gebeuren door het programma NovaPrima (Prima-Web via website FOD Sociale Zekerheid) = omrekeningsprogramma. OCMW Grimbergen maakt een stand van zaken op door een KSZ-onderzoek (rubriek “vrijstelling). DE VRIJSTELLING IS EEN RECHT Het OCMW moet de vrijstelling toepassen. Uitzondering: de leefloongerechtigde vraagt zelf om de termijn van 3 jaar uit te stellen omdat hij daar belang bij heeft. WERKWIJZE - Controle via sociaal onderzoek KSZ onder rubriek “vrijstelling” op eerdere toekenning van de SPI-vrijstelling - Stand van zaken op 1 oktober 2014 - Voorstel: LL/LL - Ingave inkomsten: R13 (socio-professionele integratie begunstigde) of R14 (inkomsten partner) GEDEELTELIJKE VRIJSTELLING VAN DE INKOMSTEN UIT ARTISTIEKE ACTIVITEITEN (ARTIESTEN) De regeling, zoals werd bepaald in artikel 35 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie en de algemene omzendbrief leefloon van 6 september 2002, blijft van kracht. 20 Het betreft een variante van de vrijstelling van inkomsten door de sociaal-professionele integratie. Het betreft artistieke activiteiten met onregelmatige prestaties. De vrijstelling is een recht dat moet worden toegepast door het OCMW. Uitzondering: de leefloongerechtigde vraagt dat het begin van de termijn van 3 jaar wordt uitgesteld omdat hij daar belang bij heeft. WELKE ARTISTIEKE ACTIVITEITEN? De creatie en vertolking van artistieke werken: 1. Audiovisuele en beeldende kunsten 2. Muziek 3. Literatuur 4. Spektakelbedrijf 5. Decorontwerp 6. Choreografie 7. Deze opsomming is niet limitatief ACTUEEL BEDRAG VANAF 1 DECEMBER 2012 (OMZENDBRIEF VAN 1 DECEMBER 2012) Dit bedraagt maximum 2.814,65 euro per jaar. DUUR VAN DE VRIJSTELLING De duur van de vrijstelling is 3 jaar vanaf de eerste keer dat de leefloongerechtigde artiest beschikt over inkomsten uit een artistieke activiteit. VOORBEELD Een persoon is gerechtigd op leefloon als alleenstaande vanaf 1 februari 2013 en is kunstschilder en: - verkoopt op 1 mei 2013 een schilderij voor 1.000 euro - verkoopt op 1 oktober 2013 een schilderij voor 2.000 euro - verkoopt op 1 oktober 2015 een schilderij voor 2.000 euro Berekening: - de vrijstelling van 3 jaar begint te lopen op 1 mei 2013, datum van de eerste verkoop - en bedraagt maximum 2.814,65 euro per jaar In theorie is er maximum recht op: - periode van 1 mei 2013 tot 30 april 2014: maximale vrijstelling 2.814,65 euro - periode van 1 mei 2014 tot 30 april 2015: maximale vrijstelling 2.814,65 euro 21 - periode van 1 mei 2015 tot 30 april 2016: maximale vrijstelling 2.814,65 euro In de praktijk, sedert de eerste verkoop en gelet op de volgende verkopen en verkoopprijs: - verkoop van het 1ste schilderij op 1 mei 2013: totale vrijstelling van 1.000 euro, 1.000 euro ligt immers lager dan 2.814,65 euro - verkoop van het 2de schilderij op 1 oktober 2013: gedeeltelijke vrijstelling van 2.000 euro – (2.814,65 euro – 1.000 euro nog lopend) = 185,35 euro er zal rekening gehouden worden met inkomsten gedurende 1 jaar vanaf de datum van de tweede verkoop op 1 oktober 2013 en dit gedurende 12 maanden, voor een bedrag van 15,44 euro inkomsten per maand (185,35 euro x 1/12) min de forfaitaire vrijstelling in functie van zijn categorie van alleenstaande gerechtigde - verkoop van het 3de schilderij op 1 oktober 2015: totale vrijstelling, 2.000 euro ligt lager dan 2.814,65 euro en de vorige periode van 1 jaar is verstreken WERKWIJZE Controle door sociaal onderzoek KSZ op eerdere toekenning SPI. Voorstel LL/LL. Ingave inkomsten op jaarbasis: ingave inkomen R13 (SPI). INKOMSTEN BIJ HET VERWERVEN VAN BEROEPSERVARING VOOR JONGEREN DIE STUDIES MET EEN VOLLEDIG LEERPLAN VOLGEN (STUDENTEN) De regeling, zoals werd bepaald in artikel 35 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie en de algemene omzendbrief leefloon van 6 september 2002, blijft van kracht. Een variante van de vrijstelling van inkomsten door de sociaal-professionele integratie wordt toegepast onder bepaalde VOORWAARDEN: 1. de jongere moet een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie volgen; 2. de jongere begint, hervat of zet studies voort met een volledig leerplan in een instelling erkend, ingericht of gesubsidieerd door de Gemeenschappen; 3. in functie van zijn inschakelingskansen in het beroepsleven. Een SPI-vrijstelling voor studenten verhindert niet dat achteraf nog een gewone SPIvrijstelling wordt toegepast. 22 ACTUELE BEDRAGEN VANAF 1 DECEMBER 2012 (OMZENDBRIEF VAN 1 DECEMBER 2012) 65,42 euro per maand als de jongere geniet van een studiebeurs. 234,55 euro per maand als de jongere niet geniet van een studiebeurs. DUUR De student geniet de vrijstelling voor de volledige duur van zijn geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) dat voor de volledige duur van de studie wordt afgesloten. WERKWIJZE Zolang geen beslissing werd genomen over de al dan niet toekenning van een studiebeurs, wordt de laagste vrijstelling toegepast (65,42 euro). Indien nadien blijkt dat de jongere geen recht heeft op een studiebeurs kan, via een herziening van het leefloon, de hoogste vrijstelling worden toegepast. Voorstel: LL/STUDEN (leefloon student met voltijds leerplan EN GPMI); eventuele herziening indien geen recht op een studiebeurs. Ingeven van het inkomen van de student: R13 (SPI). 