Griffie Commissie voor economie, mobiliteit en grote stedenbeleid Datum commissievergadering : DIS-stuknummer : 1016508 Behandelend ambtenaar : Directie/afdeling : Nummer commissiestuk Datum Bijlagen Karel van de Looij Directie Economie & Mobiliteit : EMG-0177 : 20 juli 2004 : 3 Onderwerp: De Public Private Comparator voor de A4-zuid Voorstel van GS aan PS: ter bespreking in het kader van uw: x ter kennisneming x Opmerkingen van het Presidium/Griffie: Griffier der Staten, namens deze, mr. J.W.L.M. Zwepink Bijlage: 1. PPC-rapport A4-zuid 2. Kaderbrief PPS en Innovatief Aanbesteden 3. Memorandum Mobiliteitsbeleid vertegenwoordigende rol>onderdeel A kaderstellende rol>onderdeel B controlerende rol>onderdeel D uitvoerende rol>onderdeel C Notitie ten behoeve van de commissie voor voor economie, mobiliteit en grote stedenbeleid De provincie Noord-Brabant en de regio West-Brabant hechten groot belang aan de voltooiing van de A4 tussen Dinteloord en Bergen op Zoom (A4-zuid). In het laatstelijk vastgestelde provinciale Bestuursaccoord 2003-2007 “Samen werken aan uitvoering” is onder het thema Verkeer en vervoer als eerste prioriteit gegeven aan het realiseren van de A4-zuid. Het project PPS A4-zuid behelst de voorbereiding van een go/no go-besluit over de voltooiing van de A4-zuid. Deze voorbereidingen moeten leiden tot de start van de daadwerkelijke aanleg in 2005. Ons college heeft uw commissie onder andere bij notities van 8 april en 23 december 2003 en 17 februari 2004 over (de voortgang van) dit project geïnformeerd. Op 17 februari 2004 hebben wij u de resultaten voorgelegd van de nadere analyse van de mogelijkheden tot realisering van de A4-zuid door middel van een PPS-constructie met tolheffing. De resultaten waren neergelegd in de nota “Eindrapport haalbaarheid PPS A4-zuid” van 27 januari 2004 van de stuurgroep onder wiens verantwoordelijkheid de analyse is uitgevoerd. Uit deze nadere analyse is gebleken dat tolheffing op korte termijn geen oplossing kan bieden voor de bekostiging van de voltooiing van de A4-zuid. De resultaten van de nadere analyse hebben daardoor niet kunnen leiden tot een definitief besluit over de voltooiing van de A4-zuid. Daarvoor zijn nadere inspanningen nodig gebleken. Deze inspanningen zijn gericht op het ontwikkelen van een nieuw exploitatiemodel waarmee de financiële haalbaarheid van het project alsnog veilig kan worden gesteld. Deze inspanningen zijn nader uitgewerkt in een (vervolg-)plan van aanpak voor het project dat wij op 11 mei 2004 hebben vastgesteld en aan u ter kennisgeving hebben voorgelegd. Eén van de werkzaamheden die hiertoe in het (vervolg-)plan van aanpak is beschreven betreft het uitvoeren van de (public Private Comparator (PPC) voor de A4-zuid. Nu gebleken is dat tolheffing op korte termijn geen oplossing kan bieden voor de bekostiging van de voltooiing van de A4-zuid zal een beroep gedaan moeten worden op de meerjarenbegroting voor infrastructuur van het Rijk. Een infrastructuurproject als de A4-zuid kan dan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Naast de varianten die min of meer zijn ingebed in de uitvoeringspraktijk van de overheid (publieke varianten) kan ook gebruik worden gemaakt van varianten met een meer innovatief karakter (zoals PPS-varianten). Toepassing van een PPS-variant biedt als voordeel dat een vergoeding pas na oplevering van de weg betaald hoeft te worden en daarenboven deze vergoeding over een langere termijn uitgesmeerd kan worden. Deze voordelen worden mogelijk gemaakt door de toepassing van private financiering. De A4-Zuid is opgenomen in de lijst van (kansrijke) projecten PPS als onderdeel van de corridor A4/A15 Maasvlakte-Rotterdam-Antwerpen. Deze lijst behoort bij de Kaderbrief PPS en Innovatief Aanbesteden die de minister op 7 juli 2004 aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Deze Kaderbrief is een beantwoording van de