Jelle Mestdagh Sint-Lodewijk 6 EMT Schooljaar 2011-2012 Inhoud Inhoud ............................................................................................................. 2 Inleiding ........................................................................................................... 4 Fase 1 - De start en de doorbraak van de eurocrisis ............................................... 5 Economische evolutie ...................................................................................... 5 1. Het bbp ................................................................................................... 5 2. De inflatie ................................................................................................ 6 3. De werkloosheid ....................................................................................... 7 Oorzaken voor deze evolutie............................................................................. 8 De kredietcrisis en de financiële crisis ............................................................. 8 Maatregelen ................................................................................................. 10 1. De ECB.................................................................................................. 10 2. De overheid ........................................................................................... 11 Conclusie ..................................................................................................... 13 Fase 2 – Stabiliteit op een laag pitje ................................................................... 14 Economische evolutie .................................................................................... 14 1. Het bbp ................................................................................................. 14 2. De inflatie .............................................................................................. 15 3. De werkloosheid ..................................................................................... 16 Oorzaken voor deze evolutie........................................................................... 17 Maatregelen ................................................................................................. 18 Conclusie ..................................................................................................... 19 Fase 3 – Een nieuwe grote crisis? ...................................................................... 20 Economische evolutie .................................................................................... 20 1. Het bbp ................................................................................................. 20 2. De inflatie .............................................................................................. 22 3. De werkloosheid ..................................................................................... 23 Oorzaken voor deze evolutie........................................................................... 24 1. De overheidsschuld ................................................................................. 24 2. Instabiliteit in de financiële wereld ............................................................ 26 3.Trage reactiesnelheid ............................................................................... 28 Maatregelen ................................................................................................. 29 1. De ECB.................................................................................................. 29 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~2~ Jelle Mestdagh 6 EMT a) Basisrentetarief ................................................................................... 29 b) Speciale maatregelen, .......................................................................... 30 2. De overheid ........................................................................................... 31 a) De oprichting van 2 noodfondsen ........................................................... 31 b) Het Stabiliteits- en Groeipact en het Begrotingspact ................................. 32 Conclusie ..................................................................................................... 33 Slotconclusie ................................................................................................... 34 Bibliografie ...................................................................................................... 35 Internetbronnen............................................................................................ 35 Boeken ........................................................................................................ 35 Bijlagen .......................................................................................................... 37 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~3~ Jelle Mestdagh 6 EMT Inleiding Voor mijn eindwerk geschiedenis ga ik de evolutie schetsen van de zogenaamde eurocrisis. De eurocrisis is een term die symbool staat voor een langdurige periode van mindere economische activiteit in de periode van 2008 tot op, voorlopig, de dag van vandaag: april 2012. Evolutie van het bbp in de eurozone per kwartaal 2008 - 2011 -2 -3 2011-IV 2011-III 2011-II 2011-I 2010-IV 2010-III 2010-II 2010-I 2009-IV 2009-III 2009-II 2009-I 2008-IV -1 2008-III 0 2008-II 1 2008-I Verandering… Veranderingspercentage 2 Kwartalen 1 Op bovenstaande grafiek is de evolutie van het bbp binnen de eurozone te zien in de te bestuderen periode. Gegevens voor 2012 zijn helaas nog niet beschikbaar. Het bbp is een goede indicator voor het meten van de economische activiteit, en het is daarom dat ik deze indicator zal gebruiken om de eurocrisis in te delen in 3 fases. Het valt namelijk direct op dat de economische groei niet gelijkmatig verdeeld is. De eerste fase die ik onderscheid, loopt van het tweede kwartaal van 2008 t.e.m. het tweede kwartaal van 2009 omdat het bbp daar afneemt. De tweede fase loopt van het derde kwartaal van 2009 t.e.m. het eerste kwartaal van 2011 omdat het bbp hier weer licht aangroeit en de groei stabiel blijft. De derde fase loopt van het tweede kwartaal van 2011 t.e.m. het vierde kwartaal van 2011 omdat de groei weer afneemt en uiteindelijk weer onder het nulpunt duikt. Ik zal voor elke fase de evolutie van 3 belangrijke conjunctuurindicatoren gedetailleerd bespreken: het bruto binnenlands product of bbp, de inflatie en de werkloosheid. Ik zal ook telkens 1 of meerdere verklaringen proberen te geven voor deze evolutie en eventueel maatregelen van de Europese Centrale Bank (ECB) of op politiek vlak bespreken. In de derde fase komen hier eventueel nog prognoses bij. NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-04, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null). 1 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~4~ Jelle Mestdagh 6 EMT Fase 1 - De start en de doorbraak van de eurocrisis De eerste fase loopt dus, zoals reeds gezegd, van het tweede kwartaal van 2008 t.e.m. het tweede kwartaal van 2009. Deze fase is een periode van relatief zware depressie geweest, de zwaarste sinds de crisis van in de jaren 19302. Economische evolutie 1. Het bbp Verandering van het bbp per kwartaal3 België Eurozone EU - 27 2008-II 0,4 -0,4 -0,4 2008-III -0,6 -0,5 -0,7 2008-IV -2 -1,7 -1,8 2009-I -1,8 -2,8 -2,6 2009-II 0,2 -0,2 -0,3 Verandering bbp t.o.v. de voorafgaande periode Veranderingspercentage 1 0 2008-II 2008-III 2008-IV -1 2009-II België Eurozone EU - 27 -2 -3 2009-I Kwartalen 3 Op bovenstaande tabel en grafiek is de evolutie van het bbp in België, de eurozone en en de Europese Unie (EU) waar te nemen. Alle drie volgen ze ongeveer dezelfde cyclus, maar toch zijn er een aantal verschillen tussen België en Europa. Het Belgische bbp groeit in het tweede kwartaal van 2008 nog aan met 0,4% terwijl het bbp van de eurozone en de EU reeds met 0,4% afneemt. In het daaropvolgende kwartaal komen de 3 lijnen bij elkaar te liggen en in het laatste kwartaal van 2008 neemt het bbp van België zelfs sneller af dan dat van de eurozone en de EU, die gedurende de gehele periode ongeveer gelijk evolueren. In 2009 herpakt het bbp van België zich: de afname stabiliseert een kwartaal vroeger en op een beter percentage dan dat van de eurozone en de EU. Het gevolg hiervan is dan ook dat het Belgische bbp een kwartaal vroeger DSL, 'Financiële crisis is zwaarste sinds Grote Depressie', internet, 2012-04-09, (http://de standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=B22673110080314&word=zwaarste+crisis). 3 NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-06, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null). 