Geletterdheid bij peuters en kleuters

advertisement
Hoofdstuk 3
Geletterdheid bij peuters en kleuters
Paragraaf 3.1 Geletterdheid
Geletterdheid = De spontane belangstellen van peuters en kleuters voor het geschreven
woord en de inzichten die ze ontwikkelen in de functies van geschreven taal.
Geletterdheid heeft ook betrekking op de volgende aspecten
- Boekoriëntatie
- Verhaalbegrip
- Functies van de geschreven taal
- Relatie tussen gesproken en geschreven taal
- Taalbewustzijn
- Alfabetisch principe
- Functioneel ‘schrijven’ en ‘lezen’
- Technisch lezen en schrijven, start
- Technisch lezen en schrijven, vervolg
- Begrijpend lezen en schrijven
In de ontwikkeling van de geletterdheid kunnen we drie fasen onderscheiden:
- Ontluikende geletterdheid
- Beginnende geletterdheid
- Gevorderde geletterdheid
Ontluikende geletterdheid
Dit heeft betrekking op de ontwikkeling van de geletterdheid in de voorschoolse periode van
0 tot 4 jaar. De kinderen leren vooral veel afhankelijk van de thuissituatie. Ook is er een
samenhang met de mondelinge taalontwikkeling.
Beginnende geletterdheid
Dit is de ontwikkeling van het lezen en schrijven in groep 1,2 en 3. Door verschillende
(speelse) activiteiten wordt de ontwikkeling in de geletterdheid vergroot.
Gevorderde geletterdheid
Hiermee wordt de fase na groep 3 bedoeld. Hierna gaan ze verder met het voortgezet lezen,
begrijpend lezen en schriftelijke taalontwikkeling.
Paragraaf 3.2 Leesontwikkeling bij peuters en kleuters
Over het algemeen hebben kinderen eerder belangstelling voor het schrijven dan voor het
lezen. Het spontaan leren lezen gaat van pseudolezen naar spontaan lezen.
Bij Pseudolezen imiteren de kinderen het voorleesgedrag van de ouders volgens bepaalde
stappen/leesgedragingen.
1. Kinderen benoemen wat er op de plaatjes staat
2. Kinderen volgen het verhaal met behulp van plaatjes.
3. Kinderen vertellen het verhaal in dialoogvorm
4. Kinderen vertellen het verhaal in monoloogvorm
5. Kinderen gebruiken bij het navertellen de schrijftaal uit het verhaal
6. Kinderen kennen het verhaal uit hun hoofd.
Je kunt al leerkracht de leesontwikkeling van kinderen stimuleren door ze opdrachten te
geven, waardoor ze uitgedaagd worden om complexer leesgedrag te gaan vertonen. Zo sluit je
aan bij de zone van naaste ontwikkeling. (Het kind kan een bepaalde opdracht/activiteit nog
niet zelfstandig uitvoeren, maar wel met behulp van iemand anders. Hierdoor kan het kind het
een volgende keer zelfstandig.)
Met spontaan lezen wordt het echte voorlezen van een boek bedoeld. Het is geen imitatie
meer zoals bij het pseudolezen. De ontwikkeling in het spontane lezen kunnen we
onderscheiden in de volgende leesgedragingen.
- Het kind leest (globaal) enkele bekende woorden
- Het kind leest nieuwe woorden door ze met andere bekende woorden te vergelijken
- Het kind leest zelfstandig nieuwe woorden.
Paragraaf 3.3 Bepalende factoren voor de leesontwikkeling
De leesontwikkeling van kinderen is verschillend. Vroeger werd gedacht dat een kind pas aan
het leesonderwijs kon meedoen als het voldeed aan de algemene en specifieke
leesvoorwaarden.
Algemene leesvoorwaarden = Hierbij let men op de algemene ontwikkeling van het kind.
Zoals de lichamelijke ontwikkeling, de cognitieve (kennis) ontwikkeling en de sociaalemotionele ontwikkeling.
Specifieke leesvoorwaarden = Hierbij let men op de auditieve (gehoor) en visuele (zien)
deelvaardigheden. Deze zijn van belang om te leren lezen.
Schoolrijpheid = De algemene en specifieke leesvoorwaarden.
De volgende factoren zijn belangrijk voor de ontwikkelingen van het lezen.
- Een goede mondelingen taalvaardigheid  (grote woordenschat, goede zinsbouw)
- Een goed ontwikkeld taalbewustzijn (het vermogen van kinderen om na te denken over de
taal)  Ze moeten in staat zijn om uitspraken te doen over de vorm van de taal.
Fonemisch bewustzijn is ook belangrijk. Hiermee wordt het vermogen van leerlingen
bedoeld om woorden in losse klanken te kunnen verdelen.
-
Geletterde leeromgeving  In een omgeving waar veel voorgelezen wordt en veel
aandacht is voor rijmpjes en versjes ontwikkelt een kind zich sneller en beter.