minister van Verkeer en Waterstaat, mede namens de ministers van Economische Zaken, VROM en Financiën, van drie moties van de Tweede Kamer om nieuwe PPS-projecten aan te wijzen om de toepassing van PPS een impuls te geven. In de Kaderbrief wordt aangekondigd dat vanaf 2005 voor alle projecten die in het Meerjarenprogramma voor Infrastructuur en Transport (MIT) zijn opgenomen, een vroegtijdige verkenning zal plaatsvinden voor een optimale marktinschakeling. Ter ondersteuning daarvan zal mede het beschikbare PPC-instrumentarium gaan dienen. De minister start op korte termijn een onderzoek naar publiek/private samenwerkingsmogelijkheden voor de corridor A4/A15 Maasvlakte-Rotterdam-Antwerpen. De minister beoogt daarmee de integrale ontwikkeling van deze corridor te bespoedigen mede tegen de achtergrond van de realisatie van Tweede Maasvlakte, de geformuleerde ruimtelijke ontwikkelingsambities in de Nota Ruimte (voor deze corridor) en het beperken van de kwetsbaarheid van de hoofdinfrastructuur in de relatie Rotterdam-Antwerpen e.v. (beschikbaarheid 2 parallelle hoofdassen). Daar waar dergelijke corridor-concepten een grensoverschrijdend karakter hebben bieden ze wellicht ook betere mogelijkheden op het aanspraak maken op medefinanciering vanuit TENfondsen. -2- Een exemplaar van de Kaderbrief treft u hierbij ter informatie aan. In het Memorandum Mobiliteitsbeleid dat op 10 juni 2004 door VNO-NCW is uitgebracht, wordt de bereidheid van het bedrijfsleven tot private financiering bevestigd. In het memorandum biedt het bedrijfsleven aan om via PPS, waarbij het bedrijfsleven het ontwerp, de aanleg, het onderhoud en de financiering verzorgt, investeringen in wegen naar voren te halen. De A4-zuid wordt in dit memorandum met name genoemd. Hierbij sturen wij u tevens ter informatie een exemplaar van het Memorandum. Om te kunnen bepalen welke variant het meest geschikt is voor de uitvoering van een project is de PPC het aangewezen instrument. De PPC is door het Kenniscentrum PPS van het ministerie van Financiën ontwikkeld. Met de PPC kan een PPS-uitvoering met een publieke aanpak worden vergeleken. Toepassing van de PPC geeft inzicht in de mogelijke (financiële) meerwaarde van de ene aanpak ten opzichte van de andere. Om ook voor de aanleg van de A4-zuid conform Rijksbeleid een afweging mogelijk te maken die moet leiden tot een transparante keuze voor de meest geschikte uitvoeringsvariant, heeft ons college het initiatief genomen om de PPC op de A4-zuid toe te passen. De PPC voor de A4-zuid is uitgevoerd aan de hand van de handleiding die hiertoe door het Kenniscentrum PPS van het ministerie van Financiën is opgesteld. Inmiddels heeft het projectteam PPS A4-zuid met ondersteuning van het projectteam PPS A59 en de Rebelgroup te Rotterdam het traject dat ter uitvoering van de PPC gevolgd moet worden, afgerond. De resultaten van dit traject zijn neergelegd in bijgaand rapport. De PPC wijst uit dat toepassing van de PPS-variant voor de A4-zuid ten opzichte van de publieke variant meerwaarde oplevert. In de meest conservatieve benadering wordt toch nog een meerwaarde van 9% gerealiseerd op het totaal van kosten, opbrengsten en risico’s gedurende de levenscyclus van het project. Bij meer optimale maar nog steeds realistische scenario’s kan de meerwaarde oplopen tot 15%. Door bij de becijfering van de meerwaarde de ervaringen met bestaande PPS-projecten, vertaald naar de specifieke situatie van de A4-zuid, mee te nemen, heeft de uitkomst van de PPC voor de A4-zuid een hoog realiteitsgehalte. Nu de resultaten daarvan bekend zijn, heeft ons college deze zoals neergelegd in onderhavig rapport aangeboden aan de minister van Verkeer en Waterstaat. De positieve resultaten ondersteunen naar onze mening de Kaderbrief PPS en Innovatief Aanbesteden van de minister. 's-Hertogenbosch, 20 juli 2004 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant -3-