2 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~5~ Jelle Mestdagh 6 EMT weer begint te groeien dan gemiddeld in Europa. Het is wel duidelijk dat over het algemeen het bbp in Europa in deze fase door een diep dal gegaan is. Om nog duidelijker aan te tonen dat deze crisis zwaar is geweest, wil ik het bbp ook nog eens op een andere manier bekijken. In plaats van steeds te vergelijken met de vorige periode, ga ik dat nu doen met dezelfde periode van het voorafgaande jaar. Verandering bbp t.o.v. het jaar voordien 3 Veranderingspercentage 2 1 0 -1 2008-II 2008-III 2008-IV 2009-I 2009-II België -2 Eurozone -3 EU - 27 -4 -5 -6 Kwartalen 4 Ook hier doet België het iets beter dan gemiddeld in Europa, maar nu is de trendlijn wel hetzelfde. Gedurende de hele fase wordt de situatie slechter. Het is wel opvallend dat de cijfers pas negatief worden in het vierde kwartaal van 2008. Dit wijst er dus op dat de eurocrisis pas echt doorgebroken is op het einde van 2008. 2. De inflatie Het lijkt misschien vreemd, maar ook de inflatie is een indicator voor het meten van economische activiteit; toch is het logisch. Wanneer het economisch gezien goed gaat, is er een hoge vraag naar goederen en diensten. Het gevolg is dat producenten de verhoogde vraag op korte termijn niet kunnen volgen, en volgens de wetten van vraag en aanbod stijgt dan het algemeen prijspeil. Wanneer het slecht gaat met de economie is het omgekeerde het geval. In de eurozone wordt de inflatie gemeten door Eurostat, de statistische dienst van de ECB. Om dit te meten heeft men een eigen prijsindex ontwikkeld: de geharmoniseerde consumptieprijsindex of HICP. Dit is in feite gewoon een korf van goederen en diensten, waarvan de prijzen elke maand worden bijgehouden. Af en toe wordt deze korf natuurlijk bijgewerkt, zodat deze actueel blijft. Ik wil ook benadrukken dat de HICP slechts een relatief kleine korf van goederen en diensten inhoudt en dus ook slechts een benadering weergeeft van de inflatie. Het zou immers zo goed als onmogelijk zijn om alle prijzen van alle producten en merken bij te houden. NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-07, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null). 4 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~6~ Jelle Mestdagh 6 EMT Op onderstaande grafiek ziet u de evolutie van de HICP gedurende de periode van fase 1. Evolutie van de totale HICP 7 5 4 3 België 2 Eurozone 1 Jun-jj May-jj Apr-jj Mar-jj Feb-jj Jan-jj Dec-jj Nov-jj Oct-jj Sep-jj Jul-jj Aug-jj -2 Jun-jj -1 May-jj 0 Apr-jj HICP-inflatie in % 6 Maanden 5 De HICP-inflatie is sterk gedaald in fase 1. Zoals ik daarnet reeds uitgelegd heb, is dit een logisch gevolg van een economische recessie of depressie. Het is wel zo dat de HICP-infatie in april, mei en juni 2008 nog toenam, dit is echter ook op een logische manier te verklaren. Het is namelijk zo dat de inflatie, in tegenstelling tot het bbp, een onrechtstreeks verband heeft met de economie. Hierdoor reageert deze indicator met vertraging op economische veranderingen. Ook het feit dat het dieptepunt van de HICP-inflatie later ligt dan bij het bbp is hieraan te wijten. Ik wil het ook nog even hebben over het verschil tussen België en de eurozone. Het valt namelijk op dat België op het vlak van inflatie het niet goed heeft gedaan gedurende deze periode. Beide grafieken belanden in juni 2009 in deflatie (negatieve inflatie), maar aangezien België van een hoger inflatieniveau kwam, verloopt de grafiek steiler. In een ideaal ondernemersklimaat blijft de inflatie op eenzelfde niveau, deze snelle verandering zou dus een negatieve invloed kunnen hebben op de investeringen in de toekomst. 3. De werkloosheid De werkloosheid wordt gemeten via de werkloosheidsgraad. Deze wordt bekomen door het aantal werklozen te delen door de totale beroepsbevolking en te vermenigvuldigen met 100. De werkloosheid heeft logischerwijs een negatief verband met economische groei en zal ook gelijkmatiger verlopen. De werkloosheid reageert dus ook eerder traag op economische schommelingen. NBB, Geharmoniseerde consumptieprijsindex, internet, 2012-04-07, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null). 5 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~7~ Jelle Mestdagh 6 EMT Evolutie van de werkloosheid Werkloosheidsgraad 12 10 8 6 België 4 Eurozone 2 EU - 27 Jun-jj May-jj Apr-jj Mar-jj Feb-jj Jan-jj Dec-jj Nov-jj Oct-jj Sep-jj Aug-jj Jul-jj Jun-jj May-jj Apr-jj 0 Maanden 6 Wat ik zonet reeds uitlegde, valt volledig aan te tonen in deze fase. Het bbp begint snel te dalen, maar in de eerste 5 maanden reageert de werkloosheid hierop niet of nauwelijks. Vanaf de zesde maand begint de werkloosheid toch toe te nemen, ondernemingen moeten hun productie aanpassen aan de gedaalde vraag. De stijging verloopt zeer gelijkmatig en valt al bij al mee, er is slechts een stijging van de werkloosheidsgraad van ongeveer 2%. In België is de situatie beter met een stijging van ongeveer 1%. Ondanks het feit dat de grote dip van het bbp min of meer voorbij is, zal de werkloosheidsgraad waarschijnlijk nog een tijdje blijven toenemen. Oorzaken voor deze evolutie De kredietcrisis7 en de financiële crisis8 De grootste oorzaak voor de economische achteruitgang in Europa in 2008 en 2009 is ongetwijfeld de Amerikaanse kredietcrisis geweest met de daaropvolgende financiële crisis in Europa. Ik zal hieronder beide begrippen op een duidelijke manier proberen uit te leggen. De kredietcrisis speelde zich af in de tweede helft van 2007 in de VSA. De periode voordien was een periode van economische hoogconjunctuur, het vertrouwen was bijgevolg hoog. De goed draaiende economie zorgde ervoor dat het inkomen steeg en steeds meer mensen konden zich een hypothecaire lening veroorloven om een huis te kopen. De waarde van de Amerikaanse huizen steeg hierdoor snel en bleef stijgen. Het probleem begint pas wanneer de financiële instellingen overmoedig worden door de steeds stijgende prijs van de huizen die als onderpand dienen. De financiële instellingen beginnen na verloop van tijd steeds minder eisen te stellen om een lening af te sluiten en het risico NBB, Werkloosheid, internet, 2012-04-07, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null). 7 MOOIJMAN, R., Ruben Mooijman: de kredietcrisis voor beginners, internet, 2012-04-09, (http://destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20100705_136&word=kredietcrisis). 8 WIKIPEDIA, Kredietcrisis, internet, 2012-04-11, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Kredietcrisis). 6 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~8~ Jelle Mestdagh 6 EMT wordt dus steeds groter. In oktober 2007 explodeert het systeem omdat steeds meer gezinnen hun lening niet meer kunnen terugbetalen. Het onderpand moet aangesproken worden en de vastgoedprijzen beginnen spectaculair te dalen. De financiële wereld zit met de handen in het haar, want ze maakt steeds meer verlies. Dit was de kredietcrisis. Ten gevolge van de kredietcrisis ontstond in september 2008 de financiële crisis. De crisis in de Amerikaanse vastgoedmarkt sloeg over op andere financiële producten en verschillende banken op wereldvlak kwamen in de problemen. Het vertrouwen nam snel af aangezien onduidelijk was welke instellingen hierdoor in de problemen zouden komen en de interbancaire geldmarkt droogde op: banken leenden elkaar geen geld meer. Het vertrouwen is zo laag dat de crisis overslaat op de aandelenkoersen en de obligatiekoersen, wat ervoor zorgt dat nog meer financiële instellingen in de problemen geraken. De overheden en centrale banken in Europa en de VSA doen er alles aan om de banken rechtop te houden en de markten te stabiliseren, maar ze slagen hier niet volledig in. De markten blijven dalen en dit slaat vanaf november 2008 over op de reële economie, zoals ik reeds aantoonde bij de economische evolutie. In de VSA gaat een grote investeringsbank failliet: Lehman Brothers. Deze gebeurtenis deed de financiële wereld daveren. De ondergang van Lehman Brothers gebeurde in 6 dagen tijd, ik zal de gebeurtenissen hieronder in chronologische volgorde weergeven. Op 9 september 2008 verloor het bedrijf op één dag 40 procent van haar beurswaarde. Op 13 september 2008 belegde de president van de Federal Reserve Bank of New York een bijeenkomst over de toekomst van Lehman Brothers. Een van de mogelijke toekomstscenario’s was liquidatie van de bank. Lehman meldde dat het bedrijf in gesprek was met Bank of America en Barclays voor de mogelijke verkoop van het bedrijf. De New York Times meldde op 14 september 2008 dat Barclays haar bod om Lehman of delen ervan te kopen niet langer gestand deed. Leiders van de grote banken op Wall Street vergaderden tot laat die dag om de snelle instorting van Lehman te voorkomen. Bank of America's betrokkenheid bleek ook beëindigd toen de autoriteiten niet mee wilden werken bij de verkoop van Lehman. Bank of America kocht op 15 september Merrill Lynch op, dat ook in problemen verkeerde. De New York Times meldde op 14 september ook dat Lehman het faillissement zou aanvragen voor het moederbedrijf Lehman Brothers Holdings, terwijl de dochterbedrijven solvabel gehouden werden tijdens de faillissementsprocedure. Op 15 september 2008 vroeg het bedrijf uitstel van betaling ("Chapter 11") aan, al bleven haar dochterbedrijven nog steeds gewoon draaien. Het bedrijf noemde een schuld van $613 miljard, waarvan $155 miljard in obligaties, en bezittingen ter waarde van $639 miljard. 