* INVENTARIS VAN KNELPUNTEN BINNEN BUBAO TYPE 2 Samenvatting 6-2-2012 DPB-BuO Mechelen-Brussel Werkgroep Type II Inventaris van knelpunten binnen BuBaO type 2 Gericht op de noden voor drie specifieke doelgroepen binnen deze onderwijsvorm: 1. Leerlingen met diep/ernstig mentale en/of meervoudige beperking 2. Leerlingen met een mentale beperking en ASS 3. Leerlingen met een mentale beperking en gedragsmoeilijkheden Op het vlak van: 1. Schoolorganisatie 2. Pedagogisch-didactisch aanbod 3. Samenwerking Aangevuld met algemene vaststellingen en knelpunten. Inleiding: BINNEN ONS BISDOM KENNEN WE DE VOLGENDE VORMEN VAN TYPE 2 ONDERWIJS. - externaat enkel type 2 externaat type 2 en internaat van verschillende doelgroep externaat type 2, internaat, semi- internaat externaat type 1 en 2 externaat type 1, 2, 8 ( twee scholen) ALGEMENE VASTSTELLING: De doelgroep Type 2 is een erg veranderende doelgroep: de complexiteit en de heterogeniteit groeit. Dit vraagt extra deskundigheid of zelfs specialisatie: mentale handicap/ASS/ gedragsproblemen/hechtingsstoornis/meervoudig beperkte lln/… Het urenpakket type 2 werd initieel berekend op basis van een homogenere groep van ‘doorsnee’-leerlingen met een matig tot ernstig mentale beperking. Scholen ondervinden problemen om een gepast onderwijsaanbod te organiseren voor de complexere doelgroepen. De problemen situeren zich zowel op organisatorisch als pedagogisch didactisch vlak. Daarnaast wordt het belang van samenwerking binnen netwerken groter. De scholen willen voor elk kind een gepast aanbod voorzien. Vanuit deze oplijsting van knelpunten willen we nadenken over mogelijke oplossingen. DOELGROEP 1: leerlingen met diep/ernstig mentale en of meervoudige beperking SCHOOLORGANISATIE Knelpunt 1. Indeling in PE 2. Beschikbare ruimte 3. Aangepaste infrastructuur Mogelijke aanpak, niveau van aanpak Klasgroepen zijn regelmatig te groot om pedagogisch-didactisch verantwoord te kunnen werken. (bvb. 1 klasgroep met 7 lln. is voor deze doelgroep ‘te groot’, theoretisch is het oprichten van kleine groepen vanuit het LTP mogelijk, maar scholen moeten ook keuzes maken in functie van organisatie van ondersteunende functies,… ) Beperkte oppervlakte/ruimte die we kunnen bieden per kind. Aanpassingen aan infrastructuur die nodig zijn voor deze doelgroep (vb grote ruimte, verzorgingstafel/ijzeren verpleegster, tilliften, snoezelhoek,…) zijn erg duur. (samenwerken met Welzijn zou zinvol zijn in functie van efficiënt gebruik van infrastructuur, materiaal e.d…) niveau Creatieve aanwending van lestijden en omkadering (LTP en PAR) Ervaringsuitwisseling rond organisatievormen diocesaan Concrete noden formuleren verbond Link tussen leerlingenbehoeften en infrastructuurbeperkingen maken in functie van infrastructuuraanpassingen verbond Deze doelgroep heeft nood aan rust, aan werken op hun tempo. Toch zitten we in een schoolse structuur waar we werken met lestijden en speeltijden e.d (een ‘leefgroepenwerking’ zou goed zijn voor deze kinderen, dit is moeilijk haalbaar binnen de prestatieregeling van leerkrachten en paramedici, binnen een doorgedreven samenwerking met (semi-)internaat zouden er meer mogelijkheden zijn, bovendien is een wissel van begeleidend personeel voor de kinderen vaak verwarrend…) 5. Specifieke begeleidingsnoden In bvb. een “stimulatiegroep” moet men permanent met 2 tot 3 personeelsleden werken om de haalbaarheid te garanderen. Dit is ten nadele van de andere type 2 lln 6. Relevant personeelskader Huidige omkadering (binnen een externaat) is onvoldoende om een degelijk aanbod (gezien de complexe problematiek) te realiseren. 