10-05-2012 – Brussel – Belgische kamer van

advertisement
10/05/2012 – Brussel
Belgische Kamer van Koophandel – Belgische Kamer van Koophandel
Geachte dames en heren,
Beste deelnemers aan dit colloquium,
Het grote aantal deelnemers aan deze studiedag toont aan dat duurzaamheid ons allen
bezighoudt. Of het nu gaat om duurzaam investeren of duurzaam tewerkstellen,
maatschappelijk verantwoord ondernemen zou een centrale pijler moeten zijn bij elke vorm
van bedrijfsvoering.
Daarom ben ik ook erg tevreden met uw uitnodiging om hier vandaag aanwezig te zijn. Als
staatssecretaris voor maatschappelijke integratie ben ik bevoegd voor het federale onderdeel
van sociale economie. De sector van de sociale economie wordt nog te vaak als
overgesubsieerde zielepoot gezien van de reguliere economie, maar deze totaal verkeerde
veronderstellingen hebben te maken met het ongekende. Mij is deze bloeiende sector alvast
niet vreemd. Er wordt gestreefd naar meerwaarde, niet enkel in de vorm van toegevoegde
waarde voor producten of diensten, maar ook toegevoegde waarde voor mensen. In de
sociale economie krijgen mensen die nog niet klaar zijn voor de reguliere arbeidsmarkt de
kans om op hun eigen tempo te werken, om ervaring op te doen, om mits begeleiding
zichzelf verder te kunnen ontplooien. Dit is een grote meerwaarde voor al deze
medewerkers. Heel wat onder hen zijn kunnen na verloop van tijd de stap zetten naar het
normaal economisch circuit of binnen de sociale economie-onderneming zelf doorgroeien.
‘Een duurzame en kwaliteitsvolle job is de beste remedie om armoede te bestrijden’ kan u in
mijn beleidsnota lezen. Ik wil via mijn beleid volop inzetten op de activering van iedereen.
Activering op maat weliswaar: sommige mensen zijn te ver van de arbeidsmarkt verwijderd
om er aan de slag te kunnen. Voor hen biedt de sociale economie kansen. De sociale
economie is met andere woorden een belangrijke partner om deze mensen te activeren en
blijvend kansen te geven. De rol van de overheid is in eerste instantie coördinerend. De
sector meer bekendheid geven, uitwisseling van ervaring en samenwerkingsverbanden
stimuleren. Deze studiedag is hiervoor een uitstekend instrument. Anderzijds moet de
overheid ook een ondersteunende rol spelen. In mijn visie is een puur financiële
tegemoetkoming voor productiviteitsverlies door tewerkstelling van doelgroepmedewerkers
niet de enige manier om de sector van de sociale economie te ondersteunen. Ik wil innovatie
sterk aanmoedigen. Organisaties die investeren in innovatie, zij het op het niveau van de
organisatie zelf, zij het via hun producten en diensten, moeten hiervoor gestimuleerd worden.
Ze investeren namelijk om zichzelf te onderscheiden op hun afzetmarkt, ze investeren in een
vergroting van hun concurrentievermogen. Deze vormen van streven naar excellentie zoals
men in mooie managementtermen zegt, kunnen financiële ondersteuning van de
doelgroepwerknemers bijgevolg deels of volledig overbodig maken. Ik heb daarom een
budget van 2 miljoen euro beschikbaar om sociale economiebedrijven die, al dan niet in
samenwerking met de reguliere sector, investeren in innovatietrajecten te ondersteunen. Nog
voor de zomer zal deze oproep gelanceerd worden.
De meerwaarde van Quadrant is dat het deelnemende organisaties een leertraject aanbiedt
waarbij op het einde van de rit de deelnemers weten wat duurzaam ondernemen voor hun
bedrijf betekent en hebben ze een actieplan kunnen uittekenen. De vele organisaties die dit
traject de afgelopen jaren gevolgd hebben, tonen de duidelijke nood terzake aan. Het is
daarnaast fijn om vast te stellen dat het niet enkel de grote bedrijven zijn die deelnemen aan
deze lerende netwerken, maar ook dat ook de kleine en middelgrote ondernemingen
vertegenwoordigd zijn. KMO’s zijn rijk aan ideeën en vaak een motor van innovatie. Ze zijn
een onmisbare schakel van ons economisch weefsel, en zorgen voor werkgelegenheid, ook
in de meest moeilijke economische periodes.
Maar, vooral in tijde van crisis, zijn deze ondernemingen ook zeer kwetsbaar. De middelen
om te vernieuwen zijn beperkt, waardoor men minder risico’s durft en kan nemen dan in een
periode van economische vooruitgang. Het is ook daarom dat we erover moeten waken dat
KMO’s de middelen krijgen om zich ten volle te kunnen ontwikkelen.
Dames en heren,
Het centrale thema van vandaag was duurzaam aankopen in de keten. Behalve de
ondernemingen, heeft ook de overheid een hier een rol te spelen. Overheden (lokaal,
regionaal en federaal) zijn grote afnemers van goederen en diensten, en zouden een
voorbeeld moeten zijn en een beleid inzake duurzaam aankopen ontwikkelen. Dit bleek
vandaag uit meerdere sessies.
De federale overheidsdiensten zitten hier alvast op het goede spoor. Zij stellen een
aankoopbeleid voorop dat niet enkel gebaseerd is op economische doelstellingen, maar ook
rekening houdt met sociale en ecologische overwegingen. Dit dankzij inspanningen en
initiatieven van onder meer de POD Duurzame Ontwikkeling, de Kanselarij van de eerste
minister en de POD Maatschappelijke Integratie.
Om af te sluiten herhaal ik graag wat voor mij de belangrijkste boodschap van vandaag is:
het belang van samenwerking. Tussen de reguliere en de sociale economie, tussen grote en
kleine ondernemingen, tussen de ondernemingen en de overheden.
Deze samenwerking is cruciaal om een degelijk kader voor maatschappelijk verantwoord
ondernemen en duurzaam aankopen te creëren. Een kader dat vandaag de dag meer dan
ooit noodzakelijk is om iedereen bij de arbeidsmarkt te kunnen betrekken. Ook zij die er in
eerste instantie verder af lijken te staan.
Ik dank u voor uw aandacht.
Download