9 WIKIPEDIA, Lehman Brothers, internet, 2012-04-12, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Lehman_Brothers). 9 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~9~ Jelle Mestdagh 6 EMT Maatregelen 1. De ECB De hoofddoelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB) en het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) is om het inflatiepeil stabiel te houden op een niveau van juist onder, maar zo dicht mogelijk bij 2%. Deze 2 procent werd gekozen omdat het laag genoeg is om niet van negatieve invloed te zijn op de economie, maar ook hoog genoeg om een buffer te hebben tegen deflatie. Deflatie is namelijk de nachtmerrie van de ECB, aangezien ze met haar monetaire beleidsmiddelen er weinig tot niets kan tegen doen. Wanneer deze doelstelling niet in het gedrang komt, mag de ECB ook het economische beleid ondersteunen. Hiervoor heeft ze verschillende instrumenten ter beschikking zoals de verplichte reserve van banken bij de ECB, de fijnregelingstransacties, de langlopende herfinancieringstransacties en de basisherfinancieringstransacties. Deze laatste zijn waarschijnlijk de bekendste en in dit geval ook de belangrijkste. Daarom heb ik hieronder een tabel en een grafiek met het verloop van de rente op deze transacties gedurende fase 1 van de eurocrisis. 10 Rentewijzigingen ECB11 Datum Basisrente ECB 06-11-2008 3,25% 04-12-2008 2,50% 15-01-2009 2,00% 05-03-2009 1,50% 02-04-2009 1,25% 07-05-2009 1,00% LEHLE, J., e.a., Economie Online – Algemene economie 2e jaar van de 3e graad, Plantyn, Mechelen, 2010, 236 pagina’s. 10 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 10 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Evolutie herfinancieringsrente ECB 004% 003% 003% 002% 002% 001% 001% 000% 11 Via haar basis-herfinancieringstransacties biedt de ECB elke week kortlopende leningen aan, aan financiële instellingen. De rente wordt, theoretisch gezien, bepaald door vraag en aanbod, maar aangezien de ECB een monopolie heeft op het aanbod, bepaalt zij de rente. Wanneer ze het aanbod verhoogt, daalt de rente en wanneer ze het aanbod verlaagt, stijgt de rente. Deze rente is het gedeelte dat bepalend is, want dit is de kost van de financiële instellingen. Zij rekenen dit door aan hun klanten door het veranderen van de rente op leningen en spaarrekeningen. De klant zal hierop reageren door meer of minder te lenen en meer of minder te sparen. Op middellange termijn kan de ECB via de basisherfinancieringstransacties dus de algemene vraag beïnvloeden, waardoor ook de inflatie en de reële economie veranderen. Zoals reeds gezegd op de vorige bladzijde is de evolutie van deze rente te zien gedurende fase 1. Deze werd gedurende de gehele periode 6 keer verlaagd tot op het laagste peil ooit: 1,00%. De grootste verandering gebeurde op 4 december 2008 met een daling van maar liefst 0,75%. Dit is een relatief grote verandering, meestal wordt de rente slechts met 0,25% of 0,50% verlaagd omdat de gevolgen moeilijk in te schatten zijn. Deze verlagingen in een relatief korte periode wijzen er nog eens duidelijk op dat de Europese economie in een serieuze depressie zat. Er was ook geen risico op een te hoge inflatie, dus was de ECB zo goed als verplicht om de rente te doen zakken. 2. De overheid Een overheid kan de economie van haar land beïnvloeden door het veranderen van haar inkomsten en/of uitgaven, of beter gezegd: belastingen, subsidies, investeringen ... In fase 1 van de eurocrisis moesten de verschillende overheden vooral hun uitgaven gevoelig verhogen om de bankwereld niet te laten instorten, verschillende grootbanken moesten zelfs genationaliseerd EURIBOR-RATES, ECB refi- of herfinancieringsrente, internet, 2012-04-12, (http://nl.euribor-rates.eu/ecb-refi-rente.asp). 11 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 11 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT worden. De middelen van de ECB blijken niet krachtig genoeg om deze crisis te kunnen bezweren. 12 Hieronder enkele voorbeelden van overheidsingrijpen in de EU in fase 1: De Britse overheid stak £37 miljard in Royal Bank of Scotland, Lloyds TSB en HBOS. Volgens het Royal Institute for International Affairs waren RBS en HBOS op 7 oktober 2008 bijna failliet gegaan, hetgeen tot een kettingreactie had kunnen leiden waarbij ook andere banken hun deuren hadden moeten sluiten. De Duitse hypotheekbank Hypo Real Estate moest met een door de Duitse overheid gegarandeerde lening voor een liquiditeitscrisis behoed worden. ING Groep en Aegon werden met een kapitaalinjectie van respectievelijk €10 miljard en €3 miljard door de Nederlandse overheid ondersteund. Op 12 oktober 2008 kwamen de Europese ministers van financiën een omvangrijk pakket aan steunmaatregelen overeen, bestaande uit het deelnemen in het risicodragend kapitaal van banken en verzekeringsmaatschappijen, het garanderen van interbancaire leningen en het opkopen van illiquide leningen. In Nederland en België werd Fortis door de crisis getroffen, hetgeen leidde tot eerst (eind september) een deelname van de Nederlandse, Belgische en Luxemburgse regering, en kort daarop (3 oktober) tot een overname door de Nederlandse regering van alle Nederlandse Fortis-activiteiten, en daarna tot een verkoop van het grootste deel van de Belgische en Luxemburgse Fortis-activiteiten aan BNP Paribas. Door al deze maatregelen steeg ook de overheidsschuld. Dit toont onderstaande tabel aan. Overheidsschuld in % van bbp13 België eurozone EU - 27 2008 89.3 70.1 62.5 2009 95.9 79.8 74.7 Deze cijfers zijn uitgedrukt in procent t.o.v. het bbp om beter te kunnen vergelijken. Hier kan u ook duidelijk zien dat de Belgische overheidsschuld te groot is. Hieronder volgt een tabel met de overheidsschuld in absolute cijfers om de evolutie los van de bbp-groei te kunnen bekijken. U zult ook daar zien dat de schuld fors is toegenomen. Overheidsschuld in miljoen euro14 België 2008 309 191.2 2009 326 318.8 WIKIPEDIA, Kredietcrisis, internet, 2012-04-12, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Kredietcrisis). EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-04-12, (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/refreshTableAction.do?tab=table&plugin=1&pcode=tsieb090&language=en). 14 EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-04-12, (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/refreshTableAction.do?tab=table&plugin=1&pcode=tsieb090&language=en). 12 13 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 12 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT eurozone EU - 27 6 481 057.3 7 790 966.5 7 125 818.9 8 779 319.1 Conclusie Vanaf het tweede kwartaal van 2008 begon de economie in de eurozone te krimpen, waardoor nadien ook de inflatie daalde en de werkloosheid steeg. De oorzaak voor de achteruitgang van de economische activiteit was de instabiliteit in de financiële markten die oversloeg op de reële economie. De instabiliteit in de financiële markten was dan weer te wijten aan de kredietcrisis in de VSA, die dus eigenlijk de hoofdoorzaak is van de eurocrisis. In Europa proberen zowel de overheden als de ECB de crisis zo veel mogelijk te beperken en te verkorten door middel van financiële injecties en renteverlagingen. Ze blijken echter niet in hun missie geslaagd te zijn, want de economie bleef een jaar lang krimpen en de economische terugval bleek de grootste sinds de crisis van 1929. Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 13 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Fase 2 – Stabiliteit op een laag pitje De tweede fase, die ik gebaseerd heb op basis van het verloop van het bbp van de eurozone, loopt van het derde kwartaal van 2009 t.e.m. het eerste kwartaal van 2011. In deze fase is er sprake van economisch herstel, maar veel minder dan vooraf gehoopt. Het is een stabiele periode, de groei van het reële bbp schommelt immers altijd tussen 0,00% en 1,00%. Economische evolutie 1. Het bbp Evolutie bbp t.o.v. de voorafgaande periode15 België eurozone EU - 27 2009-III 1,1 0,4 0,4 2009-IV 0,6 0,4 0,5 2010-I 0,1 0,4 0,5 2010-II 1,1 0,9 0,9 2010-III 0,4 0,4 0,5 2010-IV 0,5 0,3 0,3 2011-I 0,9 0,7 0,6 Evolutie bbp t.o.v. de voorafgaande periode Veranderingspercentage 1.2 1 0.8 0.6 België 0.4 eurozone 0.2 EU - 27 0 2009-III 2009-IV 2010-I 2010-II 2010-III 2010-IV 2011-I Kwartalen 15 Zoals u kunt zien, is het bbp in Europa in fase 2 steeds toegenomen met een percentage tussen 0,00% en 1,00%, maar ook in deze relatief stabiele periode zijn er schommelingen in de bbp-groei waar te nemen. Zo is er bijvoorbeeld een piek in het tweede kwartaal van 2010 en een dal in het derde en vierde kwartaal van 2010. De curve van België wijkt minder af van die van de eurozone dan in de vorige fase, maar België blijft het nog steeds iets beter doen. De curve vertoont ook iets scherpere pieken en dalen, wat eventueel op meer onrust zou kunnen wijzen. Deze fase met lichte bbp-groei wordt ook de herstelfase genoemd op het vlak van economische conjunctuur. Kenmerkend zijn ook een licht stijgende inflatie en een licht dalende werkloosheid. Meestal volgt na deze fase een periode van hoogconjunctuur met grote economische vooruitgang. De verschillende NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-12, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null). 