23 TEWERKSTELLING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 60 § 7 EN ARTIKEL 61 WETTELIJKE BASIS Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, artikel 60 § 7 en artikel 61. DEFINITIE EN DOEL Het is een vorm van maatschappelijke dienstverlening waarbij het OCMW een baan bezorgt aan iemand die uit de arbeidsmarkt is gestapt of gevallen of iemand die er niet in slaagt om, omwille van allerlei uitsluitingsmechanismen, in de arbeidsmarkt te stappen. Door deze tewerkstelling kan iemand uit het systeem van (equivalent) leefloon geraken en een loon verwerven. Het OCMW is de juridische werkgever. Het OCMW kan iemand tewerkstellen in de eigen diensten of ter beschikking stellen van een derde werkgever (sociaal economie initiatief of privé-onderneming). Een tewerkstelling artikel 60 § 7 en 61 is steeds beperkt in tijd. De maatregel wordt slechts toegepast tot de tewerkgestelde persoon een job vindt in het normale arbeidscircuit, doorstroomt naar een ander activerings- of tewerkstellingsproject, (opnieuw) recht heeft op werkloosheidsuitkeringen, enz.. In realiteit worden er arbeidscontracten van onbepaalde duur afgesloten omwille van de flexibele opzegmogelijkheden. De arbeidscontracten nemen automatisch een einde wanneer de arbeidsdagen die de werknemer moet presteren, om rechten te verwerven op een sociale uitkering, gepresteerd zijn. Het uiteindelijke doel van deze tewerkstelling is “onafhankelijkheid van het OCMW”: iemand (opnieuw) inschakelen in het stelsel van de sociale zekerheid en in de arbeidsmarkt (door het opdoen van werkervaring, zowel persoonlijk als professioneel). Een tewerkstelling artikel 60 § 7 en artikel 61 kadert in een ruimer begeleidingsplan waarbij er verder gewerkt wordt aan de verbetering van het persoonlijk en maatschappelijk functioneren van de cliënt (sociale activering). DE DOELGROEP De doelgroepen zijn: 1. rechthebbenden op maatschappelijke integratie (RMI); 2. rechthebbenden op financiële steun (equivalent leefloon). 24 PROCEDURE 1. De dossierbeheerders van de Algemene Sociale Dienst beoordelen de arbeidsbemiddelbaarheid van hun cliënten (equivalent) leefloon aan de hand van het formulier “Aan de slag”. Als blijkt dat een cliënt wel arbeidsbemiddelbaar is maar geen kansen maakt op de normale arbeidsmarkt wordt hij doorverwezen naar de dienst tewerkstelling. Aan de hand van het formulier “Aan de slag” en tijdens een persoonlijk gesprek poogt de trajectbegeleider een beeld te vormen van de aard van de tewerkstelling waarnaar de cliënt kan worden doorverwezen. De opstart van een tewerkstellingsdossier kan ook uitgaan van de trajectbegeleider als er een openstaande vacature is. Zij neemt dan contact op met de Algemene Sociale Dienst om na te gaan of er een cliënt beantwoordt aan het profiel in de vacature. 2. De trajectbegeleider regelt met de werkplaats een sollicitatiemoment. De trajectbegeleider bereidt de cliënt voor op het sollicitatiemoment (geeft informatie over de tewerkstelling, de sollicitatie en eventueel de testen die de cliënt dient af te leggen). 3. De cliënt wordt aangeworven door het OCMW: - Ondertekening arbeidscontract; - Het opmaken van het personeelsdossier gebeurt aan de hand van een checklist die werd opgemaakt door de personeelsdienst (onder andere kopie eID, arbeidskaart en SIS-kaart, gezinssamenstelling, dossier kinderbijslag, Cevidossier, arbeidsovereenkomst + addendum loon, afspraken medisch onderzoek Premed); - De toelichting van het arbeidsreglement. 4. Onthaal op de werkvloer door de verantwoordelijke van de werkplaats: - Overlopen van het huishoudelijk reglement; - Overlopen van de afspraken specifiek voor de werkplaats; - Ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst en terbeschikkingstelling. 5. Opvolging van de tewerkstelling en tussenkomst indien noodzakelijk (bv. bij crisis). 6. Twee maanden vóór het einde van de tewerkstelling wordt gewerkt aan doorstroming naar verdere tewerkstelling via MLP (Mijn Loopbaan voor Partners) in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met de VDAB. De VDAB contacteert de cliënt en volgt hem dan verder op. 25 7. Afronding van de tewerkstelling: - De trajectbegeleider van het OCMW informeert de cliënt over zijn C4, de inschrijving als werkzoekende bij de VDAB en het aanvragen van werkloosheidsuitkeringen bij de vakbond. - De nazorg van de tewerkstelling: Voornamelijk de VDAB, als partner, neemt deze taak op zich. ENGAGEMENTEN VAN HET OCMW Het OCMW treedt op als juridische werkgever en neemt dus alle rechten en plichten die hieruit voortvloeien voor zijn rekening. De trajectbegeleider van het OCMW biedt individuele omkadering en begeleiding gedurende de tewerkstelling. Tijdens de tewerkstelling wordt aan de cliënt de mogelijkheid aangeboden om vorming te volgen gedurende maximaal 2 halve dagen per week. De inschrijvingskosten worden terugbetaald door het OCMW na voorlegging van het inschrijvingsbewijs (dus er is geen terugbetaling van cursusmateriaal voorzien noch het uitbetalen van aanmoedigingspremies). ENGAGEMENTEN VAN DE CLIËNT De cliënt ontplooit verder zijn vaardigheden in een leerwerkomgeving. De cliënt verwerft de nodige arbeidsattitudes (op tijd komen, naleven regels over afwezigheid, …). De cliënt leert omgaan met positieve en negatieve feedback. De cliënt volgt, als dit noodzakelijk blijkt, bijscholing tijdens de tewerkstelling. WERKWIJZE LOGINS EN BCS Voorstel LL/ART60 of EQLL/ART60 (herziening van LL of EQLL) voor één jaar met eventuele verlengingen of een stopzetting als de tewerkstelling beëindigd wordt. De tewerkstelling wordt in logins opgevolgd via verslagen met code B (belangrijk), dus niet met code C (een verslag voor het bijzonder comité voor de sociale dienst). Dit is het geval als de tewerkstelling een positief verloop kent met positieve evaluaties. 26 Als de tewerkstelling niet positief verloopt, wordt er gestart met een procedure van verwittigingen per aangetekende brief. De verwittigingen worden, tot kennisgeving, aan het BCS voorgelegd met een voorstel AD/INFO. Als de tewerkstelling na, één of maximaal drie aangetekende verwittigingen, nog steeds negatief verloopt, kan er samen met de werkplaats gekozen worden om een afsprakennota op te stellen. Deze nota wordt door alle betrokken partijen ondertekend en, tot kennisgeving, aan het BCS voorgelegd. De evaluatie van de tewerkstelling wordt, als bijlage, opgenomen bij de afsprakennota. De evaluatie en de afsprakennota worden, tot kennisgeving, aan het BCS voorgelegd. Voorstel: AD/INFO. Als de cliënt de afsprakennota niet naleeft, krijgt hij tenslotte een negatieve evaluatie en wordt een dossier voorbereid voor het BCS met als doel een sanctie of het ontslag: - de cliënt wordt uitgenodigd voor het hoorrecht; - voorstel tot sanctionering (AD/SANCT); - voorstel tot ontslag (= stopzetting/schorsing voorstel LL/ART60 of EQLL/ART60). - personeelsdienst verzendt na het BCS een ontslagbrief. 