Fase 3 – Een nieuwe grote crisis?

advertisement
Jelle Mestdagh
Sint-Lodewijk
6 EMT
Schooljaar 2011-2012
Inhoud
Inhoud ............................................................................................................. 2
Inleiding ........................................................................................................... 4
Fase 1 - De start en de doorbraak van de eurocrisis ............................................... 5
Economische evolutie ...................................................................................... 5
1. Het bbp ................................................................................................... 5
2. De inflatie ................................................................................................ 6
3. De werkloosheid ....................................................................................... 7
Oorzaken voor deze evolutie............................................................................. 8
De kredietcrisis en de financiële crisis ............................................................. 8
Maatregelen ................................................................................................. 10
1. De ECB.................................................................................................. 10
2. De overheid ........................................................................................... 11
Conclusie ..................................................................................................... 13
Fase 2 – Stabiliteit op een laag pitje ................................................................... 14
Economische evolutie .................................................................................... 14
1. Het bbp ................................................................................................. 14
2. De inflatie .............................................................................................. 15
3. De werkloosheid ..................................................................................... 16
Oorzaken voor deze evolutie........................................................................... 17
Maatregelen ................................................................................................. 18
Conclusie ..................................................................................................... 19
Fase 3 – Een nieuwe grote crisis? ...................................................................... 20
Economische evolutie .................................................................................... 20
1. Het bbp ................................................................................................. 20
2. De inflatie .............................................................................................. 22
3. De werkloosheid ..................................................................................... 23
Oorzaken voor deze evolutie........................................................................... 24
1. De overheidsschuld ................................................................................. 24
2. Instabiliteit in de financiële wereld ............................................................ 26
3.Trage reactiesnelheid ............................................................................... 28
Maatregelen ................................................................................................. 29
1. De ECB.................................................................................................. 29
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~2~
Jelle Mestdagh
6 EMT
a) Basisrentetarief ................................................................................... 29
b) Speciale maatregelen, .......................................................................... 30
2. De overheid ........................................................................................... 31
a) De oprichting van 2 noodfondsen ........................................................... 31
b) Het Stabiliteits- en Groeipact en het Begrotingspact ................................. 32
Conclusie ..................................................................................................... 33
Slotconclusie ................................................................................................... 34
Bibliografie ...................................................................................................... 35
Internetbronnen............................................................................................ 35
Boeken ........................................................................................................ 35
Bijlagen .......................................................................................................... 37
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~3~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Inleiding
Voor mijn eindwerk geschiedenis ga ik de evolutie schetsen van de zogenaamde
eurocrisis. De eurocrisis is een term die symbool staat voor een langdurige periode
van mindere economische activiteit in de periode van 2008 tot op, voorlopig, de dag
van vandaag: april 2012.
Evolutie van het bbp in de eurozone per kwartaal
2008 - 2011
-2
-3
2011-IV
2011-III
2011-II
2011-I
2010-IV
2010-III
2010-II
2010-I
2009-IV
2009-III
2009-II
2009-I
2008-IV
-1
2008-III
0
2008-II
1
2008-I
Verandering…
Veranderingspercentage
2
Kwartalen
1
Op bovenstaande grafiek is de evolutie van het bbp binnen de eurozone te zien in de
te bestuderen periode. Gegevens voor 2012 zijn helaas nog niet beschikbaar. Het bbp
is een goede indicator voor het meten van de economische activiteit, en het is daarom
dat ik deze indicator zal gebruiken om de eurocrisis in te delen in 3 fases. Het valt
namelijk direct op dat de economische groei niet gelijkmatig verdeeld is. De eerste
fase die ik onderscheid, loopt van het tweede kwartaal van 2008 t.e.m. het tweede
kwartaal van 2009 omdat het bbp daar afneemt. De tweede fase loopt van het derde
kwartaal van 2009 t.e.m. het eerste kwartaal van 2011 omdat het bbp hier weer licht
aangroeit en de groei stabiel blijft. De derde fase loopt van het tweede kwartaal van
2011 t.e.m. het vierde kwartaal van 2011 omdat de groei weer afneemt en
uiteindelijk weer onder het nulpunt duikt.
Ik zal voor elke fase de evolutie van 3 belangrijke conjunctuurindicatoren
gedetailleerd bespreken: het bruto binnenlands product of bbp, de inflatie en de
werkloosheid. Ik zal ook telkens 1 of meerdere verklaringen proberen te geven voor
deze evolutie en eventueel maatregelen van de Europese Centrale Bank (ECB) of op
politiek vlak bespreken. In de derde fase komen hier eventueel nog prognoses bij.
NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-04,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null).
1
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~4~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Fase 1 - De start en de doorbraak van de eurocrisis
De eerste fase loopt dus, zoals reeds gezegd, van het tweede kwartaal van 2008
t.e.m. het tweede kwartaal van 2009. Deze fase is een periode van relatief zware
depressie geweest, de zwaarste sinds de crisis van in de jaren 19302.
Economische evolutie
1. Het bbp
Verandering van het bbp per kwartaal3
België
Eurozone
EU - 27
2008-II
0,4
-0,4
-0,4
2008-III
-0,6
-0,5
-0,7
2008-IV
-2
-1,7
-1,8
2009-I
-1,8
-2,8
-2,6
2009-II
0,2
-0,2
-0,3
Verandering bbp t.o.v. de voorafgaande
periode
Veranderingspercentage
1
0
2008-II
2008-III
2008-IV
-1
2009-II
België
Eurozone
EU - 27
-2
-3
2009-I
Kwartalen
3
Op bovenstaande tabel en grafiek is de evolutie van het bbp in België, de
eurozone en en de Europese Unie (EU) waar te nemen. Alle drie volgen ze
ongeveer dezelfde cyclus, maar toch zijn er een aantal verschillen tussen België
en Europa. Het Belgische bbp groeit in het tweede kwartaal van 2008 nog aan
met 0,4% terwijl het bbp van de eurozone en de EU reeds met 0,4% afneemt.
In het daaropvolgende kwartaal komen de 3 lijnen bij elkaar te liggen en in het
laatste kwartaal van 2008 neemt het bbp van België zelfs sneller af dan dat van
de eurozone en de EU, die gedurende de gehele periode ongeveer gelijk
evolueren. In 2009 herpakt het bbp van België zich: de afname stabiliseert een
kwartaal vroeger en op een beter percentage dan dat van de eurozone en de
EU. Het gevolg hiervan is dan ook dat het Belgische bbp een kwartaal vroeger
DSL, 'Financiële crisis is zwaarste sinds Grote Depressie', internet, 2012-04-09, (http://de
standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=B22673110080314&word=zwaarste+crisis).
3
NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-06,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null).
2
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~5~
Jelle Mestdagh
6 EMT
weer begint te groeien dan gemiddeld in Europa. Het is wel duidelijk dat over
het algemeen het bbp in Europa in deze fase door een diep dal gegaan is.
Om nog duidelijker aan te tonen dat deze crisis zwaar is geweest, wil ik het bbp
ook nog eens op een andere manier bekijken. In plaats van steeds te
vergelijken met de vorige periode, ga ik dat nu doen met dezelfde periode van
het voorafgaande jaar.
Verandering bbp t.o.v. het jaar voordien
3
Veranderingspercentage
2
1
0
-1
2008-II
2008-III
2008-IV
2009-I
2009-II
België
-2
Eurozone
-3
EU - 27
-4
-5
-6
Kwartalen
4
Ook hier doet België het iets beter dan gemiddeld in Europa, maar nu is de
trendlijn wel hetzelfde. Gedurende de hele fase wordt de situatie slechter. Het is
wel opvallend dat de cijfers pas negatief worden in het vierde kwartaal van
2008. Dit wijst er dus op dat de eurocrisis pas echt doorgebroken is op het
einde van 2008.
2. De inflatie
Het lijkt misschien vreemd, maar ook de inflatie is een indicator voor het meten
van economische activiteit; toch is het logisch. Wanneer het economisch gezien
goed gaat, is er een hoge vraag naar goederen en diensten. Het gevolg is dat
producenten de verhoogde vraag op korte termijn niet kunnen volgen, en
volgens de wetten van vraag en aanbod stijgt dan het algemeen prijspeil.
Wanneer het slecht gaat met de economie is het omgekeerde het geval.
In de eurozone wordt de inflatie gemeten door Eurostat, de statistische dienst
van de ECB. Om dit te meten heeft men een eigen prijsindex ontwikkeld: de
geharmoniseerde consumptieprijsindex of HICP. Dit is in feite gewoon een korf
van goederen en diensten, waarvan de prijzen elke maand worden bijgehouden.
Af en toe wordt deze korf natuurlijk bijgewerkt, zodat deze actueel blijft. Ik wil
ook benadrukken dat de HICP slechts een relatief kleine korf van goederen en
diensten inhoudt en dus ook slechts een benadering weergeeft van de inflatie.
Het zou immers zo goed als onmogelijk zijn om alle prijzen van alle producten
en merken bij te houden.
NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-07,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null).
4
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~6~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Op onderstaande grafiek ziet u de evolutie van de HICP gedurende de periode
van fase 1.
