De eindtijd en de Tessalonicenzen-brieven. Openb.6:1-2 Toen zag ik dit: het Lam verbrak een van de zeven zegels en ik hoorde een van de vier wezens roepen met een geluid als een donderslag: Kom! Ik zag dit: een wit paard met een ruiter, die een boog droeg. Hij kreeg een zegekrans en trok op als een overwinnaar, de overwinning tegemoet. Deel I: Introductie op Openbaring 6 t/m 16. A: Een dramatische overgang. Openb.6:1 Toen zag ik dit: het Lam verbrak een van de zeven zegels en ik hoorde een van de vier wezens roepen met een geluid als een donderslag: Kom! Waarschijnlijk is er nergens in de hele Bijbel zulk een dramatische overgang te vinden tussen twee hoofdstukken als tussen Openb.5 en 6. In hoofdstuk 5 bevinden we ons in de glorieuze atmosfeer van de hemelse troonzaal, maar in hoofdstuk 6 verplaatst het toneel zich naar de aardse atmosfeer van grote rampen. Veel christenen voelen zich aangetrokken door de hemelse atmosfeer van hoofdstuk 5 en worden sterk geïnspireerd door de aanbidding van serafs, oudsten en vele tienduizenden engelen. Maar zodra ze in hoofdstuk 6 aankomen, verdwijnt hun belangstelling, omdat hun hart geen verbinding kan maken met de realiteit van Gods oordelen in de eindtijd. Deze gelovigen lezen Openb.6 t/m 18 zonder enige echte vorm van geestelijke belangstelling. Andere gelovigen daarentegen zijn meer nieuwsgierig van aard en sensatiebelust als het gaat om de eindtijd; hun hart wordt niet zo erg warm van de hemelse aanbidding, maar hun interesse maakt overuren zodra ze in hoofdstuk 6 aankomen. Tot in de details worden de gebeurtenissen van de eindtijd in kaart gebracht, en niet zelden worden er schema's gemaakt over het verloop van de gebeurtenissen. Beide groepen gelovigen maken echter dezelfde fout; zij leggen vrijwel geen enkel verband tussen de aanbidding in hoofdstuk 5 en de oordelen in hoofdstuk 6. Maar het Lam dat in hoofdstuk 5 aanbeden wordt is hetzelfde Lam dat de zegels van de boekrol in hoofdstuk 6 verbreekt. In feite getuigt de reactie van beide groepen gelovigen van weinig interesse in de emotionele beleving van Jezus het Lam tijdens Zijn optreden als Degene die de zegels van de boekrol verbreekt. De aanbidders aanbidden het Lam, omdat Hij Degene is die heeft overwonnen (Openb.5:5a); maar ze vergeten dat Jezus het Lam op het kruis van Golgotha niet alleen overwonnen heeft om onze zonden te vergeven, maar ook om van God de Vader de waardigheid te ontvangen de zegels van Gods boekrol te mogen verbreken (Openb.5:5b). Het Lam dat de zonde der wereld wegnam (Joh.1:29) is ook het Lam dat na de reiniging van de zonde heeft plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods majesteit (Hebr.1:3) om van de Vader de allerhoogste naam te kunnen ontvangen (Fil.2:9, Hebr.1:4). De nieuwsgierige gelovigen hebben meer interesse in de feiten en gebeurtenissen van de eindtijd dan in de emoties in het hart van Jezus het Lam. Zij vergeten echter dat het boek Openbaring ons niet gegeven is om onze nieuwsgierigheid te bevredigen, maar om ons als dienaren van God voor te bereiden op de dingen die gebeuren moeten (Openb.1:1). Beide groepen gelovigen zijn niet of nauwelijks voorbereid op de werkelijke betekenis van de boekrol van de eindtijd, en zij komen niet in verbinding met de emoties van Jezus, wanneer Hij Zijn waardige rol vervult als Rechter van de hele mensheid. Jes.63:4-6 Ik had besloten tot een dag van wraak, het jaar van vergelding was aangebroken. Toen zag Ik dat er niemand was die hielp, Ik was geschokt dat niemand Mij aanmoedigde Op eigen kracht bracht Ik redding, door Mijn woede aangespoord. Ik heb de volken in Mijn woede vertrapt, met Mijn toorn heb Ik hen dronken gevoerd. Hun bloed liet Ik op de aarde neervloeien. Jes.59:16-18 Hij zag dat er niemand was, Hij was geschokt dat niet één mens Zijn zijde koos. Op eigen kracht bracht Hij redding en Zijn gerechtigheid spoorde Hem aan. Hij gordde het harnas van de gerechtigheid aan en zette de helm van de redding op Zijn hoofd. Hij deed het kleed van de vergelding aan en hulde Zich in de mantel van de strijdlust. Hij zal ieder 1 naar zijn daden vergelden: woede voor Zijn vijanden, wraak voor Zijn tegenstanders; ook op de eilanden wreekt Hij Zich. Deze beide tekstgedeelten uit Jesaja tonen ons Jezus in een geschokte emotionele ervaring, omdat niemand Hem ondersteunt in het uitoefenen van Zijn rechtvaardige functie