Enige letterkennis  Gemiddeld kennen leerlingen eind groep 2 ongeveer 10 letters.
Voor kinderen waarbij de ontwikkeling van de geletterdheid stagneert, is het belangrijk dat
we op tijd hulp bieden. We moeten dit al vroeg proberen in te schatten.
- Moeizaam verlopende spraakontwikkeling en een zwakke taalbewustzijn zijn duidelijke
voorspellers van leesproblemen.
- Dyslexie kan ook erfelijk bepaald worden
- Bij anderstalige leerlingen spelen een kleinere woordenschat en een fonologische
verschillen (bos/boos) tussen de Nederlandse taal en de moedertaal een grote rol.
3.4. Stimuleren van ontluikende geletterdheid bij peuters
Ontluikende geletterdheid vindt voor een groot gedeelte plaats tijdens de opvoeding van de
kinderen in de thuissituatie. Vooral gestimuleerd in informele situaties zoals voorlezen.
(Voorschoolse educatie) Ook in formele situaties (zoals peuterspeelzaal e.d.) vindt de
ontluikende geletterdheid plaats. (Vroegschoolse educatie). Er zijn speciale programma’s
voor kinderen met taalachterstanden. Doordat deze vroegtijdig ontdekt worden, kan de
achterstand sneller ingehaald worden.
3.5. Stimuleren van beginnende geletterdheid bij kleuters
Er zijn verschillende manieren om de geletterdheid van kleuters te stimuleren. Dat kan in
spelsituaties waarbij lezen en schrijven wordt uitgelokt. De geletterdheid kan gestimuleerd
worden in taalontwikkeling situaties en in functionele situaties.
Taalontwikkeling situaties  Activiteiten waarbij bewust gewerkt wordt aan geletterdheid
Functionele situaties  Communicatieve activiteiten die een betekenis voor kinderen hebben.
Zeven werkvormen om de geletterdheid bij kleuters te ontwikkelen.
1. Interactief voorlezen
Tijdens het vertellen van het verhaal is er een wisselwerking tussen ouder en kind. Goed
hulpmiddel hierbij kan zijn: De verteltafel
2. Werken met Prentenboeken
Met gebruik van prentenboeken kun je de geletterdheid bij kinderen stimuleren. Een
bruikbaar hulpmiddel hierbij is de verteltas. (Een tas met een prentenboek en
hulpmateriaal waarmee kleuters met hun ouders kunnen oefenen.)
3. Pictolezen
Vorm van beeldlezen. De kinderen leren dat pictogrammen verwijzen naar woorden en zo
zetten zij hun eerste stap op weg naar het herkennen van letters.
4. Taalhoeken
Op veel scholen vind je de boekenhoek en de leesschrijfhoek. Het gebruik van deze
hoeken wordt ook sterk geadviseerd in de basisontwikkeling. Dit is een manier van
werken die gericht is op een brede ontwikkeling van kinderen. Hierbij wordt gewerkt met
vijf kernactiviteiten namelijk: spelactiviteiten, constructieve en beeldende activiteiten,
gespreksactiviteiten, lees/schrijfactiviteiten en reken/wiskundeactiviteiten. De
taalontwikkeling wordt gestimuleerd door deze stimulerende hoeken.
5. ABC-Muur
De ABC-Muur is een wandkaart met letters, waaronder plaatjes of woorden worden
gehangen. Het biedt allerlei mogelijkheden om letterkennis en fonologisch bewustzijn (de
klankstructuur van de taal begrijpen) te stimuleren.
6. Het klankkastje
Het klankkastje is een speciaal hulpmiddel met spelletjes om het fonemisch bewustzijn te
ontwikkelen.
7. Taalspelletjes
Deze stimuleren het taalbewustzijn en het alfabetisch principe bij kinderen.
3.6 Taalmethoden voor kleuters
Hierbij wordt veel aandacht besteed aan taalstimulering en het oefenen van deelvaardigheden
van het lezen. Een bekende taalmethode voor kleuters is Schatkist. Deze methode werkt met
thema’s (ankers) en met een vaste routine / leersituaties voor de leerlingen. Ook kent deze
methode niveaugroepen. Een ideeënmap waarmee ook systematisch aan de geletterdheid van
kinderen gewerkt kan worden, is de map Fonemisch bewustzijn.
3.7 Zelf ontdekkend leren lezen
Zelf ontdekken leren lezen is een manier van leren lezen die inspringt op de spontane lees- en
schrijfontwikkeling van kinderen. Het wordt ook wel natuurlijk leren lezen,
ontwikkelingsgericht leren lezen of functioneel aanvankelijk lezen genoemd. De leerkracht
gebruikt tekeningen en teksten van kinderen. De leesschrijfhoek is belangrijk.
Download