Evolutie van de totale HICP
7
5
4
3
België
2
Eurozone
1
Jun-jj
May-jj
Apr-jj
Mar-jj
Feb-jj
Jan-jj
Dec-jj
Nov-jj
Oct-jj
Sep-jj
Jul-jj
Aug-jj
-2
Jun-jj
-1
May-jj
0
Apr-jj
HICP-inflatie in %
6
Maanden
5
De HICP-inflatie is sterk gedaald in fase 1. Zoals ik daarnet reeds uitgelegd heb,
is dit een logisch gevolg van een economische recessie of depressie. Het is wel
zo dat de HICP-infatie in april, mei en juni 2008 nog toenam, dit is echter ook
op een logische manier te verklaren. Het is namelijk zo dat de inflatie, in
tegenstelling tot het bbp, een onrechtstreeks verband heeft met de economie.
Hierdoor reageert deze indicator met vertraging op economische veranderingen.
Ook het feit dat het dieptepunt van de HICP-inflatie later ligt dan bij het bbp is
hieraan te wijten.
Ik wil het ook nog even hebben over het verschil tussen België en de eurozone.
Het valt namelijk op dat België op het vlak van inflatie het niet goed heeft
gedaan gedurende deze periode. Beide grafieken belanden in juni 2009 in
deflatie (negatieve inflatie), maar aangezien België van een hoger inflatieniveau
kwam, verloopt de grafiek steiler. In een ideaal ondernemersklimaat blijft de
inflatie op eenzelfde niveau, deze snelle verandering zou dus een negatieve
invloed kunnen hebben op de investeringen in de toekomst.
3. De werkloosheid
De werkloosheid wordt gemeten via de werkloosheidsgraad. Deze wordt
bekomen door het aantal werklozen te delen door de totale beroepsbevolking
en te vermenigvuldigen met 100. De werkloosheid heeft logischerwijs een
negatief verband met economische groei en zal ook gelijkmatiger verlopen. De
werkloosheid reageert dus ook eerder traag op economische schommelingen.
NBB, Geharmoniseerde consumptieprijsindex, internet, 2012-04-07,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null).
5
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~7~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Evolutie van de werkloosheid
Werkloosheidsgraad
12
10
8
6
België
4
Eurozone
2
EU - 27
Jun-jj
May-jj
Apr-jj
Mar-jj
Feb-jj
Jan-jj
Dec-jj
Nov-jj
Oct-jj
Sep-jj
Aug-jj
Jul-jj
Jun-jj
May-jj
Apr-jj
0
Maanden
6
Wat ik zonet reeds uitlegde, valt volledig aan te tonen in deze fase. Het bbp
begint snel te dalen, maar in de eerste 5 maanden reageert de werkloosheid
hierop niet of nauwelijks. Vanaf de zesde maand begint de werkloosheid toch
toe te nemen, ondernemingen moeten hun productie aanpassen aan de
gedaalde vraag. De stijging verloopt zeer gelijkmatig en valt al bij al mee, er is
slechts een stijging van de werkloosheidsgraad van ongeveer 2%. In België is
de situatie beter met een stijging van ongeveer 1%. Ondanks het feit dat de
grote dip van het bbp min of meer voorbij is, zal de werkloosheidsgraad
waarschijnlijk nog een tijdje blijven toenemen.
Oorzaken voor deze evolutie
De kredietcrisis7 en de financiële crisis8
De grootste oorzaak voor de economische achteruitgang in Europa in 2008 en
2009 is ongetwijfeld de Amerikaanse kredietcrisis geweest met de
daaropvolgende financiële crisis in Europa. Ik zal hieronder beide begrippen op
een duidelijke manier proberen uit te leggen.
De kredietcrisis speelde zich af in de tweede helft van 2007 in de VSA. De
periode voordien was een periode van economische hoogconjunctuur, het
vertrouwen was bijgevolg hoog. De goed draaiende economie zorgde ervoor dat
het inkomen steeg en steeds meer mensen konden zich een hypothecaire lening
veroorloven om een huis te kopen. De waarde van de Amerikaanse huizen
steeg hierdoor snel en bleef stijgen. Het probleem begint pas wanneer de
financiële instellingen overmoedig worden door de steeds stijgende prijs van de
huizen die als onderpand dienen. De financiële instellingen beginnen na verloop
van tijd steeds minder eisen te stellen om een lening af te sluiten en het risico
NBB, Werkloosheid, internet, 2012-04-07,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null).
7
MOOIJMAN, R., Ruben Mooijman: de kredietcrisis voor beginners, internet, 2012-04-09,
(http://destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20100705_136&word=kredietcrisis).
8
WIKIPEDIA, Kredietcrisis, internet, 2012-04-11, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Kredietcrisis).
6
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~8~
Jelle Mestdagh
6 EMT
wordt dus steeds groter. In oktober 2007 explodeert het systeem omdat steeds
meer gezinnen hun lening niet meer kunnen terugbetalen. Het onderpand moet
aangesproken worden en de vastgoedprijzen beginnen spectaculair te dalen. De
financiële wereld zit met de handen in het haar, want ze maakt steeds meer
verlies. Dit was de kredietcrisis.
Ten gevolge van de kredietcrisis ontstond in september 2008 de financiële
crisis. De crisis in de Amerikaanse vastgoedmarkt sloeg over op andere
financiële producten en verschillende banken op wereldvlak kwamen in de
problemen. Het vertrouwen nam snel af aangezien onduidelijk was welke
instellingen hierdoor in de problemen zouden komen en de interbancaire
geldmarkt droogde op: banken leenden elkaar geen geld meer. Het vertrouwen
is zo laag dat de crisis overslaat op de aandelenkoersen en de obligatiekoersen,
wat ervoor zorgt dat nog meer financiële instellingen in de problemen geraken.
De overheden en centrale banken in Europa en de VSA doen er alles aan om de
banken rechtop te houden en de markten te stabiliseren, maar ze slagen hier
niet volledig in. De markten blijven dalen en dit slaat vanaf november 2008
over op de reële economie, zoals ik reeds aantoonde bij de economische
evolutie. In de VSA gaat een grote investeringsbank failliet: Lehman Brothers.
Deze gebeurtenis deed de financiële wereld daveren. De ondergang van
Lehman Brothers gebeurde in 6 dagen tijd, ik zal de gebeurtenissen hieronder
in chronologische volgorde weergeven.
Op 9 september 2008 verloor het bedrijf op één dag 40 procent van haar
beurswaarde. Op 13 september 2008 belegde de president van de Federal
Reserve Bank of New York een bijeenkomst over de toekomst van Lehman
Brothers. Een van de mogelijke toekomstscenario’s was liquidatie van de bank.
Lehman meldde dat het bedrijf in gesprek was met Bank of America en Barclays
voor de mogelijke verkoop van het bedrijf. De New York Times meldde op 14
september 2008 dat Barclays haar bod om Lehman of delen ervan te kopen niet
langer gestand deed. Leiders van de grote banken op Wall Street vergaderden
tot laat die dag om de snelle instorting van Lehman te voorkomen. Bank of
America's betrokkenheid bleek ook beëindigd toen de autoriteiten niet mee
wilden werken bij de verkoop van Lehman. Bank of America kocht op 15
september Merrill Lynch op, dat ook in problemen verkeerde. De New York
Times meldde op 14 september ook dat Lehman het faillissement zou
aanvragen voor het moederbedrijf Lehman Brothers Holdings, terwijl de
dochterbedrijven solvabel gehouden werden tijdens de faillissementsprocedure.
Op 15 september 2008 vroeg het bedrijf uitstel van betaling ("Chapter 11")
aan, al bleven haar dochterbedrijven nog steeds gewoon draaien. Het bedrijf
noemde een schuld van $613 miljard, waarvan $155 miljard in obligaties, en
bezittingen ter waarde van $639 miljard.
9
WIKIPEDIA, Lehman Brothers, internet, 2012-04-12,
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Lehman_Brothers).
9
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~9~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Maatregelen
1. De ECB
De hoofddoelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB) en het Europees
Stelsel van Centrale Banken (ESCB) is om het inflatiepeil stabiel te houden op
een niveau van juist onder, maar zo dicht mogelijk bij 2%. Deze 2 procent werd
gekozen omdat het laag genoeg is om niet van negatieve invloed te zijn op de
economie, maar ook hoog genoeg om een buffer te hebben tegen deflatie.
Deflatie is namelijk de nachtmerrie van de ECB, aangezien ze met haar
monetaire beleidsmiddelen er weinig tot niets kan tegen doen. Wanneer deze
doelstelling niet in het gedrang komt, mag de ECB ook het economische beleid
ondersteunen. Hiervoor heeft ze verschillende instrumenten ter beschikking
zoals de verplichte reserve van banken bij de ECB, de fijnregelingstransacties,
de
langlopende
herfinancieringstransacties
en
de
basisherfinancieringstransacties. Deze laatste zijn waarschijnlijk de bekendste en in
dit geval ook de belangrijkste. Daarom heb ik hieronder een tabel en een
grafiek met het verloop van de rente op deze transacties gedurende fase 1 van
de eurocrisis.
10
Rentewijzigingen ECB11
Datum
Basisrente ECB
06-11-2008
3,25%
04-12-2008
2,50%
15-01-2009
2,00%
05-03-2009
1,50%
02-04-2009
1,25%
07-05-2009
1,00%
LEHLE, J., e.a., Economie Online – Algemene economie 2e jaar van de 3e graad, Plantyn,
Mechelen, 2010, 236 pagina’s.