als Rechter van de eindtijd. De gelovigen die meedoen met de aanbidders van Openb.5 aanbidden Hem om Zijn overwinning op het kruis van Golgotha, maar vooral vanwege de vergeving van hun zonden. De gelovigen die nieuwsgierig zijn naar de gebeurtenissen van Openb.6 en daarna laten Jezus helemaal in de kou staan, omdat zij geen enkele belangstelling tonen voor Zijn emotionele hart tijdens het voltrekken van de oordelen in de eindtijd. Het is hard nodig dat wij zeer diep doordringen in de onthullingen van Openb.4 + 5 om de werkelijke betekenis van de oordelen van de eindtijd uit Openb.6 t/m 18 te kunnen begrijpen. Het moet diep tot onze geest en ons hart doordringen dat het Jezus in Zijn rol als het Lam is die de zegels van de boekrol verbreekt; het woord lam in Openb.6:1 v.v. is het Griekse woord ‘arnion’ wat een verkleinwoord is en dus in feite als ‘lammetje’ vertaald moet worden. Jezus, de Zoon van God en de Leeuw van Juda, opent in Zijn onschuldige hartsgesteldheid als het Lammetje de zegels van de boekrol, waardoor vreselijke oordelen over de aarde worden vrijgezet. Wanneer wij dit niet beseffen, gaat de werkelijke betekenis van de rol van Jezus in de eindtijd aan ons voorbij. B: Een ruiter op een wit paard. Openb.6:2 Ik zag dit: een wit paard met een ruiter, die een boog droeg. Hij kreeg een zegekrans en trok op als een overwinnaar, de overwinning tegemoet. De uitleg van Openb.6:2 is van zeer cruciaal belang voor onze verdere visie op het boek Openbaring, omdat de komst van deze ruiter op een wit paard de allereerste gebeurtenis is die zich afspeelt, nadat Jezus het eerste zegel van de boekrol heeft verbroken. Deze boekrol bevat zeven zegels, en uit het zevende zegel komen zeven engelen met zeven bazuinen naar voren (Openb.8:1-2). Uit de zevende bazuin (Openb.11:15) komen de zeven engelen met de zeven schalen tevoorschijn; want in Openb.11:19 gaat de tempel van God in de hemel open, en ook in Openb.15:5 gaat deze tempel in de hemel open. Uit deze tempel komen zeven engelen met de zeven schalen van de laatste oordelen van God tevoorschijn. M.a.w. uit de boekrol komen 21 oordelen tevoorschijn, de zeven zegels, de zeven bazuinen en de zeven schalen. De interpretatie van het allereerste oordeel in het eerste zegel is van groot belang, omdat het onmiddellijk de toon zet voor alles wat daarna komt; het is dus de grote vraag wie deze ruiter op het witte paard is. Nu wordt er in het boek Openbaring nog een keer gesproken over een ruiter op een wit paard. Openb.19:11-16 Ik zag dat de hemel geopend was, en dit zag ik: een wit paard met een ruiter, die Trouw en Betrouwbaar heet, die een rechtvaardig vonnis velt en een rechtvaardige strijd voert. Zijn ogen waren als een vlammend vuur en op Zijn hoofd had Hij veel kronen. Er stond een naam op Hem geschreven die niemand kende, alleen Hijzelf. Hij droeg met bloed doordrenkte kleren. Zijn naam luidde Woord van God. De hemelse legermacht, gekleed in zuiver, wit linnen, volgde Hem op witte paarden. Uit Zijn mond komt een scherp zwaard waarmee Hij de volken zal slaan, en Hij zal hen met een ijzeren herdersstaf hoeden. Hij zal de wijnpers van de hevige woede van de almachtige God treden. Op Zijn kleding en op Zijn dij staat de naam Hoogste Heer en Koning. Deze ruiter op een wit paard is bijzonder gemakkelijk te definiëren, want er worden maar liefst vier namen van Hem bekendgemaakt. De eerste is Trouw en Betrouwbaar (vers 11), de tweede naam is een geheim (vers 12), de derde naam is Woord van God (vers 13) en de vierde naam is Hoogste Heer en Koning (vers 16). Deze ruiter op het witte paard komt uit de hemel en wordt gevolgd door een hemelse legermacht, waarvan de ruiters ook allemaal in het wit gekleed zijn. Het hoeft geen enkel betoog dat deze Ruiter onze Heer Jezus Christus is bij Zijn tweede komst naar de aarde; elke omschrijving in deze zes verzen is een duidelijke verwijzing naar Jezus Christus, de Zoon van God. Maar nu is het de vraag of de ruiter op het witte paard uit Openb.6:2 ook een verwijzing is naar Jezus; is deze ruiter de Zoon van God of is hij iemand anders? Er zijn maar twee mogelijkheden; deze ruiter is Christus of hij is iemand die zich als Christus voordoet. Ik ben 2 overtuigd van de tweede opvatting, omdat in de omschrijving van deze ruiter geen enkele duidelijke verwijzing naar het karakter van Jezus is behalve de kleur wit. Deze persoon