Ruilen over de tijd

advertisement
Ruilen over de tijd
In deze les leer je over ruilen over de tijd: de intertemporele substitutie
Neem aan dat dit jouw levensloop voorstelt.
1. In welke fase zal jouw arbeidsproductiviteit het hoogst zijn? Licht toe
In de vierde fase als volwassene met de goede scholing.
2. In welke fase zal het inkomen uit arbeid het hoogst zijn? Waardoor kan in dezelfde periode de schuld
toenemen? Licht toe.
In de fase waarin de arbeidsproductiviteit het hoogst is zal ook het inkomen het hoogst zijn (de 4de persoon), In
deze periode zou een huis gekocht kunnen worden (met een hypothecaire lening) en zouden opgroeiende
kinderen onderhouden worden.
3. Leg uit waardoor bij de laatste figuur het vermogen af zal nemen.
De laatste figuur geniet van zijn pensioen. Het spaargeld neemt wel toe door rente-ontvangsten maar zal
afnemen omdat het inkomen minder geworden is.
4. Leg uit dat bij de vierde figuur het vermogen kan afnemen als toenemen..
De 4de figuur heeft zijn hoogste inkomen en kan daarvan geld overhouden om te sparen. Hierdoor neemt het
vermogen toe. Het kan ook zijn dat er kinderen onderhouden moeten worden en dat er een hypothecaire lening
voor een huis afgesloten is. Hierdoor zal de schuld kunnen toenemen.
PS: Het koophuis stelt ook vermogen voor|!!!
Het aangaan van een studieschuld kan beschouwd worden als intertemporele substitutie.
5. Wat zal stijgen als je nu geld leent voor je studie? Vink het meest juiste antwoord aan.
het aantal studieboeken
je consumptie nu
de versnaperingen die je nu kan nemen.
de investeringen van de bedrijven
6. Wat zal in de toekomst door de studie hoger kunnen zijn? Vink het meest juist antwoord aan.
het aantal kinderen dat je hebt
het inkomen dat je verdient
het vermogen dat je hebt
Er zijn voor het vermogen in de toekomst positieve als negatieve gevolgen te verwachten.
7. Leg uit waardoor het vermogen minder wordt en leg tevens uit waardoor het vermogen zal stijgen.
Zie vraag 3.
8. Bij het aangaan van een schuld door gezinnen nu is er sprake van intertemporele substitutie. Wat wordt er
over de tijd geruild?
Investeringen
✔
consumptie
✔
inkomen
kapitaalgoederen
9. Doe de posterexcursie in lokaal 110.
10. Als een gezin spaart, wat kan een gezin nu dan minder doen?
investeren
consumeren
exporteren
importeren
11. Leg uit op welke manier er sprake is bij sparen door gezinnen van intertemporele substitutie. Oftewel leg uit
wat over de tijd geruild wordt?
Door nu te sparen is er minder geld om te consumeren. Het spaargeld (inclusief rente) kan in de toekomst gebruikt
worden om meer te consumeren. Consumptie wordt over de tijd geruild.
Om te weten of er ook ruilen over de tijd bij bedrijven geldt, moet je jezelf afvragen waarom bedrijven zullen
investeren en met behulp van welk geld bedrijven dat zullen doen.
12. Welke twee manieren zijn het meest gebruikelijk?
✔
Investeren met geleend geld
✔
Investeren uit de behaalde winst
investeren met overheidssubsidie
investeren door de prijzen te verhogen
13. Welke motieven zal een bedrijf hebben om te investeren?
✔
vermoeden van een gat in de markt
✔
in de toekomst meer winst
✔
de kwaliteit van de producten verbeteren
✔
milieuvriendelijker produceren
14. Welk van de motieven is voor dit onderwerp het belangrijkst?
vermoeden van een gat in de markt
in de toekomst meer winst
de kwaliteit van de producten verbeteren
17. Leg uit op welke manier er bij het investeren door bedrijven sprake is van intertemporele substitutie.
Een deel van de winst wordt gebruikt om te investeren. Nu minder winst. De investeringen worden gedaan in
de verwachting in de toekomst meer winst te maken. Dus winst wordt geruild over de tijd.
Ook bij de overheidsfinanciën is er sprake van intertemporele substitutie.
Kijk hier om te weten hoe groot de schuld van de Nederlandse overheid is.
Als de Nederlandse overheid nu een schuld heeft zij in het verleden te veel besteed.
18. Leg uit op welke manier er hier sprake is van intertemporele substitutie.
Met het huidige belasting geld moet het teveel aan bestedingen in het verleden (of de te weinig ontvangen
belastingen) betaald worden. De overheid heeft nu minder te besteden omdat zij in het verleden teveel besteed
heeft.
Als de overheid nu geld leent vanwege het financieringstekort, zij financiert haar tekorten, dan is er sprake van
het inzetten van toekomstig belastinggeld.
19. Leg deze uitspraak uit,
Als de overheid nu geld leent, ontstaat er een schuld (staatsschuld). Deze zal in de toekomst afgelost moeten
worden. Het belastinggeld dat dan ontvangen wordt, is dan in feite nu al besteed.
Er zijn wat varianten mogelijk op de tot nu toe besproken theorie. We zullen er twee doornemen.
20. Leg uit op welke manier een lage rentestand kan leiden tot ruilen over de tijd.
Als het rentepercentage laag is, wordt het lenen van geld aantrekkelijker. Hierdoor is er nu meer geld beschikbaar
om te consumeren, maar in de toekomst als de schuld terugbetaald moet worden minder geld beschikbaar en dus
minder consumptie.
21. Leg uit hoe verwachte deflatie kan leiden tot ruilen over de tijd. Gebruik hierbij ook het begrip reëel.
Als er deflatie (algehele prijspeil daling) verwacht wordt, dan zullen consumenten hun bestedingen uitstellen omdat
in reële termen hun inkomen meer waard zal worden in de toekomst.
Weet je alles? Kijk dan hier om het te checken.
Ruimte om extra aantekeningen te maken.
fransetman.nl. Zie steeds de eenvoud
Download