10
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 10 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Evolutie herfinancieringsrente
ECB
004%
003%
003%
002%
002%
001%
001%
000%
11
Via haar basis-herfinancieringstransacties biedt de ECB elke week kortlopende
leningen aan, aan financiële instellingen. De rente wordt, theoretisch gezien,
bepaald door vraag en aanbod, maar aangezien de ECB een monopolie heeft op
het aanbod, bepaalt zij de rente. Wanneer ze het aanbod verhoogt, daalt de
rente en wanneer ze het aanbod verlaagt, stijgt de rente. Deze rente is het
gedeelte dat bepalend is, want dit is de kost van de financiële instellingen. Zij
rekenen dit door aan hun klanten door het veranderen van de rente op leningen
en spaarrekeningen. De klant zal hierop reageren door meer of minder te lenen
en meer of minder te sparen. Op middellange termijn kan de ECB via de basisherfinancieringstransacties dus de algemene vraag beïnvloeden, waardoor ook
de inflatie en de reële economie veranderen.
Zoals reeds gezegd op de vorige bladzijde is de evolutie van deze rente te zien
gedurende fase 1. Deze werd gedurende de gehele periode 6 keer verlaagd tot
op het laagste peil ooit: 1,00%. De grootste verandering gebeurde op 4
december 2008 met een daling van maar liefst 0,75%. Dit is een relatief grote
verandering, meestal wordt de rente slechts met 0,25% of 0,50% verlaagd
omdat de gevolgen moeilijk in te schatten zijn. Deze verlagingen in een relatief
korte periode wijzen er nog eens duidelijk op dat de Europese economie in een
serieuze depressie zat. Er was ook geen risico op een te hoge inflatie, dus was
de ECB zo goed als verplicht om de rente te doen zakken.
2. De overheid
Een overheid kan de economie van haar land beïnvloeden door het veranderen
van haar inkomsten en/of uitgaven, of beter gezegd: belastingen, subsidies,
investeringen ... In fase 1 van de eurocrisis moesten
de verschillende
overheden vooral hun uitgaven gevoelig verhogen om de bankwereld niet te
laten instorten, verschillende grootbanken moesten zelfs genationaliseerd
EURIBOR-RATES, ECB refi- of herfinancieringsrente, internet, 2012-04-12,
(http://nl.euribor-rates.eu/ecb-refi-rente.asp).
11
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 11 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
worden. De middelen van de ECB blijken niet krachtig genoeg om deze crisis te
kunnen bezweren.
12





Hieronder enkele voorbeelden van overheidsingrijpen in de EU in fase 1:
De Britse overheid stak £37 miljard in Royal Bank of Scotland, Lloyds TSB en
HBOS. Volgens het Royal Institute for International Affairs waren RBS en
HBOS op 7 oktober 2008 bijna failliet gegaan, hetgeen tot een kettingreactie
had kunnen leiden waarbij ook andere banken hun deuren hadden moeten
sluiten.
De Duitse hypotheekbank Hypo Real Estate moest met een door de Duitse
overheid gegarandeerde lening voor een liquiditeitscrisis behoed worden.
ING Groep en Aegon werden met een kapitaalinjectie van respectievelijk €10
miljard en €3 miljard door de Nederlandse overheid ondersteund.
Op 12 oktober 2008 kwamen de Europese ministers van financiën een
omvangrijk pakket aan steunmaatregelen overeen, bestaande uit het
deelnemen
in
het
risicodragend
kapitaal
van
banken
en
verzekeringsmaatschappijen, het garanderen van interbancaire leningen en
het opkopen van illiquide leningen.
In Nederland en België werd Fortis door de crisis getroffen, hetgeen leidde
tot eerst (eind september) een deelname van de Nederlandse, Belgische en
Luxemburgse regering, en kort daarop (3 oktober) tot een overname door
de Nederlandse regering van alle Nederlandse Fortis-activiteiten, en daarna
tot een verkoop van het grootste deel van de Belgische en Luxemburgse
Fortis-activiteiten aan BNP Paribas.
Door al deze maatregelen steeg ook de overheidsschuld. Dit toont onderstaande
tabel aan.
Overheidsschuld in % van bbp13
België
eurozone
EU - 27
2008
89.3
70.1
62.5
2009
95.9
79.8
74.7
Deze cijfers zijn uitgedrukt in procent t.o.v. het bbp om beter te kunnen
vergelijken. Hier kan u ook duidelijk zien dat de Belgische overheidsschuld te
groot is. Hieronder volgt een tabel met de overheidsschuld in absolute cijfers
om de evolutie los van de bbp-groei te kunnen bekijken. U zult ook daar zien
dat de schuld fors is toegenomen.
Overheidsschuld in miljoen euro14
België
2008
309 191.2
2009
326 318.8
WIKIPEDIA, Kredietcrisis, internet, 2012-04-12, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Kredietcrisis).
EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-04-12, (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/refreshTableAction.do?tab=table&plugin=1&pcode=tsieb090&language=en).
14
EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-04-12, (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/refreshTableAction.do?tab=table&plugin=1&pcode=tsieb090&language=en).
12
13
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 12 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
eurozone
EU - 27
6 481 057.3
7 790 966.5
7 125 818.9
8 779 319.1
Conclusie
Vanaf het tweede kwartaal van 2008 begon de economie in de eurozone te krimpen,
waardoor nadien ook de inflatie daalde en de werkloosheid steeg. De oorzaak voor de
achteruitgang van de economische activiteit was de instabiliteit in de financiële
markten die oversloeg op de reële economie. De instabiliteit in de financiële markten
was dan weer te wijten aan de kredietcrisis in de VSA, die dus eigenlijk de
hoofdoorzaak is van de eurocrisis. In Europa proberen zowel de overheden als de ECB
de crisis zo veel mogelijk te beperken en te verkorten door middel van financiële
injecties en renteverlagingen. Ze blijken echter niet in hun missie geslaagd te zijn,
want de economie bleef een jaar lang krimpen en de economische terugval bleek de
grootste sinds de crisis van 1929.
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 13 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Fase 2 – Stabiliteit op een laag pitje
De tweede fase, die ik gebaseerd heb op basis van het verloop van het bbp van de
eurozone, loopt van het derde kwartaal van 2009 t.e.m. het eerste kwartaal van
2011. In deze fase is er sprake van economisch herstel, maar veel minder dan vooraf
gehoopt. Het is een stabiele periode, de groei van het reële bbp schommelt immers
altijd tussen 0,00% en 1,00%.
Economische evolutie
1. Het bbp
Evolutie bbp t.o.v. de voorafgaande periode15
België
eurozone
EU - 27
2009-III
1,1
0,4
0,4
2009-IV
0,6
0,4
0,5
2010-I
0,1
0,4
0,5
2010-II
1,1
0,9
0,9
2010-III
0,4
0,4
0,5
2010-IV
0,5
0,3
0,3
2011-I
0,9
0,7
0,6
Evolutie bbp t.o.v. de voorafgaande periode
Veranderingspercentage
1.2
1
0.8
0.6
België
0.4
eurozone
0.2
EU - 27
0
2009-III 2009-IV
2010-I
2010-II
2010-III 2010-IV
2011-I
Kwartalen
15
Zoals u kunt zien, is het bbp in Europa in fase 2 steeds toegenomen met een
percentage tussen 0,00% en 1,00%, maar ook in deze relatief stabiele periode
zijn er schommelingen in de bbp-groei waar te nemen. Zo is er bijvoorbeeld een
piek in het tweede kwartaal van 2010 en een dal in het derde en vierde
kwartaal van 2010. De curve van België wijkt minder af van die van de
eurozone dan in de vorige fase, maar België blijft het nog steeds iets beter
doen. De curve vertoont ook iets scherpere pieken en dalen, wat eventueel op
meer onrust zou kunnen wijzen.
Deze fase met lichte bbp-groei wordt ook de herstelfase genoemd op het vlak
van economische conjunctuur. Kenmerkend zijn ook een licht stijgende inflatie
en een licht dalende werkloosheid. Meestal volgt na deze fase een periode van
hoogconjunctuur met grote economische vooruitgang. De verschillende
NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-12,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null).
15
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 14 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Europese landen hopen erop dat de economie weer zal aantrekken, maar niets
is minder waar, de economische groei blijft slabakken.
Evolutie bbp t.o.v. het jaar voordien16
2009-III
-2,5
-4,3
-4,3
België
eurozone
EU - 27
2009-IV
0
-2,2
-2
2010-I
1,9
1
1
2010-II
2,9
2,2
2,3
2010-III
2,1
2,1
2,4
2010-IV
2,1
2,1
2,3
2011-I
2,9
2,4
2,4
Evolutie bbp t.o.v. het jaar voordien
4
Veranderingspercentage
3
2
1
België
0
-1
2009-III
2009-IV
2010-I
2010-II
2010-III
2010-IV
2011-I
-2
eurozone
EU - 27
-3
-4
-5
Kwartalen
16
De bovenstaande gegevens bevestigen wat ik eerder al zei. België doet het net
iets beter dan gemiddeld Europa. Ook het feit dat de economie na een duidelijk
herstel begint te stagneren, is duidelijk zichtbaar aan het vlakke verloop van
deze curven vanaf het tweede kwartaal van 2010.
2. De inflatie
Evolutie totale HICP
Veranderingspercentage
4
3
2
België
1
0
Mar-jj
-1
-2
eurozone
Jul-jj
Oct-jj
Jan-jj
May-jj
Aug-jj
Nov-jj
Feb-jj
Jun-jj
Maanden
17
NBB, BBP naar volume, internet, 2012-04-12,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null).
16
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 15 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Op voorgaande pagina bevindt zich een grafiek met de evolutie van de HICP.
