Renaissance

advertisement
Karolingische architecuur en haar erfenis
Rome:
 glorietijd qua bouwen
 heel gesofisticeerd met veel technische infrastructuur
bv: Pantheon: in Romeins beton (putzolaan, vulkanische stof),
koepelstructuur (beton wordt lichter naar boven toe,
andere granulaten)
Val van het Romeinse rijk:
 Geen bouwtechnische architectuur meer
 Enkel Christendom overleeft de val (Vanaf 4e eeuw staatsgodsdienst)
5e eeuw  nieuwe start
 Christelijke architectuur = Nieuwe werkgever vanaf 385 NC
 Aantal basismodellen = kern van de nieuwe bouwkunst
Basismodellen: kern van de nieuwe bouwkunst
1. Basilica
= Vergaderzaal, plaats om bijeen te komen (nog geen tempel)
(bv: Santa Sabina, Rome)
 Schip met middenbeuk en 2 zijbeuken
 Lichtbeuk: Rij ramen in het hogere deel van de middenbeuk
 Abscis: nog geen altaar, maar halfronde bank voor de ouderlingen van de
gemeenschap (met gezicht naar de anderen toe)
 Soms ook voorhal of narthex
 Longitudinaal plan
Bewaard:
 Meer in Italië (bij heropbouw van Rome al gerestaureerd, meer naar het
Noorden vaak verwoest)
 Noorden van Spanje ook een aantal bewaard (wel met transformaties):
Muzelmannen
(vb: San Pedro da la Nave, Zamora)
2. Troonzaal (aula)
(bv: Santa Maria de Naranco, voormalige aula)
 Civiele architectuur (= zeldzaam voorbeeld) (met tongewelf)
3. Baptiserium (doopkerk)
= Dopen van volwassenen (zondige leven achterlaten)
(bv: S. Giovanni in Laterano, baptisterium, 4de eeuw, Rome)
 Centraalbouw/centraalplan: 8-hoek met 2 symmetrieassen
(Meestal 8-hoek of cirkel)
 Ambulatorium: rondgang rond de centrale ruimte
 Doopbekken in het midden
(volledige onderdompeling, opstaan en het oud leven sterft af en je
herrijst)
 Spaarnis: nis uitgespaard in dikte van de muur
 Koepel (cirkel) of 8-hoekig kloostergewelf
 Dwergalerij: Gang in de dikte van de muur uitgespaard, aan de buitenkan
enkel zuilen (open gang), onder dakrand boven de spaarnis
Verspreiding: N-Italië

Constantijn. Eerste christelijke keizer
(bv: Sbeitla, Tunesië) = link met mausoleum
4. Mausoleum (grafkerk)
(bv: Santa Constanza, Rome)
 Gelijkenissen met baptiserium:
o Centraalplan (8-hoekig of cirkel)
o Ambulatorium
Getallensymboliek
 3: heilige drievuldigheid
 8: oneindigheid, verrijzenis, eeuwigheid
 12: apostelen
Oorsprong van deze types
 Gebaseerd op de keizerlijke architectuur
(ook: het prestige van vroeger overnemen)
 Later
 4e-8e eeuw: 2 Types (samen of appart) combineren
5. Kathedraal
= 1 of meerdere basilica + baptisterium



Ecclesia major
o Winterkerk (Iedereen kan binnen (ook niet-gedoopten))
o Gewijd aan H. Maria
Ecclesia minor
o Zomerkerk (Kleiner)
o Gewijd aan (1 van) de apostelen
Baptiserium
o Gewijd aan Johannes de Doper
o In steden of de natuur: vaak appart baptiserium
 Verschillende gebouwen, maar functioneren samen
(bv: Pisa: baptisterium + hoofdkerk + campanile)
6. Martyrium (martelarenkerk)
= Martelarenverering (heiligenverering)
 heel typisch Christendom, zeker vanaf 4e eeuw
= Martyrium wordt aanhangsel aan de basilica
 Basilica: Erediensten (hoofdviering ipv vergaderzaal)
(bv: St Pieter, Rome, 4e eeuw)
 Transept of dwarsbeuk: hier ligt het martyrium in (tussen beuk en abscis)
 Vaak centraalplan
 Ad sancto’s: begraven worden bij de heiligen
(Inkomstenbron voor abdijen, relieken halen!  arch. ontwikkeling)
 Atrium of voorhof: binnenkomen
 Martyrium + Basilica = Basisplan/idee voor moderne kerk (nog steeds)
2 mechanismen:
eerst martyrium (vaak centraalbouw) of eerst basilica.