is niet Christus maar de antichrist; het woord antichrist betekent namelijk twee dingen. In de eerste plaats is de antichrist iemand die zichzelf in de plaats van Christus probeert te positioneren, in de tweede plaats betekent de term antichrist iemand die tegenover Christus staat. Hij stelt zichzelf in de plaats van Christus en hij staat lijnrecht tegenover Christus. Dit is een zeer opmerkelijke gebeurtenis, want deze verklaring van Openb.6:1-2 houdt dus in dat Jezus het drama van de eindtijd opent met de onthulling van Zijn allergrootste tegenstander uit de hele menselijke geschiedenis. Voor ons rijst dan de grote vraag omhoog wat er in het hart van Jezus leeft om de eindtijd in te luiden met de opkomst van Zijn allergrootste menselijke tegenstander uit de natuurlijke geschiedenis van de mensheid. Waarom komt Jezus in het begin van de boekrol als eerste op de proppen met de grootste misleider van de mensheid uit de hele geschiedenis? Het mist alle menselijke logica om zoiets te doen; wie begint er een oorlog om de heerschappij over de hele aarde door zijn grootste tegenstander macht te geven over de hele mensheid d.m.v. leugens, misleiding en heel veel agressie? Om dit te kunnen begrijpen is het nodig dat wij een diepe studie maken van het hart van God, waarbij wij de Geest van openbaring en inzicht nodig hebben om de motieven van de God van liefde te begrijpen, die zoiets in Zijn soevereiniteit in scène zet. De oorsprong van deze gebeurtenis ligt echter al bijna 2000 jaar achter ons, en daarvoor moeten we gaan naar Marc.8:31-33. Nadat Petrus in vers 29 de belijdenis had afgelegd dat Jezus de Joodse Messias was, de Zoon van God, sprak Jezus over de noodzaak dat Hij veel zou moeten lijden en dat Hij gekruisigd zou worden, dat Hij zou sterven en begraven worden. Maar na drie dagen zou Hij ook weer uit de dood opstaan. Petrus reageerde fel vanuit zijn menselijke logica, en hij begon Jezus terecht te wijzen. Maar onmiddellijk reageerde Jezus bijzonder fel terug, niet tegen Petrus zelf maar tegen degene die Petrus geïnspireerd had. Marc.8:33b Ga terug, achter Mij, satan! Jij denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen. Wat Jezus hier tegen satan zei, was dat er een moment zou komen waarop hij inderdaad de ruimte zou krijgen om de mensen te geven wat ze graag wilden; maar tegelijkertijd zei Jezus dat Hijzelf eerst aan de beurt was, en dat satan pas veel later zijn kans zou krijgen. Tijdens Zijn eerste komst naar de aarde bracht Jezus de volle boodschap van de liefde van de Vader voor mensen tot expressie in Zijn prediking en daarna in de kruisiging. Jezus kreeg als de Mensenzoon van de Vader 3,5 jaar de tijd om te laten zien wat het betekende wanneer God in de gedaante van een Mens temidden van de mensheid aanwezig zou zijn.De mensheid zou 2000 jaar lang de gelegenheid krijgen om in te stemmen met deze boodschap van liefde, maar het lag in het hart van God besloten om wanneer mensen deze boodschap zouden afwijzen, hen ook de gelegenheid te geven te kiezen voor het tegendeel. Jezus Christus is de Zoon van God die vrijwillig de hemel verliet om Mens te worden op de aarde; Christus is God in mensengedaante geworden om de liefde van de Vader zichtbaar en tastbaar te maken. De antichrist echter is de zoon van het verderf, in wie de duivel volledig gestalte krijgt omdat de duivel op een bepaald moment onvrijwillig de hemel moet verlaten (Open.12:9). Hij krijgt ook 3,5 jaar de gelegenheid om in een menselijke gedaante zijn boodschap van leugen aan de mensen te verkondigen. Dit thema heeft Paulus bijzonder duidelijk gemaakt in zijn beide brieven aan de gemeente te Tessalonika. 2Tess.2:6b ...... dat hij pas zal verschijnen op de voor hem vastgestelde tijd. Deel II: De eerste Tessalonicenzenbrief. Hand.17:1-3a Via Amfipolis en Apollonia reisden ze naar Tessalonica, waar de Joden een synagoge hadden. Zoals gewoonlijk ging Paulus naar hen toe, en drie sabbatdagen achtereen debatteerde hij met hen. Aan de hand van teksten uit de Schrift toonde hij aan dat de Messias moest lijden en sterven en daarna uit de dood moest opstaan. Op zijn tweede zendingsreis kwam Paulus in Hand.17:1 aan in de stad Tessalonika, waar hij 3 drie sabbatten achter elkaar het evangelie verkondigde in de Joodse synagoge; en in vers 4 lezen we dat sommige Joden zich door hem lieten overtuigen, evenals vele Grieken die ook