Voorbereiding D.BVE t.b.v. Studiedag Alfabetisering NT2. Beleid en praktijk. De toekomst voor alfabetisering NT2. Het actieplan is de beleidsagenda van M.OCW voor volwasseneneducatie. 1. Achtergrond en aanleiding Het Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006-2010 ‘van A tot Z betrokken’ (met een jaar verlengd). Opbrengsten afgelopen jaren, o.a.: meer maatschappelijke aandacht voor het vraagstuk meer betrokkenheid van publiek en private partijen het ontstaan van een infrastructuur van publieke en private educatieaanbieders, sociale partners, vrijwilligersorganisaties, bibliotheken, welzijnsorganisaties, gezondheidscentra en woningcorporaties. Het rapport ‘Opbrengsten in beeld’ van Cinop: terugblik op maatregelen die in de afgelopen jaren zijn genomen in het kader van het Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006-2010 en schetst beeld van de effecten van educatietrajecten in Nederland. Uit het rapport blijkt onder meer dat: in absolute zin de autochtonen in de meerderheid (70%) zijn als het gaat om laaggeletterdheid, maar dat bij allochtonen relatief gezien laaggeletterdheid vaker voorkomt. vrouwen oververtegenwoordigd zijn. dat de helft van de laaggeletterden werkt Opvallend: Naar schatting telt Nederland nog steeds 1,5 miljoen mensen die problemen hebben met lezen en schrijven, waarvan circa 1,1 miljoen mensen behoort tot de potentiële beroepsbevolking. Ondanks alle maatregelen is dus nog steeds 10% van de beroepsbevolking laaggeletterd. Het taalniveau van de groep laaggeletterden bevindt zich onder niveau 1F (referentieniveaus Meijerink). Oorzaak: bovenstaande komt voor een belangrijk deel doordat het een dynamische groep betreft. Er zijn mensen die uit de doelgroep verdwijnen maar er is ook sprake van nieuwe instroom van laaggeletterden tot de potentiële beroepsbevolking. Daarbij gaat het om zowel jonge als oude(re) mensen, autochtoon en allochtoon. Resultaat: Actieplan Laaggeletterdheid 2012-2015 ‘Geletterdheid in Nederland’. 2. Waarom heeft dit kabinet een nieuw actieplan opgesteld? De verwachting is dat ook in 2020 10% van de beroepsbevolking laaggeletterd zal zijn bij ongewijzigd beleid. Daarom zijn aanvullende en nieuwe maatregelen nodig. 1 Aanpak laaggeletterdheid is een gezamenlijk belang omdat: Het voorkomen en tegengaan van laaggeletterdheid een sociaal-economisch vraagstuk is; de vraag naar arbeid zal stijgen terwijl de beroepsbevolking zal krimpen. Geletterdheid een fundamentele voorwaarde is voor duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, zelfredzaamheid van burgers en sociale cohesie (het voorkomen van uitsluiting). Het verhogen van geletterdheid in Nederland vraagt om een individuele en gezamenlijke inzet van burgers zelf, werkgevers, maatschappelijke organisaties en overheden. 3. Nieuwe aanpak In het Actieplan mbo “Focus op vakmanschap’ is aangegeven dat: volwasseneneducatie een belangrijk instrument is in de aanpak van laaggeletterdheid educatie zal gericht worden ingezet om laaggeletterden te bereiken gemeenten daarbij leidend blijven In het Actieplan Laaggeletterdheid 2012-2015 “Geletterdheid in Nederland’ is aangegeven dat: 1 Het begrip geletterdheid is vernieuwd:het omvat luisteren, spreken, lezen, schrijven, gecijferdheid en in dat kader het gebruiken van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie. Het betreft de basisvaardigheden die nodig zijn voor deelname aan het maatschappelijk verkeer en om diplomagericht onderwijs te kunnen volgen. Focus op taal en rekenen: de opleidingen in de sector volwasseneneducatie alleen nog gericht zullen zijn op de basisvaardigheden Nederlandse taal en rekenen. De prioriteit die het kabinet geeft aan de aanpak van laaggeletterdheid komt tot uiting in de aanscherping van de doelstelling van educatie en in de wijziging in het opleidingenaanbod. Aanscherping van de doelstelling van educatie: dit houdt in dat opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren en gericht op sociale redzaamheid komen te vervallen. Hiermee beoogt het kabinet transparantie te krijgen over het onderwijsaanbod en de opbrengsten van deze publiek bekostigde onderwijssector1. Het huidige opleidingenaanbod: opleidingen vavo, opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren, opleidingen gericht op sociale redzaamheid en opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), gericht op alfabetisering, op de niveaus A1 en A2 van het Raamwerk NT2 of de niveaus