27 SANCTIES (ARTIKEL 30, § 2 VAN DE WET VAN 26 MEI 2002 BETREFFENDE HET RECHT OP GPMI) Als de cliënt, zonder gewettigde reden, de afspraken en verplichtingen in het GPMI niet naleeft, treedt een sanctieprocedure in werking. VERLOOP 1. De cliënt leeft een afspraak niet na (bv. hij geeft zijn sollicitatiebewijzen niet af, hij is zonder gewettigde reden afwezig in de cursus of opleiding, hij schreef zich niet in bij de afgesproken initiatieven voor kinderopvang). 2. De cliënt wordt met een eerste aangetekende brief (bijlage 6) gewaarschuwd van het in werking treden van de sanctieprocedure, wordt uitgenodigd voor een gesprek en wordt gevraagd om tegen dit gesprek de afspraken na te leven en de bewijsstukken af te geven (modelbrief). 3. Als de cliënt, na deze eerste brief, de afspraken naleeft, lost het probleem zich op en loopt de afgesproken begeleiding verder. Als de cliënt niet reageert of de afspraken nog steeds niet nakomt, wordt hij opnieuw uitgenodigd met een tweede aangetekende brief (bijlage 6) voor een gesprek. 4. Als de cliënt, na deze tweede brief, niet reageert of de afspraken niet nakomt, wordt de uitbetaling van het leefloon in wacht gezet en wordt een dossier voorbereid voor het BCS waarbij de dossierbeheerder voorstelt om het leefloon te schorsen voor een periode van ten hoogste 1 maand. De cliënt wordt, met een aangetekende brief, uitgenodigd voor hoorrecht. 5. De sanctie gaat in op de eerste dag van de tweede maand volgend op de beslissing van het BCS. Bv. de beslissing wordt genomen op 30 oktober, de sanctie gaat in op 1 december. 6. Bij herhaling binnen de termijn van ten hoogste één jaar, kan de uitbetaling van het leefloon voor een periode van ten hoogste drie maanden worden geschorst. 7. Tijdens de sanctioneringsperiode blijven de afspraken, die werden gemaakt in het kader van het GPMI, verder gelden (bv. voorleggen sollicitatiebewijzen, aanwezigheidsattesten, enz.). 8. Na uitvoering van de sanctie moet de cliënt zelf een nieuwe aanvraag leefloon indienen. In de kennisgevingsbrief van de sanctie wordt dus opgenomen dat hij zelf een leefloon moet aanvragen als hij dit wenst. De toekenningsvoorwaarden leefloon zullen dan opnieuw onderzocht worden. VOORSTEL SANCTIE BCS = AD/SANCT “Op (datum) sloten wij een GPMI af. Wij stelden vast dat je de afspraken, die wij samen maakten, niet naleefde, namelijk (bv. je bewijst je werkbereidheid niet, je gaat niet naar de cursus, je zoekt geen kinderopvang). Met een aangetekende brief van (datum) en (datum) verwittigden wij je dat de sanctieprocedure in werking trad en nodigden wij je uit zodat je de gevraagde bewijzen 28 toch nog kon voorleggen. Je deed dit niet (of) je reageerde niet op deze brieven en uitnodigingen. Met een aangetekende brief van (datum) nodigden wij je uit om naar de zitting van het BCS te komen zodat je gehoord kon worden in je verweer. Tijdens dit hoorrecht meldde je ons dat … (of) je maakte geen gebruik van je hoorrecht. Zoals voorzien in artikel 30 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, besloten wij om je leefloon te schorsen voor één maand vanaf (datum). Opgelet: De afspraken die wij maakten in het kader van het GPMI van (datum) moet je verder naleven, ook tijdens de periode van schorsing van je leefloon: namelijk je moet verder … (benoemen van de afspraken).” 29 WERKWIJZE EN TOEPASSING BCS Voor de cliënten waarmee een traject “professionele en sociale activering” wordt uitgewerkt en een GPMI wordt afgesloten, streven we naar de toepassing van dezelfde werkwijze. Deze werkwijze wordt hieronder omschreven. 1. Aanvraag leefloon door cliënt bij intaker sociale dienst. 2. Bespreking van de aanvraag door de intaker met het diensthoofd sociale dienst. 3. Doorverwijzing van de aanvraag naar een maatschappelijk assistent van de Algemene Sociale dienst die de dossierbeheerder wordt in het ganse traject. 4. De dossierbeheerder onderzoekt het recht op RMI. 5. Eerste BCS - Voorstel LL/LL voor drie maanden: toekenning leefloon + voorstel “Wij zullen met jou een traject uitwerken met het oog op jouw professionele en sociale activering. Dit traject zal worden geformaliseerd in een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie of GPMI. Het uitwerken van dit traject en het afsluiten van het GPMI gebeurt vóór (datum binnen de drie maanden).” 6. Periode tussen eerste BCS en tweede BCS bedraagt drie maanden - De dossierbeheerder beoordeelt of de cliënt arbeidsbemiddelbaar is aan de hand van het formulier “aan de slag” of er een ander traject moet worden gevolgd. - Met de cliënt wordt een traject “professionele en sociale activering” uitgewerkt en geformaliseerd in een GPMI. - Het GPMI “werk zoeken”, “kinderopvang” en “maatschappelijke integratie/participatie” is één jaar geldig. - Het GPMI “cursus Nederlands” en “opleiding” is geldig voor de duur van de cursus of opleiding. 7. Tweede BCS of eerste herziening (drie maanden na de toekenning van het leefloon) - In het sociaal verslag wordt uiteengezet of de cliënt toeleidbaar is naar het normale economische arbeidscircuit of een ander traject moet volgen. In het sociaal verslag worden eveneens de billijkheidsredenen en gezondheidsredenen uiteengezet aan de hand van bewijsstukken (bv. medisch attest), eigen vaststellingen, verklaringen van de cliënt en professionelen. - Het opgemaakte GPMI wordt voorgelegd. - Voorstel LL/LL voor drie maanden: verlenging toekenning leefloon. - Het opgemaakte GPMI wordt voorgelegd. - Voorstel AD/BIL voor drie maanden indien van toepassing: “Omwille van billijkheidsredenen/gezondheidsredenen verwachten wij momenteel geen werkbereidheid van jou. We verwachten wel dat je actief meewerkt aan het traject dat wij samen hebben uitgewerkt met als doel om jouw persoonlijke situatie te verbeteren”. 