in de God van Israël geloofden. Maar in vers 5 lezen we dat veel Joden in opstand kwamen tegen Paulus en een grote oproer veroorzaakten. Deze oproer liep zo uit de hand dat de gelovigen in vers 10 diezelfde nacht nog Paulus en Silas de stad uitstuurden om zo hun leven te redden; al met al is Paulus dus nog géén máánd in de stad Tessalonika gebleven. Zijn eerste brief aan de gemeente te Tessalonika is het oudste document van het Nieuwe Testament, en deze brief is ongeveer in het jaar 50 na Chr. geschreven. Zijn tweede brief aan de gemeente te Tessalonika is niet lang daarna geschreven. Nu is het bijzonder interessant om te zien wat voor soort onderwijs Paulus in nog geen vier weken tijd aan deze jonge gelovigen gaf; het is opvallend hoeveel nadruk hij gelegd heeft op de tweede komst van Jezus naast al het onderwijs over de eerste komst van Jezus. De eerste brief staat vol met verwijzingen naar de tweede komst van Jezus; en dit moet voor ons een indringende les zijn om te beseffen hoe belangrijk het onderwijs over de tweede komst van Jezus is naast al het onderwijs over het evangelie van de eerste komst van Jezus. Er zijn in de eerste brief aan de Tessalonicenzen veel verwijzingen naar de tweede komst. 1Tess.1:2-3 Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden en gedenken dan voor onze God en Vader hoeveel uw geloof tot stand brengt, hoe krachtig uw liefde is en hoe standvastig u blijft hopen op de komst van Jezus Christus, onze Heer. 1Tess.1:9-10 Iedereen praat erover hoe wij door u zijn ontvangen en hoe u zich van de afgoden hebt afgewend om u tot God te keren, om Hem, de levende en ware God, te dienen en om Zijn Zoon te verwachten uit de hemel: Jezus, die Hij uit de dood heeft doen opstaan en die ons zal redden van het komende oordeel. 1Tess.2:19-20 Want wie is onze hoop en vreugde? Wie is onze erekrans wanneer we voor Jezus, onze Heer, staan bij Zijn komst? Wie anders dan u? Ja u bent onze eer en vreugde. 1Tess.3:13 Moge de Heer u door die liefde kracht geven, zodat u zuiver en heilig voor onze God en Vader zult staan wanneer onze Heer Jezus komt met al Zijn engelen. Amen. 1Tess.4:14-18 Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar Zich toe zal leiden, samen met Jezus Zelf. Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan. Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer Zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen worden weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet. Dan zullen we altijd bij Hem zijn. Troost elkaar met deze woorden. 1Tess.5:1-5 Broeders en zusters, ik hoef u niet te schrijven over het moment waarop dit zal gebeuren, want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals een zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan onmogelijk. Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, want u bent allen kinderen van het licht en van de dag. Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis, 1Tess.5:23-24 Moge de God van de vrede Zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. Hij die u roept is trouw en doet zijn belofte gestand. Het lijkt onvoorstelbaar maar in vier weken tijd had Paulus niet alleen uitvoerig het evangelie van Jezus duidelijk gemaakt, maar deze verkondiging nadrukkelijk in verband gebracht met de tweede komst van Jezus. In de theologie van Paulus bestond er géén kloof tussen de eerste en de tweede komst van Jezus; hij proclameerde deze twee als één geheel. En zijn eerste brief is een duidelijke weerspiegeling van wat hij in vier weken aan hen onderwezen had, want hij wijst hen daar ook op in zijn beide brieven, zie 1Tess.5:1-2, 2Tess.2:5. Maar omdat Paulus na zeer korte tijd alweer moest vluchten, kreeg hij niet de volle gelegenheid om zijn onderwijs af te maken. Daarom bleven twee van zijn assistenten, Silas en Timoteüs, achter in de vlakbij gelegen stad Berea (Hand.17:14), terwijl Paulus naar Athene vertrok. Wel 4 gaf hij toen de instructie aan Silas en Timoteüs om zo gauw mogelijk naar Paulus toe te gaan (Hand.17:15, 18:5). In die tijd ontstonden er al allerlei verkeerde opvattingen over de tweede komst van Jezus in de gemeente te Tessalonika, en dat blijkt uit de tweede brief van Paulus aan deze gemeente. Deel III: De tweede Tessalonicenzenbrief. A: De noodzaak van onderwijs aan jonge gelovigen. Volgens Hand.17:2 was Paulus maar drie à vier weken in Tessalonica gebleven, maar toch had hij in die korte tijd veel onderwijs gegeven over de principes van de eindtijd, zowel over de terugkeer van Jezus als de komst van de antichrist, want in zijn later geschreven brief verwijst hij terug naar het onderwijs dat hij hen gegeven had. 1Tess.5:1-2 Broeders en zusters, ik hoef jullie niet te schrijven over het moment waarop dit zal gebeuren, want jullie weten zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. 