15 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 14 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Europese landen hopen erop dat de economie weer zal aantrekken, maar niets is minder waar, de economische groei blijft slabakken. Evolutie bbp t.o.v. het jaar voordien16 2009-III -2,5 -4,3 -4,3 België eurozone EU - 27 2009-IV 0 -2,2 -2 2010-I 1,9 1 1 2010-II 2,9 2,2 2,3 2010-III 2,1 2,1 2,4 2010-IV 2,1 2,1 2,3 2011-I 2,9 2,4 2,4 Evolutie bbp t.o.v. het jaar voordien 4 Veranderingspercentage 3 2 1 België 0 -1 2009-III 2009-IV 2010-I 2010-II 2010-III 2010-IV 2011-I -2 eurozone EU - 27 -3 -4 -5 Kwartalen 16 De bovenstaande gegevens bevestigen wat ik eerder al zei. België doet het net iets beter dan gemiddeld Europa. Ook het feit dat de economie na een duidelijk herstel begint te stagneren, is duidelijk zichtbaar aan het vlakke verloop van deze curven vanaf het tweede kwartaal van 2010. 2. De inflatie Evolutie totale HICP Veranderingspercentage 4 3 2 België 1 0 Mar-jj -1 -2 eurozone Jul-jj Oct-jj Jan-jj May-jj Aug-jj Nov-jj Feb-jj Jun-jj Maanden 17 NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-12, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null). 16 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 15 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Op voorgaande pagina bevindt zich een grafiek met de evolutie van de HICP. Deze is uit de periode van deflatie kunnen klimmen en stijgt op het einde van fase 2 zelfs bijna tot 3% en in België tot boven 3%. Dit inflatiepercentage is te hoog, want de doelstelling van de ECB is 2%. Het is merkwaardig dat de inflatie zo snel terug toenam in een periode van lage economische groei. Deze vaststelling wordt stagflatie genoemd, een combinatie van stagnatie en inflatie. 3. De werkloosheid Evolutie van de werkloosheid 12 Werkloosheidsgraad 10 8 België 6 eurozone 4 EU - 27 2 0 Mar-jj Jul-jj Oct-jj Jan-jj May-jj Aug-jj Nov-jj Feb-jj Jun-jj Maanden 18 De werkloosheid verloopt zeer vlak in fase 2, het is wel positief dat de stijging stilvalt vanaf augustus 2009. In de eerste helft van 2010 is er een zeer lichte opstoot van de werkloosheid die iets meer uitgesproken is in België. Desondanks blijft België het op dit vlak zeer goed doen, de werkloosheidgraad ligt gemiddeld 2% lager dan in de eurozone. Vanaf augustus 2010 daalt de werkloosheid in België zelfs tot 7,00%, terwijl die in de eurozone op 10% blijft. België doet het met deze cijfers vrij goed in vergelijking met de bbp-groei. De werkloosheid in de eurozone en de EU verandert nagenoeg niet, wat volledig overeenkomt met de economische stagnatie. NBB, Geharmoniseerde consumptieprijsindex, internet, 2012-04-12, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null). 18 NBB, Werkloosheid, internet, 2012-04-12, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null). 17 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 16 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Oorzaken voor deze evolutie Zoals reeds gezegd, is het zwaarste deel van de crisis in fase 2 voorbij en de Europese leiders hopen op een duidelijk economisch herstel. De economische groei blijft echter hangen op 1%. Beleggers en investeerders hebben slechts weinig vertrouwen door de hoge overheidsschuld, die nog niet afgebouwd kan worden, en door de stijgende inflatie. Ook het consumentenvertrouwen blijft laag en dus zowel de vraag- als aanbodzijde nemen weinig initiatief. Onderstaande tabel en artikel van februari 2011 kunnen dit bevestigen. Bruto overheidsschuld in % van bbp19 Eurozone Duitsland Frankrijk Italië België Griekenland 2008 70,2 66,7 68,3 105,8 89,3 113,0 2009 79,9 74,4 79,0 116,1 95,8 129,4 2010 85,7 83,2 82,4 118,7 96,0 145,0 2011 88,1 81,5 86,3 120,1 98,0 165,3 Beurzen herpakken zich licht20 De Europese aandelenmarkten weten na de middag de verliezen te beperken. Toch staan nog alle belangrijke indicatoren duidelijk in het rood. In Brussel staat de Bel20 nog steeds 0,64 procent onder de slotkoers van gisteren, waarmee de index nipt onder de 2.700 punten zakt. De toenemende spanningen in Libië zetten de olieprijs onder druk. Beleggers vrezen dat stijgende energieprijzen een domper zullen zetten op het economisch herstel. De financiële aandelen blijven ten prooi vallen aan winstnemingen na de recente stijgingen. Het financiële trio Dexia, KBC en Ageas incasseert klappen van respectievelijk 0,65 procent, 1,09 procent en 2,3 procent. De grootste verliezer is echter Omega Pharma (-2,5%). Steeds meer economen vermoeden dat de Europese Centrale Bank (ECB) haar rente wel eens vroeger dan verwacht zou kunnen verhogen, mogelijk nog voor de zomer. Tot nu toe ging de ECB ervan uit dat de inflatie-opstoot tijdelijk is, maar maandag suggereerde directielid Lorenzo Bini Smaghi dat de prijsstijgingen misschien toch meer blijvend van aard dreigen te worden. Chemiegroep Solvay tuimelde vanochtend 2,6 procent lager, maar het verlies is ondertussen zo goed als weggewerkt. Solvay heeft een vloeispaatmijn in Bulgarije opgekocht tegen "een concurrentiële prijs", zonder verdere financiële details te geven. INTERNATIONAL MONETARY FUND, WORLD ECONOMIC OUTLOOK April 2012, internet, 2012-05-01, (http://www.imf.org/external/pubs/ft/weo/2012/01/pdf/text.pdf). EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-05-01, (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/table.do?tab=table&init=1&language=en&pcode=tsieb 090&plugin=1). 20 WDP, DGS, Beurzen herpakken zich licht, internet, 2012-05-01, (http://destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110222_030&word=ecb). 19 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 17 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT "Een strategische investering om over bijkomende reserves en grondstoffenvoorraad te beschikken", zo noemt Solvay de overname. Voorlopig kleurt geen enkel aandeel binnen de Brusselse index groen. Alleen Belgacom komt af en toe boven de nullijn uit. Euro Op de wisselmarkt is de euro het slachtoffer van een 'vlucht naar veiligheid' in reactie op de onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Tegenover de dollar daalde de eenheidsmunt eerder op de dag met een procent, tot 1,3527 dollar per euro. Daarna herstelde de euro tot boven 1,36 dollar. De Nieuw-Zeelandse dollar, die sommige obligatiebeleggers in portefeuille hebben, verloor zowat twee procent tegen de US-dollar in een eerste reactie op de aardbeving in het land. Olie De olieprijzen krijgen nog steeds de wind van achter. De prijs van een vat Brent steeg tot boven de 108 dollar. Amerikaanse olie, waarvan de prijsvorming minder liquide is, werd liefst 9 procent duurder. Aziatische beurzen sluiten met verlies Ook in Azië verzilverden beleggers dinsdag hun winsten uit vrees voor lagere koersen door stijgende onrust in Libië en in andere Noord-Afrikaanse landen. De Chinese beursindex kelderde ruim 2 procent. De Nikkei-index in Tokio sloot 1,8 procent lager op 10.664,70 punten na een verlaging van de ratingoutlook voor Japan door de kredietbeoordelaar Moody's. In Sydney bleef de schade relatief beperkt. In Seoel moest de Kospi-index 1,8 procent terug en in Hongkong stond de Hang Seng in de middaghandel 2 procent lager. De ECB heeft slechts beperkte middelen om de economie te ondersteunen en ook daarom blijft de vooruitgang beperkt. Daarenboven heeft de ECB niet gereageerd op de hoge wisselkoers eind 201021, een factor die niet te onderschatten valt. Een hoge wisselkoers is immers nadelig voor de export. Maatregelen Deze fase is zeer stabiel gebleven wat economische groei betreft. Daarom zijn er nagenoeg geen speciale maatregelen genomen. Volgens mij hadden er echter wel maatregelen genomen moeten worden tegen de hoge overheidsschuld en de toenemende inflatie. Men wou het broze economische herstel niet in de kiem smoren, maar een sterk signaal had misschien het vertrouwen kunnen herstellen en de problemen uit de volgende fase van de eurocrisis kunnen voorkomen. NTA, Euro breekt door grens 1,40 dollar, internet, 2012-05-01, (http://destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=LJ30HDSI&word=ecb). 21 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 18 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Conclusie Fase 2 is op het vlak van economische activiteit zeer stabiel geweest op een laag niveau. De Europese landen hoopten gedurende de gehele periode op een toename van de economische groei, en daarom werden er geen maatregelen genomen door overheden en ECB toen de overheidsschuld en de inflatie te hoog werden. Het uitblijven van sterke signalen zorgde voor een blijvende onzekerheid bij beleggers, investeerders en consumenten. Al deze elementen zullen de basis vormen voor de problemen in fase 3. Daarom is deze fase, volgens mij de verbindingsperiode geweest tussen 2 crisissen, de aanloop op de Europese schuldencrisis. Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 19 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Fase 3 – Een nieuwe grote crisis? Fase 3 loopt van het tweede kwartaal van 2011 tot nu (mei 2012), statistieken zijn voorlopig echter maar beschikbaar tot ten laatste april 2012. Ik zal daarom steeds de meest recente gegevens weergeven met, indien mogelijk, een paar prognoses. In fase 3 ontstaat een nieuwe crisis: de schuldencrisis. Ze kreeg deze naam omdat ze ontstond door onzekerheid i.v.m. de Europese overheidsschuld. Economische evolutie 1. Het bbp Evolutie bbp t.o.v. de voorafgaande periode22 België eurozone EU - 27 2011-II 0,3 0,1 0,2 2011-III 0 0,1 0,3 2011-IV -0,1 -0,3 -0,3 2012-I 0,3 Evolutie bbp t.o.v. de voorafgaande periode22 0.4 Veranderingspercentage 0.3 0.2 0.1 België 0 -0.1 2011-II 2011-III 2011-IV 2012-I eurozone EU - 27 -0.2 -0.3 -0.4 Kwartalen In de tabel en op de grafiek hierboven valt af te lezen dat de groei van het bbp van de eurozone in fase 3 eerst afneemt tot 0,1% en eind 2011 zelfs licht negatief wordt. De EU volgt dezelfde trendlijn, maar België doet het beter dan gemiddeld. Het bbp krimpt slechts met 0,1% t.o.v. de Europese 0,3%. Voor België waren er ook reeds cijfers beschikbaar over het eerste kwartaal van 2012. Deze cijfers zijn positief (een groei van 0,3%), waardoor het lijkt alsof de crisis voorbij is, maar niets is minder waar: het IMF verwacht dat de economie in de eurozone licht zal krimpen in 2012 en pas terug zal groeien in 201323. NBB, BBP naar volume, internet, 2012-05-05, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null). 23 INTERNATIONAL MONETARY FUND, World Economic outlook April 2012, internet, 2012-0526, (http://www.imf.org/external/pubs/ft/weo/2012/01/pdf/text.pdf). 22 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 20 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Om een beter zicht te krijgen op de evolutie op iets langere termijn is het steeds nuttig om een vergelijking te maken met het voorafgaande jaar. Deze gegevens zijn hieronder weergegeven. Evolutie bbp t.o.v. het jaar voordien24 België eurozone EU - 27 2011-II 2,2 1,6 1,6 2011-III 1,8 1,3 1,4 2011-IV 1,2 0,7 0,8 2012-I 0,5 Evolutie bbp t.o.v. het jaar voordien24 Veranderingspercentage 2.5 2 1.5 België 1 eurozone EU - 27 0.5 0 2011-II 2011-III 2011-IV 2012-I Kwartalen Door de recente afname van de bbp-groei is ook hier de trend dalend. Toch is er een positief element: het bbp is, vergeleken met het vorige jaar, nog steeds niet gekrompen. Dit wijst erop dat de nieuwe krimp nog niet ernstig is, ze is te klein en duurt nog niet lang genoeg om te kunnen spreken van een echte recessie. Er wordt echter wel verwacht dat het Europese bbp zal evolueren naar een nulgroei met pas een herstel tegen eind 2012. Pessimisten zien deze nieuwe krimp als de start van een nieuwe grote crisis zoals in 2009. Wat we kunnen doen om dit te vermijden, zal ik later nog bespreken. NBB, BBP naar volume, internet, 2012-05-05, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null). 24 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 21 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT 2. De inflatie 4.5 4 3.5 3 2.5 2 1.5 1 0.5 0 België Apr-jj Mar-jj Feb-jj Jan-jj Dec-jj Nov-jj Oct-jj Sep-jj Aug-jj Jul-jj Jun-jj May-jj eurozone Apr-jj Veranderingspercentage Evolutie totale HICP Maanden 25 Zoals te zien valt op bovenstaande grafiek stabiliseert in fase 3 de inflatie op een vrij hoog niveau na de forse stijging in fase 2. Dit relatief hoge niveau is te wijten aan verschillende redenen. Een lage economische groei in combinatie met een grotere toename van de geldhoeveelheid in omloop zorgt bijvoorbeeld voor een inflatiestijging volgens de formule: het prijspeil (P) is gelijk aan de geldhoeveelheid (M) maal de omloopsnelheid (V), gedeeld door het handelsvolume (T) ofwel de economische activiteit. Aangezien V op korte termijn nagenoeg niet verandert, wordt de inflatie bepaald door M/T. Deze factor is in fase 3 echter slechts van kleine invloed geweest op de inflatie. Ook de extreem lage rentevoeten die de ECB gedurende heel fase 3 hanteerde, zouden een stijgende inflatie tot gevolg kunnen hebben gehad. Een lage rente zorgt voor een stijgende vraag naar goederen en diensten. Wanneer de vraag groter wordt dan het aanbod op korte termijn ontstaat er inflatie. Dit is echter niet gebeurd omdat het consumentenvertrouwen uitzonderlijk laag was, waardoor de vraag slechts weinig reageerde op de lage rentevoeten. De hoofdreden voor de hoge inflatie was en is de stijging van energie- en grondstoffenprijzen die ook nog ondersteund werd door een slabakkende wisselkoers van de euro t.o.v. de Amerikaanse dollar. Het relatief hoge inflatieniveau in combinatie met economische krimp stelde de ECB, vooral in de periode van september 2011 t.e.m. november 2011, voor een dilemma. Moest ze haar rente verhogen om de inflatie tegen te gaan of laag houden om de financiële wereld en de economie te ondersteunen? De ECB koos voor de tweede optie, wat de juiste beslissing gebleken is. NBB, Geharmoniseerde consumptieprijsindex, internet, 2012-05-06, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null). 25 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 22 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT 3. De werkloosheid Evolutie van de werkloosheid Werkloosheidsgraad 12 10 8 België 6 eurozone 4 EU - 27 2 0 Maanden 26 De werkloosheid verloopt over het algemeen licht stijgend, wat logisch is in een periode waarin de economie het minder goed doet. België doet het beter dan gemiddeld door stabiel te blijven. Momenteel (mei 2012) wordt vooral Spanje getroffen door een stijgende werkloosheidsgraad. Ongeveer 1 op 4 Spanjaarden zijn werkloos. De situatie wordt in het volgend artikel nader uitgelegd. 'Het Europese crisisbeleid neigt naar collectieve zelfmoord'27 BRUSSEL - Het economisch nieuws uit Spanje blijft rampzalig. Het voorbije semester gingen nog eens 1,25 miljoen banen verloren. Het totaal aantal werklozen bedraagt nu 5,639 miljoen personen, of 24,44 procent van de actieve bevolking. De Spaanse econoom Guillermo de la Dehesa had de recessie voorspeld. Nu waarschuwt hij dat het Europese beleid tot een nog grotere catastrofe leidt. Niet alle Spanjaarden vielen uit de lucht toen de vastgoedmarkt ineenstortte en het land in een zware recessie terechtkwam. Econoom Guillermo de la Dehesa waarschuwde in 2004 al in een opgemerkte analyse in ElPaís voor het uiteenspatten van de vastgoedbubbel. In 2007 kondigde hij de recessie aan. Niet met loze argumenten, maar met heldere en overtuigende cijfers. Niemand luisterde. 'Als de economie boomt, vergeten mensen vaak de meest elementaire economische wetmatigheden. De vastgoedmarkt bleef inderdaad nog drie jaar groeien. En voor politici primeert de korte termijn altijd op de lange termijn. Economen weten nochtans dat bubbels nooit lang duren, en achteraf zwaar betaald moeten worden.' Dat de prijs zo hoog zou zijn, had echter ook De la Dehesa niet verwacht. 'Wat we niet hadden zien aankomen, NBB, Werkloosheid, internet, 2012-05-06, (http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null). 27 SIOEN, L., 'Het Europese crisisbeleid neigt naar collectieve zelfmoord', internet, 2012-05-20, 26 (http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=HB3PFQ4K&word=werkloosheid+spanje). Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 23 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT was de internationale financiële crisis, die een van de zwaarste recessies van de geschiedenis veroorzaakte.' De Madrileense economist bekleedde verschillende overheidsfuncties, begeleidde de Spaanse toetreding tot de Europese Unie, zetelt in de raden van bestuur van verschillende Spaanse en internationale financiële instellingen en is als academicus actief. Dit interview gaf hij in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Centre for Economic Policy Research in Londen. ... Griekenland is op algemeen economisch vlak de slechtste van de klas in de eurozone. Op het gebied van de werkloosheid doet Griekenland het voorlopig wel nog beter dan Spanje, maar de werkloosheid blijft stijgen. De actuele cijfers worden weergegeven in volgend kort artikel. Griekse werkloosheid blijft pieken28 De werkloosheidsgraad in Griekenland blijft maar stijgen. In februari steeg het werkloosheidscijfer naar 21,7 procent, tegenover 21,3 procent in januari. Dat blijkt uit cijfers van het Griekse statistiekbureau Ase. De helft van de jongeren zit zonder werk. Ook opvallend is het grote verschil tussen mannen en vrouwen. Van de vrouwen zit een kwart zonder werk, terwijl de werkloosheid bij mannen op 18,6 procent ligt. Griekenland telde in februari dik een miljoen werklozen. Op een jaar tijd steeg het aantal werklozen met 42,3 procent. Oorzaken voor deze evolutie 1. De overheidsschuld 29 OPHALVENS, S., Griekse werkloosheid blijft pieken, internet, 2012-05-26, (http://www.demorgen.be/dm/nl/3324/Financiele-crisis/article/detail/1436439/2012/05/10/ Griekse-werkloosheid-blijft-pieken.dhtml). 