30 - Voorstel AD/GPMI voor drie maanden, ongeacht de duur van het GPMI. We streven ernaar om de toekenning van het leefloon zoveel mogelijk parallel te laten lopen met het voorstel AD/GPMI. Voorstel: “Wij hebben op (datum), samen met jou, een GPMI afgesloten met het oog op jouw professionele en sociale activering. Wij evalueren dit GPMI om de drie maanden”. 8. Na het tweede BCS - Maandelijks opvolging of de cliënt de afspraken naleeft op gebied van sollicitatiebewijzen, inschrijving VDAB, aanwezigheidsattesten, attesten van afwezigheid, enz. - Evaluatie van het GPMI om de drie maanden met verlenging van de voorstellen LL/LL en AD/GPMI en AD/BIL (indien van toepassing) telkens voor drie maanden. Eveneens een eindevaluatie na het beëindigen van een cursus of opleiding. Voorstel verlenging LL/LL: “Je leeft de afspraken die wij maakten goed na. We verlengen je leefloon voor drie maanden. We herzien je situatie opnieuw na drie maanden”. Voorstel verlenging AD/GPMI: “Wij hebben geëvalueerd of je de afspraken in het GPMI naleeft. Je werkt goed mee, namelijk …., waardoor je situatie verbetert. We evalueren je GPMI opnieuw na drie maanden. Voorstel verlenging AD/BIL: “Omwille van billijkheidsredenen/gezondheidsredenen verwachten wij voorlopig geen werkbereidheid van jou.” 9. Inwerkingtreding sanctieprocedure indien de cliënt de afspraken niet naleeft (AD/SANCT): zie hoofdstuk sancties. 31 OCMW Grimbergen Verbeytstraat 30 1853 Strombeek-Bever Aan de slag Naam SD ID 32 INLICHTINGENFICHE Naam Dossiernummer Voornaam Categorie bijstand Adres Beheerder v/h sociaal dossier cat. 1 / cat. 2 / cat. 3 Beheerder v/h dossier SPI Telefoon Aanvang van de bijstand E-mail Geboortedatum Geboorteplaats Nationaliteit (Datum aankomst in België) Geslacht V/M Burgerlijke staat Alleenstaand / Samenwonend / Gehuwd / Gescheiden / Weduwe-weduwnaar ) Kind(eren) ten laste Rijksregisternummer Ο Bevolkingsregister Ο Vreemdelingenregister (type verblijf) Ο Wachtregister Bron van inkomsten Ο Leefloon > 100 % / Aanvullend Ο Financiële sociale bijstand > 100 % / Aanvullend Ο Andere financiële middelen Arbeidsvergunning/werkaart NEEN / JA NEEN / JA Werkkaart Inschrijving werkzoek. VDAB Wachttijd NEEN / JA Welke? Welke voordelen? Datum? Einddatum? 33 Inschrijving VFSIPH NEEN / JA Kinderopvang NEEN / JA Welk type? Gezondheidsproblemen Rijbewijs Vervoermiddelen Andere: JA / NEEN / weet het niet Blanco strafregister Andere Studies en opleiding Studies (afgewerkt) Opleidingen Beroepservaring Beroepen (eventueel aan de gang) Activiteitensector Begin- en einddatum Talen Communicatietaal Frans / Nederlands / Duits Moedertaal Verwachtingen m.b.t. de SPI: Informatie & varia: 34 Datum: … / … / … 35 Opvolging sollicitatiebewijzen Naam Datum GPMI Datum sollicitatie Werkgever en aard werk Wijze van solliciteren Brief spontaan Brief vacature E-mail Antwoord werkgever Reden negatief antwoord Positief Negatief Geen antwoord Datum gesprek Resultaat Aangeworven Niet aangeworven 36 EVALUATIEFORMULIER GEINDIVIDUALISEERD PROJECT VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE (GPMI) PROFESSIONELE EN SOCIALE ACTIVERING Naam: Op………………….(datum afsluiten GPMI) sloten wij met jou en……………………………………… (naam eventuele derden) een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) af. Met dit formulier evalueren we de gemaakte afspraken en jouw bereidheid tot professionele en sociale activering. Met deze driemaandelijkse evaluatie kunnen we de begeleiding, afspraken en engagementen, indien nodig en mogelijk, aanpassen. Je GPMI en je leefloon kunnen geschorst of stopgezet worden als je de afspraken niet naleeft. Evaluatie door je maatschappelijk assistent van het OCMW: Werden de gemaakte afspraken gerespecteerd? Traject werk zoeken en solliciteren Binnen de afgesproken termijn met bewijs Ja Neen Inschrijving als werkzoekende bij VDAB Opstarten traject bij VDAB-consulent Afgeven van zes sollicitatiebewijzen Ingaan op aangeboden vacatures door het OCMW 37 Afgeven van een medisch attest tijdens periodes van inactiviteit Traject “het volgen van een cursus Nederlands” of “het volgen van beroepsopleiding” Binnen de afgesproken termijn met bewijs Ja Neen Ja Neen Ja Neen Inschrijving voor de opleiding of cursus Afgeven van een bewijs/attest van gewettigde afwezigheid Afgeven van lijst aanwezigheid in de les Deelname aan de examens De nodige inspanningen doen om te slagen Afgeven van bewijs inschrijvingsgeld en boekengeld en resultaten Traject “kinderopvang” Binnen de afgesproken termijn met bewijs Bespreking kinderopvangmogelijkheden met familie of sociaal netwerk Aanvraag kinderopvang bij verschillende initiatieven Aanvraag attest inkomenstarief Kinderopvang gevonden Traject “maatschappelijke participatie” Binnen de gestelde termijn met bewijs Zoeken van betaalbare/geschikte huisvesting + aanvraag sociale woning Budget in evenwicht + Administratie op orde Rechten op uitkeringen en premies uitputten Aanvaarding professionele hulp bij gezondheidsproblemen Deelname aan socio-culturele activiteiten 38 Werkpunten/aandachtspunten Nieuwe afspraken Aanvullende opmerkingen Evaluatie door de derde Jouw evaluatie Ervaar je voldoende ondersteuning en begeleiding door het OCMW en derde? Wat vind je goed? Wat zou je willen veranderen? Wat verwacht je nog of wat heb je nog nodig? 39 Heb je nog andere opmerkingen? Datum Handtekeningen cliënt maatschappelijk assistent derde 40 Aanwezigheid Nederlandse cursus Naam dossierbeheerder OCMW: Naam: Module: School: Startdatum: Leerkracht: Februari 2015 Extra info: Te Handtekening Datum Uur laat Leerkracht opmerkingen / ziekte week 1 maandag 2/02/2015 dinsdag 3/02/2015 woensdag 4/02/2015 donderdag 5/02/2015 vrijdag 6/02/2015 week 2 maandag 9/02/2015 dinsdag 10/02/2015 woensdag 11/02/2015 donderdag 12/02/2015 vrijdag 13/02/2015 week 3 maandag 16/02/2015 dinsdag 17/02/2015 woensdag 18/02/2015 donderdag 19/02/2015 vrijdag 20/02/2015 week 4 maandag 23/02/2015 dinsdag 24/02/2015 woensdag 25/02/2015 donderdag 26/02/2015 vrijdag 27/02/2015 week 5 maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag Op het einde van de maand dien je dit document aan Stempel school: jouw maatschappelijk werker te bezorgen!!!! 