4. Schoolse structuren Het school - personeelsteam bestaat momenteel uit kleuterleidsters of leerkrachten lager onderwijs. Creatief omgaan met bestaande kader Uitzoeken waar aanpassingen in organisatie wel kunnen en mogen (wettelijke aspecten) Ervaringsuitwisseling Schoolbezoeken Samenwerkingsmogelijkheden met welzijn Diocesaan Interdiocesaan Verbond Creatief inzetten van middelen Ervaringsuitwisseling rond organisatievormen Diocesaan Visie en personeelsbeleid voeren: functiebeschrijvingen formuleren vanuit noden van kinderen… Rol van de paramedicus in de school… Diocesaan Visietekst verbond Personeel met andere kwalificaties zijn hoe langer, hoe meer noodzakelijk (opvoeders, verplegers,…) Een uitbreiding van disciplines (opvoedend personeel) en middelen (uren) binnen de paramedische omkadering dringt zich op. Een samenwerking met eigen internaat biedt veel mogelijkheden… Medische belasting van het personeel: leerkrachten die medische handelingen moeten uitvoeren: Verantwoordelijkheid, fysieke en psychische belasting Bvb. voeding geven, risico op verstikking, gehoorschade… 7. Prestatieregeling 8. Structureel overleg Middagpauzes van personeel vallen vaak weg omdat de eetbegeleiding veel tijd in beslag neemt (prestatieregeling personeel) Er is tijdsgebrek om degelijk en veelvuldig overleg mogelijk te maken (binnen de huidige prestatieregeling…) Wettelijke aspecten: waar kan afgeweken worden? Welke procedures volg je? Personeelbeleid voeren, visie ontwikkelen Ervaringsuitwisseling rond organisatievormen Verbond (Lode) 9. Professionalisering 10. Inschrijvingsrecht 11. Leerlingenvervoer We kunnen geen leerlingen van deze doelgroep weigeren wanneer ze een type 2 attest hebben. Als we in één groep weigeren, kunnen we geen andere lln meer inschrijven. Dit zou wel moeten kunnen. (volverklaring per doelgroep in functie van de zwaarte van problematieken is niet mogelijk, zou wel zinvol kunnen zijn in het belang van de kinderen…) Wettelijke aspecten Lode Busvervoer: lange busritten voor deze lln+ bussen zijn niet steeds aangepast aan deze doelgroep: (vaak administratief kluwen) Wettelijke aspecten: mogelijkheden… Onderhandelingen afwachten Verbond (Willy) liftbussen e.d. pedagogisch geschoold personeel kortere afstanden gezien de medische problematiek kleinere bussen binnen de aanbesteding van ritten zou het mogelijk moeten zijn om elementen die bijdragen tot veiligheid en comfort van de kinderen afdwingbaar te maken: vb kinderzitjes, gordels…momenteel wimpelt De Lijn dit af…) Door een tekort aan mogelijkheden om busritten aan te passen of uit te breiden komt voor een aantal kinderen het recht op onderwijs in het gedrang. PEDAGOGISCH-DIDACTISCH AANBOD Knelpunt Mogelijke aanpak, niveau van aanpak Niveau 1. Aansluiting bij de specifieke noden Het schoolse aanbod voldoet niet aan de Tekst analyseren, noden toetsen aan opvoedingsvragen van deze doelgroep. onderwijspraktijk, kansen tot aanpassing De noden van deze groep werden al onderzoeken eens beschreven door Prof. Maes en K. Petry ( ). Als externaat kan je hier niet aan voldoen. Anneleen 2. Handelingsgerichte