29 EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-05-26, (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/graph.do?tab=graph&plugin=1&pcode=tsieb090&langu age=en&toolbox=sort). 28 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 24 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Deze grafiek geeft de bruto overheidsschuld van de centrale overheden weer in de eurozone van 2010 tot 2011 (de recentste gegevens). De grafiek is moeilijk leesbaar in dit formaat. Daarom is hij in bijlage opgenomen in A4-formaat. De verschillende Europese overheden hebben vanaf 2008 hun schuld opnieuw opgebouwd met als hoofdreden de kredietcrisis. De overheid was quasi verplicht om extra uitgaven te maken wanneer de wankelende bankwereld en nadien ook de sputterende economie ondersteund dienden te worden. Iedereen verwachtte dat deze schuldenberg weer zou afnemen in de economisch stabiele periode die ik fase 2 heb genoemd, maar dit gebeurde niet. De overheden wilden waarschijnlijk de kleine economische vooruitgang niet tegengaan door direct weer te snoeien in hun uitgaven of de belastingen te verhogen. Deze beslissing heeft echter gezorgd voor een steeds dalend vertrouwen bij beleggers en investeerders, wat leidde tot trage economische groei, dalende aandelenbeurzen en een stijgende rente op de obligatiemarkten. Dit laatste zorgde er op zijn beurt voor dat Griekenland in zware financiële problemen kwam en het lage vertrouwen van investeerders bracht een ineenstorting teweeg van de vastgoedmarkt en de banksector in Ierland en Spanje. 30 Wanneer we echter kijken naar de bruto overheidsschuld in absolute cijfers (zie hierboven) kunnen we vaststellen dat de probleemlanden uit de eerste grafiek (Griekenland, Italië, Ierland en Portugal) niet zozeer de grootste schuld hebben. Zo heeft Duitsland bijvoorbeeld de grootste schuld terwijl het momenteel het land is in de eurozone dat het meeste vertrouwen geniet. Dat hebben de Duitsers te danken aan hun grote bbp, waardoor het in principe gemakkelijker zou moeten zijn voor hen om hun schuld terug te betalen. Daarom wordt voor internationale vergelijkingen enkel de schuld in percentage van het bbp gebruikt. Waar ik het ook nog even beknopt over wil hebben, is de nogal vreemde situatie in Spanje. Momenteel (mei 2012) is het vertrouwen er zodanig gedaald dat niet alleen de rente op staatsobligaties stijgt, maar ook de beurs daalt, de EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-05-26, (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/graph.do?tab=graph&plugin=1&pcode=tsieb090&langu age=en&toolbox=sort). 30 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 25 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT werkloosheid stijgt tot bijna 25% en de economie licht krimpt. Deze situatie is vreemd omdat Spanje een redelijk lage overheidsschuld had. De reden is te zoeken in de Spaanse bankwereld; deze haar activa bestond voor een groot gedeelte uit vastgoedleningen. In Spanje was er echter een vastgoedbubbel en toen deze ontplofte kwamen banken in problemen, steeg de overheidsschuld en daalde het vertrouwen. 2. Instabiliteit in de financiële wereld Zoals reeds gezegd deed en doet de hoge Europese overheidsschuld het vertrouwen van investeerders en beleggers sterk dalen. Deze vertrouwenscrisis heeft niet enkel gevolgen voor de reële economie, maar beïnvloedt ook de financiële markten waardoor een kleine economische dip snel versterkt kan worden tot een echte crisis. Om de Europese aandelenmarkten te bestuderen, maak ik gebruik van de Euro Stoxx 50. Dit is een aandelenbeursindex die een gewogen gemiddelde weergeeft van de 50 grootste ondernemingen uit de eurozone, afkomstig uit 12 landen: Oostenrijk, België, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje. Omdat er zoveel verschillende eurolanden opgenomen zijn in de Euro Stoxx 50, is deze index volgens mij ideaal om een algemene evolutie betreffende de eurozone te kunnen afleiden. De Euro Stoxx 50 wordt verhandeld op de Eurex in Frankfurt.31, 32 32 Er is vooral een sterke daling waar te nemen in de loop van2008 toen de kredietcrisis in de VSA losbrak en oversloeg op de Europese financiële markten. Er was een duidelijk herstel in 2009, maar dit kon zich niet doorzetten in 2010 en 2011. In het derde kwartaal van 2011 en in de laatste paar maanden was er opnieuw een redelijk sterke daling. Dit bevestigt mijn stelling dat het vertrouwen in de eurozone van beleggers nog steeds daalt. Een daling van de WIKIPEDIA, Dow Jones Euro Stoxx 50, internet, 2012-05-27, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Eurostoxx_50). 32 STOXX.COM, EURO STOXX 50®, internet, 2012-05-27, (http://www.stoxx.com/indices/index_information.html?symbol=SX5E). 31 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 26 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT aandelenbeurzen is een slechte zaak omdat ondernemingen en banken minder kapitaal kunnen ophalen bij de aandeelhouders. Minder kapitaal betekent op zijn beurt minder ruimte voor binnenlandse investeringen en wanneer dit niet gecompenseerd wordt door buitenlandse investeringen kan de economie na verloop van tijd krimpen. Een andere belangrijke financiële indicator zijn de obligatiemarkten, en in het bijzonder die van staatsobligaties. Wanneer je staatsobligaties koopt, koop je eigenlijk een deel van de overheidsschuld van een land over. In ruil ontvangt de koper hiervoor een rente die afhankelijk is van het risico op faillissement. In feite wordt de rente bepaald door vraag en aanbod en daalt de vraag wanneer het risico groter wordt, waardoor de rente stijgt. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook. Een indicatie voor het risico wordt gegeven door de ratings die bepaald worden door ratingbureaus. Deze rentes zijn voor de landen van de eurozone zeer belangrijk omdat dit eigenlijk praktisch het enige element is van de schuld dat een kost betekent op korte termijn. De verschillende Europese overheden bouwen hun schuld niet af, waardoor ze steeds nieuwe obligaties moeten uitschrijven wanneer de vorige vervallen zijn. Op die manier moeten ze enkel de rente inbrengen in hun begrotingen. Dit systeem zorgt wel voor een vicieuze cirkel. Wanneer een land een grote schuld heeft t.o.v. zijn bbp, is er een groter risico dat de obligatiehouder zijn geld niet terug zal krijgen. Dit zorgt voor een lagere rating, een dalende vraag en een stijgende rente. Door de gestegen rente moet het land meer betalen, waardoor het moeilijker wordt om de begroting in evenwicht te krijgen. Dit zorgt ervoor dat de schuld stijgt en het proces kan weer herbeginnen. 33 In de eurozone schrijft elk land apart obligaties uit en hierdoor moet elk land dus een verschillende rente betalen. Duitsland krijgt momenteel veel vertrouwen van beleggers en heeft daardoor de laagste rente van de eurozone. Wanneer we de verschillende rentes met elkaar willen vergelijken, kijken we gewoon naar het verschil of de spread. Hierboven is deze zogenaamde spread weergegeven t.o.v. Duitsland voor obligaties met een looptijd van 1 jaar. LEROY, J., De eurocrisis: hernationalisering, internet, 2012-05-27, (http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120427_087). 33 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 27 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Er is een duidelijke piek waar te nemen tegen het einde van 2011 en nadien leken de markten zich te stabiliseren. In België heeft de stabilisatie zich voortgezet, maar in Spanje en Italië, die op dit vlak bij de slechtste van de eurozone zijn, is er in de laatste maanden weer een stijging. Deze situatie van tweedeling is een goede weerspiegeling van de eurozone: de zogenaamde kernlanden doen het op alle vlak redelijk goed, terwijl vooral de meer zuidelijke landen het moeilijk hebben en vaak zelfs extra steun nodig hebben (zie verder). Een laatste onderwerp m.b.t. problemen in de financiële wereld dat ik wil bespreken zijn de balansen van de banken. Deze zijn namelijk moeilijk op orde te houden. Aan de passivazijde hebben de banken het lastig om genoeg eigen vermogen in te brengen via aandeelhouders en winsten en kunnen ze quasi geen geld meer lenen van andere banken omdat het vertrouwen in elkaar zeer laag is. Aan de activazijde hebben de banken te kampen met rommelkredieten die in Spanje en Ierland vooral te wijten zijn aan de ineenstorting van de vastgoedmarkt. In de volledige eurozone hebben o.a. veel banken 75% van hun Griekse staatsobligaties moeten afschrijven om een deel van de Griekse schuld kwijt te schelden. In België, Ierland en Spanje werden de activaproblemen bij enkele grootbanken zo groot dat de overheden steun moesten bieden via grote kapitaalsinjecties. Deze wogen uiteraard ook op de begrotingen en de overheidsschuld van deze landen. 