Tijdlijn20151113 - Vlaamse Vereniging van Studenten

advertisement
Tijdlijn Belangrijke Onderwijsdecreten
Het decreet
Studentenvoorzieningen
Tijdlijn belangrijke Onderwijsdecreten
2012
Het Erasmus+
Programma
Het Erasmus-Programma
1987
2013
De Derde
Staatshervorming
Het Flexibiliseringsdecreet
1989
2004
Het Dienstverleningsdecreet
1995
Onderwijsdecreet
XXV 2014
Het Lerarendecreet
2006
1987
1987
1991
1995
Het Universiteitendecreet
1999
2003
De Bologna-verklaring
2007
Het Hogescholendecreet
1994
Codex Hoger
Onderwijs
Het Aanvullings/Participatiedecreet
1999
1991
2015
2011
2004
Het Integratiedecreet
Het Structuurdecreet
2012
2003
Het Financieringsdecreet
2008
De belangrijkste decreten voor het Hoger Onderwijs123:
1

Erasmus-programma (juni 1987)
 Het ERASMUS-programma werd in juni 1987 opgericht op initiatief
van de Europese Commissie met als doel de mobiliteit van
studenten binnen de Europese Unie te ondersteunen en
bevorderen. Sinds 1987 namen meer dan 3 miljoen Europese
studenten deel aan het Erasmus-programma4.

De derde Staatshervorming (1989)
 Bij deze staatshervorming kregen de Gemeenschappen de
volledige bevoegdheid voor het onderwijs met uitzondering van
het begin en het einde van de leerplicht, en de pensioenen in het
onderwijs56.
http://finances.belgium.be/fr/binaries/BdocB_2009_Q4n_DeKock_Vercruysse_tcm307-251838.pdf
http://ond.vsko.be/portal/page?_pageid=1516,3229403&_dad=portal&_schema=PORTAL
3 http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/inhoudstafel.aspx?docid=14650
4 http://europa.eu/rapid/press-release_IP-13-657_nl.htm
5 http://finances.belgium.be/fr/binaries/BdocB_2009_Q4n_DeKock_Vercruysse_tcm307-251838.pdf
2

Universiteitendecreet (12 juni 1991)
 Bij dit decreet betreffende de universiteiten in de Vlaamse
Gemeenschap werden de volgende doelen gesteld: een
vereenvoudiging van regelgeving, een verruiming van de
autonomie van de universiteiten, een nieuw financieringsmodel,
dezelfde
regelgeving
voor
de
publiekrechtelijke
en
de
privaatrechtelijke universiteiten ook op het vlak van personeel en
toezicht, en de invoering van het systeem van kwaliteitszorg en
studiepunten78.

Hogeschooldecreet (13 juli 1994)
 Dit decreet stelde als doelen het loskoppelen van het
hogeschoolonderwijs van het secundair onderwijs en het aanreiken
van een geschikt en hedendaags onderwijsinstrumentarium. Het
Decreet legde voor het eerst duidelijk de opdracht van de
hogescholen vast: het aanbieden van hogeschoolonderwijs
(kerntaak),
maatschappelijke
dienstverlening,
eventueel
projectmatig wetenschappelijk onderzoek in het kader van een
samenwerking met een binnenlandse of buitenlandse universiteit of
derden, en voor de opleidingen in de kunsten hoort daar ook de
ontwikkeling en de beoefening van de kunsten bij. Dit decreet
omvatte ook vier grote beleidsinitiatieven; schaalvoordelen,
enveloppefinanciering, eenheid hoger onderwijs en een
nieuwe rol voor overheid910.

Dienstverleningsdecreet (22 februari 1995)
 Dit decreet draait rond de relaties die de hogeronderwijsinstellingen
in het kader van hun wetenschappelijke of maatschappelijke
dienstverlening hebben met bedrijven en met de maatschappij.
Hierbij moesten de belangen van de instellingen maximaal
gevrijwaard worden o.a. door kostenregelingen te bepalen en elke
instelling een intern reglement in te laten voeren. Ook regelt het
Decreet de deelname van hogeronderwijsinstellingen in spinoffbedrijven en hun deelname in en relaties met vzw’s of andere
rechtspersonen1112.