2Tess.2:5 Herinneren jullie je niet dat ik jullie dit herhaalde malen heb gezegd toen ik bij jullie was? Het tweede hoofdstuk van de tweede brief aan de Tessalonicenzen vormt een strategisch onderwijs aan jonge gelovigen met nadruk op de eindtijd en met de juiste volgorde in de informatie. Deze brief is een nauwkeurig model voor het onderwijzen van de prioriteiten in de eindtijd, maar heeft niets te maken met het bevredigen van nieuwsgierigheid. B: De situatie van de gelovigen in Tessalonica. 2Tess.1:3-5 Gods voorbereiding van de Bruid d.m.v. grote vervolging was het rechtvaardige oordeel van God in Zijn wijsheid, want het gevolg was dat zij enorm groeiden in geloof en in overvloedige liefde. 2Tess.1:6-10 Ook al gebruikte God vervolging, toch is Hij rechtvaardig door iedereen die bij het proces betrokken was, rechtvaardigen en onrechtvaardigen, volledig terug te betalen voor wat ze gedaan hebben; dit zal plaatsvinden bij de tweede komst van Jezus. 2Tess.2:1-17 De oppositie tegen God en Zijn koninkrijk zal uitgroeien tot volledige oppositie op twee verschillende niveaus, maar dit zal leiden tot een vurige gemeente van Jezus en het binnenhalen van de grote oogst in de eindtijd. C: De eerste oppositie - een wereldwijde religieuze eenheid. 2Tess.2:3 Laat je door niemand misleiden, op geen enkele manier. De dag van de Heer breekt niet aan voordat velen zich van het geloof hebben afgekeerd…… Paulus spreekt hier van een wereldwijde afval van gelovigen (Matt.24:10-12, 2Tim.4:3-4), niet van ongelovigen; deze afval van oorspronkelijk geloof zal echter het tegenovergestelde lijken van wat het werkelijk is, omdat deze afval in harmonie zal zijn met een wereldwijde religieuze beweging in harmonie met alle grote religies in de wereld . Velen die opgegroeid zijn in de kerk zullen er aan deelnemen, want het zal liefdevol lijken en erg tolerant, vol van begrip en gebruik van bijbelse taal, maar het zal een demonische eenheid zijn die in Openb.17+18 omschreven wordt als de hoer van Babylon. D: De tweede oppositie - een wereldwijde politieke eenheid. 2Tess.2:3 Laat je door niemand misleiden, op geen enkele manier. De dag van de Heer breekt niet aan voordat …… de wetteloze mens verschenen is, de zoon van het verderf. Dit spreekt van de komst van de antichrist die de wereld een schijnvrede zal brengen, vooral in de crisishaard van het Midden-Oosten; ook zal hij grote welvaart brengen en de mensen zullen zeggen dat er vrede en veiligheid is (1Tess.5:3a). Hij is de mens der wetteloosheid, de zoon van het verderf, en het beest uit Openb.13. Omdat hij de mens der wetteloosheid is zal hij wetteloosheid tot het uiterste legaliseren; de vier grote vormen van wetteloosheid in de eindtijd zijn moord, toverij, immoraliteit en diefstal (Openb.9:21). Goddeloosheid zal in de eindtijd tot een verschrikkelijk dieptepunt zakken. 5 E: De samenbundeling van twee opposities. Johannes ontving in het boek Openbaring meer informatie over de hoer van Babylon in Openb.17+18 en het beest in Openb.13. Mensen zullen niet afvallen vanwege een gebrek aan religieuze belangstelling, maar door een diepgewortelde rebellie tegen God en het afwijzen van het evangelie. Om deze diepgewortelde afval van God naar de oppervlakte te brengen en te ontmaskeren brengt God twee systemen in de wereld die een totale invloed zullen uitoefenen op de mensheid in vier belangrijke gebieden. De hoer van Babylon zal grote wereldwijde invloed hebben op het gebied van religie en economie, terwijl het beest grote politieke en militaire macht zal hebben, vooral in een groot gebied rondom Israël, d.w.z. in Europa, Rusland, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het beest zal uiteindelijk de hoer volledig vernietigen om alle macht naar zich toe te trekken en volledige aanbidding op te eisen van alle mensen die nee gezegd hebben tegen God en Zijn evangelie. Ook zal hij een wereldwijde vervolging organiseren tegen Joden en christenen. F: Het principe van tegenhouden door Gods soevereiniteit. 