Deze is uit de periode van deflatie kunnen klimmen en stijgt op het einde van
fase 2 zelfs bijna tot 3% en in België tot boven 3%. Dit inflatiepercentage is te
hoog, want de doelstelling van de ECB is 2%. Het is merkwaardig dat de inflatie
zo snel terug toenam in een periode van lage economische groei. Deze
vaststelling wordt stagflatie genoemd, een combinatie van stagnatie en inflatie.
3. De werkloosheid
Evolutie van de werkloosheid
12
Werkloosheidsgraad
10
8
België
6
eurozone
4
EU - 27
2
0
Mar-jj
Jul-jj
Oct-jj
Jan-jj
May-jj
Aug-jj
Nov-jj
Feb-jj
Jun-jj
Maanden
18
De werkloosheid verloopt zeer vlak in fase 2, het is wel positief dat de stijging
stilvalt vanaf augustus 2009. In de eerste helft van 2010 is er een zeer lichte
opstoot van de werkloosheid die iets meer uitgesproken is in België.
Desondanks blijft België het op dit vlak zeer goed doen, de werkloosheidgraad
ligt gemiddeld 2% lager dan in de eurozone. Vanaf augustus 2010 daalt de
werkloosheid in België zelfs tot 7,00%, terwijl die in de eurozone op 10% blijft.
België doet het met deze cijfers vrij goed in vergelijking met de bbp-groei. De
werkloosheid in de eurozone en de EU verandert nagenoeg niet, wat volledig
overeenkomt met de economische stagnatie.
NBB, Geharmoniseerde consumptieprijsindex, internet, 2012-04-12,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Presentation=HTML&prop=null).
18
NBB, Werkloosheid, internet, 2012-04-12,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null).
17
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 16 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Oorzaken voor deze evolutie
Zoals reeds gezegd, is het zwaarste deel van de crisis in fase 2 voorbij en de Europese
leiders hopen op een duidelijk economisch herstel. De economische groei blijft echter
hangen op 1%. Beleggers en investeerders hebben slechts weinig vertrouwen door de
hoge overheidsschuld, die nog niet afgebouwd kan worden, en door de stijgende
inflatie. Ook het consumentenvertrouwen blijft laag en dus zowel de vraag- als
aanbodzijde nemen weinig initiatief. Onderstaande tabel en artikel van februari 2011
kunnen dit bevestigen.
Bruto overheidsschuld in % van bbp19
Eurozone
Duitsland
Frankrijk
Italië
België
Griekenland
2008
70,2
66,7
68,3
105,8
89,3
113,0
2009
79,9
74,4
79,0
116,1
95,8
129,4
2010
85,7
83,2
82,4
118,7
96,0
145,0
2011
88,1
81,5
86,3
120,1
98,0
165,3
Beurzen herpakken zich licht20
De Europese aandelenmarkten weten na de middag de verliezen te beperken. Toch
staan nog alle belangrijke indicatoren duidelijk in het rood. In Brussel staat de Bel20
nog steeds 0,64 procent onder de slotkoers van gisteren, waarmee de index nipt
onder de 2.700 punten zakt.
De toenemende spanningen in Libië zetten de olieprijs onder druk. Beleggers vrezen
dat stijgende energieprijzen een domper zullen zetten op het economisch herstel.
De financiële aandelen blijven ten prooi vallen aan winstnemingen na de recente
stijgingen. Het financiële trio Dexia, KBC en Ageas incasseert klappen van
respectievelijk 0,65 procent, 1,09 procent en 2,3 procent. De grootste verliezer is
echter Omega Pharma (-2,5%).
Steeds meer economen vermoeden dat de Europese Centrale Bank (ECB) haar rente
wel eens vroeger dan verwacht zou kunnen verhogen, mogelijk nog voor de zomer.
Tot nu toe ging de ECB ervan uit dat de inflatie-opstoot tijdelijk is, maar maandag
suggereerde directielid Lorenzo Bini Smaghi dat de prijsstijgingen misschien toch
meer blijvend van aard dreigen te worden.
Chemiegroep Solvay tuimelde vanochtend 2,6 procent lager, maar het verlies is
ondertussen zo goed als weggewerkt. Solvay heeft een vloeispaatmijn in Bulgarije
opgekocht tegen "een concurrentiële prijs", zonder verdere financiële details te geven.
INTERNATIONAL MONETARY FUND, WORLD ECONOMIC OUTLOOK April 2012, internet,
2012-05-01, (http://www.imf.org/external/pubs/ft/weo/2012/01/pdf/text.pdf).
EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-05-01,
(http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/table.do?tab=table&init=1&language=en&pcode=tsieb
090&plugin=1).
20
WDP, DGS, Beurzen herpakken zich licht, internet, 2012-05-01,
(http://destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110222_030&word=ecb).
19
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 17 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
"Een strategische investering om over bijkomende reserves en grondstoffenvoorraad
te beschikken", zo noemt Solvay de overname.
Voorlopig kleurt geen enkel aandeel binnen de Brusselse index groen. Alleen
Belgacom komt af en toe boven de nullijn uit.
Euro
Op de wisselmarkt is de euro het slachtoffer van een 'vlucht naar veiligheid' in reactie
op de onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Tegenover de dollar daalde de
eenheidsmunt eerder op de dag met een procent, tot 1,3527 dollar per euro. Daarna
herstelde de euro tot boven 1,36 dollar.
De Nieuw-Zeelandse dollar, die sommige obligatiebeleggers in portefeuille hebben,
verloor zowat twee procent tegen de US-dollar in een eerste reactie op de aardbeving
in het land.
Olie
De olieprijzen krijgen nog steeds de wind van achter. De prijs van een vat Brent steeg
tot boven de 108 dollar. Amerikaanse olie, waarvan de prijsvorming minder liquide is,
werd liefst 9 procent duurder.
Aziatische beurzen sluiten met verlies
Ook in Azië verzilverden beleggers dinsdag hun winsten uit vrees voor lagere koersen
door stijgende onrust in Libië en in andere Noord-Afrikaanse landen.
De Chinese beursindex kelderde ruim 2 procent. De Nikkei-index in Tokio sloot 1,8
procent lager op 10.664,70 punten na een verlaging van de ratingoutlook voor Japan
door de kredietbeoordelaar Moody's. In Sydney bleef de schade relatief beperkt. In
Seoel moest de Kospi-index 1,8 procent terug en in Hongkong stond de Hang Seng in
de middaghandel 2 procent lager.
De ECB heeft slechts beperkte middelen om de economie te ondersteunen en ook
daarom blijft de vooruitgang beperkt. Daarenboven heeft de ECB niet gereageerd op
de hoge wisselkoers eind 201021, een factor die niet te onderschatten valt. Een hoge
wisselkoers is immers nadelig voor de export.
Maatregelen
Deze fase is zeer stabiel gebleven wat economische groei betreft. Daarom zijn er
nagenoeg geen speciale maatregelen genomen. Volgens mij hadden er echter wel
maatregelen genomen moeten worden tegen de hoge overheidsschuld en de
toenemende inflatie. Men wou het broze economische herstel niet in de kiem smoren,
maar een sterk signaal had misschien het vertrouwen kunnen herstellen en de
problemen uit de volgende fase van de eurocrisis kunnen voorkomen.
NTA, Euro breekt door grens 1,40 dollar, internet, 2012-05-01,
(http://destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=LJ30HDSI&word=ecb).
21
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 18 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Conclusie
Fase 2 is op het vlak van economische activiteit zeer stabiel geweest op een laag
niveau. De Europese landen hoopten gedurende de gehele periode op een toename
van de economische groei, en daarom werden er geen maatregelen genomen door
overheden en ECB toen de overheidsschuld en de inflatie te hoog werden. Het
uitblijven van sterke signalen zorgde voor een blijvende onzekerheid bij beleggers,
investeerders en consumenten. Al deze elementen zullen de basis vormen voor de
problemen in fase 3. Daarom is deze fase, volgens mij de verbindingsperiode geweest
tussen 2 crisissen, de aanloop op de Europese schuldencrisis.
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 19 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Fase 3 – Een nieuwe grote crisis?
Fase 3 loopt van het tweede kwartaal van 2011 tot nu (mei 2012), statistieken zijn
voorlopig echter maar beschikbaar tot ten laatste april 2012. Ik zal daarom steeds de
meest recente gegevens weergeven met, indien mogelijk, een paar prognoses. In fase
3 ontstaat een nieuwe crisis: de schuldencrisis. Ze kreeg deze naam omdat ze
ontstond door onzekerheid i.v.m. de Europese overheidsschuld.
Economische evolutie
1. Het bbp
Evolutie bbp t.o.v. de voorafgaande periode22
België
eurozone
EU - 27
2011-II
0,3
0,1
0,2
2011-III
0
0,1
0,3
2011-IV
-0,1
-0,3
-0,3
2012-I
0,3
Evolutie bbp t.o.v. de voorafgaande periode22
0.4
Veranderingspercentage
0.3
0.2
0.1
België
0
-0.1
2011-II
2011-III
2011-IV
2012-I
eurozone
EU - 27
-0.2
-0.3
-0.4
Kwartalen
In de tabel en op de grafiek hierboven valt af te lezen dat de groei van het bbp
van de eurozone in fase 3 eerst afneemt tot 0,1% en eind 2011 zelfs licht
negatief wordt. De EU volgt dezelfde trendlijn, maar België doet het beter dan
gemiddeld. Het bbp krimpt slechts met 0,1% t.o.v. de Europese 0,3%.