adviezen Onvoldoende handelingsgerichte diagnose en/of tekort aan expertise bij sommige doorverwijzers bemoeilijkt geregeld de werking (bvb. leerbaarheid?; fysieke of mentale beperking als oorzaak van?) Welke mogelijkheden heb je als school om méér info en handelingsgerichte adviezen te krijgen bij doorverwijzing? Anneleen 3. Professionalisering Beperkte of onvoldoende expertise en vorming bij de eigen personeelsleden, wegens gebrek aan specifieke Concrete inventaris van nascholingsnoden maken Op zoek gaan naar aanbod (bestaand of te ontwikkelen…) Diocesaan Verbond Anneleen vormingsinitiatieven, wegens te beperkte (nascholings)middelen(gespecialiseerde vorming is heel duur) 4. Therapeutische noden SAMENWERKING 1. CLB Knelpunt Mogelijke aanpak, niveau van aanpak Multidisciplinair onderzoek door CLB: CLB heeft te weinig middelen om deze doelgroep te onderzoeken/ ondersteunen. (gebrek aan deskundigheid en specialisatie binnen CLB…) Beperkte of onvoldoende expertise bij het CLB betreffende deze problematiek Verwachtingen concretiseren Decretale opdrachten van CLB? Bijzondere bepalingen vergelijken vaak blijvend aanwezig verwerkingsproces ouders hebben vaak geen correct beeld van de mogelijkheden buiten de schoolcontext binnen “opvang niet schoolgaand” de stap zetten naar die opvang ‘niet Ervaringsuitwisseling initiatieven rond ouderbetrokkenheid Kennis van en doorverwijzen naar oudergroepen Gevolgen van nieuwe criteria voor doorverwijzing… Zoeken naar een gepast aanbod… 2. Ouders Niveau 3. Voorzieningen welzijn schoolgaand’ is vaak heel moeilijk ,vaak is er ook geen plaats… de stap naar ‘niet schoolgaand’ heeft financiële gevolgen voor de ouders (niet kostenloos) Betere (structurele)samenwerking nodig tussen onderwijs en welzijn Oplijsten van bestaande mogelijkheden Bril HGW opzetten Het kader om deze samenwerking (vb. onderwijs-welzijn, school-doorverwijzers, tussen scholen onderling,…)structureel te realiseren ontbreekt. Als er al samenwerkingsinitiatieven bestaan is dit louter op eigen initiatief. Duidelijke afspraken met doorverwijzers zijn noodzakelijk. (bvb. COS schrijft attest type 2 en vermeldt dan “graag opvolging volgend jaar enz” maar ouders gaan niet meer voor opvolging. Ze zijn blij dat hun kind binnen onderwijs opgevangen is en houden dit liever zo.) Scholen weten vaak niet waar ze terecht kunnen voor advies, begeleiding, medische opvolging… 4. Bijzondere jeugdzorg 5. Kinderpsychiatrie 6. Ondersteunende diensten Anneleen 7. Medische zorgen Medische belasting van het personeel: leerkrachten die medische handelingen moeten uitvoeren: Verantwoordelijkheid, fysieke en psychische belasting Bvb. voeding geven, risico op verstikking, gehoorschade… Verduidelijking, protocol met wit-gele kruis… Verbond (Lieve) 8. ALGEMENE KNELPUNTEN o o Kunnen deze lln. beter in type 4/5 – scholen opgevangen worden? Is dit een alternatief? Is de omkadering daar beter? Nagaan wat deze doelgroep nodig heeft (onderwijsbehoeften) en daaraan (gedifferentieerd) kostenplaatje+urenpakket plakken. (rugzakmodel) DOELGROEP 2: leerlingen met mentale beperking en autismespectrumstoornis (ASS) SCHOOLORGANISATIE Knelpunt 1. Beschikbare ruimte Beschikbare ruimte per kind is te beperkt. Deze leerlingen hebben echt meer ruimte nodig. (aparte coëfficiënt naar gelang de onderwijsbehoeften…) 2. Aangepaste infrastructuur Onvoldoende middelen om nodige infrastructurele aanpassingen te doen en gepaste materialen aan te kopen of zelf aan te maken 3. Schoolse structuren Moeilijkheden om speeltijden, gestructureerde vrijetijdsmomenten apart te organiseren (ruimte, toezicht) 4. Specifieke begeleidingsnoden Er bestaat (te) weinig residentiële opvang binnen Welzijn voor deze doelgroep. Nood aan ondersteuning, begeleiding bij geïntegreerde ASS-werking: zowel op leerlingenniveau als op leerkrachten niveau. 