Zitting van de Gemeenteraad dd. 14 maart 2011. * De Gemeenteraad, De voorzitter opent de vergadering om 20:00 uur. 01 Notulen over de vergadering van 07.02.2011. 02 Goedkeuren 2 bijkomende voorlopige twaalfden, dienstjaar 2011. Gelet op het feit dat het gemeentebudget voor het dienstjaar 2011 tot op heden nog niet ter goedkeuring aan de gemeenteraad is voorgelegd; Dat het, voor het verzekeren van de goede gang van zaken, het geboden is voorlopige twaalfden goed te keuren op de gewone budgetmiddelen waarvoor in het goedgekeurde budget voor het dienstjaar 2010 kredieten werden ingeschreven; Gelet op de artikelen 152, 252 en 302 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit; Na toelichting en beraadslaging; BESLIST met 12 stemmen voor en 6 onthoudingen : Artikel 1. Voor het budgetjaar 2011 worden 2 bijkomende voorlopige twaalfden geopend, volgens de kredieten gewone dienst van het goedgekeurde gemeentebudget voor het dienstjaar 2010. Dit voor wat betreft de strikt noodzakelijke uitgaven en tevens voor de uitgaven die voor de normale gang van de gemeentelijke diensten en inrichtingen onontbeerlijk zijn. Artikel 2. Een voor eensluidend verklaard afschrift van huidige beslissing aan de financiële beheerder te sturen. 03 Goedkeuren pensioenreglement aangaande de tweede pensioenpijler voor het contractuele personeel van de stad Halen. Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 04.10.2010 tot goedkeuring van een systeem 2 de pensioenpijler ten voordele van het contractuele personeel dat in dienst is van de stad Halen. Dit met aanvang op 01.01.2011; Dat beslist werd om toe te treden tot het pensioenplan van de provincie Limburg; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, houdende aanstelling van het consortium DexiaEthias als externe beheerder van dit bijkomend pensioenfonds; Gelet op het voorstel van pensioenreglement tot toepassing van het pensioenstelsel “tweede pensioenpijler”; Gelet op de gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet; Na toelichting en beraadslaging; BESLIST eenparig : Artikel 1. De gemeenteraad keurt het pensioenreglement goed aangaande de toepassing van de tweede pensioenpijler ten voordele van het contractuele personeel dat in dienst is bij de stad Halen. Artikel 2. Huidig pensioenreglement, dat gehecht is aan huidige beslissing, is van toepassing vanaf 01.01.2011. Gelet op het onderzoek dat werd uitgevoerd m.b.t. de juridische en financiële haalbaarheid van een tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden en de voorgestelde principes; Overwegende dat het gemeentebestuur van oordeel is dat, op vlak van pensioenen, grote financiële verschillen tussen het huidig of binnenkort gepensioneerd personeel best zoveel mogelijk vermeden worden, en dat het derhalve – binnen de grenzen van de financiële mogelijkheden van het bestuur – maximale inspanningen wil doen om een kloofdichting te realiseren van het verschil in het brutopensioen tussen contractuele en statutaire personeelsleden; Overwegende dat het gemeentebestuur - mede gelet op de financiële last van dergelijke operatie – het als billijk en rechtvaardig overkomt, een geleidelijke kloofdichting te realiseren door { maximum 60 % bruto } bij te passen van het verschil in het brutopensioen tussen contractuelen en statutairen via rustrenten (geen kapitaal)als volgt : startend met een kloofdichting van { 10 % } in 2011, aangevuld met { 3 % } per jaar dienstanciënniteit vanaf het jaar 2011; Overwegende dat het gemeentebestuur de verdere principes, modaliteiten en verplichtingen dient vast te leggen in een reglement voor een collectief pensioenplan voor de tweede pijler voor de contractuelen, rekeninghoudend met de wettelijke verplichtingen en mogelijke toekomstige modaliteiten; Overwegende