J.E. Hafner, Angelologie (Gegenwärtig Glauben Denken, 9), Paderborn/München/Wien/Zürich, Schöningh, 2010; 251 blz., € 28,–, ISBN 978 3 506 76738 7 Engelen zijn weer graag en veel gezien in de populaire cultuur en onder ‘ongebonden spirituelen’ . Ook de klassieke theologie kende een uitgebreide engelenleer. Maar moderne academische theologen vinden engelen nog steeds een gênant onderwerp. Deze studie belooft hierin verandering te brengen: ze verschijnt in de reeks ‘Gegenwärtig Glauben Denken’, die “traditionele geloofsinhouden opnieuw wil overdenken”. De auteur, hoogleraar religiewetenschappen aan de universiteit van Potsdam, zegt over engelen te willen spreken “noch met de distantie van een etnoloog, noch met de verkondigingsopdracht van een theoloog, maar als een meevoltrekken, zoals religie zichzelf ziet” (14), wat een zogeheten binnenperspectief suggereert. Niettemin is de ordening van het boek historisch bepaald. H. begint bij enkele hedendaagse visies op engelen in heel diverse contexten: Anselm Grün, kinderboekjes, kunstfilosofische speculaties over putti, de nieuwe kerkelijke beweging ‘Opus Angelorum’, leergezag en liturgie. Vervolgens gaat hij verder terug in de geschiedenis: Rahner en Barth, Schelling en Swedenborg, Luther en Calvijn. De uitgebreide bespreking van het middeleeuws ‘standaardmodel’ volgt een andere structuur: niet meer naar auteur, maar naar thema, zoals schepping, tijd en plaats, val, getal, taal etc. van engelen. Daarna wordt de antieke periode uitvoerig besproken, nu weer op auteur: Pseudo-Dionysius, Origenes, Irenaeus en, in hetzelfde rijtje, het Nieuwe Testament. Het boek besluit met een korte bijbelwetenschappelijke beschrijving van engelen in het Oude Testament. Het hele historische overzicht is veelal beschrijvend, soms afgewisseld met iconografische beschouwingen, bijvoorbeeld van putti of van de Annuntiatie door Fra Angelico. Daarnaast interpreteert en evalueert de auteur regelmatig de verschillende visies met behulp van de onder Duitse theologen zo populaire systeemtheorie van de socioloog Luhmann. De historische en sociologische mallen waarin H. de engelenleer giet, verhinderen uiteindelijk een echte theologische benadering ‘van binnenuit’. Ook schiet zijn inzicht in de middeleeuwse scholastiek wat tekort bij de bespreking van het ‘standaardmodel’. Niettemin bevat de studie een rijkdom aan details van uiteenlopende visies op engelen.