41 Aanwezigheid Beroepsopleiding Naam dossierbeheerder OCMW: Naam: Module: School: Startdatum: Leerkracht: week 1 Februari 2015 Extra info: Datum maandag Te Handtekening Uur laat Leerkracht opmerkingen / ziekte 2/02/2015 dinsdag 3/02/2015 woensdag 4/02/2015 donderdag 5/02/2015 vrijdag 6/02/2015 week 2 maandag 9/02/2015 dinsdag 10/02/2015 woensdag 11/02/2015 donderdag 12/02/2015 vrijdag 13/02/2015 week 3 maandag 16/02/2015 dinsdag 17/02/2015 woensdag 18/02/2015 donderdag 19/02/2015 vrijdag 20/02/2015 week 4 maandag 23/02/2015 dinsdag 24/02/2015 woensdag 25/02/2015 donderdag 26/02/2015 vrijdag 27/02/2015 week 5 maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag Op het einde van de maand dien je dit document aan Stempel school: jouw maatschappelijk werker te bezorgen!!!! 42 Aangetekend met ontvangstbewijs De heer Jan JANSSENS Molenveld 1 1850 GRIMBERGEN uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk datum UIT auteur kopie voor cvh contactpersoon: mevrouw Christina Vanhellemont, sociale dienst, tel. 02 272 49 51 [email protected] (eerste of tweede aanmaning): niet naleven van de afspraken in het GPMI Geachte heer Op … sloten wij een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) af. Wij stellen vast dat je de gemaakte afspraken in dit contract niet naleeft, namelijk: Wij geven je nog een laatste kans om deze afspraken na te komen. Kun je op … langskomen bij … en de gevraagde sollicitatiebewijzen afgeven, het inschrijvingsbewijs afgeven, enz. 43 Als je dit nalaat treedt de sanctieprocedure (artikel 30 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie) in werking. Je maatschappelijk assistente zal dit melden aan het BCS, je dossier dan voorleggen aan het BCS . Hoogachtend Namens het OCMW Lydia Nissens diensthoofd sociale dienst Getekend in opdracht van secretaris Muriel Van Schel Trui Olbrechts voorzitter 44 INLEIDING: MEER UITLEG OVER JOUW INTEGRATIEPROJECT (uitleg te geven voor het afsluiten van een GPMI) WAT IS DE BEDOELING VAN EEN INTEGRATIEPROJECT? Afhankelijk van jouw behoeften, is het de bedoeling van een integratieproject om je in te schakelen in het beroepsleven of je te integreren in de maatschappij. Officieel heet dit project een “Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie”, afgekort een GPMI. Het project gaat uit van: - jouw verwachtingen, vaardigheden, bekwaamheden en behoeften; - de mogelijkheden van het OCMW. Bij het opmaken van het project ziet het OCMW erop toe dat er een evenwicht is tussen de eisen die het aan jou stelt en de hulp die je ontvangt. Het OCMW zorgt ervoor dat de noodzakelijke voorwaarden, om het integratieproject uit te voeren, voldaan zijn. Indien mogelijk en als de kosten vergelijkbaar zijn, zal het OCMW rekening houden met jouw keuze van de middelen om het project te realiseren. De vervanger van je maatschappelijk assistent wordt vermeld in het contract. Als je maatschappelijk assistent je dossier definitief niet meer volgt, laat het OCMW je schriftelijk weten welke maatschappelijk assistent je dossier overneemt. HOE KOMT DIT PROJECT TOT STAND? Je maatschappelijk assistent bereidt, in overleg met jou, het integratieproject voor. Je maatschappelijk assistent licht je ook in over je rechten bij het onderhandelen van je integratieproject: - jij kan je laten bijstaan door een persoon die jij kiest bij het onderhandelen over het integratieproject; - je hebt recht op 5 dagen bedenktijd vóór jet het integratiecontract ondertekent; - je kan vragen om gehoord te worden door het OCMW. 45 Dit project wordt geformaliseerd in een contract dat de afspraken bevat: wat zijn jouw engagementen, die van het OCMW en van een eventuele andere partij? Je maatschappelijk assistent informeert je over de inhoud, de draagwijdte en de gevolgen van het contract vóór dit ondertekend of veranderd wordt. De tussenkomst van derden Als jij of het OCMW het vraagt, kan ook een derde partij betrokken worden bij het contract. Dan vermeldt het contract het aandeel van de derde partij in de uitvoering en in de evaluatie. De derde partij kan het contract ook ondertekenen. Wijziging en evaluatie van het integratiecontract Het contract kan gewijzigd worden als jij, het OCMW of de eventuele derde partij dit vraagt. Regelmatig en minstens één keer per trimester evalueer jij, de maatschappelijk assistent en eventueel de tussenkomende derde partij, de uitvoering van het contract. Je kan vragen om binnen de vijf dagen een contact te hebben met je maatschappelijk assistent. Wat als een ander OCMW bevoegd wordt? Het contract stopt als het OCMW Grimbergen niet langer bevoegd is om aan jou een leefloon toe te kennen. Maar als je het vraagt kan het contract verder lopen, als het OCMW Grimbergen en het bevoegde OCMW akkoord zijn. Als je akkoord bent, dan ontvangt het nieuwe OCMW het contract, op jouw vraag of op initiatief van OCMW Grimbergen. Wat als je het integratiecontract niet naleeft? Als je het integratiecontract niet naleeft kan het OCMW je sanctioneren. Deze sanctie is niet mogelijk als je kan aantonen dat er wettige redenen zijn waarom je het contract niet naleeft of als je kan aantonen dat het OCMW de voorwaarden in het contract niet naleeft. Voor het OCMW je sanctioneert, zal het OCMW je eerst aanmanen om toch je contract na te leven. Je krijgt deze waarschuwing van het OCMW via een aangetekende brief. Je maatschappelijk assistent geeft een advies. Als sanctie kan het OCMW je leefloon gedeeltelijk of volledig schorsen, voor ten hoogste één maand. Die schorsing kan oplopen tot ten hoogste drie maanden als je binnen het jaar opnieuw je integratiecontract niet naleeft. We kunnen je leefloon stopzetten als je niet werkbereid bent. 46 De sanctie gaat in op de eerste dag van de tweede maand na de beslissing van het OCMW. Voorbeeld: Je leeft je integratiecontract niet na en het OCMW beslist in juni om je leefloon voor 1 maand volledig te schorsen. Voor juli ontvang je dan nog je leefloon maar voor augustus niet, als sanctie omdat je het integratiecontract niet naleefde. Als je