5. Relevant personeelskader Omkadering voor ASS-werking is te beperkt. Types 1, 3 en 8 kunnen hiervoor extra ondersteuning krijgen. Type 2 niet. Ondanks vele (tot bvb. 40%) lln. met ASS is er bvb. géén interne begeleider ASS. Mogelijke aanpak, niveau van aanpak Ook in de denkpiste rond type 9 wordt geen aandacht geschonken aan deze doelgroep. Personeelstekort, behoefte aan andere personeelscategorieën zoals opvoeders… 6. Prestatieregeling Er is grote nood aan structurele overlegmomenten, zowel intern als met externe betrokkenen. Hiervoor is echter geen ruimte voorzien. (prestatieregeling) De klassenorganisatie voor deze doelgroep vraagt veel planning en voorbereiding (klaarzetten van werksessies, dagschema’s aanpassen,…) tijdens de schooldag. Hiervoor is niet steeds voldoende ruimte binnen de huidige prestatieregeling. 7. Structureel overleg Er is grote nood aan structurele overlegmomenten, zowel intern als met externe betrokkenen. Hiervoor is echter geen ruimte voorzien. (prestatieregeling) 8. Professionalisering Sommige scholen hebben reeds heel wat kennis rond ASS in huis. Het bestaande vormingsaanbod is vaak omwille van budgetten niet voldoende te volgen. Vaak is het aanbod ook onvoldoende toegespitst op deze specifieke doelgroep. 9. Inschrijvingsrecht Het aantal lln met ASS neemt steeds toe. We stellen vast dat er kinderen zijn die geen school vinden. (Recht op onderwijs niet gegarandeerd…)(vanuit ziekenhuisschool?) De mogelijkheid tot volverklaring’ per pedagogische eenheid is in de huidige context noodzakelijk. Het rugzakmodel zou hier uitkomst kunnen bieden (behalve bij tekort aan infrastructuur) 10. Leerlingenvervoer Leerlingenvervoer is niet aangepast aan de behoeften van deze groep leerlingen Er is nood aan opleiding voor de busbegeleiders die deze groep leerlingen op de schoolbus begeleidt PEDAGOGISCH-DIDACTISCH AANBOD Knelpunt 1. Handelingsgerichte adviezen 2. Professionalisering Vervangen van afwezige personeelsleden bij deze doelgroep is zeer moeilijk. Meer basiskennis Mogelijke aanpak, niveau van aanpak (initiële opleiding)rond ASS bij startende leerkrachten zou wenselijk zijn. 3. Therapeutische noden SAMENWERKING Knelpunt 1. CLB Multidisciplinair onderzoek door CLB: CLB heeft te weinig middelen om deze doelgroep te onderzoeken/ ondersteunen. (gebrek aan deskundigheid en specialisatie binnen CLB…) 2. Ouders Sommige ouders krijgen moeilijk een zicht op de problematiek van ASS. 3. Voorzieningen welzijn Er bestaat (te) weinig residentiële opvang binnen Welzijn voor deze doelgroep. 4. Bijzondere jeugdzorg 5. Kinderpsychiatrie 6. Ondersteunende diensten Weinig mogelijkheden om leerlingen met mentale beperking en ASS te laten opnemen voor observatie indien dit nodig is. Er bestaan geen structurele samenwerkingsinitiatieven tussen school en externe diensten. Goede samenwerking kan, op Mogelijke aanpak, niveau van aanpak voorwaarde dat de school hier zelf initiatief neemt en een extra inspanning levert. (bvb. met ECA: zij komen 2 maal per jaar met een team naar de school voor observatie en overleg.) Bij laattijdige diagnose ASS komen kinderen steeds onderaan de wachtlijsten voor thuisbegeleiding. 