PowerPoint-presentatie - portfolio Eric Spreeuw

advertisement
Tijdens de les kom je de volgende knoppen
tegen:
• Verder
• Terug
• Extra info
• Antwoord
•Even drukken
Skip
intro
OhÈh..
ja Hoe
ik zou
zorgen
moestenvoor
we
een
ook
pijltje,
al weer
oké
komt
verder.
ie
Skip
intro
Hoi.
Mag
ik
Af
en
toe
zul
Mijn
Neem
naam
ikmij
je
is
Als
Veel
je
me
even
je
mij
tegen
nog
Einstein
verder
leerplezier!
aanklikt
voorstellen?
komen
mee
in het
onderwerp
Wat zijn granen?
Granen zijn de zaden van
gecultiveerde planten!
Verschillende soorten granen
1.tarwe
2.rogge
3.gerst
4.mais
5.Gierst
6.boekweit.
TARWE
peren
Groei van Tarwe
ROGGE
•
Rogge groeit in het wild in midden- en oost-Turkije.
•
Rogge is een kruis bevruchtende graansoort. Het behoort net als de overige granen tot de
grassenfamilie.
•
Rogge wordt vooral geteeld om er roggebrood van te maken. In Ierland en de Verenigde
Staten wordt rogge ook gebruikt voor de productie van whisky
GERST
•
Gerst is een graansoort. Ze stamt af van de wilde gerst, die nog steeds in het MiddenOosten voorkomt.
•
Gerst behoort net als overige granen tarwe, haver, rogge, gierst en rijst tot de
grassenfamilie. Ontkiemende gerst (mout) is een belangrijke grondstof voor bier en
whisky.
MAIS
 Maiszetmeel (ook bekend onder de
handelsnaam Maizena) wordt in de keuken
als bindmiddel gebruikt. Zetmeel heeft als
eigenschap op te zwellen en water te binden
als het in water wordt gesuspendeerd en
vervolgens wordt gekookt. Hiermee kunnen
van origine waterige voedselproducten
(bijvoorbeeld sauzen) worden gebonden tot
een dikkere massa
GIERST
•
Gierst is een groep van graangewassen met kleine korrels, die tot de grassenfamilie
behoren
• Vermalen van gierst
BOEKWEIT
• Boekweit is een plant uit de duizendknoopfamilie. Polen
en in mindere mate Frankrijk zijn nog belangrijke
Europese productielanden van boekweit als
voedselgewas.
• De vorm van het boekweitzaad komt sterk overeen met
die van beukennootjes, al zijn ze beduidend kleiner,
ongeveer 6 mm lang. Het zaad werd tot meel gemalen,
hoewel boekweit beslist geen graan is. Boekweit is een
'pseudograan': de zaden, het meel en alle andere
afgeleide producten van boekweit bevatten geen gluten
Mais wordt op verschillende manieren als voedsel gebruikt:
• Maismeel wordt o.a. gebruikt om tortilla's en maisbrood te maken.
• Ook cornflakes worden van mais gemaakt.
• Het maiszetmeel wordt in de vorm van maïzena gebruikt als bindmiddel voor sauzen,
soepen of pap.
• Maisgluten is een restproduct dat ontstaat bij de zetmeelwinning uit korrelmaïs en is
zeer eiwitrijk. Maisgluten wordt als veevoer voor onder andere runderen gebruikt.
Gebroken maiskorrels worden als zetmeelbron gebruikt bij de bierbereiding. Door de
lage hoeveelheid gluten in maismeel is het echter niet geschikt om te laten rijzen als
brood.
• Maisolie wordt gebruikt als tafelolie.
• Maisbier wordt (oa) in Afrika gemaakt. De vrouwen maken een maispap waarin
speeksel gespuugd wordt. De enzymen in het speeksel zetten het aanwezige zetmeel
om in gluten/suikers die na een paar dagen gisten worden omgezet in een beetje
alcohol.
• In de VS wordt mais ook gebruikt om whiskey van te maken. De traditionele Bourbon
moet minimaal 51% mais bevatten, maar meestal is dat zo'n 70%.
• Pofmais wordt gebakken op de pan en verandert in popcorn, doordat het vocht in de
korrel bij verhitting uitzet. Pofmais is een speciaal maistype dat veel vocht in de korrel
vasthoudt.