Voor België waren er ook reeds cijfers beschikbaar over het eerste kwartaal van
2012. Deze cijfers zijn positief (een groei van 0,3%), waardoor het lijkt alsof de
crisis voorbij is, maar niets is minder waar: het IMF verwacht dat de economie
in de eurozone licht zal krimpen in 2012 en pas terug zal groeien in 201323.
NBB, BBP naar volume, internet, 2012-05-05,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null).
23
INTERNATIONAL MONETARY FUND, World Economic outlook April 2012, internet, 2012-0526, (http://www.imf.org/external/pubs/ft/weo/2012/01/pdf/text.pdf).
22
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 20 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Om een beter zicht te krijgen op de evolutie op iets langere termijn is het steeds
nuttig om een vergelijking te maken met het voorafgaande jaar. Deze gegevens zijn
hieronder weergegeven.
Evolutie bbp t.o.v. het jaar voordien24
België
eurozone
EU - 27
2011-II
2,2
1,6
1,6
2011-III
1,8
1,3
1,4
2011-IV
1,2
0,7
0,8
2012-I
0,5
Evolutie bbp t.o.v. het jaar voordien24
Veranderingspercentage
2.5
2
1.5
België
1
eurozone
EU - 27
0.5
0
2011-II
2011-III
2011-IV
2012-I
Kwartalen
Door de recente afname van de bbp-groei is ook hier de trend dalend. Toch is
er een positief element: het bbp is, vergeleken met het vorige jaar, nog steeds
niet gekrompen. Dit wijst erop dat de nieuwe krimp nog niet ernstig is, ze is te
klein en duurt nog niet lang genoeg om te kunnen spreken van een echte
recessie. Er wordt echter wel verwacht dat het Europese bbp zal evolueren naar
een nulgroei met pas een herstel tegen eind 2012. Pessimisten zien deze
nieuwe krimp als de start van een nieuwe grote crisis zoals in 2009. Wat we
kunnen doen om dit te vermijden, zal ik later nog bespreken.
NBB, BBP naar volume, internet, 2012-05-05,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null).
24
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 21 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
2. De inflatie
4.5
4
3.5
3
2.5
2
1.5
1
0.5
0
België
Apr-jj
Mar-jj
Feb-jj
Jan-jj
Dec-jj
Nov-jj
Oct-jj
Sep-jj
Aug-jj
Jul-jj
Jun-jj
May-jj
eurozone
Apr-jj
Veranderingspercentage
Evolutie totale HICP
Maanden
25
Zoals te zien valt op bovenstaande grafiek stabiliseert in fase 3 de inflatie op
een vrij hoog niveau na de forse stijging in fase 2. Dit relatief hoge niveau is te
wijten aan verschillende redenen.
Een lage economische groei in combinatie met een grotere toename van de
geldhoeveelheid in omloop zorgt bijvoorbeeld voor een inflatiestijging volgens
de formule: het prijspeil (P) is gelijk aan de geldhoeveelheid (M) maal de
omloopsnelheid (V), gedeeld door het handelsvolume (T) ofwel de economische
activiteit. Aangezien V op korte termijn nagenoeg niet verandert, wordt de
inflatie bepaald door M/T. Deze factor is in fase 3 echter slechts van kleine
invloed geweest op de inflatie.
Ook de extreem lage rentevoeten die de ECB gedurende heel fase 3 hanteerde,
zouden een stijgende inflatie tot gevolg kunnen hebben gehad. Een lage rente
zorgt voor een stijgende vraag naar goederen en diensten. Wanneer de vraag
groter wordt dan het aanbod op korte termijn ontstaat er inflatie. Dit is echter
niet gebeurd omdat het consumentenvertrouwen uitzonderlijk laag was,
waardoor de vraag slechts weinig reageerde op de lage rentevoeten.
De hoofdreden voor de hoge inflatie was en is de stijging van energie- en
grondstoffenprijzen die ook nog ondersteund werd door een slabakkende
wisselkoers van de euro t.o.v. de Amerikaanse dollar.
Het relatief hoge inflatieniveau in combinatie met economische krimp stelde de
ECB, vooral in de periode van september 2011 t.e.m. november 2011, voor een
dilemma. Moest ze haar rente verhogen om de inflatie tegen te gaan of laag
houden om de financiële wereld en de economie te ondersteunen? De ECB koos
voor de tweede optie, wat de juiste beslissing gebleken is.
NBB, Geharmoniseerde consumptieprijsindex, internet, 2012-05-06,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null).
25
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 22 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
3. De werkloosheid
Evolutie van de werkloosheid
Werkloosheidsgraad
12
10
8
België
6
eurozone
4
EU - 27
2
0
Maanden
26
De werkloosheid verloopt over het algemeen licht stijgend, wat logisch is in een
periode waarin de economie het minder goed doet. België doet het beter dan
gemiddeld door stabiel te blijven. Momenteel (mei 2012) wordt vooral Spanje
getroffen door een stijgende werkloosheidsgraad. Ongeveer 1 op 4 Spanjaarden
zijn werkloos. De situatie wordt in het volgend artikel nader uitgelegd.
'Het Europese crisisbeleid neigt naar collectieve zelfmoord'27
BRUSSEL - Het economisch nieuws uit Spanje blijft rampzalig. Het voorbije
semester gingen nog eens 1,25 miljoen banen verloren. Het totaal aantal
werklozen bedraagt nu 5,639 miljoen personen, of 24,44 procent van de actieve
bevolking. De Spaanse econoom Guillermo de la Dehesa had de recessie
voorspeld. Nu waarschuwt hij dat het Europese beleid tot een nog grotere
catastrofe leidt.
Niet alle Spanjaarden vielen uit de lucht toen de vastgoedmarkt ineenstortte en
het land in een zware recessie terechtkwam. Econoom Guillermo de la Dehesa
waarschuwde in 2004 al in een opgemerkte analyse in ElPaís voor het
uiteenspatten van de vastgoedbubbel. In 2007 kondigde hij de recessie aan.
Niet met loze argumenten, maar met heldere en overtuigende cijfers. Niemand
luisterde. 'Als de economie boomt, vergeten mensen vaak de meest
elementaire economische wetmatigheden. De vastgoedmarkt bleef inderdaad
nog drie jaar groeien. En voor politici primeert de korte termijn altijd op de
lange termijn. Economen weten nochtans dat bubbels nooit lang duren, en
achteraf zwaar betaald moeten worden.' Dat de prijs zo hoog zou zijn, had
echter ook De la Dehesa niet verwacht. 'Wat we niet hadden zien aankomen,
NBB, Werkloosheid, internet, 2012-05-06,
(http://www.nbb.be/belgostat/PresentationLinker?Order=true&prop=null).
27
SIOEN, L., 'Het Europese crisisbeleid neigt naar collectieve zelfmoord', internet, 2012-05-20,
26
(http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=HB3PFQ4K&word=werkloosheid+spanje).
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 23 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
was de internationale financiële crisis, die een van de zwaarste recessies van de
geschiedenis veroorzaakte.'
De Madrileense economist bekleedde verschillende overheidsfuncties,
begeleidde de Spaanse toetreding tot de Europese Unie, zetelt in de raden van
bestuur van verschillende Spaanse en internationale financiële instellingen en is
als academicus actief. Dit interview gaf hij in zijn hoedanigheid van voorzitter
van de Centre for Economic Policy Research in Londen. ...
Griekenland is op algemeen economisch vlak de slechtste van de klas in de eurozone.
Op het gebied van de werkloosheid doet Griekenland het voorlopig wel nog beter dan
Spanje, maar de werkloosheid blijft stijgen. De actuele cijfers worden weergegeven in
volgend kort artikel.
Griekse werkloosheid blijft pieken28
De werkloosheidsgraad in Griekenland blijft maar stijgen. In februari steeg het
werkloosheidscijfer naar 21,7 procent, tegenover 21,3 procent in januari. Dat blijkt uit
cijfers van het Griekse statistiekbureau Ase. De helft van de jongeren zit zonder werk.
Ook opvallend is het grote verschil tussen mannen en vrouwen. Van de vrouwen zit
een kwart zonder werk, terwijl de werkloosheid bij mannen op 18,6 procent ligt.
Griekenland telde in februari dik een miljoen werklozen. Op een jaar tijd steeg het
aantal werklozen met 42,3 procent.
Oorzaken voor deze evolutie
1. De overheidsschuld
29
OPHALVENS, S., Griekse werkloosheid blijft pieken, internet, 2012-05-26,
(http://www.demorgen.be/dm/nl/3324/Financiele-crisis/article/detail/1436439/2012/05/10/
Griekse-werkloosheid-blijft-pieken.dhtml).
29
EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-05-26,
(http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/graph.do?tab=graph&plugin=1&pcode=tsieb090&langu
age=en&toolbox=sort).
28
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 24 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Deze grafiek geeft de bruto overheidsschuld van de centrale overheden weer in
de eurozone van 2010 tot 2011 (de recentste gegevens). De grafiek is moeilijk
leesbaar in dit formaat. Daarom is hij in bijlage opgenomen in A4-formaat.