7. Medische zorgen 8. ALGEMENE KNELPUNTEN DOELGROEP 3: leerlingen met mentale beperking en gedragsmoeilijkheden SCHOOLORGANISATIE Knelpunt 1. Beschikbare ruimte 2. Aangepaste infrastructuur 3. Schoolse structuren Gebrek aan aangepaste fysische ruimte voor de opvang van leerlingen in crisismomenten (TAVA,…) Moeilijkheden om speeltijden, gestructureerde vrijetijdsmomenten apart te organiseren (ruimte, toezicht) 4. Specifieke begeleidingsnoden Fysieke en psychische veiligheid van kinderen en personeel is een belangrijk aandachtspunt. Dit vraagt extra organisatorische en pedagogische aanpassingen. Hiervoor is voldoende omkadering en aangepaste vorming noodzakelijk. 5. Relevant personeelskader Gebrek aan personeel voor specifieke preventieve en curatieve werking rond gedragsproblematiek. (Bvb. begeleiding binnen Time-out, PAD-werking, …) Personeelstekort, behoefte aan andere personeelscategorieën zoals opvoeders… 6. Prestatieregeling 7. Structureel overleg Er is grote nood aan structurele overlegmomenten, zowel intern als met externe betrokkenen. Hiervoor is echter geen ruimte voorzien. Mogelijke aanpak, niveau van aanpak (prestatieregeling) 8. Professionalisering Contacten met externen vragen ook extra personeelsinzet van de school. Wegens daling nascholingsbudget is er nog minder ruimte voor bijscholing 9. Inschrijvingsrecht 10. Leerlingenvervoer PEDAGOGISCH-DIDACTISCH AANBOD Knelpunt 1. Handelingsgerichte adviezen Waar kunnen we terecht voor advies? 2. Professionalisering Kennis rond o.a. hechtingsproblemen, gedragsstoornissen…. Is nodig. Het is echter moeilijk om rond al deze aspecten voldoende expertise in een school op te bouwen. Er is zeer weinig gericht aanbod binnen nascholing voor deze doelgroep. 3. Therapeutische noden Kinderen hebben naast schools aanbod ook nood aan een gerichte therapie. Dit kunnen wij hen niet bieden binnen de school, en ook buiten de school Mogelijke aanpak, niveau van aanpak is er weinig aanbod voor deze doelgroep. SAMENWERKING Knelpunt 1. CLB 2. Ouders Soms weinig of geen medewerking van ouders. Kinderen groeien soms op in problematische opvoedingssituaties. Ouders worstelen vaak zelf nog met aanvaarding van de problematiek Verwachtingen van ouders liggen vaak op(gedrags) therapeutisch vlak, hier kan de school niet op antwoorden. 3. Voorzieningen welzijn 4. Bijzondere jeugdzorg Er moeten soms stappen gezet worden naar VC of CBJZ. Maar deze diensten zijn onvoldoende vertrouwd met deze doelgroep of beschikken over onvoldoende mankracht. 5. Kinderpsychiatrie Kinderpsychiatrie staat niet steeds open voor leerlingen uit type 2. (soms worden lln met mentale beperking geweigerd voor opname binnen een kinderpsychiatrische afdeling, andere centra werken vaak met regio’s, lange wachtlijsten,…) 6. Ondersteunende diensten Meer nood aan therapeutische centra die zich Mogelijke aanpak, niveau van aanpak richten naar deze doelgroep. (Is bvb. speltherapie een optie?) Voor deze doelgroep bestaan geen timeoutprojecten buiten de school waar leerlingen tijdelijk terecht kunnen. 7. Medische zorgen 8. ALGEMENE KNELPUNTEN