dat de gemeenschappelijke bepalingen van dit besluit ambtshalve van toepassing zijn op het OCMW-personeel van de gemeente; Gelet op de resultaten van de besprekingen met de erkende vakbondsorganisaties waarvan protocol van akkoord in bijlage; Na hierover beraadslaagd te hebben, Artikel 0 Ter definiëring begrippen Voor de toepassing van huidig reglement verstaat men onder: 1. Conventionele datum van pensionering: De eerste dag van de maand volgend op die waarin de rechthebbende de leeftijd van 65 jaar bereikt. Het moment van werkelijke pensionering, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen hieraangaande, kan de conventionele datum van pensionering vervroegen tot uiterlijk 60 jaar. Indien de rechthebbende na zijn 65e in dienst blijft bij de gemeente zal de conventionele datum samenvallen met deze van werkelijke pensionering; 2. Rechthebbende: Het betreft de werknemer die behoort tot de personeelscategorie waarvoor de gemeente het collectief pensioenplan heeft ingevoerd en die de aansluitingsvoorwaarden, zoals hieronder gedefinieerd in artikel 2, vervult, alsook de gewezen werknemer die nog actuele of uitgestelde rechten geniet (=slaper); 3. RVP: De Rijksdienst voor Pensioenen opgericht bij KB nr. 513 van 27 maart 1987; 4. Uitdiensttreding: Het niet langer in dienst zijn bij de gemeente, in het kader van een arbeidsovereenkomst, om andere redenen dan overlijden of pensionering. Artikel 1 Rechthebbenden Alle contractuele personeelsleden tewerkgesteld bij de gemeente …. op de datum van … of later, zijn rechthebbenden in de zin van dit reglement. Contractuele personeelsleden met een arbeidsovereenkomst voor studenten zijn met betrekking tot hun dienovereenkomstige prestaties geen rechthebbenden in de zin van dit reglement. Artikel 2 Aansluiting bij het collectief pensioenplan 2.1 Aansluitingsvoorwaarden en –modaliteiten De rechthebbenden worden aangesloten bij dit collectief pensioenplan vanaf het moment dat zij de leeftijd van 25 jaar bereikt hebben en tot de hierboven bedoelde personeelscategorie behoren, maar ten vroegste op de datum waarop dit reglement in werking treedt. 2.2 Beëindiging van de aansluiting Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van toepassing op de slapers, eindigt de aansluiting bij het overlijden van de rechthebbende of wanneer hij niet langer, in het kader van een arbeidsovereenkomst, tewerkgesteld is bij de gemeente. Artikel 3 Rechten van de rechthebbende Op de conventionele datum van pensionering wordt aan de rechthebbende een Aanvullende Rustrente toegekend. Het personeelslid dat echter op het ogenblik van de uitdiensttreding minder dan één jaar aangesloten is, kan geen aanspraak maken op deze aanvullende rente. Het jaarbedrag van deze Aanvullende Rustrente wordt gedefinieerd als 60% van het verschil tussen enerzijds het theoretisch OverheidsPensioen (wettelijk rustpensioen overheidssector) dat de rechthebbende overeenkomstig het pensioenreglement voor vastbenoemden van de gemeente op jaarbasis zou ontvangen hebben in hetzelfde loonbarema, rekening houdende met de voor het overheidspensioen in aanmerking genomen loopbaan bij de gemeente zoals hieronder gedefinieerd, en anderzijds het werkelijk ontvangen WerknemersPensioen (wettelijk rustpensioen privé-sector), uitgedrukt op jaarbasis, dat de rechthebbende op de conventionele datum van pensionering ontvangt ingevolge zijn werknemerschap bij de gemeente … of, indien de rechthebbende inmiddels benoemd werd, het Fictief WerknemersPensioen. Indien de rechthebbende op de conventionele datum van pensionering afstand doet van de pensioenrechten als werknemer (bv. keuze voor een gezinspensioen) opgebouwd ingevolge het werknemerschap bij de gemeente …, brengt men het Werknemerspensioen in