De verschillende Europese overheden hebben vanaf 2008 hun schuld opnieuw
opgebouwd met als hoofdreden de kredietcrisis. De overheid was quasi verplicht
om extra uitgaven te maken wanneer de wankelende bankwereld en nadien ook
de sputterende economie ondersteund dienden te worden. Iedereen verwachtte
dat deze schuldenberg weer zou afnemen in de economisch stabiele periode die
ik fase 2 heb genoemd, maar dit gebeurde niet. De overheden wilden
waarschijnlijk de kleine economische vooruitgang niet tegengaan door direct
weer te snoeien in hun uitgaven of de belastingen te verhogen. Deze beslissing
heeft echter gezorgd voor een steeds dalend vertrouwen bij beleggers en
investeerders,
wat
leidde
tot
trage
economische
groei,
dalende
aandelenbeurzen en een stijgende rente op de obligatiemarkten. Dit laatste
zorgde er op zijn beurt voor dat Griekenland in zware financiële problemen
kwam en het lage vertrouwen van investeerders bracht een ineenstorting
teweeg van de vastgoedmarkt en de banksector in Ierland en Spanje.
30
Wanneer we echter kijken naar de bruto overheidsschuld in absolute cijfers (zie
hierboven) kunnen we vaststellen dat de probleemlanden uit de eerste grafiek
(Griekenland, Italië, Ierland en Portugal) niet zozeer de grootste schuld hebben.
Zo heeft Duitsland bijvoorbeeld de grootste schuld terwijl het momenteel het
land is in de eurozone dat het meeste vertrouwen geniet. Dat hebben de
Duitsers te danken aan hun grote bbp, waardoor het in principe gemakkelijker
zou moeten zijn voor hen om hun schuld terug te betalen. Daarom wordt voor
internationale vergelijkingen enkel de schuld in percentage van het bbp
gebruikt.
Waar ik het ook nog even beknopt over wil hebben, is de nogal vreemde
situatie in Spanje. Momenteel (mei 2012) is het vertrouwen er zodanig gedaald
dat niet alleen de rente op staatsobligaties stijgt, maar ook de beurs daalt, de
EUROSTAT, General government gross debt, internet, 2012-05-26,
(http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/graph.do?tab=graph&plugin=1&pcode=tsieb090&langu
age=en&toolbox=sort).
30
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 25 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
werkloosheid stijgt tot bijna 25% en de economie licht krimpt. Deze situatie is
vreemd omdat Spanje een redelijk lage overheidsschuld had. De reden is te
zoeken in de Spaanse bankwereld; deze haar activa bestond voor een groot
gedeelte uit vastgoedleningen. In Spanje was er echter een vastgoedbubbel en
toen deze ontplofte kwamen banken in problemen, steeg de overheidsschuld en
daalde het vertrouwen.
2. Instabiliteit in de financiële wereld
Zoals reeds gezegd deed en doet de hoge Europese overheidsschuld het
vertrouwen van investeerders en beleggers sterk dalen. Deze vertrouwenscrisis
heeft niet enkel gevolgen voor de reële economie, maar beïnvloedt ook de
financiële markten waardoor een kleine economische dip snel versterkt kan
worden tot een echte crisis.
Om de Europese aandelenmarkten te bestuderen, maak ik gebruik van de Euro
Stoxx 50. Dit is een aandelenbeursindex die een gewogen gemiddelde
weergeeft van de 50 grootste ondernemingen uit de eurozone, afkomstig uit 12
landen: Oostenrijk, België, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland,
Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje. Omdat er zoveel
verschillende eurolanden opgenomen zijn in de Euro Stoxx 50, is deze index
volgens mij ideaal om een algemene evolutie betreffende de eurozone te
kunnen afleiden. De Euro Stoxx 50 wordt verhandeld op de Eurex in
Frankfurt.31, 32
32
Er is vooral een sterke daling waar te nemen in de loop van2008 toen de
kredietcrisis in de VSA losbrak en oversloeg op de Europese financiële markten.
Er was een duidelijk herstel in 2009, maar dit kon zich niet doorzetten in 2010
en 2011. In het derde kwartaal van 2011 en in de laatste paar maanden was er
opnieuw een redelijk sterke daling. Dit bevestigt mijn stelling dat het
vertrouwen in de eurozone van beleggers nog steeds daalt. Een daling van de
WIKIPEDIA, Dow Jones Euro Stoxx 50, internet, 2012-05-27,
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Eurostoxx_50).
32
STOXX.COM, EURO STOXX 50®, internet, 2012-05-27,
(http://www.stoxx.com/indices/index_information.html?symbol=SX5E).
31
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 26 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
aandelenbeurzen is een slechte zaak omdat ondernemingen en banken minder
kapitaal kunnen ophalen bij de aandeelhouders. Minder kapitaal betekent op
zijn beurt minder ruimte voor binnenlandse investeringen en wanneer dit niet
gecompenseerd wordt door buitenlandse investeringen kan de economie na
verloop van tijd krimpen.
Een andere belangrijke financiële indicator zijn de obligatiemarkten, en in het
bijzonder die van staatsobligaties. Wanneer je staatsobligaties koopt, koop je
eigenlijk een deel van de overheidsschuld van een land over. In ruil ontvangt de
koper hiervoor een rente die afhankelijk is van het risico op faillissement. In
feite wordt de rente bepaald door vraag en aanbod en daalt de vraag wanneer
het risico groter wordt, waardoor de rente stijgt. Het omgekeerde geldt
natuurlijk ook. Een indicatie voor het risico wordt gegeven door de ratings die
bepaald worden door ratingbureaus.
Deze rentes zijn voor de landen van de eurozone zeer belangrijk omdat dit
eigenlijk praktisch het enige element is van de schuld dat een kost betekent op
korte termijn. De verschillende Europese overheden bouwen hun schuld niet af,
waardoor ze steeds nieuwe obligaties moeten uitschrijven wanneer de vorige
vervallen zijn. Op die manier moeten ze enkel de rente inbrengen in hun
begrotingen. Dit systeem zorgt wel voor een vicieuze cirkel. Wanneer een land
een grote schuld heeft t.o.v. zijn bbp, is er een groter risico dat de
obligatiehouder zijn geld niet terug zal krijgen. Dit zorgt voor een lagere rating,
een dalende vraag en een stijgende rente. Door de gestegen rente moet het
land meer betalen, waardoor het moeilijker wordt om de begroting in evenwicht
te krijgen. Dit zorgt ervoor dat de schuld stijgt en het proces kan weer
herbeginnen.
33
In de eurozone schrijft elk land apart obligaties uit en hierdoor moet elk land
dus een verschillende rente betalen. Duitsland krijgt momenteel veel
vertrouwen van beleggers en heeft daardoor de laagste rente van de eurozone.
Wanneer we de verschillende rentes met elkaar willen vergelijken, kijken we
gewoon naar het verschil of de spread. Hierboven is deze zogenaamde spread
weergegeven t.o.v. Duitsland voor obligaties met een looptijd van 1 jaar.
LEROY, J., De eurocrisis: hernationalisering, internet, 2012-05-27,
(http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120427_087).
33
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 27 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Er is een duidelijke piek waar te nemen tegen het einde van 2011 en nadien
leken de markten zich te stabiliseren. In België heeft de stabilisatie zich
voortgezet, maar in Spanje en Italië, die op dit vlak bij de slechtste van de
eurozone zijn, is er in de laatste maanden weer een stijging. Deze situatie van
tweedeling is een goede weerspiegeling van de eurozone: de zogenaamde
kernlanden doen het op alle vlak redelijk goed, terwijl vooral de meer zuidelijke
landen het moeilijk hebben en vaak zelfs extra steun nodig hebben (zie verder).
Een laatste onderwerp m.b.t. problemen in de financiële wereld dat ik wil
bespreken zijn de balansen van de banken. Deze zijn namelijk moeilijk op orde
te houden. Aan de passivazijde hebben de banken het lastig om genoeg eigen
vermogen in te brengen via aandeelhouders en winsten en kunnen ze quasi
geen geld meer lenen van andere banken omdat het vertrouwen in elkaar zeer
laag is. Aan de activazijde hebben de banken te kampen met rommelkredieten
die in Spanje en Ierland vooral te wijten zijn aan de ineenstorting van de
vastgoedmarkt. In de volledige eurozone hebben o.a. veel banken 75% van hun
Griekse staatsobligaties moeten afschrijven om een deel van de Griekse schuld
kwijt te schelden. In België, Ierland en Spanje werden de activaproblemen bij
enkele grootbanken zo groot dat de overheden steun moesten bieden via grote
kapitaalsinjecties. Deze wogen uiteraard ook op de begrotingen en de
overheidsschuld van deze landen.
3.Trage reactiesnelheid
Een laatste grote oorzaak voor de
huidige schuldencrisis is, volgens mij,
de trage manier van werken in het
huidige Europese systeem. Het is niet
concreet te bewijzen, maar de
besluitvorming in de eurozone en de
EU verloopt over het algemeen
langzaam.
Een eerste factor die hiervoor zorgt,
zijn
de
grote
nationale
overheidsapparaten. Zij zorgen er misschien wel voor dat de democratie zo
goed mogelijk nageleefd wordt, maar het zorgt ook voor meer discussie en
meer administratie alvorens een nationaal besluit kan worden genomen.
Bovendien brengen grote overheidsapparaten ook meer kosten met zich mee
die in tijden van crisis zo veel mogelijk beperkt moeten worden.
Een tweede factor die vertragend werkt, is te wijten aan het Europese Verdrag.
Dit Verdrag bepaald bijvoorbeeld dat de Raad van de Europese Unie
(wetgevende macht) enkel besluiten kan nemen via een gekwalificeerde
meerderheid en voor belangrijke onderwerpen zelfs met absolute meerderheid.
Ook het feit dat de Europese Commissie (uitvoerende macht) 27
commissarissen moet tellen zorgt voor meer verwarring en vertraging.
