GRAAN ACHTERGRONDINFORMATIE De achtergrondinformatie voor de onderbouw betreft onder andere: - Wat is graan? - Graangewassen (soorten) - Graanproducten - Gebruik van soorten Wat is graan? Graan is een verzamelnaam voor gekweekte grassoorten met eetbare zaadkorrels. Granen behoren tot de familie van de grasachtigen. Er zijn er een paar soorten die een belangrijke rol spelen in het voedingspatroon van de mens. Graangewassen Soorten die hier een rol in spelen zijn: tarwe, rogge, gerst, haver, rijst en maïs (zie Graan groep 1/2/3. Daar staan de 6 soorten afgebeeld). Daarnaast zijn er bij ons minder bekende, vaak oude graansoorten als gierst en spelt. Misschien zit er in de groep een kind dat allergisch is voor gluten, een stof (eiwit) die in de meeste granen zit. Er zijn graansoorten die geen gluten bevatten. Voorbeelden daarvan zijn Quinoa (uit Z.-Amerika) en Teff (uit O.-Afrika, Ethiopië). Beide soorten worden op beperkte schaal ook elders geteeld. Van rijst en maïs weten veel mensen niet dat het een graansoort is. Maïs lijkt eigenlijk wel het minst op een aar van tarwe. Hoewel graansoorten sterke overeenkomsten tonen met elkaar, hebben kleine onderlinge verschillen geleid tot grote afwijkingen in hun culinaire geschiedenis. Graanproducten Voor de mens zijn granen belangrijk als zetmeelbron voor de verwerking in levensmiddelen. In graanproducten zit veel zetmeel. Zetmeel levert de energie voor onze spieren, zodat we kunnen lopen, sporten, ademhalen maar ook met de ogen kunnen knipperen. Brood, rijst, meel, havermout, couscous, griesmeel zijn allemaal graanproducten. Een belangrijk deel van ons hoofdvoedsel bestaat dus uit graan. Gebruik van soorten Tarwe is de meest gebruikte graansoort voor brood. Het wordt op enorme oppervlakten in de wereld verbouwd. Als er zomers maar veel zon is en niet veel regen valt, rijpen de tarwekorrels goed. In N.-Amerika maar bijvoorbeeld ook in de Oekraïne wordt veel tarwe verbouwd. Maïs wordt in ons land eigenlijk alleen maar verbouwd als diervoer, voedermaïs. Maïskorrels uit landen met veel meer zon worden bijvoorbeeld gebruik voor popcorn of maïskoeken. Maïs wordt bij ons ook als groente gegeten. Rijst is in bijvoorbeeld India, Indonesië en China het belangrijkste basisvoedsel. In deze warme maar vochtige gebieden groeit een soort als tarwe niet goed. Rijst kan goed tegen natte voeten. 1 LE S P RO J E C T E E N W E R E L D D O O R V E R S C H I L Achtergrondinformatie middenbouw Vroeger Van (grot-)tekeningen leren we dat de eerste mensen op aarde in holen woonden of schuilden. Ze leefden van de jacht (wild, vissen) en het eten van vruchten zoals bramen en bessen en waarschijnlijk ook paddenstoelen. Ze wisten precies wat eetbaar en wat niet eetbaar was. Dat leerden ze van hun ouders en die leerden het hun kinderen. Wat we uit verhalen over vroeger opmaken, heeft de mens toen al graan als voedsel gebruikt. Er zijn schilderijen uit de middeleeuwen met molens erop en boeren die hun graan brachten om het te laten malen. Maar het gaat nog veel verder terug. In de eeuwen voor Christus werd er al gesproken over granen en brood. In de tijd van de Romeinen sprak men over “geef het volk brood en spelen” (= dan houden ze zich rustig). In oude geschriften en opgravingen in Egypte vond men ook gegevens over granen en brood. Jozef, verbannen uit Israel, maar die het in Egypte tot onderkoning schopte, stelde graanschuren in nadat hij uit zijn dromen begreep dat er na een tijd van voorspoed ook tegenspoed kon komen (= het verhaal van de 7 vette en 7 magere jaren). De droge graankorrels kunnen lang bewaard blijven. In de jaren van voorspoed sloeg hij de granen op in grote schuren. Daardoor voorkwam hij een grote hongersnood. Geschiedenis van granen (jaartallen waarin we weten van het bestaan van) Midden-Oosten tarwe en gerst 7000 voor Christus; rogge 400 voor Christus. Europa haver 100 na Christus Azië rijst 4500 voor Christus. Afrika gierst 4000 voor Christus. Centraal-Amerika maïs 4500 voor Christus. Wat