3.Trage reactiesnelheid Een laatste grote oorzaak voor de huidige schuldencrisis is, volgens mij, de trage manier van werken in het huidige Europese systeem. Het is niet concreet te bewijzen, maar de besluitvorming in de eurozone en de EU verloopt over het algemeen langzaam. Een eerste factor die hiervoor zorgt, zijn de grote nationale overheidsapparaten. Zij zorgen er misschien wel voor dat de democratie zo goed mogelijk nageleefd wordt, maar het zorgt ook voor meer discussie en meer administratie alvorens een nationaal besluit kan worden genomen. Bovendien brengen grote overheidsapparaten ook meer kosten met zich mee die in tijden van crisis zo veel mogelijk beperkt moeten worden. Een tweede factor die vertragend werkt, is te wijten aan het Europese Verdrag. Dit Verdrag bepaald bijvoorbeeld dat de Raad van de Europese Unie (wetgevende macht) enkel besluiten kan nemen via een gekwalificeerde meerderheid en voor belangrijke onderwerpen zelfs met absolute meerderheid. Ook het feit dat de Europese Commissie (uitvoerende macht) 27 commissarissen moet tellen zorgt voor meer verwarring en vertraging. Een laatste factor m.b.t. het Europese systeem heeft niet te maken met trage besluitvorming, maar met het feit dat de eenheid binnen Europa nog steeds niet Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 28 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT groot genoeg is. We vormen bijvoorbeeld geen economische unie, terwijl er wel reeds een monetaire en politieke unie is. De deelstaten kiezen ook voor eigen belang in plaats van de zwakkeren te helpen (vb. late hulp voor Griekenland). Al deze elementen spreken niet voor een sterk Europa en hebben op die manier het vertrouwen in ons continent nog extra doen afnemen. Maatregelen 1. De ECB a) Basisrentetarief Het belangrijkste instrument van de ECB bestaat hoogstwaarschijnlijk in de basis-herfinancieringstransacties. Deze worden wekelijks uitgevoerd en voorzien de financiële instellingen van liquiditeiten op korte termijn. Het zijn dus eigenlijk kortlopende leningen die uitgeleend worden door de ECB. Wanneer de ECB haar rente op deze leningen (basisherfinancieringsrente of basisrente) wil veranderen, moet ze gewoon het aanbod veranderen. Voor de rente geldt namelijk het principe van vraag en aanbod. De financiële instellingen zijn de vragers en de ECB heeft een monopolie op het aanbod, waardoor de rente stijgt als ze minder aanbiedt en daalt als ze meer aanbiedt (zie afbeelding hierboven10). Basisherfinancieringsrente ECB rentevoet 002% 002% 001% 001% 05-2012 04-2012 03-2012 02-2012 01-2012 12-2011 11-2011 10-2011 09-2011 08-2011 07-2011 06-2011 05-2011 04-2011 03-2011 02-2011 01-2011 000% maand 34 Vanaf maart 2011 liet de ECB haar basisrente weer licht stijgen na een lange periode, sinds april 2009, op het lage niveau van 1,00% omdat de ACTUELERENTESTANDEN.NL, Actuele en historische rente Europese Centrale Bank, internet, 2012-05-28, (http://www.actuelerentestanden.nl/ecb-herfinancieringsrente.asp). 34 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 29 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT economie niet wou aantrekken. De rente werd nog eens licht verhoogd in juni 2011 tot 1,50%, waarschijnlijk om de stijgende inflatie tegen te gaan. In november en december werd de basisrente echter weer teruggeschroefd tot 1,00% omdat de economie weer een dipje vertoonde en het gevaar voor stijgende inflatie grotendeels geweken was. Door de renteverlaging kon de ECB ook meer geld uitlenen aan de noodlijdende banksector die praktisch geen geld meer aan elkaar leende. b) Speciale maatregelen35, 36 De gewone basis-herfinancieringstransacties kunnen reeds een deel van de problemen oplossen, maar uitzonderlijke situaties vragen om uitzonderlijke maatregelen. De ECB lanceerde er 2 om de schuldencrisis het hoofd te bieden. De eerste uitzonderlijke maatregel zijn de LTRO’s of Long Term Refinance Operations. Dit zijn ook herfinancieringstransacties , maar met de langere looptijd van 3 jaar. Ook deze herfinancieringstransacties kregen de extreem lage rentevoet van 1,00%. De ECB heeft tot nu toe reeds 2 LTRO’s uitgevoerd in december en februari met respectievelijk de gigantische bedragen van €489 miljard en €529,5 miljard. Deze goedkope leningen zijn kapitaalsinjecties voor de Europese bankenwereld. Met het nieuwe geld kunnen zij investeren in relatief veilige beleggingen en op die manier meer winst maken om hun balansen op lange termijn weer op orde te kunnen stellen. De ECB hoopt er ook op dat de banken met het extra kapitaal een deel staatsobligaties kopen, waardoor de obligatiemarkten deels tot rust kunnen komen. Ik vind deze maatregel van de ECB goed om op korte termijn de schuldencrisis te stabiliseren, maar het is geen langdurige oplossing. Daar zijn 2 redenen voor. Ten eerste kost het de ECB te veel geld, aangezien ze weigert om geld bij te drukken om inflatiestijgingen tegen te gaan. Ten tweede lost het de fundamentele problemen niet op: de balansen van de banken blijven op korte termijn slecht, want een lening is een schuld die terugbetaald moet worden, en het doet het vertrouwen in Europa zeker niet stijgen. Integendeel, het lijkt alsof de ECB zelf geen vertrouwen heeft in de Europese banken markten. SEEKING ALPHA, ECB's LTRO 2: The Cheap Money Party Continues, internet, 2012-05-28, (http://seekingalpha.com/article/406831-ecb-s-ltro-2-the-cheap-money-party-continues). 36 DIL, K., LTRO 2: Banken verslaafd aan ECB-krediet, internet, 2012-05-28, (http://biflatie.nl/artikelen/34-economisch/22808-ltro-2-banken-verslaafd-aan-ecb-krediet). 35 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 30 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT De tweede uitzonderlijke maatregel van de ECB37 sluit nauw aan bij de eerste. Bijna niemand, ook niet de banken met vers geld, heeft nog vertrouwen in de staatsobligaties van de zogenaamde probleemlanden (vooral Griekenland). Om de rente toch wat draaglijker te maken is de ECB vanaf mei 2010 obligaties beginnen opkopen van Ierland Griekenland, Italië, Portugal en Spanje. In maart 2012 is ze hier voorlopig mee gestopt en in deze periode had ze hier ongeveer €214 miljard aan uitgegeven. Het lijkt me voorlopig wel nog te vroeg om te stoppen met deze maatregel, omdat de rente van Spanje bijvoorbeeld nog steeds stijgt. De ECB heeft hier blijkbaar anders over beslist. 2. De overheid De ECB heeft dus verschillende maatregelen genomen om een nieuwe grote economische crisis te vermijden, maar deze maatregelen waren louter monetair en beperkt in mogelijkheden. Om de problemen op lange termijn aan te pakken waren en zijn ook maatregelen nodig afkomstig van de Europese en/of nationale overheden. a) De oprichting van 2 noodfondsen38 Het eerste noodfonds van de EU werd opgericht in mei 2010 om de bankencrisis tegen te gaan: het EFSF of European Financial Stability Facility. Het doel is om landen die niet meer op de obligatiemarkten kunnen lenen wegens een te hoge rente, zoals bijvoorbeeld Griekenland, goedkopere leningen aan te bieden. Er wordt wel nog steeds een redelijk hoge rente gevraagd op de leningen zodat er winst wordt gemaakt om de investeerders te belonen. Meestal worden ook hervormingen gevraagd alvorens een noodlijdend land een lening krijgt, dit is een soort van zekerheid inbouwen op terugbetaling. Het startkapitaal van het EFSF bedroeg €690 miljard en was voor ongeveer 2/3 afkomstig van de nog ‘gezonde’ EU-lidstaten en 1/3 van het IMF (Internationaal Monetair Fonds). In oktober 2011werd het kapitaal uitgebreid tot €1000 miljard wegens een nieuwe noodzaak aan leningen door de schuldencrisis. Dit bedrag is echter relatief klein als je weet dat Italië, dat ook steun nodig dreigt te hebben, een overheidsschuld heeft van ongeveer €1900 miljard. Het EFSF is een tijdelijke constructie en om dezelfde problematiek in de toekomst tegen te gaan, werd besloten om een SNOEYS, A., ECB koopt opnieuw geen obligaties, internet, 2012-05-29, (http://www.hln.be/hln/nl/942/Economie/article/detail/1434711/2012/05/07/ECB-kooptopnieuw-geen-obligaties.dhtml). 38 ANDEREUROPA.ORG, EFSF, ESM, internet, 2012-05-30, (http://www.andereuropa.org/eufaq/efsf-esm/). 