Een laatste factor m.b.t. het Europese systeem heeft niet te maken met trage
besluitvorming, maar met het feit dat de eenheid binnen Europa nog steeds niet
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 28 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
groot genoeg is. We vormen bijvoorbeeld geen economische unie, terwijl er wel
reeds een monetaire en politieke unie is. De deelstaten kiezen ook voor eigen
belang in plaats van de zwakkeren te helpen (vb. late hulp voor Griekenland).
Al deze elementen spreken niet voor een sterk Europa en hebben op die manier
het vertrouwen in ons continent nog extra doen afnemen.
Maatregelen
1. De ECB
a) Basisrentetarief
Het belangrijkste instrument van de
ECB bestaat hoogstwaarschijnlijk in
de
basis-herfinancieringstransacties.
Deze
worden
wekelijks
uitgevoerd en voorzien de financiële
instellingen van liquiditeiten op korte
termijn. Het zijn dus eigenlijk
kortlopende leningen die uitgeleend
worden door de ECB. Wanneer de
ECB haar rente op deze leningen
(basisherfinancieringsrente
of
basisrente) wil veranderen, moet ze
gewoon het aanbod veranderen.
Voor de rente geldt namelijk het
principe van vraag en aanbod. De financiële instellingen zijn de vragers
en de ECB heeft een monopolie op het aanbod, waardoor de rente stijgt
als ze minder aanbiedt en daalt als ze meer aanbiedt (zie afbeelding
hierboven10).
Basisherfinancieringsrente ECB
rentevoet
002%
002%
001%
001%
05-2012
04-2012
03-2012
02-2012
01-2012
12-2011
11-2011
10-2011
09-2011
08-2011
07-2011
06-2011
05-2011
04-2011
03-2011
02-2011
01-2011
000%
maand
34
Vanaf maart 2011 liet de ECB haar basisrente weer licht stijgen na een
lange periode, sinds april 2009, op het lage niveau van 1,00% omdat de
ACTUELERENTESTANDEN.NL, Actuele en historische rente Europese Centrale Bank, internet,
2012-05-28, (http://www.actuelerentestanden.nl/ecb-herfinancieringsrente.asp).
34
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 29 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
economie niet wou aantrekken. De rente werd nog eens licht verhoogd in
juni 2011 tot 1,50%, waarschijnlijk om de stijgende inflatie tegen te
gaan. In november en december werd de basisrente echter weer
teruggeschroefd tot 1,00% omdat de economie weer een dipje vertoonde
en het gevaar voor stijgende inflatie grotendeels geweken was. Door de
renteverlaging kon de ECB ook meer geld uitlenen aan de noodlijdende
banksector die praktisch geen geld meer aan elkaar leende.
b) Speciale maatregelen35, 36
De gewone basis-herfinancieringstransacties kunnen reeds een deel van
de problemen oplossen, maar uitzonderlijke situaties vragen om
uitzonderlijke maatregelen. De ECB lanceerde er 2 om de schuldencrisis
het hoofd te bieden.
De eerste uitzonderlijke
maatregel zijn de LTRO’s
of Long Term Refinance
Operations. Dit zijn ook
herfinancieringstransacties
, maar met de langere
looptijd van 3 jaar. Ook
deze
herfinancieringstransacties
kregen de extreem lage
rentevoet van 1,00%. De ECB heeft tot nu toe reeds 2 LTRO’s uitgevoerd
in december en februari met respectievelijk de gigantische bedragen van
€489 miljard en €529,5 miljard. Deze goedkope leningen zijn
kapitaalsinjecties voor de Europese bankenwereld. Met het nieuwe geld
kunnen zij investeren in relatief veilige beleggingen en op die manier
meer winst maken om hun balansen op lange termijn weer op orde te
kunnen stellen. De ECB hoopt er ook op dat de banken met het extra
kapitaal een deel staatsobligaties kopen, waardoor de obligatiemarkten
deels tot rust kunnen komen. Ik vind deze maatregel van de ECB goed
om op korte termijn de schuldencrisis te stabiliseren, maar het is geen
langdurige oplossing. Daar zijn 2 redenen voor. Ten eerste kost het de
ECB te veel geld, aangezien ze weigert om geld bij te drukken om
inflatiestijgingen tegen te gaan. Ten tweede lost het de fundamentele
problemen niet op: de balansen van de banken blijven op korte termijn
slecht, want een lening is een schuld die terugbetaald moet worden, en
het doet het vertrouwen in Europa zeker niet stijgen. Integendeel, het
lijkt alsof de ECB zelf geen vertrouwen heeft in de Europese banken
markten.
SEEKING ALPHA, ECB's LTRO 2: The Cheap Money Party Continues, internet, 2012-05-28,
(http://seekingalpha.com/article/406831-ecb-s-ltro-2-the-cheap-money-party-continues).
36
DIL, K., LTRO 2: Banken verslaafd aan ECB-krediet, internet, 2012-05-28,
(http://biflatie.nl/artikelen/34-economisch/22808-ltro-2-banken-verslaafd-aan-ecb-krediet).
35
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 30 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
De tweede uitzonderlijke maatregel van de ECB37 sluit nauw aan bij de
eerste. Bijna niemand, ook niet de banken met vers geld, heeft nog
vertrouwen in de staatsobligaties van de zogenaamde probleemlanden
(vooral Griekenland). Om de rente toch wat draaglijker te maken is de
ECB vanaf mei 2010 obligaties beginnen opkopen van Ierland
Griekenland, Italië, Portugal en Spanje. In maart 2012 is ze hier
voorlopig mee gestopt en in deze periode had ze hier ongeveer €214
miljard aan uitgegeven. Het lijkt me voorlopig wel nog te vroeg om te
stoppen met deze maatregel, omdat de rente van Spanje bijvoorbeeld
nog steeds stijgt. De ECB heeft hier blijkbaar anders over beslist.
2. De overheid
De ECB heeft dus verschillende maatregelen genomen om een nieuwe grote
economische crisis te vermijden, maar deze maatregelen waren louter monetair
en beperkt in mogelijkheden. Om de problemen op lange termijn aan te pakken
waren en zijn ook maatregelen nodig afkomstig van de Europese en/of
nationale overheden.
a) De oprichting van 2 noodfondsen38
Het eerste noodfonds van de EU
werd opgericht in mei 2010 om de
bankencrisis tegen te gaan: het
EFSF
of
European
Financial
Stability Facility. Het doel is om
landen die niet meer op de
obligatiemarkten kunnen lenen
wegens een te hoge rente, zoals bijvoorbeeld Griekenland, goedkopere
leningen aan te bieden. Er wordt wel nog steeds een redelijk hoge rente
gevraagd op de leningen zodat er winst wordt gemaakt om de
investeerders te belonen. Meestal worden ook hervormingen gevraagd
alvorens een noodlijdend land een lening krijgt, dit is een soort van
zekerheid inbouwen op terugbetaling. Het startkapitaal van het EFSF
bedroeg €690 miljard en was voor ongeveer 2/3 afkomstig van de nog
‘gezonde’ EU-lidstaten en 1/3 van het IMF (Internationaal Monetair
Fonds). In oktober 2011werd het kapitaal uitgebreid tot €1000 miljard
wegens een nieuwe noodzaak aan leningen door de schuldencrisis. Dit
bedrag is echter relatief klein als je weet dat Italië, dat ook steun nodig
dreigt te hebben, een overheidsschuld heeft van ongeveer €1900 miljard.
Het EFSF is een tijdelijke constructie en
om dezelfde problematiek in de toekomst
tegen te gaan, werd besloten om een
SNOEYS, A., ECB koopt opnieuw geen obligaties, internet, 2012-05-29,
(http://www.hln.be/hln/nl/942/Economie/article/detail/1434711/2012/05/07/ECB-kooptopnieuw-geen-obligaties.dhtml).
38
ANDEREUROPA.ORG, EFSF, ESM, internet, 2012-05-30, (http://www.andereuropa.org/eufaq/efsf-esm/).
37
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 31 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
tweede, permanent noodfond voor de EU op te richten: het ESM of
European Stability Mechanism. In december 2012 werd beslist om het
fonds in werking te laten treden op 1 juli 2012, het verdrag betreffende
het ESM werd ondertekend op 24 mei 2012. Het is de bedoeling dat het
ESM op termijn de vervanger wordt van het EFSF, maar met een andere
structuur. Zo zal het startkapitaal van het ESM maar €700 miljard
bedragen, waarvan slechts 80 miljard direct beschikbaar. Het indirect
beschikbaar kapitaal zijn garanties van EU-lidstaten en het IMF om in te
springen indien nodig. Het ESM zal ook zelf obligaties uitgeven, waardoor
de EU-lidstaten bovenop het basiskapitaal en de garanties ook nog borg
moeten staan voor €200 miljard om een AAA-rating (hoogste rating) te
bekomen. Het respectievelijk aandeel van elke lidstaat zal bepaald
worden door de hoeveelheid kapitaal die de individuele landen in de
Europese Centrale Bank aanhouden en nog een vernieuwing is dat het
ESM ook gewoon staatsobligaties van noodlijdende EU-landen kan
opkopen om de rente te doen dalen.39
b) Het Stabiliteits- en Groeipact en het Begrotingspact40
In de EU geldt sinds 1997 het Stabiliteits- en Groeipact. Het verbindt de
EU-lidstaten om een begroting in evenwicht of met overschot na te
streven. Dit betekent concreet dat er geen begrotingstekort mag zijn van
meer dan 3% van het bbp en dat de overheidsschuld maximaal 60% van
het bbp mag bedragen. Veel EU-landen hebben zich echter niet aan het
pact gehouden om tal van redenen, waaronder o.a. de bankencrisis en
economische crisis ten gevolge van de kredietcrisis in de VSA.
