Hartfalen en bewegen, interview met Ruud Spee Sinds het najaar van 2010 houdt Ruud Spee, cardioloog i.o. en promovendus verbonden aan het Catharina ziekenhuis Eindhoven, zich bezig met de werking van het hart tijdens inspanning bij patiënten met chronisch hartfalen. Dit onderzoek vindt met name plaats in het Máxima Medisch Centrum Veldhoven/Eindhoven. Bewegen en hartfalen, een combinatie die mij nieuw in de oren klinkt. Ruud beaamt mijn verbazing. ‘Uit recent Nederlands onderzoek blijkt dat slechts 4% van de hartfaalpatiënten een hartfalenrevalidatie programma heeft doorlopen. Mogelijke verklaringen voor dit lage percentage zijn dat patiënten mogelijk al eerder in het ziektebeloop een revalidatieprogramma hebben doorlopen maar in veel gevallen speelt ook een onvolledige vergoeding door de ziektekostenverzekering een rol en vindt er onvoldoende verwijzing plaats vanuit de perceptie dat training bij deze categorie patiënten niet helpt.’ Met het onderzoek dat Ruud onder leiding van Prof.dr. Pieter Doevendans van het UMC Utrecht uitvoert hoopt hij een betere aanbeveling ten aanzien van beweging te kunnen geven voor behandeling. Veel patiënten met chronisch hartfalen hebben door een tekortschietende pompfunctie te maken met een verminderde conditie waardoor de aanvoer van zuurstof naar de spieren onvoldoende is. ‘Toch kun je de ene patiënt niet met de ander vergelijken. Je moet kijken naar het individu. Sommige mensen zijn in hun fysieke gestel beperkt door een verminderde pompfunctie en hebben last van een zogenaamde centrale beperking, maar anderen zijn bijvoorbeeld beperkt door een afgenomen spierfunctie. In het laatste geval spreek je van een perifere beperking, dat wil zeggen dat door een verminderde doorbloeding een verandering in de spiervezels optreedt en deze sneller verzuren. Een perifere beperking staat los van een centrale beperking. Patiënten met een centrale beperking zouden veel meer baat kunnen hebben bij een behandeling gericht op de verbetering van de pompfunctie, zoals een biventriculaire pacemaker of harttransplantatie terwijl anderen gebaat kunnen zijn bij verbetering van de spierfunctie door bijvoorbeeld duur- en/of krachttraining.’ Een hoofdvraag in het onderzoek is hoe de conditie van de individuele hartfalenpatiënt beter gekarakteriseerd kan worden. ‘We analyseren de inspanningsbeperking van de individuele patiënt door middel van inspanningstesten met ademgasanalyse in combinatie met metingen van de pompfunctie en zuurstofvoorziening in de spieren. Dit vindt plaats zowel bij maximale als ook submaximale inspanning want dat laatste geeft een beter beeld van de conditie van de patiënt tijdens de activiteiten in het dagelijks leven.’ Het team van de promovendus houdt zich tevens bezig met de vraag wat de effecten zijn van Hoog Intensieve Intervaltraining (HIT) op de conditie van de hartfalenpatiënt en specifiek de werking van het hart tijdens de inspanning. Uit eerdere studies is namelijk al gebleken dat HIT een groter effect had op de conditie dan duurtraining. Daarnaast verbeterde de pompfunctie van patiënten met hartfalen in rust. ‘Echter, rustmetingen voorspellen niet goed de mate van afgenomen conditie. De metingen die wij tijdens inspanning verrichten kunnen een betere inschatting maken van de beperking.’ Het proefschrift van dokter Spee zal in de loop van volgend najaar af zijn. Als ik hem vraag naar zijn belangrijkste boodschap voor onze patiënten doelgroep benadrukt hij het belang van het volgen van een hartfalenrevalidatie programma. ‘Uit de studies is onomstotelijk vast komen te staan dat beweging gedoceerd op de capaciteit van het individu tot een verbeterde pompfunctie leidt, de conditie ten goede komt, een veiligere en betere kwaliteit van leven biedt en de angst voor inspanning aanzienlijk vermindert.’ Kortom: bewegen is het beste medicijn! Wanneer u geïnteresseerd bent in een hartfalenrevalidatie programma vraag ernaar bij uw cardioloog! v.l.n.r. Victor Niemeijer, sportarts en mede promovendus, een patiënt/deelnemer aan het onderzoek, Ruud Spee.