• Polenta, een couscousachtige maispap in Italië en Oost-Europa
De gerstekorrel bestaat gemiddeld uit:
• zetmeel 63%
• suiker 2%
• eiwit 11%
• vezelstoffen 15%
• vetten 2,5%
• mineralen 2,5%
• overig 4%
Meel en bloem
Meel is gemalen graan. Het wordt gemaakt van rogge, tarwe, haver, boekweit, ma‹s en rijst.
Het graan kan in meer of in mindere mate uitgemalen zijn; dit heet de uitmalingsgraad. Een
uitmalingsgraad van 100 betekent dat 100 kilo graan 100 kilo meel oplevert. Bloem heeft een
lage uitmalingsgraad (er is dus veel uit weggemalen) en is gezeefd waardoor zemelen en
kiemdeeltjes zijn verwijderd.
Bloem wordt gemaakt van tarwe, rogge, maïs en rijst.
Patentbloem is gebleekt tarwebloem met een lage uitmalingsgraad.
Omschrijving
Tarwe is de meest verbouwde graansoort ter wereld. Tarwekorrels groeien in aren. Er zijn verschillende soorten tarwe: emmer, spelt, harde durum-tarwe en zachte
broodtarwe.
Herkomst
De meeste tarwe wordt verbouwd in China, India, Verenigde Staten, Rusland en Frankrijk. In Nederland wordt ook tarwe geteeld, maar dit is voor een groot deel bestemd
als veevoer. De tarwe voor tarwemeel komt voornamelijk uit Duitsland en Frankrijk. Spelt wordt op kleine schaal geteeld in de Zwitserse en Franse Jura en in Nederland.
Productie
Zomertarwe wordt gezaaid in het voorjaar. Wintertarwe wordt gezaaid in de herfst. De oogst van beiden is meestal in augustus-september. Tarweplanten houden van een
vruchtbare grond, veel zonlicht en warmte. Deze factoren zijn van invloed op de grootte van de oogst.
De tarweplant heeft last van een aantal ziekten en plagen:
■Schimmels: aspergillus, moederkoren, roest en tarwehalmdoder
■Sprinkhanen
■Krekels
■Onkruid
In Europa en de VS wordt tarwe machinaal gezaaid en geoogst met combines. In ontwikkelingslanden gebeurt dat nog met de hand.
Tarwe wordt verwerkt tot:
■ Bloem
■ Brood
■ Couscous
■Deegwaren, zoals pasta en vermicelli
■Gebak
■Griesmeel
■Kiemen, zoals voor op brood, of door een salade
■Koek
■Korrels, bijvoorbeeld Tarly
■ Meel
■Pannenkoeken
■Vlokken, gepoft in ontbijtgranen
■Witbier
Gecultiveerde planten
zijn alle planten die
niet in de vrije natuur
voorkomen
Grondsoort en grondbewerking
Boekweit is een gewas van de arme gronden, de zandgronden en de dalgronden van hoogveen. Op vruchtbare
grond is de groei te weelderig en wordt het wel een meter hoog. Er komt dan te veel blad aan de plant en de
zaadvorming vermindert, bovendien gaat boekweit dan eerder plat liggen. Op boekweitland werd geen mest
gebracht. Natte en zware gronden zijn ongeschikt voor boekweit; het is daar alleen als groenbemesting te
gebruiken.
Boekweit verlangt een diep losgemaakte bouwvoor, de penwortel krijgt dan gemakkelijker gelegenheid om te
groeien. Diep ploegen vraagt veel trekkracht. De spreuk "boekweit wordt verbouwd op paardenzweet" vindt
hierin zijn oorsprong. Boekweitland op zandgrond werd vaak twee keer geploegd. Eind februari of begin maart
werd diep geploegd, en bij of voor het zaaien gebeurde dit nogmaals, maar dan zeer ondiep.
Boekweit stelt geen bijzondere eisen aan vruchtwisseling, maar heeft wel een voorkeur voor planten die veel
stikstof achtergelaten hebben in de grond.
Voor de teelt van boekweit op veengrond vond weinig grondbewerking plaats. De bovenste laag van de grond,
die in het voorjaar droog was, werd verbrand waardoor voedingsstoffen vrijkwamen. Dit 'boekweitbranden' gaf
zoveel rookontwikkeling dat de Drentse veenbranden bij noordoostenwind zelfs vanuit Holland voor klachten
zorgde.
Vanwege de sterk wisselende opbrengsten van het gewas kende men het spreekwoord: "boekweitzoad en
vrouwluuproat, eens in de zeuven joar goed". Dit werd trouwens ook van struikheide gezegd.
Bij boekweit zijn geen ziekten of plagen bekend, wel treedt bij afrijping vogelschade op.
Download