mindering berekend door de RVP als voor een alleenstaande. Indien na pensionering het Werknemerspensioen wijzigt van een gezinspensioen naar een alleenstaandenpensioen, zal het in mindering te brengen Werknemerspensioen (WP) hiermee in overeenstemming gebracht worden. In formulevorm betekent dit: Op de conventionele datum van pensionering AR = 60% (OP – max (WP , FWP))) – AR’ waarbij: AR = Aanvullende Rustrente, deze wordt betaald vanaf de conventionele datum van pensionering; AR’ = OP = Het OverheidsPensioen waarop de rechthebbende op de conventionele datum van pensionering recht zou hebben krachtens het pensioenreglement van de gemeente met betrekking tot de vastbenoemden, rekening houdende met de voor het overheidspensioen in aanmerking genomen loopbaan in het kader van een arbeidsovereenkomst bij de gemeente zoals hieronder gedefinieerd; Max(…,…) = WP = Het WerknemersPensioen waarop de rechthebbende recht heeft op de conventionele datum van pensionering, ingevolge zijn werknemerschap bij de gemeente en eventuele gelijkgestelde perioden die bij de berekening van OP in aanmerking komen. In voorkomend geval worden onvolledige kalenderjaren geprorateerd. FWP = De ten laste van de gemeente … opgebouwde Aanvullende Rustrente in het kader van een andere aanvullende pensioentoezegging, die betrekking heeft op gelijklopende periodes. Het grootste van de bedragen vermeld tussen haakjes; Het Fictief WerknemersPensioen waarop de rechthebbende op de conventionele datum van pensionering recht gehad zou hebben, ingevolge zijn werknemerschap bij de gemeente en eventuele gelijkgestelde perioden die bij de berekening van OP in aanmerking genomen worden, mocht hij niet gerechtigd zijn geweest op een OP. In voorkomend geval worden onvolledige kalenderjaren geprorateerd; Het resultaat van deze formule op de conventionele datum van pensionering mag niet lager zijn dan een jaarrente gelijk aan het product van 10 EUR en het aantal kalenderjaren dat mede voor de berekening van OP (N) in aanmerking komt. De aanvullende rustrente wordt verplicht in de vorm van een rente uitbetaald. De renten zullen maandelijks achteraf betaalbaar zijn. Wanneer het jaarlijks bedrag van de rente bij de aanvang gelijk is of minder bedraagt dan het minimumbedrag bepaald in de Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, wordt de rente jaarlijks uitbetaald. De uitgekeerde renten worden gekoppeld aan de index van de sociale zekerheidsuitkeringen in de publieke sector, en volgen de perequatie van de korf waartoe ze behoren. Bij de berekening van OP (N) wordt rekening gehouden met: - alle werkelijk gepresteerde of te presteren of ermee gelijkgestelde diensten bij de gemeente in het kader van een arbeidsovereenkomst, vanaf de indiensttreding als contractueel personeelslid tot de conventionele datum van pensionering of uitdiensttreding, overeenkomstig de overheidspensioen; modaliteiten van toepassing op het - militaire dienst: De militaire dienst komt in aanmerking krachtens de modaliteiten toepasselijk voor het overheidspensioen; - bonificaties: Bij de vaststelling van de beroepsloopbaan strekkende tot de berekening van het overheidspensioen wordt een tijdsbonificatie toegekend voor diplomajaren, bepaalde koloniale diensten en diensten wegens oorlogsfeiten, krachtens de modaliteiten toepasselijk voor het overheidspensioen. - Bij de berekening van de aanvullende rustrente, worden de jaren tewerkgesteld bij de gemeente in de statuten BTK, DAC en TWW niet meegerekend. Voor de berekening van het statutair pensioen worden deze jaren eveneens niet meegerekend. Artikel 4 Informatieverplichtingen van de rechthebbende De gemeente kan slechts overgaan tot het uitkeren van een aanvullende rustrente, op voorwaarde dat de rechthebbende