Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal

advertisement
Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies
Den Burg: van leefbaar naar sociaal
vitaal
Frans Thissen
Opzet van presentatie







Onderzoek in 2001: Identiteit van Texel
Wat speelde er op Texel
Leefbaarheid
Sociale vitaliteit
Veranderingen in dorpen
De spiraal omhoog en de spiraal omlaag
Voorwaarden voor leefbare en sociaal vitale
dorpen
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
2
De identiteit van Texel: in één woord
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
3
De identiteit van Texel: oordeel bewoners
over beeld op ansichtkaarten
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
4
De identiteit van Texel: oordeel bewoners
over uitspraken van de gemeente
laagst
Persoonlijk belang:
•Verscheidenheid van
kleinschalige bedrijven
•Hoog voorzieningenniveau
•Verbondenheid van
bewoners
•Afwisseling in landschap
•Rijk aan natuur en
cultuurlandschap
•Eiland
hoogst •Veiligheid
Karakteristiek voor Texel:
•Verscheidenheid van
kleinschalige bedrijven
•Hoog voorzieningenniveau
•Verbondenheid van bewoners
•Afwisseling in landschap
•Veiligheid
•Rijk aan natuur en
cultuurlandschap
•Eiland
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
5
De identiteit van Texel: de mooiste plek
Toeristen
Boeren
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
6
Wat speelde er op Texel ?
Eierlandsche
Eierlandsche
Duinen
Duinen
De
De Cocksdorp
Cocksdorp

De
De Slufter
Slufter

Polder
Polder
ZuidZuidEierland
Eierland
Bos
Bos --
Eijerland
Eijerland
Oost
Oost
De
De Koog
Koog

Oosterend
Oosterend
wachterij
wachterij
De
De Waal
Waal

Den
Den Burg
Burg
Texel
Texel
N5
01
Oudeschild
Oudeschild
Den
Den Hoorn
Hoorn
De
De Hors
Hors

Agrarische sector: schaalvergroten
of verbreden?
De relatie tussen landbouw en
natuur & landschap
Draagvlak voor de trek naar het
platteland
Concentratie of spreiding van
woningen en voorzieningen
Zeggenschap over eigen dorp en
eiland
't't Horntje
Horntje
MA
D
RS
IEP
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
7
Leefbaarheid: een lastig begrip
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Gecompliceerd als onderzoekbaar begrip: betreft
veel aspecten met een veranderend belang
Vaak normatief geladen
Gaat voorbij aan bewoners met een verschillende
positie (succesvol versus kwetsbaar) en bewoners
met een verschillend referentiekader:
Definieert problemen vaak op één ruimtelijke
schaalniveau: dorp, buurt (woonomgeving)
Geeft vaak aanleiding tot een eenzijdige relatie
tussen bestuur en bewoners (“wensenlijstjes”)
Ziet bewoners alleen als consument / slachtoffer van
de omgeving
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
8
‘Sociale staat van het Platteland’ (SCP)

Leefsituatie op het Nederlandse
platteland is gunstig:




Gunstige woonsituatie
Grotere betrokkenheid van
bewoners
Steeds verder toenemende
mobiliteit (individuele mobiliteit)
Plattelanders over hun leven op het
platteland


Positieve beeld wordt door
bewoners zelf bevestigd
Minpunten: voorzieningen en
openbaar vervoer, maar deze
tasten het positief eindoordeel niet
aan.
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
9
Leefbaarheid platteland ontwikkelt zich positief
105
104
103
102
101
100
99
98
97
1997
Nederland
1999
stedelijk gebied
2002
2004
platteland
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
10
… maar niet voor iedereen
110
platteland
gemiddeld
eenouder gezinnen
105
100
95
65-74 jaar
90
85
laagste 20%
inkomens
alleenstaanden
80
75 jaar of ouder
75
70
1997
1999
2002
2004
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
11
… en niet
overal
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
12
Leefbaarheid en sociale vitaliteit


Leefbaarheid: “waar bewoners naar
tevredenheid leven en waar
terugkerende problemen, zorgen en
ergernissen beperkt zijn”
Sociale vitaliteit: “waar waardevolle
zaken tot stand komen dankzij vrijwillig
handelen van bewoners”