Bologna verklaring (19 juni 1999)
 Met de ondertekening van de Bologna-verklaring onderschreef de
overheid de bevordering van de kennismaatschappij en de mobiliteit
in Europa door de invoer van o.a. vergelijkbare diploma’s door de
Bachelor-Masterstructuur, de overdracht van studiepunten, de
uitwisseling van studenten en docenten (bv. via ERASMUS),
6
http://www.belgium.be/nl/over_belgie/land/geschiedenis/belgie_vanaf_1830/vorming_federale_staat/d
erde_en_vierde_staatshervorming/
7 http://finances.belgium.be/fr/binaries/BdocB_2009_Q4n_DeKock_Vercruysse_tcm307-251838.pdf
8 http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=12831
9 http://ond.vsko.be/portal/page?_pageid=1516,3278871&_dad=portal&_schema=PORTAL
10 http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=12458
11 http://ond.vsko.be/portal/page?_pageid=1516,3279204&_dad=portal&_schema=PORTAL
12 http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=12434
onafhankelijke kwaliteitscontrole en het
samenwerking tussen opleidingsinstituten··.
13
bevorderen

Structuurdecreet (4 april 2003)
 Dit decreet heeft tot doel om de basisprincipes van de
Bolognaverklaring te implementeren. Dit omvatte o.a. de
herstructurering van het hoger onderwijs tot een bachelormasterstructuur,
bachelor-na-bacheloropleidingen,
master-namasteropleidingen en postgraduaten. Daarnaast breidde het
structuurdecreet
het
bestaande
systeem
van
interne
kwaliteitszorg door de instellingen zelf, uit met een evaluatie door
een onafhankelijk orgaan, op basis waarvan de Nederlands-Vlaamse
Accreditatieorganisatie (NVAO) vervolgens overgaat tot de
accreditatie1314.

Aanvullingsdecreet/participatiedecreet (19 maart 2004)
 Dit is een aanvulling op het structuurdecreet en omvat drie doelen:
een
duidelijke
rechtspositieregeling
van
de
hogeronderwijsstudent
t.a.v.
de
instelling
en
t.a.v.
de
examencommissie
(waartoe
de
onafhankelijke
raad
voor
betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen werd opgericht),
essentiële
bepalingen
inzake
studentenen
personeelsparticipatie (waaronder de verplichting tot het
oprichten van een representatieve studentenraad en het Vlaams
Onderhandelingscomité voor het hoger onderwijs) en de mogelijke
en soms verplichte integratie in de hogescholen van een beperkt
aantal (voortgezette) opleidingen van het hoger onderwijs voor
sociale promotie1516.

Flexibiliseringsdecreet (30 april 2004)
 Het doel van dit decreet is om elke student, ongeacht zijn sociale
achtergrond of leeftijd, op een voor hem aangepaste manier te
kunnen laten deelnemen aan het hoger onderwijs. Hiertoe werd een
flexibel en individualiseerbaar studievoortgangssysteem uitgewerkt
waarbij
een
opleiding
bestaat
uit
verschillende
opleidingsonderdelen, elk met een bepaald aantal ECTSstudiepunten (die internationaal bepaald zijn om ten minste 25 en
ten hoogste 30 uren onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten in te
houden). Een student slaagt in een opleiding door creditbewijzen te
accumuleren voor alle opleidingsonderdelen. De student kan ook
een vrijstelling krijgen voor een opleidingsonderdeel op basis van
Eerder Verworven Competenties (EVC’s) en Eerder Verworven
Kwalificaties (EVK’s). Daarnaast kan een student verschillende
contracten afsluiten met de instelling; een creditcontract, een
examencontract
of
een
diplomacontract.
Via
een
studentenmonitoringsysteem
moeten
de
instellingen
de
studievoortgang van hun studenten kunnen opvolgen en ook de
http://ond.vsko.be/portal/page?_pageid=1516,3279262&_dad=portal&_schema=PORTAL
http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13425
15 http://ond.vsko.be/portal/page?_pageid=1516,3279363&_dad=portal&_schema=PORTAL
16 http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13487
14
van
financiering berekend kan worden. Het studiegeld voor de student
bestaat nu uit een vast bedrag en uit een variabel bedrag
afhankelijk van het aantal studiepunten waar men voor
ingeschreven is1718.
17