2Tess.2:6 Dan weten jullie ook wat hem nog tegenhoudt en dat hij pas zal verschijnen op de voor hem vastgestelde tijd. 2Tess.2:7 Hoewel in het verborgene de wetteloosheid nu al werkzaam is, moet eerst degene die hem tegenhoudt verdwijnen. Pas dan verschijnt hij. Hier moeten wij de soevereiniteit van God leren begrijpen, omdat onze God tot in elk detail betrokken is bij de ontwikkelingen in de wereld. Het zesde vers spreekt over een systeem dat de antichrist tegenhoudt, terwijl het zevende vers spreekt over een persoon die hem tegenhoudt. Het systeem dat hem tegenhoudt zijn de nationale regeringen, die door God geschapen zijn om ontwikkeling van het kwaad tegen te gaan of in ieder geval af te remmen (Rom.13:1-7, 1Petr.2:13-14); pas nadat de oude regeringsvormen in Europa, Rusland, het Midden-Oosten en Noord-Afrika verwijderd zijn zal er grote politieke ruimte komen voor de antichrist om volledig op het toneel te verschijnen. De persoon die hem tegenhoudt is God die in Zijn soevereiniteit het juiste tijdstip bepaalt, waarop Hij Zijn soevereine bescherming terugtrekt om de weg vrij te maken voor de verschijning van de antichrist. Ook hierin heeft God volledig de controle over de ontwikkelingen. G: Het geheimenis van de wetteloosheid. 2Tess.2:9-12 De komst van de wetteloze mens is het werk van satan en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen, en allen die verloren zullen gaan, zal hij met zijn kwaadaardigheid verleiden. Want ze hebben de liefde voor de waarheid, die hen had kunnen redden, niet aanvaard. Daarom treft God hen met verblinding, zodat ze dwalen en de leugen geloven. Zo zal iedereen die de waarheid niet gelooft maar behagen schept in onrecht, worden veroordeeld. Het geheimenis van de wetteloosheid is de diepverborgen haat tegen God in de diepten van het menselijke hart (Ps.14:1, Ps.36:2-5, Jer.17:9), waardoor het verschrikkelijke scenario van de eindtijd mogelijk wordt. De oorspronkelijke keus ligt diep in het hart van mensen, maar de soevereiniteit van God brengt de verborgen duistere diepten van het menselijke hart naar de oppervlakte. Mensen besluiten om nee te zeggen tegen God en tegen de waarheid van het evangelie door oorspronkelijke misleiding, maar ze geven zich nog niet volledig over aan het kwaad. God brengt alle verborgen motieven van het hart naar de oppervlakte door een soevereine toegevoegde misleiding, zodat de mensen zich volledig overgeven aan het kwaad, waar ze allang voor gekozen hadden. Dit alles dient om het scenario van de eindtijd volledig tot ontwikkeling te laten komen. H: De eindoverwinning behoort toe aan God. 2Tess.2:8 Pas dan verschijnt hij (de antichrist), en dan zal de Heer Jezus hem doden met de adem van Zijn mond en vernietigen door de aanblik van Zijn komst. Openb.19:11-21 beschrijft de terugkeer van Jezus en de manier waarop Hij afrekent met al Zijn vijanden op aarde; Zijn overwinning zal volledig zijn en wij zullen delen in Zijn heerlijke 6 overwinning. Maar voordat het zover is, zullen vele mensen verloren gaan door de geest die onheilig maakt ten gevolge van geloof in de leugen, omdat mensen het evangelie van Jezus Christus niet willen gehoorzamen. J: De weg van God tot overwinning. 2Tess.2:13-17 Maar voor u, broeders en zusters, geliefden van de Heer, moeten wij God altijd danken. Hij heeft u als eersten uitgekozen om te worden gered door de Geest die heilig maakt en door het geloof in de waarheid. Hij heeft u daartoe geroepen door het evangelie dat wij u verkondigd hebben en waardoor u zult delen in de luister van onze Heer Jezus Christus. Wees standvastig, broeders en zusters, en blijf bij de traditie waarin u door ons onderwezen bent, in woord of geschrift. Mogen onze Heer Jezus Christus en God, onze Vader, die ons Zijn liefde heeft getoond en ons door Zijn genade blijvende steun en goede hoop gegeven heeft, u aanmoedigen en sterken in al het goede dat u doet en zegt. God heeft een agenda voor de eindtijd om de grote oogst binnen te halen en de Bruid voor te bereiden op de komst van de Bruidegom. God gebruikt de minst zware middelen om het grootst mogelijke aantal mensen te kunnen laten reageren tot op het diepst mogelijke niveau van liefde voor Jezus zonder hun vrije wil geweld aan te doen. Wij moeten zorgen dat onze persoonlijke agenda in harmonie komt met