Om het Stabiliteits- en Groeipact beter te laten naleven en te versterken,
werd op 13 december 2011 het zogenaamde Six-Pack, een pakket van 6
wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie, goedgekeurd door de
EU-lidstaten. Deze zes veranderingen houden concreet in dat er meer
controlemogelijkheden zullen zijn op de begrotingen en op macroeconomische onevenwichten, en dat er sancties kunnen worden opgelegd
aan overtreders van het pact.
Op 2 maart 2012 werd het Begrotingspact goedgekeurd door 22 van de
24 EU-lidstaten. Het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië waren de enige
landen dat niet akkoord gingen. Het pact treed echter pas in werking na
ratificatie van 12 eurolanden, hetgeen niet evident zal zijn aangezien
bijvoorbeeld de nieuwe Franse president reeds veranderingen wil. Het
Begrotingspact betekent een bijkomende vernauwing van het Stabiliteitsen Groeipact: het begrotingstekort mag maximaal 0,5% van het bbp
bedragen, de overheidsschuld mag niet hoger zijn dan 60% van het bbp
en moet, indien reeds te hoog, afgebouwd worden met minimum 1/20
WIKIPEDIA, Europees Stabiliteitsmechanisme, internet, 2012-05-30,
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Europees_Stabiliteitsmechanisme).
40
EUROPANU, Strenger Europees toezicht op nationale economieën, internet, 2012-05-30,
(http://www.europa-nu.nl/id/vipnaoxq70yi/strenger_europees_toezicht_op_nationale).
39
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 32 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
per jaar. Ten slotte werd ook nog vastgelegd dat er speciale
bijeenkomsten voor de eurolanden zullen komen om het economisch
beleid beter op elkaar af te stemmen.
Conclusie
De economie begint in fase 3 opnieuw tekenen te vertonen van lichte krimp. De licht
dalende inflatie en de licht stijgende werkloosheid bevestigen dit beeld. De grootste
oorzaak voor deze negatieve evolutie is een vertrouwenscrisis bij beleggers en
investeerders. Deze vertrouwenscrisis is hoofdzakelijk te wijten aan de te hoge
overheidsschuld die sterk toegenomen is na de kredietcrisis in de VSA. Vergeleken
met de voorgaande economische crisis hebben de ECB en de Europese politici meer en
betere maatregelen getroffen om een nieuwe grote economische crisis tegen te gaan.
De vraag is nu of deze maatregelen niet te laat kwamen en of ze voldoende zullen
zijn. De toekomst zal het uitwijzen ...
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 33 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Slotconclusie
Vooral in 2008 en 2009 is de eurozone zwaar getroffen geweest door een grote
economische crisis met een krimp van het bbp van ongeveer 4%. Deze crisis werd
veroorzaakt door de wankele positie van het Europese bankwezen door de
kredietcrisis. Om de banken en de economie te ondersteunen begonnen de nationale
overheden meer geld uit te geven, waardoor ook de begrotingstekorten en de
overheidsschuld van de meeste eurolanden snel toenamen. De ECB droeg haar
steentje bij door haar basisrente te verlagen tot 1% om sparen tegen te gaan en
lenen goedkoper te maken.
Vanaf de tweede helft van 2009 stabiliseert de Europese economie zich, maar de
economische groei blijft hangen op 1% per jaar. Dat is niet veel en hierdoor blijft ook
de werkloosheid hoog. Ondanks de trage economische groei stijgt de inflatie tot boven
de 3%, waarschijnlijk door een daling van de wisselkoers van de euro en een stijging
van de energie- en grondstoffenprijzen. In dit geval was er dus sprake van
kosteninflatie (= inflatie door een stijging van de productiekosten) en hiertegen kan
de ECB met de haar beschikbare middelen zo goed als niets doen. Het is waarschijnlijk
daarom dat ze gedurende de periode van stagflatie haar basisrente op 1% heeft
gehouden, samen met de reden om het broze economische herstel niet te verstoren.
Ook de verschillende nationale overheden van de eurozone hebben blijkbaar zo
geredeneerd, want ze bleven hun overheidsschuld opbouwen. De begrotingstekorten
werden wel iets minder groot.
Vanaf het tweede kwartaal van 2011 duikt de economische groei weer naar beneden
met zelfs een lichte krimp van 0,3% in het vierde kwartaal van 2011. Na een periode
van stagnatie begint ook de gemiddelde werkloosheid in Europa weer te stijgen. Er
begint zich wel een duidelijke tweedeling te vormen in de eurozone: de zogenaamde
kernlanden (Duitsland, Nederland ...) evolueren over het algemeen vrij positief, terwijl
verschillende Zuid-Europese landen (Griekenland, Portugal, Italië, Spanje en Ierland)
het zwaar te verduren krijgen. Deze keer is de crisis vooral te wijten aan een
vertrouwenscrisis door de te hoge overheidsschuld, enkel Spanje is een uitzondering.
De problemen worden nog erger door de onrust op de financiële markten, een hogere
obligatierente
betekent
een
moeilijkere
begroting.
Daarom
kunnen
de
‘probleemlanden’ steun krijgen bij het noodfonds EFSF. De ECB probeert de situatie te
stabiliseren door opnieuw een lage basisrente, door massa’s geld in het financiële
systeem te pompen via LTRO’s en door tot voor kort obligaties van probleemlanden op
te kopen. Om het vertrouwen in Europa te herstellen, hebben de Europese leiders de
weg gekozen van begrotingsdiscipline. Hiervoor hebben ze het Begrotingspact
afgesloten en het Stabiliteits- en Groeipact versterkt.
Wat mij ook nog een belangrijk element lijkt, is de werkloosheid: deze is gedurende
de volledige periode toegenomen. Dat moet anders, we moeten weer in een positieve
spiraal terechtkomen met economische groei gepaard met werkgelegenheid. Hiervoor
moeten we de buitenlandse investeerders weer aantrekken door eventueel een
tijdelijke loonsdaling, een belastingsvermindering en/of een hervorming van het
onderwijs. Eventueel moet de ECB ook wat geld bijdrukken en op die manier een
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 34 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
lichte devaluatie van de euro toestaan. Dit zou goed zijn voor de export en de
financiële markten.
Bibliografie
Internetbronnen














NBB, Macro-economische statistieken, internet, 2012-04-04 t.e.m. 2012-05-06,
(http://www.nbb.be/pub/stats/stats.htm?l=nl).
DE STANDAARD ONLINE, De Standaard, internet, 2012-04-09 t.e.m. 2012-05-27,
(http://destandaard.be/).
WIKIPEDIA, Welkom op Wikipedia , internet, 2012-04-11 t.e.m. 2012-05-30,
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina).
EURIBOR-RATES, ECB refi- of herfinancieringsrente, internet, 2012-04-12,
(http://nl.euribor-rates.eu/ecb-refi-rente.asp).
EUROSTAT, Browse / Search database, internet, 2012-04-12 t.e.m. 2012-05-26,
(http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/statistics/search_database).
INTERNATIONAL MONETARY FUND, WORLD ECONOMIC OUTLOOK April 2012, internet, 2012-05-01 en 2012-05-26,
(http://www.imf.org/external/pubs/ft/weo/2012/01/pdf/text.pdf).
OPHALVENS, S., Griekse werkloosheid blijft pieken, internet, 2012-05-26,
(http://www.demorgen.be/dm/nl/3324/Financiele-crisis/article/detail/
1436439/2012/05/10/Griekse-werkloosheid-blijft-pieken.dhtml).
STOXX.COM, EURO STOXX 50®, internet, 2012-05-27,
(http://www.stoxx.com/indices/index_information.html?symbol=SX5E).
ACTUELERENTESTANDEN.NL, Actuele en historische rente Europese Centrale Bank,
internet, 2012-05-28, (http://www.actuelerentestanden.nl/ecb-herfinancieringsren
te.asp).
SEEKING ALPHA, ECB's LTRO 2: The Cheap Money Party Continues, internet,
2012-05-28,(http://seekingalpha.com/article/406831-ecb-s-ltro-2-the-cheapmoney-party-continues).
DIL, K., LTRO 2: Banken verslaafd aan ECB-krediet, internet, 2012-05-28,
(http://biflatie.nl/artikelen/34-economisch/22808-ltro-2-banken-verslaafd-aanecb-krediet).
SNOEYS, A., ECB koopt opnieuw geen obligaties, internet, 2012-05-29,
(http://www.hln.be/hln/nl/942/Economie/article/detail/1434711/2012/05/07/ECBkoopt-opnieuw-geen-obligaties.dhtml).
ANDEREUROPA.ORG, EFSF, ESM, internet, 2012-05-30,
(http://www.andereuropa.org/eu-faq/efsf-esm/).
EUROPANU, Strenger Europees toezicht op nationale economieën, internet, 201205-30, (http://www.europa-nu.nl/id/vipnaoxq70yi/strenger_europees_toezicht_op
_nationale).
Boeken

LEHLE, J., e.a., Economie Online – Algemene economie 2e jaar van de 3e graad,
Plantyn, Mechelen, 2010, 236 pagina’s.
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 35 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 36 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Bijlagen
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 37 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Eindwerk geschiedenis
De eurocrisis
~ 38 ~
Jelle Mestdagh
6 EMT
Download