is graan eigenlijk? Graan is een plantensoort, behorend tot de familie van de grassen. Eigenlijk bestaat graan niet. Het is een verzamelnaam. Er zijn een heleboel soorten graan. De meest bekende soorten zijn wel tarwe, gerst, haver, rogge, maïs en rijst. Graansoorten hebben – misschien op maïs na – allemaal een vergelijkbare bouw. Aan de lange stengels (of halmen), groeien aren of pluimen waarin (rogge, gerst, tarwe) of waaraan (haver, rijst) korrels groeien. De korrels zijn omgeven door kleine (droge) blaadjes, het kaf. Aan het kaf groeit een uitsteeksel, de kafnaald. De kafnaalden bij tarwe zijn niet groot maar bij rogge en gerst behoorlijk lang (zie tekeningen bij de onderbouw). Maïs wijkt er een beetje van af omdat de (vele!) korrels in zogenaamde kolven groeien. Die maïskolven – het zijn er meerdere – staan niet aan de top van de stengel maar groeien bij een blad aan de zijkant van de stengel. Boekweit is een cultuurgewas dat afkomstig is uit een tamelijk droog deel van China, in het bijzonder het gebied grenzend aan Mongolië. Boekweit behoort niet tot de granen hoewel het daar wel vaak toe wordt gerekend. De zaden het meel en alle andere afgeleide producten van boekweit bevatten geen gluten. Boekweit behoort tot de familie van de duizendknopen waaronder ook perzikkruid behoort. De vorm van de zaden komt sterk overeen met beukennootjes. Graanteelt Ooit heeft de mens ontdekt dat graankorrels eetbaar waren. Eerst werd er pap van gemaakt. Later ontdekte men dat je met het meel kon bakken. Ze ontdekten ook dat je graankorrels kon zaaien waaruit nieuwe graanplanten groeiden. Zo is men op akkers en later ook op enorme gebieden graan gaan telen. Op de meeste soorten grond kunnen wel graansoorten geteeld kan worden. Op drogere gronden waren dat granen als tarwe, gerst en haver, op de wat vochtigere gronden een soort als maïs. Een graansoort als rijst echter groeide juist goed in heel natte omstandigheden. 2 LE S P RO J E C T E E N W E R E L D D O O R V E R S C H I L Al eeuwen is de graanteelt een veel voorkomende bron van inkomsten. De teelt op zich vroeg niet veel onderhoud. Alleen het oogsten en verwerken kostte veel tijd door het vele handwerk. Toen er grote oogstmachines (de ‘combine’; spreek uit ‘kombain’) uitgevonden werden, is men graan gaan telen (verbouwen) op enorm grote oppervlakten. Veredeling Men heeft ooit ontdekt dat bepaalde grassoorten dikkere korrels kregen dan andere. En dat er soorten waren met maar een paar zaadjes/korrels per aar terwijl er ook soorten waren met een grote hoeveelheid zaadjes/korrels. Vooral op kloosters en bij kastelen is men daarmee gaan kweken. Er werden soorten met elkaar gekruist om te proberen een betere oogst te krijgen. Dat noem je het veredelen van gewassen. Een soort met een paar dikke korrels werd dan bijvoorbeeld gekruist met een soort met heel veel dunne korrels/zaadjes. Het lukte dan soms een soort te telen die èn veel èn dikke korrels kreeg. Als je die korrels dan zaaide op de akker, kreeg je een gewas met veel en dikke korrels. Zo zijn stap voor stap de graangewassen gekweekt die we nu hebben. Voedsel Duidelijk is dat granen, net als melk en vlees, één van de oudste voedingsmiddelen zijn die de mens vrijwel dagelijks nuttigt. Brood kon niet gemist worden. Als je maar brood had, had je nooit honger. Granen werden echter niet alleen voor het maken van voedsel gebruikt, maar ook voor alcoholische dranken zoals bier en rijstwijn. Veel graansoorten worden ook nog steeds als veevoer gebruikt. Achtergrondinformatie bovenbouw Bij de opzet voor de bovenbouw is er voor gekozen dat de leerlingen (zelf of gezamenlijk) achtergrondinformatie verzamelen. Op basis van een klassikale inventarisatie worden voor granen de subthema’s vastgesteld die leerlingen bijvoorbeeld in tweetallen gaan verzamelen. Hiermee wordt op eenvoudige wijze een hoop kennis bijeengebracht. Hoe beter de inventarisatie des te completer de informatie. 3 LE S P RO J E C T E E N W E R E L D D O O R V E R S C H I L