(bv: Saint-Germain, Ravena)
Basis Karolingische “renaissance” 8e-9e eeuw
(echte Renaissance: 14e-15e eeuw)
= kleine wedergeboorte, terugkijken op het Romeinse imperium, maar steunt
tegelijkertijd op de 2 eerdere basisprincipes
Nieuwe keizerrijk
 Karel de Grote, 800 gekroond tot keizer te Rome, door Paus Leo III
 Nieuwe keizerlijke architectuur
(bv: paleiscomplex (Palts-complex), Aken, Duitsland) (Palatium)
 Grote verwijzing naar Rome:
o Paleiskapel, voorhof, aula, …
o ‘Lateraan’ genoemd (= ook paleis in Rome)
Waar de voormiddeleeuwse pausen logeren (tot 15e eeuw)
Geschonken door 1e Christelijke keizer Constantijn aan de paus
 Symbool voor de geestelijke en wereldlijke macht van pausen
o Zichtbare connectie: Ruiterstandbeeld in de voorhof
 Voor het Lateraan: Standbeeld van Marcus Aurelius (men
dacht vroeger dat dit het paard van Constantijn was)
 Aken plaatst men in de voorhof een ruiterstandbeeld van
Karel de Grote te paard (uit Ravenna gehaald)
Boodschap: Karel de Grote = nieuwe Constantijn
 Opdat ze door oude macht Byzantium geaccepteerd zouden
worden
o Bronzen wolvin (Symbool oude Rome – Romulus en Remus) in ME in
Lateraan te Aken
o Ambassade uit Byzantium
o Verwijzingen naar het Romeins Constantijnse Imperium: de
geletterde geschiedschrijvers draaien alles om (naar het Westen)
Vaticaan = hedendaags pauscomplex
 Karolingische Renaissance wil het Christelijke Rome van Constantijn doen
herrijzen (niet heel Rome = Renaissance)
(bv: Sint-Salvator/H.Bonifacius, Fulda, Duitsland)
 Basilica keert om: gezicht naar Westen (ipv Oosten)
 Gewijd aan apostelen van de Germanen (ipv Romeinen)
 MAAR: gebouwd naar analogie met St Pieter (Rome) (= stichting
Constantijn)  Parallellisme met Romeins imperium
 Vaak keert de terugkeer naar het Christelijke Rome (++ Karolingische elite)
(bv: Poortgebouw abdij, Lorsch, Duitsland)
 Gebouwd naar plan van Romeinse triomfboog
(3 doorgangen met bovenverdiep)
 Rondboog gedragen door zware pijlers met Corinthisch kapiteel
 Verchristelijkt: minder Rome, meer Constantijn
(~ triomfboog Constantijn aan colosseum)
 Veel triomfen te vieren door Karel (deze: Beieren)
 Leus: Renovatie Romani Imperii
= Vernieuwing van het Romeinse Rijk
Karel de Grote wordt heel bekende keizer
 Parlzkapel krijgt grote nasleep
 Byzantijnse centraalbouw en grote koepel
o 8-hoek met ambulatorium (kloostergewelf)
 Nu: Tribune: verdiep boven ambulatorium
 Kruisgewelf/Graatgewelf rond centraal deel (zeer groot overwelfde
structuur)
 Rond 8-hoek een 16-hoekige omgang
 Bekleed met marmer (gerecupereerd uit Rome)
(later door Napoleon gestolen)
 Mozaïeken (uit Byzantium)
Spoila: Recuperatie vanuit antieke gebouwen