de agenda van God door de waarheid lief te hebben en God op de eerste plaats in ons hart en leven te zetten. Dat baant de weg voor de overwinning en zullen wij triomfantelijk door de eindtijd heen gaan en ons voorbereiden op onze ontmoeting met Jezus de Koning-Bruidegom. Deel IV: De escalatie van de liefde van de mens 2Tess.2:13-14 Maar voor u, broeders en zusters, geliefden van de Heer, moeten wij God altijd danken. Hij heeft u als eersten uitgekozen om te worden gered door de Geest die heilig maakt en door het geloof in de waarheid. Hij heeft u daartoe geroepen door het evangelie dat wij u verkondigd hebben en waardoor u zult delen in de luister van onze Heer Jezus Christus. Dit tekstgedeelte spreekt over vijf belangrijke aspecten van onze geestelijke erfenis die wij ons volledig mogen eigen maken in de eindtijd om tot geestelijke volwassenheid te groeien. a) geliefd door de Heer. b) uitgekozen als eerstelingen. c) geroepen door het evangelie. d) gered – d1: door de Geest die heilig maakt d2: door geloof in de waarheid. e) delen in de glorie van onze Heer Jezus Christus. Er zijn dus maar twee opties in de eindtijd: a) verloren gaan door de geest die onheilig maakt op basis van geloof in de leugen. b) gered worden door de Geest die heilig maakt op basis van geloof in de waarheid. Het is de soevereine strategie van God om de liefde en de aanbidding van de mensheid in de eindtijd te laten escaleren in hun uiterste vorm. Wanneer mensen de leugen liefhebben, zullen ze de duivel in de vorm van de antichrist aanbidden, wanneer mensen de waarheid liefhebben zullen ze God de Vader en Zijn Zoon Jezus aanbidden. De ontknoping van de natuurlijke geschiedenis van de mensheid zal bestaan uit het volledig openbaar maken van wat diep verborgen in menselijke harten leeft. A: Het soevereine plan van God. Matt.13:24 (de gelijkenis) Het is met het koninkrijk van de hemel als met een mens die goed zaad op zijn akker uitzaaide. Terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand onkruid tussen het graan zaaien en vertrok weer. Toen het jonge gewas opschoot en vrucht begon te dragen, kwam ook het onkruid te voorschijn. Matt.13:37-39 (de uitleg) Hij die het goede zaad zaait is de Mensenzoon, de akker is de wereld, het goede zaad dat zijn de kinderen van het koninkrijk; het onkruid dat zijn de kinderen van het kwaad, de vijand die het zaait is de duivel. Matt.13:30 (de toepassing) Laat beide samen opgroeien tot aan de oogst, dan zal Ik, 7 wanneer het oogsttijd is, tegen de maaiers zeggen: Wied eerst het onkruid, bind het in bundels bij elkaar en verbrand het. Breng dan het graan bijeen in Mijn schuur. In deze gelijkenis over het koninkrijk van God maakte Jezus duidelijk dat de eindtijd van de natuurlijke geschiedenis van de mensheid het toneel zal vormen voor de escalatie van alles wat in het hart van de mens leeft. Het zaad van het onkruid, dat door de duivel gezaaid wordt in harten van mensen, en het zaad van Gods koninkrijk, dat door Jezus gezaaid wordt in harten van mensen, groeien naast elkaar op en komen volledig tot bloei. Wanneer beide tot volledige ontwikkeling zijn gekomen, zal de grote oogst van de eindtijd aanbreken. B: De ontwikkeling van het kwaad tot volle proporties. Matt.24:12 En doordat de wetteloosheid toeneemt, zal bij velen de liefde bekoelen. 2Tim.3:1-5 Weet dat de laatste dagen zwaar zullen zijn. De mensen zullen egoïstisch zijn, geldzuchtig, zelfingenomen en arrogant. Ze zullen God lasteren, geen ontzag tonen voor hun ouders, ondankbaar zijn en niets heilig achten. Ze zullen harteloos, onverzoenlijk, lasterziek, onbeheerst en wreed zijn. Ze zullen het goede haten, onbetrouwbaar, roekeloos en verblind zijn. Het genot zullen ze meer liefhebben dan God, en ze zullen de schijn van vroomheid ophouden, maar de kracht ervan miskennen. 2Tim.3:13 Slechte mensen en oplichters zullen van kwaad tot erger vervallen; het zijn bedriegers die zelf bedrogen worden. 2Tim.4:3-4 Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoetkomen en hen naar de mond praten. Ze zullen niet meer naar de waarheid luisteren, maar naar verzinsels. Openb.22:11 Wie onheil aanricht zal nog meer onheil aanrichten, en wie onrein is zal nog onreiner worden. Wie goed doet zal nog meer goed doen, en wie heilig is zal nog heiliger worden. Deze vijf teksten laten zien dat het kwaad in de eindtijd tot volledige ontwikkeling zal komen door de keuzes die mensen maken op grond van wat er in hun hart leeft. C: De grote vraag is wie de mensen lief zullen hebben. Matt.12:30 Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen. Matt.21:44 Wie over die steen struikelt zal gebroken worden, maar iedereen op wie die steen valt zal worden verpletterd. 