Lerarendecreet (15 december 2006)
 Dit decreet voorziet in maximale gelijkvormigheid bij de drie
instellingen die het diploma ‘leraar’ afleveren: CVO’s, hogescholen
en universiteiten. Binnen deze instellingen zijn twee trajecten
mogelijk: de geïntegreerde lerarenopleiding (kleuter, lager,
secundair), alleen aangeboden door hogescholen, en de specifieke
lerarenopleiding die aan de drie instellingen aangeboden kan
worden. Bij elk van deze opleidingen is een ruim praktijkgedeelte
benadrukt, waarbij de studenten begeleid worden door mentoren.
Tot slot roept dit decreet ook op tot meer samenwerking binnen
de Expertisenetwerken (ENW’s) binnen de associaties en de
regionale platforms voor lerarenopleidingen, die associatie
overschrijdend werken1920.

Financieringsdecreet (14 maart 2008)
 Met het financieringssysteem had de decreetgever een transparant,
billijk en voldoende voorspelbaar systeem op het oog dat de
conjuncturele schommelingen ten dele zou uitvlakken. Voorts wilde
hij er de efficiëntie, diversiteit en flexibiliteit van het hoger
onderwijs mee bevorderen door studietrajecten met een hoog
rendement te belonen en studievertraging te ontmoedigen. De
financiering bestaat sinds dit decreet uit een vaste sokkel en een
variabel deel, waarvoor een kliksysteem geldt. VVS formuleerde
over dit systeem echter de kritiek dat instellingen met dit systeem
niet worden aangemoedigd om hun studenten te heroriënteren. De
instellingen worden immers gefinancierd per student en zolang deze
voldoende leerkrediet heeft, verandert er voor de instelling
budgettair niets. Kwetsbare studenten en studiegebieden worden
financieel wel sterker gesteund. Het Financieringsdecreet voerde
ook het Aanmoedigingsfonds voor beleidsspeerpunten in,
zodat de instellingen eigen beleidsaccenten kunnen leggen2122.

Decreet studentenvoorzieningen (29 juni 2012)
 Dit decreet hief de nationaliteitsvoorwaarde en haar
uitzonderingsmodaliteit
op
binnen
het
toegangsbeleid
tot
studentenvoorzieningen. In de plaats krijgen alle studenten die
binnen een Vlaamse hoger onderwijsinstelling (of een secundaire
school met een samenwerkingsovereenkomst met een hogeschool)
voor een diploma- en creditcontract ingeschreven zijn, toegang tot
studentenvoorzieningen.
Tot
nog
toe
werden
de
http://ond.vsko.be/portal/page?_pageid=1516,3279334&_dad=portal&_schema=PORTAL
http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13528
19 http://ond.vsko.be/portal/page?_pageid=1516,3280017&_dad=portal&_schema=PORTAL
20 http://www.ond.vlaanderen.be/decretenbundel/pdf/decreetlerarenopleidingvlaanderen.pdf
21 http://ond.vsko.be/portal/page?_pageid=1516,3279900&_dad=portal&_schema=PORTAL
22 http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13988
18
studentenvoorzieningen gefinancierd via een sociale toelage,
gebaseerd op studentenaantallen, deze wordt in dit ontwerp in lijn
gesteld met de financiering van de werkingsmiddelen van de
hoger onderwijsinstellingen2324.