haar de noodzakelijke elementen aanreikt. Deze bestaan onder andere uit: - de gegevens vereist om tot een correcte vaststelling van het werknemerspensioen te kunnen overgaan, waaronder deze met betrekking tot de berekening van het werknemerspensioen door de RVP; - de noodzakelijke aanvullende gegevens om het overheidspensioen te berekenen, die de gemeente niet ter beschikking heeft; - een door de rechthebbende en de financiële instelling volledig ingevulde en ondertekende aanvraag tot storting van de pensioenbedragen op een rekening geopend bij een financiële instelling. De gemeente waarborgt haar prestaties op basis van de door de rechthebbende medegedeelde gegevens. Deze laatste is verantwoordelijk voor de juistheid van de overgemaakte gegevens. Artikel 5 Informatieverplichting in hoofde van de gemeente De gemeente bezorgt de rechthebbende jaarlijks een document dat de toestand van het pensioenplan weergeeft. De op dit document vermelde gegevens gelden slechts ten indicatieve titel. De definitieve berekening gebeurt op het ogenblik van de uitkering. Artikel 6 Wijziging of opheffing van het collectief pensioenplan Het collectief pensioenplan wordt door de gemeente ingesteld voor onbepaalde duur. De gemeente kan nochtans het collectief pensioenplan wijzigen of opheffen, mits de eerbiediging van de wettelijke voorschriften (in de mate dat zij van toepassing zijn op het betrokken plan en ten aanzien van de rechthebbenden) en van eventuele overeenkomsten en verbintenissen terzake. Elke vermindering of opheffing van het collectief pensioenplan wordt door de sociale wetgeving en de bepalingen van huidig reglement geregeld. De gemeente behoudt zich het recht voor dit collectief pensioenplan te verminderen of op te heffen indien één van de volgende omstandigheden zich ondermeer voordoen: invoering van nieuwe wettelijke bepalingen, CBFA-richtlijnen, andere maatregelen of feitelijke omstandigheden die rechtstreeks of onrechtstreeks tot een meerkost van het collectief pensioenplan leiden; basiswijzigingen in de sociale zekerheidswetgeving waarop het collectief pensioenplan een aanvulling vormt; interne of externe economische ontwikkelingen die het evenwicht van de publiekrechtelijke rechtspersoon bedreigen; invoeren van een nieuw collectief pensioenplan dat op zijn minst dezelfde, en zelfs meer voordelen voorziet dan huidig collectief pensioenplan. De beslissing tot vermindering of opheffing van huidig collectief pensioenplan wordt onmiddellijk door de gemeente aan de rechthebbenden medegedeeld. Mocht er na de inwerkingtreding van dit reglement dwingende wetgeving worden ingevoerd die de uit dit reglement voortkomende pensioenverplichtingen van de gemeente beïnvloedt, zal deze toegepast worden. Artikel 7 Fiscale en sociale lasten De belastingen, voorheffingen, rechten, taksen of diverse bijdragen verschuldigd op de renten, zijn door het feit van hun uitkering, ten laste van de rechthebbenden. In afwijking van voorgaande, zullen de verschuldigde RSZ-werkgeversbijdragen verbonden met de renten, integraal ten laste van de gemeente zijn. Artikel 8 Geschillenbeslechting Dit collectief pensioenplan wordt door het Belgisch recht beheerst en valt onder de bevoegdheid van de Belgische hoven en rechtbanken. Artikel 9 Persoonsgegevens De persoonsgegevens die verstrekt worden door de rechthebbende en die bestemd zijn voor het beheer van dit collectief pensioenplan worden door de gemeente vertrouwelijk en met het uitsluitend doel van het beheer van dit stelsel behandeld. Conform de bepalingen van de wet van 8 december 1992 heeft iedere persoon van wie persoonsgegevens bewaard worden het recht om inzage en eventueel verbetering van deze gegevens te verkrijgen middels schriftelijk verzoek gericht aan de gemeente vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de aanvrager. Artikel 10 Inwerkingtreding Onderhavig reglement treedt in werking op 01 januari 2011. Gezien om gehecht te worden aan besluit van heden 04 Goedkeuren financieel plan aangaande de tweede pensioenpijler voor het contractuele personeel van de stad Halen. Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid op de artikelen 42 en 43; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 04.10. 2010 waarbij het principe en de formule voor een tweede pensioenpijler voor de contractueel tewerkgestelde personeelsleden wordt vastgelegd; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 14.03.2011 waarbij het reglement voor een tweede pensioenpijler voor de contractueel tewerkgestelde personeelsleden wordt vastgelegd; Gelet op de noodzaak om op lange termijn over voldoende reserves te beschikken en een bepaald dekkingspercentage aan te houden voor de financiering van de tweede pensioenpijler voor de contractueel tewerkgestelde personeelsleden; Gelet op de actuariële studie uitgevoerd met betrekking tot de evolutie van de reserves van de tweede pensioenpijler voor de contractueel tewerkgestelde personeelsleden; Gelet op de bevoegdheid van de gemeenteraad voor het vastleggen van het financieel plan van de tweede pensioenpijler; Na hierover beraadslaagd te hebben, BESLIST eenparig : Artikel 1 De bijdrage van de gemeente aan de tweede pensioenpijler voor de contractueel tewerkgestelde personeelsleden wordt zodanig vastgesteld dat het totale dekkingspercentage nl. de verhouding tussen de reserves en de totale verbintenissen (naar de gepensioneerden en naar de actieve contractueel tewerkgestelde personeelsleden) over een horizon van 30 jaar niet onder de 30 % daalt. Artikel 2 Rekening houdend met de parameters vastgelegd in artikel 1 wordt jaarlijks een bijdragepercentage berekend en een bijdrage ingeschreven in het gemeentebudget op basis van de geactualiseerde actuariële studie die als bijlage integraal deel uit maakt van dit besluit. Artikel 3 Rekening houdend met de parameters vastgelegd in artikel 1 …… en rekening houdend met inbreng van een startkapitaal ten bedrage van 35.000EUR } wordt voor het eerste jaar 2011 een premie van 10 % vereist. Artikel 4 Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd tot verdere invulling en praktische uitvoering van dit collectief pensioenplan in functie van de vereiste verhoging van het jaarlijks toe te passen percentage van de kloofdichting. Artikel 5 Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de financieel beheerder en aan de dienst personeel. 05 Aanvullende politieverordening op het verkeer tot invoering van een gewichtsbeperking in de Zelkstraat tot max. 3,5 ton. Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk besluit van 16 maart 1968; Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op het Koninklijk besluit van 01 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen; Gelet op het feit dat de Zelkstraat (woonstraat) regelmatig wordt gebruikt door zeer zwaar vrachtverkeer, dit als gevolg van het geleiden door een GPS-systeem; Dat het gaat om een smalle woonstraat en dat dergelijk zwaar verkeer ter plaatse niet gewenst is; Dat het gaat om een gemeenteweg; Na toelichting en beraadslaging; BESLIST : Artikel 1. Vanaf datum van afkondiging van huidige verordening geldt in de Zelkstraat een gewichtsbeperking tot maximum 3,5 ton voor alle verkeer. Dit met uitzondering van het plaatselijke verkeer voor leveringen e.d. Artikel 2. De beschikking van artikel 1 wordt ter kennis gebracht van de weggebruikers door het plaatsen van het verkeersbord C21 met opschrift “3,5 ton” en een onderbord type IV met vermelding “UITGEZONDERD LEVERINGEN “ op volgende plaatsen : - Kruising Zelkstraat met de Liebroekstraat (2 plaatsen) Artikel 3. Huidige verordening bekend te maken. Artikel 4. Een voor eensluidend verklaard afschrift van huidige beslissing voor kennisgeving te sturen naar de Lokale Politiezone West-Limburg en naar de Vlaamse Overheid, Afdeling Belei- Mobiliteit en Verkeersverordeningen. 