De subsidiëring van PPS: Vlaanderen:

advertisement
De subsidiëring van PPS:
Vlaanderen:
Steven VAN GARSSE
Kenniscentrum PPS - Manager
Overzicht
•
•
•
•
•
Enkele beschouwingen bij PPS in Vlaanderen
Soorten PPS
Gebiedsontwikkelingsprojecten
DBFM(O)-projecten
Enkele geleerde lessen…
Enkele beschouwingen bij PPS in
Vlaanderen
•
•
•
•
PPS in Vlaanderen
PPS-decreet 18 juli 2003
Rol Kenniscentrum www.vlaanderen.be/pps
Uitdagingen blijven: Eurostat (ESR95),
overheidsopdrachtenwetgeving, staatssteun,
transactiekosten, innovatie, financiële crisis,
Basel normen, enz.
Soorten PPS
• Gebiedsgebonden
– Stadsvernieuwing, ontwikkeling, brownfields
• Maatwerk/standaardisering. Modellen zie website
• Objectgebonden
• Veelal DBFM/ DBFMO structuren
• Maatwerk/standaardisering. Modellen zie website
Gebiedsontwikkelingsprojecten
• De Vlaamse overheid wil steden financiële ondersteuning bieden bij de
realisatie van goed onderbouwde en doordachte
stadsvernieuwingsprojecten met multifunctioneel karakter. Het moet gaan
om projecten die een hefboomfunctie hebben in een buurt, wijk of
stadsdeel en voor een nieuwe dynamiek kunnen zorgen.
Volgende steden kunnen projecten indienen: de grootsteden Antwerpen
en Gent, de regionale steden (Aalst, Brugge, Hasselt, Genk, Kortrijk,
Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout), de
provinciale steden (Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel,
Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde,
Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem) en
Brussel via de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Het decreet stelt als vereiste dat de projecten gerealiseerd worden in een
publiekprivate samenwerking. De ingediende projecten worden
geëvalueerd door een multidisciplinaire jury.
Gebiedsontwikkelingsprojecten
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
ART. 6. Besluit§ 1. De minister lanceert een oproep aan de steden om conceptnota's in te dienen waarin ze mogelijk
stadsvernieuwingsprojecten voorstellen. Een conceptnota toont aan dat het mogelijke stadsvernieuwingsproject beantwoordt aan de
bepalingen van artikelen 4 en 5 van het decreet, en moet minstens de volgende elementen bevatten :
1° de omschrijving van het project met vermelding van de verschillende functies en onderdelen ter verantwoording van het
totaalkarakter en de multifunctionaliteit van het stadsdeel;
2° de verantwoording van de strategische visie en de operationele invulling ervan (invulling van het gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan, de relatie met recente beleidsprestaties, de koppeling aan de meerjarenplannen van de gemeenten);
3° de motivering van het vernieuwende karakter en de hefboomfunctie van het project voor de buurt, wijk of de stad; de
verantwoording van de gehele kwaliteit van het project aan de hand van de volgende criteria :
a) de gebruikswaarde of de manier waarop het project inspeelt op de huidige en veranderende gebruikersbehoeften en de wijzigende
omstandigheden in de buurt of de wijk;
b) de belevingswaarde of de maatschappelijke en culturele betekenis die het project toevoegt aan de stad, de omgeving, de bouwheer
en de gebruiker;
c) de omgevingswaarde of de manier waarop het project een zinvolle wisselwerking aangaat met zijn omgeving;
d) de duurzaamheid of de wijze waarop het project aandacht heeft voor langetermijnontwikkelingen op het vlak van bebouwde ruimte,
erfgoed, economie, welzijn en milieu;
e) de kwaliteit van het proces en de communicatie waarmee het ontwerp in samenwerking met alle betrokken partners opgezet wordt;
f) de cofinanciering door andere overheden (Europa, federaal...) of de aanvullende financiering door de Vlaamse overheid bij het gehele
project of onderdelen ervan;
4° de private inbreng in het project, vermeld in artikel 5, 5°, van het decreet, met opgave van de beoogde privépartners, de aard van de
samenwerking die wordt nagestreefd, en de wijze waarop financiële engagementen juridisch bindend worden gemaakt;
5° de realiseerbaarheid en de uitvoerbaarheid van het project, met bijzondere aandacht voor de
fasering en timing, kwaliteitsmanagement (onder andere structuur en aanpak projectmanagement),
de tijdige beschikbaarheid van de nodige vergunningen en de raming van de kostprijs 6° de wijze waarop de samenspraak met
(potentiële) bewoners of gebruikers georganiseerd wordt of zal worden.
Gebiedsontwikkelingsprojecten
• Decreet van 22 maart 2002 houdende de
ondersteuning van
stadsvernieuwingsprojecten
• Besluit van 16 maart 2007 betreffende de
subsidiëring van stadsvernieuwingsprojecten
DBFM(O)-projecten
•
•
•
•
Voorbeeld Sportinfrastructuurplan
DBFM
Centrale ondersteuning via Sportfacilitator
Vlaamse overheid subsidieert deel
beschikbaarheidsvergoeding
DBFM(O)-projecten
• = PPS-constructie (Publiek-Private Samenwerking), waarbij verschillende
projecten per deeldomein (eenvoudige sporthallen, eenvoudige
zwembaden, kunstgrasvelden) worden geclusterd en in de markt
geplaatst. De multifunctionele sportinfrastructuurprojecten worden
individueel in de markt geplaatst. Na selectie van de private partners
wordt er voor elk deeldomein en per multifunctioneel
sportinfrastructuurproject een private projectvennootschap (SPV)
opgericht. Deze projectvennootschap zal dan een DBFM-overeenkomst
(Design, Build, Finance, Maintenance) aangaan met het geselecteerde
lokale bestuur. Het SPV staat in voor ontwerp, bouw, financiering,
onderhoud gedurende 10 of 30 jaar en in het geval van de
multifunctionele sportcentra eventueel ook exploitatie van de
sportinfrastructuur. In ruil voor deze dienstverlening betaalt het lokale
bestuur aan de SPV een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding. De
Vlaamse Regering subsidieert jaarlijks maximaal XX% van deze
beschikbaarheidsvergoeding.
DBFM(O)-projecten
•
•
•
•
•
•
•
Decreet van 14 mei 2008 betreffende een inhaalbeweging in
sportinfrastructuur via alternatieve financiering
Besluit ter uitvoering van het decreet betreffende een inhaalbeweging in
sportinfrastructuur via alternatieve financiering , goedgekeurd door de
Vlaamse Regering op 18/7/2008.
Basisbouwprogramma voor de kunstgrasvelden vastgesteld bij Ministerieel
Besluit van 12/11/2009
Basisbouwprogramma voor de eenvoudige sporthallen vastgesteld bij
Ministerieel Besluit van 12/11/2009
Basisbouwprogramma voor de multifunctionele sportcentra vastgesteld bij
Ministerieel Besluit van 12/11/2009
Basisbouwprogramma voor de eenvoudige zwembaden vastgesteld bij
Ministrieel Besluit van 10/03/2010
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het maximaal
toegekende subsidiebedrag voor een eenvoudige sporthal van 12/03/2010
Enkele geleerde lessen…
•
•
•
•
Het belang van standaardisering
Het belang van de marktconformiteit
Het belang van de samenwerking
…
• Hartelijk dank voor uw aandacht
• Vragen?
www.vlaanderen.be/pps
Download