Huiswerk informatica Opdracht 1 Digitaal a. Wat betekent het woord digitaal? Tellen b. Van veel apparaten bestaat een digitale variant naast de normale. Denk bijvoorbeeld aan klokken en thermometers. Beschrijf het verschil tussen de normale en digitale variant van enkele van deze apparaten. Klok: Een klok die niet digitaal is werkt doormiddel van tandwieltjes terwijl een klok die wel digitaal is werkt doormiddel van codes en getallen. Piano: Een piano die niet digitaal is werkt doormiddel van een heftboommechanisme dat tegen snaren aan slaat terwijl een digitale piano bestaat codes en getallen. Opdracht 2 Combinaties van bits a. In de theorie over bits en bytes vind je een tabel met het mogelijke aantal waarden dat je met series bits kunt maken. Een deel van die tabel staat hieronder. Vul de tabel aan. aantal bits 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 16 macht van 2 23 24 25 26 27 28 29 210 211 212 216 aantal mogelijke waarden 8 16 32 64 128 256 512 1024 2048 4096 65.536 b. De machten van 2 zijn belangrijk bij computers. Bekijk de beschrijving van enkele computerconfiguraties, bijvoorbeeld in advertenties. Ga na of daar machten van twee in voorkomen. Ze gebruiken alleen getallen uit 0 en 1 …? ………Ward? Opdracht 1 Van binair naar decimaal a. Schrijf de decimale notatie van het binaire getal 00100101. 36 b. Doe hetzelfde voor het binaire getal 10011110. 158 c. Doe hetzelfde voor het binaire getal 11111010011. 2003 Opdracht 2 Van decimaal naar binair a. Schrijf de decimale getallen 63 en 85 als binair getal. 111111 1010101 b. Schrijf 1000 als binair getal. 1111101000 Opdracht 3 Binair optellen a. Tel de binaire getallen 00100101 en 10011110 binair op. Controleer je antwoord door de getallen en de uitkomst ook decimaal te maken. 00100101: 37 10011110: 158 11000011: 195 b. Tel de getallen 01110011 en 11000111 binair op. Past het resultaat in één byte? 01110011 11000111 11111010