06 Aanvullende politieverordening op het verkeer tot invoering van éénrichtingsverkeer in de Doelstraat en in de Marktstraat. Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk besluit van 16 maart 1968; Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op het Koninklijk besluit van 01 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen; Dat het in de Marktstraat en de Doelstraat, omwille van de appartementenbouw en het parkeren ter plaatse, verantwoord is om ter plaatse éénrichtingsverkeer in te voeren. Dit om de veiligheid van de voetgangers ter plaatse te bevorderen en om doorgangsconflicten te vermijden; Dat het gaat om gemeentewegen ; Na toelichting en beraadslaging; BESLIST : Artikel 1. Vanaf de datum van afkondiging van huidige verordening wordt in de Doelstraat en in de Marktstraat éénrichtingsverkeer ingesteld. Het verkeer komende vanaf de Generaal de Wittestraat wordt toegelaten. Artikel 2. De in artikel 1 vermelde beschikking wordt ter kennis gebracht van de weggebruikers door het plaatsen van volgende verkeersborden : - C1 op de aansluiting Doelstraat – Sportlaan; - C1 op de aansluiting Marktstraat – Raubrandplein. - C1 op de kruising Marktstraat - Doelstraat - D1f op de aansluiting van De Nieuwe Gracht op de Doelstraat. Artikel 3. Huidige verordening bekend te maken. Artikel 4. Een voor eensluidend verklaard afschrift van huidige beslissing voor kennisgeving te sturen naar de Lokale Politiezone West-Limburg en naar de Vlaamse Overheid – Afdeling Beleid, Mobiliteit, Verkeersverordeningen. 07 Aanpassing beslissing van de gemeenteraad van 05.03.2007 tot invoering van een gemeentelijke belasting voor het gebruik van het openbaar domein. 08 Goedkeuren gemeentelijke borgstelling voor een lening die wordt aangegaan door vzw De Pastorie aangaande verbouwing gebouw voormalige pastorie Zelem. Door de gemeenteraad werd beslist om het gebouw, voormalige pastorie Zelem, in bruikleen te geven Gelet op de beslissing van de gemeenteraad, houdende goedkeuring van de bruikleenovereenkomst ten voordele van de VZW DE PASTORIE van het gebouw dat eigendom is van de stad Halen, “Voormalige Pastorie Zelem”, Dorpsstraat 34; Dat de VZW DE PASTORIE, met maatschappelijke zetel Dorpsstraat 1 te 3545 Halen en met RPR Hasselt, BE 0898.678.769 – hierna genoemd “de kredietnemer” - beslist heeft om bij Dexia Bank NV, RPR Brussel, BTW BE 0403.201.185, n° CBFA 019649 A en met maatschappelijke zetel Pachecolaan 44 te 1000 Brussel – hierna genoemd “Dexia Bank” een kredietopening aan te gaan ten belope van 300.000 Eur (DRIEHONDERDDUIZEND EURO) (datum kredietbrief : 01.02.2011); Dat deze kredietopening bestaat uit een investeringskrediet dat bestemd is voor de verbouwingen van het in bruikleen gegeven gebouw “Pastorie Zelem”, gelegen Dorpsstraat 34 te 3545 Halen, volgens de in de kredietbrief bepaalde modaliteiten. Dat dit krediet een looptijd zal hebben van 25 (vijfentwintig) jaren; Dat deze lening met nr. 071-0500564-08 voor een bedrag van € 300.000 (driehonderdduizend Euro) dietn te worden gewaarborgd door de stad Halen; Gelet op de gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet; Na toelichting en beraadslaging; BESLIST met 12 stemmen voor, 5 stemmen tegen en 1 onthouding : Artikel 1. De gemeenteraad keurt de solidaire borgstelling goed van de stad Halen tegenover Dexia Bank, voor wat zowel betreft het kapitaal, de intresten, de commissie en de onkosten t.a.v. het investeringskrediet