verhuist, kan het OCMW, dat je dossier overneemt, de sanctie verder uitvoeren. Welk verweer heb je tegen zo een sanctie? Je kan vragen om door het OCMW gehoord te worden, voordat het OCMW beslist om je een sanctie te geven. Ja kan je op de hoorzitting laten bijstaan of vertegenwoordigen door een meerderjarig persoon die jij kiest. Je vraagt schriftelijk om gehoord te worden. Het OCMW zal je dan de datum en plaats van die hoorzitting meedelen. Als je niet akkoord bent met de beslissing van het OCMW, om je te sanctioneren omdat je het contract niet naleefde, dan kan je hiertegen beroep indienen bij de arbeidsrechtbank. Je moet dit doen binnen de drie maanden nadat je de beslissing van het OCMW ontving. In de kennisgeving van de beslissing vind je meer details over hoe je zo een beroep indient. GEINDIVIDUALISEERD PROJECT VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE (GPMI) PROFESSIONELE EN SOCIALE ACTIVERING Artikel 11 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en artikel 10 tot 21 van het Koninklijk Besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. DE PARTIJEN Tussen: 1. Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) van Grimbergen 2. De cliënt: naam, geboren op (datum) en wonende te (adres) 47 3. De tussenkomende derde: bv. de VDAB, GTB, het opleidings- of vormingscentrum, de werkgever, het kinderopvangcentrum, een deskundige (medisch, psychologisch, sociaal) wordt het volgende project overeengekomen. DOEL VAN HET PROJECT Het einddoel van dit project is jouw volledige zelfredzaamheid: zelf je plan kunnen trekken, greep krijgen op je leven, op eigen benen staan. Om dit doel te bereiken werken we samen een traject uit en leggen dit traject schriftelijk vast. Zo kunnen wij, samen met jou, elke stap volgen, bijsturen en beoordelen. Dit betekent concreet dat jij uiteindelijk (deleten van niet van toepassing is): 1. een arbeidsovereenkomst ondertekent voor een voltijdse en betaalde job en/of 2. het nodige doet om te integreren in en actief aan onze samenleving te kunnen deelnemen (bv. zoeken naar geschikte en betaalbare huisvesting, je budget in evenwicht brengen, je administratie op orde brengen, je rechten uitputten op premies en uitkeringen, gemotiveerd zijn om te werken aan fysische en psychische gezondheidsproblemen door aanvaarding van geschikte professionele hulpverlening, pogingen ondernemen om sociaal isolement te doorbreken en te werken aan je zelfbeeld door deelname aan het maatschappelijke leven zoals sport en cultuur, enz.) JOUW TRAJECTBEGELEIDER BIJ HET OCMW Bij het OCMW wordt jouw traject begeleid door (naam maatschappelijk assistent, rechtstreeks telefoonnummer en e-mailadres). Als je hem wilt spreken, dan maak je een afspraak met hem. Hij zal je binnen de vijf werkdagen ontvangen. Bij tijdelijke verhindering van jouw maatschappelijk assistent wordt hij vervangen door (naam maatschappelijk assistent, telefoonnummer en e-mailadres). 48 Het OCMW verwittigt je schriftelijk als jouw dossier definitief door een andere maatschappelijk assistent wordt opgevolgd. DE GELDIGHEIDSDUUR VAN DEZE OVEREENKOMST Het OCMW kent je de dienstverlening toe voor de duur van het contract en dit zolang je aan de voorwaarden van het contract voldoet. Deze overeenkomst is geldig van (datum) tot (datum). Afspraak: Indien opleiding of cursus wordt gevolgd is het contract geldig voor de duur van de cursus of opleiding In de andere gevallen hanteren we een periode van één jaar. Hierna volgen de verschillende trajecten (deleten indien niet van toepassing). TRAJECT “WERK ZOEKEN” OF “SOLLICITEREN” Jouw engagementen: wat verwacht het OCMW van jou? 1. Je schrijft je in als werkzoekende bij de VDAB tegen (startdatum dossier) en vernieuwt deze inschrijving tijdig zodat je steeds ingeschreven blijft. Je bezorgt je maatschappelijk assistent driemaandelijks, bij de evaluatie, telkens een nieuw bewijs van inschrijving. 2. Je maakt een afspraak met een VDAB-consulent tegen (startdatum dossier) zodat deze je kan begeleiden en ondersteunen in je zoektocht naar werk. Je bezorgt de naam en contactgegevens van deze consulent aan je maatschappelijk assistent. Wij kunnen overleggen en informatie uitwisselen met de VDAB. Wij gebruiken hiervoor een doorverwijsformulier en kunnen alle acties online opvolgen via “mijn 49 loopbaan voor partners”. 3. Als je uitgenodigd wordt door het OCMW of de VDAB, kom je naar deze afspraak. 4. Je doet alle noodzakelijke inspanningen om een voltijdse job te vinden. Deze inspanningen moet je bewijzen. Je moet dus alle sollicitaties, vacatures en reacties van werkgevers bijhouden. 5. Je bezorgt maandelijks, vóór de 20ste dag, zes degelijke sollicitatiebewijzen aan je maatschappelijk assistent. Eén kwaliteitsvol sollicitatiebewijs omvat: Een afdruk van de vacature waarop je reageerde (bv. een krantenknipsel) Een kopie van je CV en de motivatiebrief die je schreef Het verslag of reactie van de werkgever die je ontving Het OCMW kan jouw sollicitaties controleren. Wij contacteren dan de werkgever om te informeren naar de resultaten van jouw sollicitatie en jouw motivatie. 6. Je gaat in op vacatures voor een geschikte job die wij jou aanbieden. 7. Je bewijst elke periode van inactiviteit met een geldig (medisch) attest. Onze engagementen: wat mag jij van het OCMW verwachten? 1. Wij keren een leefloon uit. 2. Wij kunnen je doorverwijzen naar een sollicitatietraining bij de VDAB. 3. Wij volgen maandelijks je sollicitatiebewijzen op en je inschrijving bij de VDAB. 4. Wij evalueren je traject om de drie maanden. 5. Wij geven je tips en advies over solliciteren. TRAJECT “HET VOLGEN VAN EEN CURSUS NEDERLANDS” Om je kansen op de arbeidsmarkt te verhogen is het noodzakelijk om jouw “Nederlandskundigheid” te verbeteren en een cursus Nederlands te volgen. Jouw engagementen: wat verwacht het OCMW van jou? 1. Je volgt een cursus Nederlands Aard: (module Nederlands) Georganiseerd door: (naam centrum) Plaats: (plaats cursus) Vanaf (datum start cursus) tot (datum einde cursus) 50 Uurrooster: (dagen, uren, dagcursus of avondcursus) 2. Als je niet naar de les gaat, moet je hiervoor een geldige reden hebben en moet je je maatschappelijk assistent en je leerkracht hiervan, voor de aanvang van de les, op de hoogte brengen. 