Tongewelf = halve cilinder
Kruisgewelf/graatgewelf = 2 tongewelven snijden
Kloostergewelf = soort koepel; 4hoek, 8hoek
 Heel veel middeleeuwse heersers bouwden de paltzkapel na
= Ad instar: naar het model
Band



met aken: (Zlefs tot 1000 en later)
Functie niet belangrijk, wijding wel
Grondplan aangepast/bewaard
Soms zelfs gewoon kleine fragmentjes (bv 3 zuilen van de 8)
 1 afmeting of algemeen kenmerk (bv: wijding) = genoeg om te verwijzen
 Ravenna: paleis-kapel, Liege, groningen, Brugge, …
 Ottmarchein: link ligt in zijn wijding (2,5 eeuw na Aken)
 Essen: keizerlijke afkomst benadrukken
(bv: heilige grafkerk, Jeruzalem)
 Heel veel kopieën (alhoewel weinig bouwmeesters de echte kerk kenden)
o Centraalbouw
o Midden = overwelfde ruimte
o 3 abscissen
o Midden, ronde ruimte: 12 zuilen, 8 pijlers
 Kleine link = genoeg om na te maken
De nieuwe kerk: Uitbreiding van de basilica
Basilica begint steeds meer op een echte kerk te lijken
 Grote ruimte met zijbeuken, lichtbeuk en plat dak
 verandert 
 Torens, uitbreidingen, geweld in de grote zaal
1. Westen
Hoofdkerk basilica: 2 torenuitbreidingen
 Heiligdommen in de vorm van een toren
(vanuit Syrië overgekomen in 6e-7e eeuw)
 Mode komt uit het Oosten naar het Westen (Rome, Frankrijk)
 Torencomplex krijgt eigen wijding (W-toren)
o Heilige (vaak aartsengel Michaël): bescherming tegen het
kwaad dat altijd uit Westen komt (zonsondergang)
(bv: Centula, Abbéville, Frankrijk, St Riquier, 8e eeuw)
 Westwerk: Westbouw met toren
(bv: Paltzkapel, Aken)
 Thronus Imperialis: Troon op 1e verdieping
 Keizerlijk verband
(bv: Corvey, abdijkerk)
 Tribunes + galerij
 Gelijkvloers: publieke gedeelte.
 Aula imperialis: verdiep word geassocieerd met de keizer.
2. Oosten
 Concentratie van altaren
o Processionele liturgie: men trekt van het ene altaar naar het andere
o Gevolg:
 Verlenging en verhoging van oostelijk abscis
 Buitencrypte: Uitbreiding rond abscis
 Extra kapellen voor de relieken (begraven)
 Dubbele polariteit: (ca 1000) 2 polen aan weerszijden (overwelfd) met een
schip daartussen (nog steeds niet overwelfd) (pas volledig in 11e-12e eeuw)
(bv: St. Michael, Hildesheim, Duitsland)
 Opbouw van het schip met Steunwissel/Stützenwechsel: Zuilen met een
kanteel afgewisseld met pijlers (Gebonden stelsel)
 geeft structuur en ritme aan de ruimte
 ‘Plan van Sankt Gallen’ (ca 820) gebruikt
o werken met verdiepingen
o hoofdaltaar word verhoogd, goed zichtbaar.
(bv: Clermont-ferrand)
 Koor met kooromgang en straalkapellen
= Typische opzet
 Toevoeging stapelkoor: gangen die parallel lopen
o Trapsgewijze opzet van ruimtes
o Allemaal overwelfde ruimtes
 Idem voor niveau van de crypten: half onder de grond
Download