dat in het kader van de kredietopening van de VZW “DE PASTORIE” bij de Dexia Bank wordt aangegaan. Artikel 2. De gemeenteraad machtigt Dexia Bank om het debet van de rekening-courant van de Stad Halen, met waarde van hun vervaldag, om het even welke bedragen te boeken, verschuldigd door de kredietnemer vzw “De Pastorie” in het kader van dit krediet en die door deze kredietnemer nog niet betaald werken na een tijdsverloop van 30 dagen die worden berekend vanaf de vervaldag. Het stadsbestuur van Halen zal hiervan worden op de hoogte gehouden door middel van een afschrift van de gevoerde correspondentie met de kredietnemer. Artikel 3. Dat de stad Halen zich verbindt, tot de eindvervaldatum van deze kredieten en van haar eigen leningen bij Dexia Bank, alle nodige maatregelen te nemen om de storting te verzekeren op haar rekening die is geopend bij deze maatschappij, van al de sommen die er op dit ogenblik gecentraliseerd worden, hetzij uit hoofde van de wet (o.a. haar aandeel in het stadsfonds en in elk ander fonds dat dit zou vervangen of aanvullen, de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen op de rijks- en provinciebelastingen, met inbegrip de opbrengst van de stadsbelastingen die worden geïnd door de staat), hetzij uit hoofde van een overeenkomst, en dit niettegenstaande elke eventuele wijziging in de manier van de inning van deze inkomsten. Artikel 4. De Dexia Bank te machtigen deze inkomsten aan te wenden tot dekking van de bedragen die door de kredietnemer, uit welke hoofde ook, mochten verschuldigd zijn en die aan de stad worden aangerekend. Deze gegeven machtiging geldt als onherroepelijke delegatie in het voordeel van Dexia Bank. Artikel 5. Aangezien de kredietnemer zich anderzijds verbonden heeft – in geval van liquidatie – onmiddellijk het totaal bedrag van zijn schuld (zowel wat kapitaal als intresten, reserveringscommissie en onkosten betreft) aan Dexia Bank terug te betalen, bevestigt de gemeenteraad de hierboven aangegane verbintenissen in verband met de betaling van de bedragen die door Dexia Bank uit dien hoofde zullen worden gevorderd. Artikel 5. In geval de voormelde ontvangsten ontoereikend zijn voor de betaling van de verschuldigde bedragen die aan de stad Halen zullen worden aangerekend, wordt de verbintenis aangegaan om bij Dexia Bank het bedrag te storten dat nodig is om de vervallen schuld volledig af te betalen. In geval van gehele of gedeeltelijke laattijdige betaling zijn van rechtswege verwijlintresten en zonder voorafgaande ingebrekestelling verschuldigd zijn en dit gedurende de periode van niet-betaling. Deze verwijlintresten worden berekend conform art. 15 §4 van de bijlage bij het Koninklijk Besluit van 26.02.1996 betreffende de overheidsopdrachten. Artikel 6. De gemeenteraad acteert dat onderhavige borgstelling is onderworden aan heet Kredietreglement van november 2004. De gemeenteraad verklaart kennis te hebben genomen van de in huidige beslissing vermelde kredietbrief en –reglement en er de bepalingen van te aanvaarden. Artikel 7. Huidige beslissing aan het algemeen toezicht van de voogdijoverheid te onderwerpen. 09 Infrastructuurwerken Hagelandstraat (gesch. riolering, wegen, fietspaden) : goedkeuring plannen, bestek en raming en goedkeuring grondinnemingsplannen. Vraag tot ministeriële machtiging tot onteigenen voor openbaar nut. Gelet op de overeenkomst tussen de stad Halen en de cvba Infrax, waarbij Infrax wordt aangesteld om op te treden als opdrachtgevend bestuur ter realisatie van het project “GESCHEIDEN RIOLERING, AANLEG WEGEN EN FIETSPADEN HAGELANDSTRAAT”; Dat de cvba Infrax alle wettelijk voorgeschreven regels zal toepassing in verband met de wetgeving overheidsopdrachten; Dat beide partijen deelnemen in de financiering van dit