3. Afwezigheid in de les moet je bewijzen met een geldig attest dat je binnen de 48 uren afgeeft aan je maatschappelijk assistent. Attesten die laattijdig worden afgegeven worden niet meer aanvaard. 4. Als je niet naar de les kan gaan omwille van ziekte moet je dit bewijzen met een gedateerd doktersattest dat geldt voor het heden en de toekomst. Een dokter die je onderzoekt kan immers niet verklaren dat je vóór het onderzoek ziek was. 5. Na elke les vraag je je leerkracht om een aanwezigheidslijst te ondertekenen. Deze lijst geef je de laatste dag van de maand af aan je maatschappelijk assistent. 6. Je moet deelnemen aan de examens. 7. Na het beëindigen van de cursus maak je onmiddellijk een afspraak met je maatschappelijk assistent om de volgende documenten af te geven en te bespreken: Betalingsbewijs van het inschrijvingsgeld Betalingsbewijs van cursussen/handboeken Examenresultaten en diploma of getuigschrift Onze engagementen: wat mag jij verwachten van het OCMW? 1. Het OCMW betaalt je, na het beëindigen van de cursus, het inschrijvingsgeld en de cursussen/de handboeken terug op voorwaarde dat je alle inspanningen gedaan hebt om de cursus te volgen en te slagen. 2. Het OCMW keert een leefloon uit. 3. Het OCMW evalueert jouw traject om de drie maanden en na het beëindigen van een module. 51 TRAJECT “HET VOLGEN VAN EEN OPLEIDING” Om je kansen op de arbeidsmarkt te verhogen is het noodzakelijk om een beroepsopleiding te volgen. Jouw engagementen: wat verwacht het OCMW van jou? 1. Je volgt de volgende beroepsopleiding: Aard: (naam opleiding) Georganiseerd door: (naam organisatie) Plaats: (plaats opleiding) Vanaf (datum start opleiding) tot (datum einde opleiding) Uurrooster: (dagen en uren van de opleiding, avondcursus, dagcursus) 2. Als je niet naar de opleiding gaat, moet je hiervoor een geldige reden hebben en moet je je maatschappelijk assistent en je leerkracht hiervan, voor de aanvang van de opleiding, op de hoogte brengen. 3. Afwezigheid in de opleiding moet je bewijzen met een geldig attest dat je binnen de 48 uren afgeeft aan je maatschappelijk assistent. Attesten die laattijdig worden afgegeven worden niet meer aanvaard. 4. Als je niet naar de opleiding kan gaan omwille van ziekte moet je dit bewijzen met een gedateerd doktersattest dat geldt voor het heden en de toekomst. Een dokter die je onderzoekt kan immers niet verklaren dat je vóór het onderzoek ziek was. 5. Na elke opleidingsles vraag je je leerkracht om een aanwezigheidslijst te ondertekenen. Deze lijst geef je de laatste dag van de maand af aan je maatschappelijk assistent. 6. Je moet deelnemen aan de examens. 7. Na het beëindigen van de opleiding maak je onmiddellijk een afspraak met je maatschappelijk assistent om de volgende documenten af te geven en te bespreken: Betalingsbewijs van het inschrijvingsgeld Betalingsbewijs van cursussen/handboeken Examenresultaten en diploma of getuigschrift 52 Onze engagementen: wat mag jij verwachten van het OCMW? 1. Het OCMW betaalt je, na het beëindigen van de cursus, het inschrijvingsgeld en de cursussen/de handboeken terug op voorwaarde dat je alle inspanningen gedaan hebt om de cursus te volgen en te slagen. 2. Het OCMW keert een leefloon uit. 3. Het OCMW evalueert jouw traject om de drie maanden en na het beëindigen van een module. TRAJECT “ZOEKEN NAAR KINDEROPVANG” Doordat je geen kinderopvang hebt voor jouw niet-schoolgaande kinderen kun je niet starten met werken. Het doel van dit traject is het vinden van inkomensgerelateerde kinderopvang, dit is kinderopvang waarvan de prijs afhankelijk is van jouw inkomen, zodat je de mogelijkheid hebt om te gaan werken. Jouw engagementen: wat verwacht het OCMW van jou? 1. Je bespreekt met de vader van het kind en/of je familie in welke mate hij/zij kan/kunnen helpen bij het opvangen van het kind 2. Je informeert jouw maatschappelijk assistent, binnen de drie maanden na ondertekening van dit contract, over de mogelijkheden van opvang door familie en/of de vader van het kind 3. Je vraagt kinderopvang aan bij zoveel mogelijk, door Kind en Gezin erkende en inkomensgerelateerde, initiatieven, namelijk … (som de initiatieven op in het GPMI waarvoor de cliënt zich moet inschrijven zodat dit kan opgevolgd worden) 4. Je bezorgt het OCMW, binnen de drie maanden na ondertekening van dit contract, de bewijzen dat je kinderopvang hebt aangevraagd bij deze initiatieven 5. Voor de start van de opvang vraag je een attest inkomenstarief aan via de website van Kind en Gezin 6. Je brengt je maatschappelijk assistent op de hoogte als je kinderopvang hebt gevonden 7. Je betaalt zelf je facturen kinderopvang 53 Onze engagementen: wat mag jij verwachten van het OCMW? 1. Het OCMW bezorgt je, via de website van Kind en Gezin, een lijst van alle erkende en inkomensgerelateerde, initiatieven voor kinderopvang rekening houdend met jouw wensen (bv. verplaatsingsmogelijkheden, school van andere kinderen, enz.) 2. Jouw maatschappelijk assistent zal je helpen en je begeleiden met je aanvraag van kinderopvang bij de dienst onthaalouders van het OCMW 3. Jouw maatschappelijk assistent kan je helpen en je begeleiden met de aanvraag van een inkomensattest via de website van Kind en Gezin 4. Het OCMW keert een leefloon uit 5. Het OCMW evalueert dit traject drie maanden na ondertekening van het contract en nadien verder om de drie maanden totdat je kinderopvang gevonden hebt. TRAJECT “INTEGRATIE EN ACTIEVE DEELNAME AAN DE SAMENLEVING” Om jouw persoonlijk functioneren en jouw functioneren in onze samenleving te verbeteren is het belangrijk dat je een aantal stappen zet. Tip: maak het GPMI zo concreet mogelijk door de zaken te benoemen: bv. welke premie of uitkering moet de cliënt aanvragen (bv. onderhoudsgeld) en hoe? (bv. door pro-Deo bijstand aan te vragen) en waar? (bv. adres