Voorbeeld van bevestigingsbrief van toepassing op de OISZ Auditkantoor Ter attentie van mevrouw/de heer Bedrijfsrevisor Adres ………., …………… 20XX Mevrouw/Mijnheer de Commissaris, Betreft : bevestigingsbrief Deze bevestigingsbrief wordt afgegeven in het kader van uw controle van de juistheid van de verantwoordingsbescheiden der geboekte verrichtingen, de juiste aanrekening van deze verrichtingen overeenkomstig de begroting en de bepalingen, ter regeling van de boekhouding van de openbare instellingen van sociale zekerheid, evenals van de stiptheid in het innen van de schuldvorderingen en het aanzuiveren van de schulden voor het boekjaar afgesloten op 31 december 20__, omschreven in artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 november 2001 inzake de uitoefening van de opdracht van de revisoren bij de openbare instellingen van sociale zekerheid en overeenkomstig de van toepassing zijnde boekhoudregelgeving: • het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels; • het koninklijk besluit van 22 juni 2001 tot vaststelling van de regelen inzake de begroting, de boekhouding en de rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid die zijn onderworpen aan het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid. Hierbij bevestigen wij naar beste weten en overtuiging de volgende bepalingen. 1. In het kader van de regelgeving waaraan de boekhouding van de openbare instellingen van sociale zekerheid is onderworpen en zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheden die deze toekent aan de revisoren, bedoeld in artikel 25 van het koninklijk besluit van 3 april 1997, erkent [Naam van de OISZ] haar verantwoordelijkheid bij het opstellen en de getrouwe weergave van de financiële overzichten zoals bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 juni 2001; 2. Voor wat het voeren van haar boekhouding en het opstellen van haar jaarrekening en andere financiële overzichten betreft, is [Naam van de OISZ] verplicht om zowel de regelgeving (zoals bepaald door bovenvermelde koninklijke besluiten) als de bepalingen van het algemeen rekeningstelsel na te leven; 3. Wij erkennen onze wil om, rekening houdend met de jaarlijks toegekende beheersenveloppe, al het mogelijke te doen, met name in het kader van de interne controle, om kwalitatieve financiële en boekhoudkundige informatie te verstrekken en fraude en fouten in de boekhouding te voorkomen en op te sporen; 4. In het kader van het opstellen van de financiële overzichten, vermindert [Naam van de OISZ] zoveel mogelijk het aantal fouten en afwijkingen die een effect van materieel belang op de financiële overzichten kunnen hebben. Indien de financiële overzichten nog afwijkingen of fouten zouden bevatten, bevestigt [Naam van de OISZ] dat deze onopzettelijk zijn; 5. Krachtens artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 november 2001, waarborgt [Naam van de OISZ] dat zij alle door de revisor gevraagde informatie en documentatie naar beste weten en overtuiging meedeelt; 6. Bij de mededeling van documenten en informatie in het kader van artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 november 2001, bevestigt [Naam van de OISZ] dat zij niet bewust informatie heeft achtergehouden inzake feiten met betrekking tot fraude of vermoede fraude, waarvan zij kennis zou hebben gekregen en waarbij de instelling zou zijn betrokken, voor zover deze fraude een effect van materieel belang op de financiële overzichten zou kunnen hebben; inzake feiten met betrekking tot fraude of vermoede fraude, waarvan zij kennis zou hebben gekregen en die een effect op de financiële overzichten zouden hebben; inzake gebeurtenissen na de einddatum van de verslagperiode die een aanpassing zouden vereisen van de financiële overzichten; inzake nog niet afgehandelde geschillen die een effect op de financiële overzichten zouden kunnen hebben en die wij zouden hebben onderkend. 7. Niettegenstaande het feit dat de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme niet op ons van toepassing is, erkennen wij het feit dat de bedrijfsrevisor verplicht is om voornoemde wet na te leven. Onderhavige brief wordt ondertekend door de administrateur-generaal (desgevallend, de adjunct-administrateur-generaal). De financieel directeur ondertekent eveneens onderhavige brief, met vermelding, in voorkomend geval, van de punten waarover zij zich, wat hen betreft, niet kunnen verbinden gelet op de beperking van hun bevoegdheden. Met de meeste hoogachting,