37 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 31 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT tweede, permanent noodfond voor de EU op te richten: het ESM of European Stability Mechanism. In december 2012 werd beslist om het fonds in werking te laten treden op 1 juli 2012, het verdrag betreffende het ESM werd ondertekend op 24 mei 2012. Het is de bedoeling dat het ESM op termijn de vervanger wordt van het EFSF, maar met een andere structuur. Zo zal het startkapitaal van het ESM maar €700 miljard bedragen, waarvan slechts 80 miljard direct beschikbaar. Het indirect beschikbaar kapitaal zijn garanties van EU-lidstaten en het IMF om in te springen indien nodig. Het ESM zal ook zelf obligaties uitgeven, waardoor de EU-lidstaten bovenop het basiskapitaal en de garanties ook nog borg moeten staan voor €200 miljard om een AAA-rating (hoogste rating) te bekomen. Het respectievelijk aandeel van elke lidstaat zal bepaald worden door de hoeveelheid kapitaal die de individuele landen in de Europese Centrale Bank aanhouden en nog een vernieuwing is dat het ESM ook gewoon staatsobligaties van noodlijdende EU-landen kan opkopen om de rente te doen dalen.39 b) Het Stabiliteits- en Groeipact en het Begrotingspact40 In de EU geldt sinds 1997 het Stabiliteits- en Groeipact. Het verbindt de EU-lidstaten om een begroting in evenwicht of met overschot na te streven. Dit betekent concreet dat er geen begrotingstekort mag zijn van meer dan 3% van het bbp en dat de overheidsschuld maximaal 60% van het bbp mag bedragen. Veel EU-landen hebben zich echter niet aan het pact gehouden om tal van redenen, waaronder o.a. de bankencrisis en economische crisis ten gevolge van de kredietcrisis in de VSA. Om het Stabiliteits- en Groeipact beter te laten naleven en te versterken, werd op 13 december 2011 het zogenaamde Six-Pack, een pakket van 6 wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie, goedgekeurd door de EU-lidstaten. Deze zes veranderingen houden concreet in dat er meer controlemogelijkheden zullen zijn op de begrotingen en op macroeconomische onevenwichten, en dat er sancties kunnen worden opgelegd aan overtreders van het pact. Op 2 maart 2012 werd het Begrotingspact goedgekeurd door 22 van de 24 EU-lidstaten. Het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië waren de enige landen dat niet akkoord gingen. Het pact treed echter pas in werking na ratificatie van 12 eurolanden, hetgeen niet evident zal zijn aangezien bijvoorbeeld de nieuwe Franse president reeds veranderingen wil. Het Begrotingspact betekent een bijkomende vernauwing van het Stabiliteitsen Groeipact: het begrotingstekort mag maximaal 0,5% van het bbp bedragen, de overheidsschuld mag niet hoger zijn dan 60% van het bbp en moet, indien reeds te hoog, afgebouwd worden met minimum 1/20 WIKIPEDIA, Europees Stabiliteitsmechanisme, internet, 2012-05-30, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Europees_Stabiliteitsmechanisme). 40 EUROPANU, Strenger Europees toezicht op nationale economieën, internet, 2012-05-30, (http://www.europa-nu.nl/id/vipnaoxq70yi/strenger_europees_toezicht_op_nationale). 39 Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 32 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT per jaar. Ten slotte werd ook nog vastgelegd dat er speciale bijeenkomsten voor de eurolanden zullen komen om het economisch beleid beter op elkaar af te stemmen. Conclusie De economie begint in fase 3 opnieuw tekenen te vertonen van lichte krimp. De licht dalende inflatie en de licht stijgende werkloosheid bevestigen dit beeld. De grootste oorzaak voor deze negatieve evolutie is een vertrouwenscrisis bij beleggers en investeerders. Deze vertrouwenscrisis is hoofdzakelijk te wijten aan de te hoge overheidsschuld die sterk toegenomen is na de kredietcrisis in de VSA. Vergeleken met de voorgaande economische crisis hebben de ECB en de Europese politici meer en betere maatregelen getroffen om een nieuwe grote economische crisis tegen te gaan. De vraag is nu of deze maatregelen niet te laat kwamen en of ze voldoende zullen zijn. De toekomst zal het uitwijzen ... Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 33 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Slotconclusie Vooral in 2008 en 2009 is de eurozone zwaar getroffen geweest door een grote economische crisis met een krimp van het bbp van ongeveer 4%. Deze crisis werd veroorzaakt door de wankele positie van het Europese bankwezen door de kredietcrisis. Om de banken en de economie te ondersteunen begonnen de nationale overheden meer geld uit te geven, waardoor ook de begrotingstekorten en de overheidsschuld van de meeste eurolanden snel toenamen. De ECB droeg haar steentje bij door haar basisrente te verlagen tot 1% om sparen tegen te gaan en lenen goedkoper te maken. Vanaf de tweede helft van 2009 stabiliseert de Europese economie zich, maar de economische groei blijft hangen op 1% per jaar. Dat is niet veel en hierdoor blijft ook de werkloosheid hoog. Ondanks de trage economische groei stijgt de inflatie tot boven de 3%, waarschijnlijk door een daling van de wisselkoers van de euro en een stijging van de energie- en grondstoffenprijzen. In dit geval was er dus sprake van kosteninflatie (= inflatie door een stijging van de productiekosten) en hiertegen kan de ECB met de haar beschikbare middelen zo goed als niets doen. Het is waarschijnlijk daarom dat ze gedurende de periode van stagflatie haar basisrente op 1% heeft gehouden, samen met de reden om het broze economische herstel niet te verstoren. Ook de verschillende nationale overheden van de eurozone hebben blijkbaar zo geredeneerd, want ze bleven hun overheidsschuld opbouwen. De begrotingstekorten werden wel iets minder groot. Vanaf het tweede kwartaal van 2011 duikt de economische groei weer naar beneden met zelfs een lichte krimp van 0,3% in het vierde kwartaal van 2011. Na een periode van stagnatie begint ook de gemiddelde werkloosheid in Europa weer te stijgen. Er begint zich wel een duidelijke tweedeling te vormen in de eurozone: de zogenaamde kernlanden (Duitsland, Nederland ...) evolueren over het algemeen vrij positief, terwijl verschillende Zuid-Europese landen (Griekenland, Portugal, Italië, Spanje en Ierland) het zwaar te verduren krijgen. Deze keer is de crisis vooral te wijten aan een vertrouwenscrisis door de te hoge overheidsschuld, enkel Spanje is een uitzondering. De problemen worden nog erger door de onrust op de financiële markten, een hogere obligatierente betekent een moeilijkere begroting. Daarom kunnen de ‘probleemlanden’ steun krijgen bij het noodfonds EFSF. De ECB probeert de situatie te stabiliseren door opnieuw een lage basisrente, door massa’s geld in het financiële systeem te pompen via LTRO’s en door tot voor kort obligaties van probleemlanden op te kopen. Om het vertrouwen in Europa te herstellen, hebben de Europese leiders de weg gekozen van begrotingsdiscipline. Hiervoor hebben ze het Begrotingspact afgesloten en het Stabiliteits- en Groeipact versterkt. Wat mij ook nog een belangrijk element lijkt, is de werkloosheid: deze is gedurende de volledige periode toegenomen. Dat moet anders, we moeten weer in een positieve spiraal terechtkomen met economische groei gepaard met werkgelegenheid. Hiervoor moeten we de buitenlandse investeerders weer aantrekken door eventueel een tijdelijke loonsdaling, een belastingsvermindering en/of een hervorming van het onderwijs. Eventueel moet de ECB ook wat geld bijdrukken en op die manier een Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 34 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT lichte devaluatie van de euro toestaan. Dit zou goed zijn voor de export en de financiële markten. Bibliografie Internetbronnen NBB, Macro-economische statistieken, internet, 2012-04-04 t.e.m. 2012-05-06, (http://www.nbb.be/pub/stats/stats.htm?l=nl). DE STANDAARD ONLINE, De Standaard, internet, 2012-04-09 t.e.m. 2012-05-27, (http://destandaard.be/). WIKIPEDIA, Welkom op Wikipedia , internet, 2012-04-11 t.e.m. 2012-05-30, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina). EURIBOR-RATES, ECB refi- of herfinancieringsrente, internet, 2012-04-12, (http://nl.euribor-rates.eu/ecb-refi-rente.asp). EUROSTAT, Browse / Search database, internet, 2012-04-12 t.e.m. 2012-05-26, (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/statistics/search_database). INTERNATIONAL MONETARY FUND, WORLD ECONOMIC OUTLOOK April 2012, internet, 2012-05-01 en 2012-05-26, (http://www.imf.org/external/pubs/ft/weo/2012/01/pdf/text.pdf). OPHALVENS, S., Griekse werkloosheid blijft pieken, internet, 2012-05-26, (http://www.demorgen.be/dm/nl/3324/Financiele-crisis/article/detail/ 1436439/2012/05/10/Griekse-werkloosheid-blijft-pieken.dhtml). STOXX.COM, EURO STOXX 50®, internet, 2012-05-27, (http://www.stoxx.com/indices/index_information.html?symbol=SX5E). ACTUELERENTESTANDEN.NL, Actuele en historische rente Europese Centrale Bank, internet, 2012-05-28, (http://www.actuelerentestanden.nl/ecb-herfinancieringsren te.asp). SEEKING ALPHA, ECB's LTRO 2: The Cheap Money Party Continues, internet, 2012-05-28,(http://seekingalpha.com/article/406831-ecb-s-ltro-2-the-cheapmoney-party-continues). DIL, K., LTRO 2: Banken verslaafd aan ECB-krediet, internet, 2012-05-28, (http://biflatie.nl/artikelen/34-economisch/22808-ltro-2-banken-verslaafd-aanecb-krediet). SNOEYS, A., ECB koopt opnieuw geen obligaties, internet, 2012-05-29, (http://www.hln.be/hln/nl/942/Economie/article/detail/1434711/2012/05/07/ECBkoopt-opnieuw-geen-obligaties.dhtml). ANDEREUROPA.ORG, EFSF, ESM, internet, 2012-05-30, (http://www.andereuropa.org/eu-faq/efsf-esm/). EUROPANU, Strenger Europees toezicht op nationale economieën, internet, 201205-30, (http://www.europa-nu.nl/id/vipnaoxq70yi/strenger_europees_toezicht_op _nationale). Boeken LEHLE, J., e.a., Economie Online – Algemene economie 2e jaar van de 3e graad, Plantyn, Mechelen, 2010, 236 pagina’s. Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 35 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 36 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Bijlagen Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 37 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT Eindwerk geschiedenis De eurocrisis ~ 38 ~ Jelle Mestdagh 6 EMT