Integratiedecreet (13 juli 2012)
 Vanaf 2013-2014 zullen de hogescholen de bevoegdheid voor het
inrichten van academische opleidingen integraal overdragen aan
de universiteit van hun associatie. De kunstopleidingen vormen een
uitzondering op de rationalisering en integratie van academische
opleidingen, deze worden georganiseerd in relatief onafhankelijke
Schools of Arts binnen een hogeschool. Dit decreet besprak ook de
onderwijstaal in het Vlaamse hoger onderwijs; deze is Nederlands,
tenzij het onderwerp een andere taal betreft, er gastdocenten zijn,
studenten op eigen initiatief naar het buitenland gaan of de
anderstaligheid een duidelijke meerwaarde biedt. Voor een
anderstalige
opleiding
moet
binnen
de
Vlaamse
Gemeenschap
een
Nederlandstalig equivalent bestaan en binnen Nederlandstalige
opleidingen mag slechts een beperkt aantal anderstalige
opleidingsonderdelen gegeven worden. Dit decreet stelt ook
voorwaarden aan de talenkennis van docenten en voor studenten
moet taalbegeleiding voorzien worden2526.

Erasmus+-programma (2013)
 In 2013 werd er een voorstel van de Commissie Cultuur en
Onderwijs van de EU aangenomen om het Erasmus-programma
te vervangen en dit samen met zes andere programma´s om te
dopen tot Erasmus+. Erasmus+ loopt van 2014 tot en met 2020
met als doel om hiertussen 5 miljoen studenten de kans te bieden
om in een ander land te studeren27.

Codex Hoger Onderwijs (11 oktober 2013)

23
Op 11 oktober 2013 besloot de Vlaamse regering tot codificatie van
de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs. Dit wordt
ook de Codex Hoger Onderwijs genoemd en omvat de volgende
decreten:
Decreet
interuniversitaire
samenwerking
(1976),
Universiteitendecreet
(1991),
Hogescholendecreet
(1994),
Dienstverleningsdecreet
(1995),
decreet
organisatie
Hogescholenraad (1998), decreet voor wetenschappelijk onderzoek
(1999), structuurdecreet (2004), aanvullingsdecreet (2004),
Flexibiliseringsdecreet (2004), Decreet studiefinanciering en
studentenvoorzieningen
(2004),
financieringsdecreet
(2008),
decreet
studentenvoorzieningen
(2012)
en
het
http://www.vlaamsehogescholenraad.be/be-nl/nieuws/page/45/index.html
http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=14396
25 http://www.ond.vlaanderen.be/HOGERONDERWIJS/integratie/default.htm
26 https://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2011-2012/g1655-6.pdf
27http://www.vlaanderen.es/index.php?option=com_k2&view=item&id=24:erasmus+&Itemid=66&lang=
nl
24
herstructureringsdecreet (2012). Deze decreten werden an sich
opgeheven en maken nu deel uit van de Codex Hoger Onderwijs28.

28
Onderwijsdecreet XXV (2014)
 Onderwijsdecreet XXV is een verzameldecreet vanuit het beleid van
minister Crevits, voor het hoger onderwijs gericht op flexibilisering,
rationalisering en besparingen29. In een beleidsnota van minister
Crevits werd rationalisering binnen het hoger onderwijs in 2014
als beleidsprioriteit aangeduid. Hierop spraken de instellingen
onderling af een moratorium op nieuwe opleidingen in te stellen,
wat ook werd toegevoegd aan dit decreet. Ook werd besloten de
externe visitaties af te schaffen in hun oude vorm en over te gaan
naar een systeem van instellingsreviews. Decretaal werd ook
vastgelegd dat instellingen de mogelijkheid hebben om dwingende
voorwaarden te koppelen aan een volgende inschrijving ingeval een
student niet de grens van 60% studierendement (de verhouding
tussen de opgenomen en verworven studiepunten) haalt het vorige
academiejaar. De minister maakte o.a. met een verhoging van
het studiegeld echter duidelijk dat meer besparende acties nodig
zijn3031.
http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=14651
http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2014-2015/g325-1.pdf
30http://www.hildecrevits.be/nl/nieuwe-tarieven-studiegelden-hoger-onderwijs-met-sociale-toets
31 http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2014-2015/g325-1.pdf
29
Download