project, met subsidiëring vanwege de Vlaamse Overheid; Gelet op de plannen, bestek, meetstaat en raming opgesteld door de Libost-Groep van Hasselt; Dat de kosten ten laste van de cvba Infrax worden geraamd op € 1.354.273,00; Dat de kosten ten laste van de stad Halen worden geraamd op € 967.400,07; Gelet op de gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet; Na toelichting en beraadslaging; BESLIST eenparig : Artikel 1. De gemeenteraad keurt de plannen, het bestek, de meetstaat en de raming goed voor het project uit de voeren door de cvba Infrax tot aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel, aanleg nieuw wegdek en Fietspaden langs de Hagelandstraat. Dit voor een totaal geraamd bedrag van € 2.524.827,96. Het aandeel van de stad Halen bedraagt € 967.400,07. Artikel 2. Een voor eensluidend verklaard afschrift van huidige beslissing te sturen naar de cvba Infrax. 10 Goedkeuren gemeentelijk subsidiereglement ten voordele van projecten jeugd- en jongerencultuur. Gelet op het goedgekeurde jeugdwerkbeleidsplan 2011 - 2013; Gelet op het voorstel van gemeentelijk subsidiereglement ten voordele van projecten jeugd- en jongerencultuur; Dat het jeugdwerkbeleidsplan een dergelijke actie en de daaraan verbonden subsidie voorziet; Gelet op het gunstig advies van de gemeentelijke jeugdraad; Gelet op de gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet; Na toelichting en beraadslaging; BESLIST eenparig : Artikel 1. De gemeenteraad keurt het subsidiereglement goed dat voorziet in de subsidiëring vanwege de stad Halen van de projecten jeugd- en jongerencultuur. Dit reglement wordt aan huidige beslissing gehecht; Artikel 2. Een voor eensluidend verklaard afschrift van huidige beslissing te bezorgen aan de stedelijke jeugdconsulent en aan de financiële beheerder. 11 Aanduiden 2 gemandateerden van de gemeenteraad voor deelname aan de algemene vergadering van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interelectra van 18.04.2011. Gelet op het feit dat de stad Halen deel uitmaakt van het intergemeentelijk samenwerkingsverband INTERELECTRA, opdrachthoudende vereniging; Dat deze opdrachthoudende vereniging op 18 april 2011 de jaarlijkse algemene vergadering houdt; Gelet op de agenda van deze algemene vergadering : - verslag van de raad van bestuur aan de algemene vergadering; - verslag van de commissaris aan de algemene vergadering; - balans en resultatenrekening, boekjaar 2010; - Kwijting aan bestuurders en commissaris; - Toetreding nieuwe deelnemer; - Statutaire benoemingen. Gelet op het decreet van 06 juli 2001, houdende de intergemeentelijke samenwerking en op de omzendbrief BA/2002/01 betreffende de toepassing van dit decreet en op de omzendbrief BA 2003/09 betreffende de toepassing van artikel 9 van het decreet van 06 juli 2001; Gelet op de statuten van de opdrachthoudende vereniging INTERELECTRA; Na voordracht van kandidaten-gemeenteraadsleden; Na geheime stemming; BESLIST eenparig : Artikel 1. De Heer Paul HOEBREKX, gemeenteraadslid, Holakenstraat 27 te Halen en Mevrouw Inge SANNEN, gemeenteraadslid, Heidestraat 28 te Halen aan te duiden als vertegenwoordigers van de stad Halen tijdens de Algemene Vergadering van Interelectra van 18 april 2010; De Heer P. Hoebrekx wordt gemandateerd om te stemmen met 50 % van de stemmen waarover de stad Halen beschikt. Mevr. Inge SANNEN wordt gemandateerd om te stemmen met 50 % van de stemmen waarover de stad Halen beschikt. Artikel 2. De agenda van deze algemene vergadering, zoals vermeld, goed te keuren. Artikel 3. Een voor eensluidend verklaard afschrift van huidige beslissing te sturen naar INTERELECTRA. 12 Vragen en antwoorden. 13 Mededelingen. Namens de Gemeenteraad, de secretaris, V. VERHEMELDONCK de voorzitter, W. WUESTENBERGS