1 Kor.1:18 De boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die worden gered is het de kracht van God. 2 Kor.2:15-16 Wij zijn de wierook die Christus brandt voor God, zowel onder hen die worden gered als onder hen die verloren gaan. Voor de laatsten is het een onaangename geur die tot de dood leidt, voor de eersten een heerlijke geur die leven schenkt. Het evangelie van Jezus Christus is altijd bedoeld geweest om een scherpe scheiding te brengen tussen mensen, d.w.z. tussen hen die Jezus wel aanvaarden en hen die Jezus niet aanvaarden. In Matt.10:34-39 maakte Jezus duidelijk dat Hij bij Zijn eerste komst niet gekomen was om vrede op aarde te brengen; integendeel, Hij was gekomen om scheiding te brengen tussen mensen met het zwaard van Zijn woord. In de afgelopen 2000 jaar is het echter altijd min of meer mogelijk geweest om te leven in een grijs middengebied, maar in de eindtijd zal dat niet meer mogelijk zijn. De dramatische ontwikkelingen van de eindtijd zullen ervoor zorgen dat mensen met heel hun hart gaan kiezen; of ze zullen kiezen voor de leugen van de antichrist of ze zullen kiezen voor de waarheid van Jezus Christus. Maar er zal geen grijs middengebied meer zijn, er zal geen ruimte meer zijn voor compromissen. Jezus Zelf zal er door de Heilige Geest voor zorgen dat mensen gedwongen worden om een keus te maken. Mensen zullen in de eindtijd vrij zijn om te kiezen voor wie ze willen, maar ze zullen niet vrij zijn om wel of niet te kiezen; zo zal God Zijn zeer rechtvaardige oordeel kunnen uitspreken op grond van de keuzes die mensen zullen maken in die tijd. D: De climax van het kwaad in de eindtijd. 2Tess.2:3-4 De dag van de Heer breekt niet aan voordat velen zich van het geloof hebben afgekeerd en de wetteloze mens verschenen is, de zoon van het verderf. Hij zal alles wat 8 goddelijk en heilig is bestrijden en zich erboven verheffen, om in Gods tempel plaats te nemen op de troon en zich voor te doen als God Zelf. 2Tess.2:9-12 De komst van de wetteloze mens is het werk van satan en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen, en allen die verloren zullen gaan, zal hij met zijn kwaadaardigheid verleiden. Want ze hebben de liefde voor de waarheid, die hen had kunnen redden, niet aanvaard. Daarom treft God hen met verblinding, zodat ze dwalen en de leugen geloven. Zo zal iedereen die de waarheid niet gelooft maar behagen schept in onrecht, worden veroordeeld. De ultieme climax van het kwaad in de eindtijd komt in de vorm van de antichrist, dat is de duivel in mensengedaante; hij zal alles belichamen waar mensen in het diepst van hun hart al voor gekozen hebben, en hij zal hen alles geven waar ze stiekem naar verlangd hebben. E: De escalatie in de eindtijd. Dan.12:9-10 Maar hij zei: Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd. Velen zullen zich laten reinigen, zuiveren en louteren, maar de wettelozen zullen wetteloos handelen; en geen van de wettelozen zal het begrijpen, maar de verstandigen zullen het wel begrijpen. Openb.22:10-12 Verder zei hij tegen me: Houd de profetie van dit boek niet geheim, want de tijd is nabij. Wie onheil aanricht zal nog meer onheil aanrichten, en wie onrein is zal nog onreiner worden. Wie goed doet zal nog meer goed doen, en wie heilig is zal nog heiliger worden. Ik kom spoedig, en heb het loon bij Me om iedereen te belonen naar zijn daden. Joël 2:11b Ja, groot en ontzagwekkend is de dag van de Heer, wie kan die dag doorstaan? De profeet Daniël kreeg de opdracht om zijn visioenen over de eindtijd verborgen te houden, omdat de tijd nog niet aangebroken was; maar de apostel Johannes kreeg juist de opdracht om zijn visioenen over de eindtijd openbaar te maken, omdat de tijd wél aangebroken was. De dag van de Heer zal volgens de profeet Joël groot en ontzagwekkend zijn; die dag zal groot zijn voor iedereen die Jezus aanbidt, maar ontzagwekkend voor iedereen die Hem afwijst. Jes.60:2 Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties, maar over jou schijnt de Heer, Zijn luister is boven jou zichtbaar. V.v.d.B. 9