Verbindende sociale vitaliteit (actief,
betrokken)
Vernieuwende sociale vitaliteit (open,
gericht op verandering)
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
13
Begrippen

Leefbaarheid: de beleving van de dagelijkse
woonomgeving (of ‘wordt de omgeving als
passend ervaren’)

Sociale vitaliteit: inspanningen en initiatieven
van bewoners gericht op hun omgeving (actief,
open, betrokken)

Voorzieningen (sociale infrastructuur): VVA
(Voorzieningen, Verenigingen, Activiteiten),
Voorwaarde én Resultaat van menselijk handelen
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
14
Sociale veranderingen in dorpen




Het verdwijnen van een
boerencultuur
De verandering van
bewoners: opleiding,
emancipatie, welvaart,
secularisatie
De opkomst van de grote
wereld in
levensgeschiedenissen
De opkomst en teloorgang
van het autonome dorp
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
15
Verschillen tussen bewoners / dorpen
Autonome dorp
Woondorp

Je bent er geboren of
opgegroeid, je komt ‘van
het dorp’

Je bent er gaan wonen om
de mooie woning en
aangename woonomgeving

Je werkt er en je doet er je
boodschappen: je woont
‘op het dorp’

Voor je sociale contacten
en voorzieningen ben je niet
afhankelijk van het dorp
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
16
Verschillen tussen bewoners / dorpen
Autonome dorp




Woondorp
In dorp geboren en getogen
bewoners (leefpaden)
Activiteiten in het eigen dorp
(dagpaden)

Traditioneel referentiekader:
Uitgedragen door bepaalde
bewoners en bestuurders



Bewoners die zich ooit in dorp
hebben gevestigd (leefpaden)
Activiteiten buiten het dorp waar
men woont (dagpaden)
Opkomend referentiekader:
Uitgedragen door bepaalde
bewoners
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
17
Leefbaarheid in het autonome dorp: de
spiraal omlaag Relatie wordt steeds losser:
1. Schaalvergroting van veel
voorzieningen is autonoom
2. Gedrag van bewoners
regionaliseert
Ontwikkeling aantal
inwoners
Aantal inwoners
neemt vooral af door
kleinere
huishoudens
Ontwikkeling aantal
voorzieningen
Ontwikkeling
Leefbaarheid
Bewoners baseren
hun oordeel steeds
vaker op kwaliteit
woonfunctie
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
18
Leefbaarheid in het woondorp: de
spiraal omhoog Dorpen gaan
Ontwikkeling
gemeenschapsinitiatieven
(voorzieningen)
Voorzieningen zijn
resultaat van
leefbaarheid
verschillen in de
aanwezigheid van
sociaal kapitaal
Regiovorming
Ontwikkeling
woonfunctie
binnen de streek
Ontwikkeling
Leefbaarheid
Krimp heeft pas effect
als woonfunctie wordt
aangetast
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
19
Toenemende (auto)mobiliteit
Vrouwen in dorpen Littenseradiel 1993, 2007
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
20
Belang van zaken in de woonomgeving
wanneer men ouder wordt
Ouderen in dorpen Kop v N.-Holland, 2001
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
21
Leefbare en Sociaal Vitale Woondorpen




Goed wonen: ruimtelijke kwaliteit woningen en
woonomgeving
Ontmoetingsfunctie: zowel binnen als buiten ruimte
voor ontmoeting (third places)
Sociaal kapitaal: bewoners met grote sociale
netwerken
Geef bewoners de gelegenheid zich door middel van
verhalen te oriënteren op een veranderende
identiteit.
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
22
1. De kwaliteit van het wonen
goed, aangenaam en veilig
wonen, vrij van overlast in
een mooi en natuurlijk
landschap met identiteit
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
23
2. Ontmoetingsfunctie: ‘Third Places’
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
24
3. Sociaal kapitaal
Bewoners met grote
sociale netwerken die
kunnen binden én die
bruggen kunnen en
willen bouwen
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
25
4. Orienteren op een veranderende
identiteit
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal
26
Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies
Den Burg: van leefbaar naar sociaal
vitaal
Frans Thissen
Download