B1 en B2 van het Raamwerk NT2. Na inwerkingtreding van de wijziging Wet educatie en beroepsonderwijs inzake vavo en overige educatie (1 januari 2013) omvat het opleidingenaanbod de volgende opleidingen: opleidingen vavo opleidingen Nederlandse taal en rekenen gericht op alfabetisering of op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2), gericht op alfabetisering, op het basisniveau Nederlands of op het staatsexamen NT2 2 4. Wat is er nodig? Een structurele aanpak met een gerichte focus. Mede op basis van ervaringen in andere landen, heeft het kabinet de volgende uitgangspunten voor de aanpak van laaggeletterdheid in Nederland: publieke en private aanbieders van educatietrajecten werken richting één set van gemeenschappelijke standaarden en niveaus; de kwaliteit van (educatie)programma’s dient verbeterd te worden; betrokkenheid voor lange termijn én op alle niveaus van (publieke en private) organisaties. verandering kost tijd; hoewel met het aanvalsplan een belangrijke stap is gezet is er meer tijd nodig om de impact van beleid te realiseren en verbetering zichtbaar te maken via evaluatie; verantwoordelijkheden neerleggen waar ze horen en mensen hierop aanspreken. De acties in het nieuwe actieplan richten zich op het bevorderen van geletterdheid onder: 1. jongeren; 2. volwassenen; 3. en het voorzien in onderzoek en innovatie. Ad 1. Bevorderen van geletterdheid bij jongeren Onder jongeren valt meeste winst te behalen in de aanpak van het bevorderen van geletterdheid. Daarom: invoering van doorlopende leerlijnen gestandaardiseerde examinering van taal en rekenen referentiekader Nederlandse taal en rekenen nadruk op de beheersing van de basisvaardigheden taal en rekenen tegengaan van voortijdig schoolverlaten Ad 2. Bevorderen van geletterdheid bij volwassenen Verhogen prestaties volwasseneneducatie De focus in het publieke aanbod wordt volledig gericht op het verhogen van geletterdheid. Met betrekking tot deze sector neemt OCW de volgende maatregelen (zie 5). Voor alle educatieopleidingen behalve opleidingen vavo worden eindtermen vastgesteld. 3 5. Wijziging wet- en regelgeving Op dit moment ligt een wijziging van wet- en regelgeving inzake vavo en overige educatieopleidingen voor. Het wetsvoorstel is op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer. Beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2013. Het gaat om de volgende veranderingen: - Focus op taal en rekenen: binnen de volwasseneneducatie geeft het kabinet prioriteit aan het bevorderen van geletterdheid. De opleidingen zullen alleen nog gericht zijn op de basisvaardigheden Nederlandse taal en rekenen. Vanzelfsprekend maakt toepassing van alledaagse informatie- en communicatietechnologie onderdeel uit van de opleidingsprogramma’s. - Er komt meer helderheid over de prijs-kwaliteitverhouding van educatieactiviteiten: er moet transparantie (landelijke afspraken) gaan ontstaan over de prijs/kwaliteitverhouding (standaardisering van prijzen) bij de inkoop van educatie bij roc’s door gemeenten. Dat geeft inzicht in de kosten en inspanning van roc’s enerzijds en opbrengsten anderzijds. Hiertoe wordt het begrip ‘contactuur’ geïntroduceerd. - De kwaliteit en effectiviteit van opleidingen wordt verhoogd: de gemeenten bepalen en leggen in afspraken expliciet vast voor welke prioritaire doelgroepen laaggeletterden (qua achtergrondkenmerken, leeftijd en niveau) educatietrajecten taal en rekenen worden ingekocht bij de roc’s. - Algemene standaarden en aansluiting bij het EQF: OCW gaat algemene standaarden vaststellen voor de opleiding van volwassenen m.b.t. de basisvaardigheden Nederlandse taal en rekenen. Deze standaarden sluiten aan bij het referentiekader voor Nederlandse taal en rekenen en passen binnen het Nederlandse Kwalificatiekader (beschrijft alle kwalificatieniveaus in Nederland en wordt gekoppeld aan het European Qualification Framework). Bij de ontwikkeling van deze standaarden zal worden uitgegaan van reeds bestaande structuren en niveaubeschrijvingen. Aan de hand van deze standaarden kunnen deelnemers op hun voortgang worden getoetst. Aandachtspunten voor aanwezigen: Het opleidingenaanbod wordt gewijzigd bij inwerkingtreding van de wet (voorzien per 1 januari 2013). Dit houdt in dat dit jaar trajecten afgerond moeten worden van opleidingen die volgend jaar niet meer bestaan. De verdeelmaatstaven op basis waarvan het educatiebudget onder gemeenten wordt verdeeld, wijzigen. Nu zijn er meerdere, straks is er slechts 1 (het aantal contacturen). Er wordt gewerkt aan een advies voor eindtermen voor opleidingen Nederlandse taal en rekenen. M.OCW zal het advies naar verwachting zomer 2012 ontvangen. Op basis van dat advies stelt zij de eindtermen vast. Het referentiekader wordt van toepassing op opleidingen Nederlandse taal en rekenen. 