tweedelijnsbijstand), naam en adres dokter/psycholoog/enz. benoemen, naam activiteiten benoemen, enz. Jouw engagementen: wat verwacht het OCMW van jou? (voorbeelden) 1. Je zoekt naar een geschikte en betaalbare woonst uiterlijk tegen … en schrijft je in als kandidaat-huurder van een sociale woning bij Providentia en Webra 2. Je brengt je budget in evenwicht en je administratie op orde 3. Je vraagt de uitkeringen en premies aan waarop je recht hebt (bv. onderhoudsgeld) 4. Je zoekt en aanvaardt begeleiding en hulp van een deskundige (medisch, psychisch, sociaal) om je fysische en/of psychische gezondheidstoestand te verbeteren 5. Je tracht je isolement te doorbreken door deel te nemen aan socio-culturele activiteiten in onze samenleving 54 Onze engagementen: wat mag jij van het OCMW verwachten? (voorbeelden) 1. Het OCMW zal je, met de beschikbare middelen, ondersteunen en begeleiden (bv. helpen invullen met documenten, opzoeken van adressen, enz.) 2. Het OCMW kan budgetbeheer of budgetbegeleiding opstarten 3. Het OCMW kan je helpen bij het aanvragen van de procedure collectieve schuldenregeling 4. Het OCMW keert een leefloon uit. 5. Het OCMW zal jouw traject om de drie maanden evalueren. ENGAGEMENTEN VAN EVENTUELE DERDEN De bijkomende partner is: Adres Contactpersoon: … staat in voor de volgende aspecten van de overeenkomst … DE EVALUATIE VAN DEZE OVEREENKOMST Het OCMW evalueert of beoordeelt deze afspraken om de drie maanden aan de hand van het bijgevoegde evaluatieformulier en aan de hand van de door jouw voorgelegde bewijsstukken. Het OCMW kan eveneens informatie opvragen bij werkgevers waarbij je solliciteerde, het centrum waar je een cursus of opleiding volgt, het initiatief voor kinderopvang of alle andere betrokken personen of organisaties. De evaluatie van deze afspraken gebeurt samen met jou en met (naam van de derden die eerder vermeld werden). 55 SANCTIES Als je dit GPMI niet naleeft mag het OCMW jou sanctioneren zoals voorzien in artikel 30 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Vooraleer te sanctioneren waarschuwt het OCMW je met een aangetekende brief. Als je, na deze verwittiging, de afspraken in deze overeenkomst niet nakomt, kan je maatschappelijk assistent aan het OCMW voorstellen om het leefloon gedeeltelijk of volledig te schorsen voor een periode van ten hoogste 1 maand. In geval van herhaling binnen een termijn van ten hoogste één jaar, kan de uitbetaling van het leefloon voor een periode van ten hoogste drie maanden worden geschorst. Deze sanctie gaat in op de eerste dag van de tweede maand volgend op de beslissing van het centrum. Bij verhuis naar een ander OCMW kan een uitgesproken sanctie verder blijven lopen. Deze sancties kunnen niet genomen worden als je kan aantonen dat er wettige redenen bestaan waarom je de verplichtingen niet kon naleven, of als je kan aantonen dat het OCMW de voorwaarden in dit contract niet naleefde. BEROEP BIJ DE ARBEIDSRECHTBANK Je hebt steeds het recht om tegen de beslissing van het OCMW beroep aan te tekenen bij de arbeidsrechtbank van … en dit binnen een termijn van drie maanden volgend op de betekening van de beslissing van het centrum. Dit contract is opgemaakt te Grimbergen op …. in twee, drie, vier (zoveel er partijen zijn) exemplaren waarvan je verklaart één exemplaar ontvangen te hebben. Namens het OCMW Lydia Nissens Trui Olbrechts diensthoofd sociale dienst voorzitter Getekend in opdracht van Secretaris Muriel Van Schel … … … de begunstigde de maatschappelijk assistent de derde partner 56 SCHEMA “ACTIVERING” AANVRAAG LEEFLOON BIJ INTAKE BESPREKING DOSSIER DOOR INTAKE EN DIENSTHOOFD SOCIALE DIENST BIJZONDER TIJDSBESTEK ALGEMENE SOCIALE DIENST COMITE VOOR DE SOCIALE DIENST Eerste BCS Start dossier Sociaal onderzoek (voorwaarden leefloon en bevoegdheid) LL/LL – 3 maanden + Info GPMI – 3 maanden Beoordeling arbeidsbemiddelbaarheid (formulier “Aan de slag”) + Afsluiten GPMI (model GPMI) Tijdens de 3 GPMI “werk zoeken” – 1 jaar maanden na de GPMI “kinderopvang” – 1 jaar beslissing van het BCS Cliënt is arbeidsbemiddelbaar GPMI “sociale activering” – 1 jaar GPMI “Nederlands” – duur cursus GPMI “opleiding” – duur opleiding Cliënt is niet arbeidsbemiddelbaar GPMI “sociale activering” – 1 jaar Inroepen gezondheid/billijkheid 57 BIJZONDER TIJDSBESTEK ALGEMENE SOCIALE DIENST COMITE VOOR DE SOCIALE DIENST Tweede BCS LL/LL – Verlenging 3 Cliënt is arbeidsbemiddelbaar maanden AD/GPMI – 3 maanden 3 maanden na de beslissing van het Tweede BCS eerste BCS LL/LL – Verlenging 3 maanden Cliënt is niet arbeidsbemiddelbaar AD/BIL – 3 maanden AD/GPMI – 3 maanden Tijdens/na 3 maanden na de beslissing van het tweede BCS Sollicitatiebewijzen (excell-document) Maandelijkse opvolging GPMI Aanwezigheid in cursus/opleiding (lijst) Inschrijving kinderopvang 58 BIJZONDER TIJDSBESTEK ALGEMENE SOCIALE DIENST COMITE VOOR DE SOCIALE DIENST Evaluatie GPMI (evaluatieformulier) LL/LL – Verlenging 3 maanden AD/GPMI Ten laatste 3 maanden na de Positieve evaluatie beslissing van het (evaluatieverslag) – Verlenging 3 maanden tweede BCS en telkens na een AD/BIL – Verlenging driemaandelijkse 3 maanden evaluatie Sanctieprocedure: Negatieve evaluatie - Eerste aanmaning (brief) - Tweede aanmaning (brief) - LL in wacht - Uitnodiging hoorrecht BCS AD/SANCT – 1/3 maanden LL/LL – 3 maanden Na sanctie Heropstarten dossier: gesprek met cliënt + toekenning leefloon AD/GPMI – 3 maanden 59 Resultaten sociaal onderzoek Arbeidsbemiddelbaarheid van de cliënt Kan de cliënt onmiddellijk toegeleid worden naar de arbeidsmarkt? Leeftijd Gezondheid Te staven met attesten Opleidingsniveau Werkervaring Kinderopvang Arbeidsvergunningen/werkkaarten Taal/lezen en schrijven Uitsluitingsmechanismen/risicofactoren armoede (huisvesting/dakloosheid, financiële onzekerheid/schulden, opleiding/onderwijs, gezondheidsproblemen, verslavingsproblemen, kinderarmoede, aangeleerde hulpeloosheid en kwetsbaarheid, enz.) Sociale mobiliteit (situering op de maatschappelijke ladder en capaciteit om te integreren of te stijgen). 60