4 6. Ondersteuning en implementatie Voor de implementatie van het referentiekader Nederlandse taal en rekenen in het mbo heeft OCW eerder al een Steunpunt taal en rekenen mbo ingesteld. De taken van dit steunpunt zijn uitgebreid op het terrein van volwasseneneducatie en het steunpunt levert een belangrijke bijdrage aan de implementatie van de wijzigingen in de volwasseneneducatie en de bevordering van geletterdheid. Het steunpunt is bereikbaar via www.steunpuntve.nl Tip voor aanwezigen: Volg het laatste nieuws en alle ontwikkelingen rond de wet- en regelgeving via het Steunpunt (www.steunpuntve.nl). Dit is ook het eerste aanspreekpunt voor vragen en meer informatie. 7. Samenwerking publiek-privaat Goede samenwerking van private en (semi)publieke organisaties en overheden is en blijft noodzakelijk bij de aanpak van laaggeletterdheid. Door OCW-beleid als: leesbevordering voor- en vroegschoolse educatie de emancipatiedoelstellingen gericht op de scholing en arbeidsdeelname van laagopgeleide vrouwen het beleid gericht op de basisvaardigheden taal en rekenen in alle onderwijssectoren te verbinden met het rijksbeleid gericht op duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en een digivaardig en digibewust Nederland, wordt het effect van het beleid verhoogd. Naast het verhogen van meer samenhang van beleid tussen de verschillende beleidsterreinen van OCW en die van andere ministeries, is ook samenwerking met en ondersteuning van organisaties binnen de publieke en private sectoren (gemeenten, consultatiebureaus, bibliotheken, scholen, particuliere opleidingsorganisaties, provincies en werkgevers) van groot belang. Daarom: - Ondersteuning bij implementatie: OCW werkt aan een programma voor de periode van 2012-2015 om organisaties te ondersteunen bij de implementatie van de acties uit het actieplan en hun bijdrage aan geletterdheid via de volgende programmalijnen onderwijs (1), regio’s (2), bedrijfsleven (3) en gezin en gezondheid (4). Deze lijnen zijn gebaseerd op bestaande publieke infrastructuur voor de volwasseneneducatie en op de beschikbare onderzoeksgegevens over mogelijkheden om laaggeletterden te bereiken. - Voortzetting van de ontwikkeling van programma’s in de digitale leeromgeving: in de afgelopen periode is het bereiken van laagopgeleide en laaggeletterde volwassenen via (informele) digitale leeromgevingen succesvol gebleken. De Stichting Lezen & Schrijven en het steunpunt taal en rekenen mbo dragen – in samenwerking met andere organisaties zoals de stichting ABC en de stichting ETV.nl (die vanmiddag ook een workshop verzorgt) - zorg voor de ondersteuning bij de implementatie. Voor deze ondersteuningsactiviteiten is in de periode van 2012-2015 jaarlijks een bedrag van € 4 miljoen beschikbaar. 5 - Emancipatie: ontwikkeling van een aanpak om laaggeletterde vrouwen te bereiken. Hierover zal Eelco Wierda van de directie Emancipatie straks meer vertellen2. - Leesbevordering en rol bibliotheken: aangezien leesbevordering aan de kern van het bibliotheekwerk raakt en lezen bijdraagt aan het voorkomen en bestrijden van laaggeletterdheid, betrekt OCW betrekt de bibliotheeksector bij de uitvoering van het actieplan en met het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken worden afspraken gemaakt over de inzet van bibliotheken in de komende periode. - Vaststellen eindtermen: OCW stelt de eindtermen van de nieuwe educatieopleidingen taal en rekenen die betrekking hebben op de omgang met alledaagse ict in samenspraak met minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (verantwoordelijk voor digitale vaardigheden van de beroepsbevolking) vast. - Convenant: enkele jaren terug is een convenant laaggeletterdheid 2007-2015 overeengekomen tussen Stichting van de Arbeid (werkgevers en werknemers), de staatssecretaris van SZW, minister van Jeugd en Gezin, en de minister van OCW. De sociale partners ondernemen in het kader van dit convenant acties richting sectoren en bedrijven om laaggeletterdheid te herkennen en aan te pakken. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van taalscans die toetsen of werknemers behoefte hebben aan scholing op het gebied van taalvaardigheid. 8. Evaluatie en onderzoek De voortgang en effectiviteit van de maatregelen in het actieplan zullen gemonitord. Er wordt o.m. gevolgd: wat is het bereik is onder welke doelgroepen? welk niveau heeft een deelnemer behaald door het volgen van het desbetreffende educatietraject? wat is de tevredenheid van de deelnemer? de ontwikkelingen van het niveau van geletterdheid onder de beroepsbevolking via PIAAC (Programme for International Assessment of Adult Competences) Op dit moment wordt de onderzoeksagenda voor de komende jaren nader uitgewerkt. 2 Achtergrondinfo: dit beleid wordt ontwikkeld vanwege het feit dat vrouwen zijn oververtegenwoordigd onder de laaggeletterden en door de emancipatiedoelstelling om hun kansen op participatie te vergroten. De aanpak kent twee actielijnen: de eerste is gericht op laaggeletterde vrouwen met jonge kinderen, de tweede op laagopgeleide vrouwen die in de zorgsector werken. Eén van de pilots, zoals bedoeld onder ‘Evaluatie en innovatie in bestrijding laaggeletterdheid’, zal zich richten op vrouwen met jonge kinderen. Het gaat daarbij om de verhoging van de kansen van ouders zelf en van hun kinderen. 6 9. Pilots ‘Taal voor het Leven’ Nog onvoldoende volwassenen zetten de stap om hun vaardigheden te verbeteren, er zullen substantieel meer mensen moeten worden bereikt. De inzet om de doelgroep laaggeletterden te bereiken, wordt vergroot. In de periode van 2012 t/m 2014 zal Stichting Lezen & Schrijven een aantal pilots uitvoeren, gebaseerd op ervaringen in het buitenland en op basis van wetenschappelijke inzichten. Het gaat om 6 pilots in verschillende regio’s: Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam. Utrecht en Zwolle. Opzet van de pilots: gebaseerd op de ervaringen met Skills for Life (Verenigd Koninkrijk) en Learning for Life (Ierland) in elke regio worden taalregisseurs en taalcoaches opgeleid taalregisseurs: begeleiden de taalcoaches bij het opstellen van het leerplan en –traject taalcoaches: begeleiden laaggeletterden bij hun leertraject aan de hand van eenduidige methodes de training zal in de omgeving van de deelnemer worden georganiseerd, bijvoorbeeld op de werkvloer, in de bibliotheek, in een buurthuis of thuis er wordt gebruikgemaakt van toetsen (gebaseerd op landelijke standaarden) er wordt samenwerking gezocht met onder meer overheden, werkgevers, onderwijsinstellingen en bibliotheken. Het is de bedoelding dat de pilots de bestaande context in Nederland (d.w.z. de publieke infrastructuur voor educatieopleidingen, de rol van gemeenten en de particuliere infrastructuren) versterken. Deze nieuwe aanpak is een poging om nog meer mensen te bereiken en over te halen hun basisvaardigheden te verbeteren. Ook bij de pilots zal onderzoek naar de opbrengsten en effecten plaatsvinden. Afhankelijk van de evaluatie wordt besloten of, en zo ja hoe, bepaalde werkwijzen een structurele plek krijgen in het beleid. N.B. voor aanwezigen: Het gaat niet om vervanging van formeel onderwijs binnen het ROC, maar om een mogelijke aanvulling van de mogelijkheden voor volwassenen voor non-formeel/informeel leren. 10. Budget De beschikbare middelen voor volwasseneneducatie (te weten laaggeletterdheid en NT2) bedragen circa 57,5 miljoen euro, waarvan 5 miljoen euro wordt afgezonderd t.b.v. pilots uitgevoerd door de Stichting Lezen & Schrijven. Gemeenten kopen momenteel binnen de beschikbare educatiemiddelen volwassenenonderwijs in bij roc’s. Het eerdergenoemde wetsvoorstel brengt een scheiding aan tussen de bekostiging van het vavo enerzijds en de overige educatie anderzijds. Voor zowel vavo als de overige educatie blijft een landelijk budget beschikbaar. Het landelijk budget voor vavo wordt verdeeld over de roc’s. Het landelijk budget voor de overige educatie (dat is het deel van het participatiebudget dat beschikbaar is gesteld door de Minister van OCW) wordt evenals in de huidige 7 situatie verdeeld over de gemeenten. De budgetten voor het vavo en de overige educatie blijven deelnemersonafhankelijk, dat wil zeggen dat het totaal van het vavo-budget niet wordt bijgesteld als de instroom van deelnemers groeit. Het inschrijfgeld voor (een examenonderdeel van) het Staatsexamens NT2 wordt verhoogd naar €180 voor een compleet examen. De verhoging is nodig om de kwaliteit en continuïteit van het Staatsexamen NT2 te kunnen blijven garanderen. 8