aandachtspunten kleuteronderwijs

advertisement
Aandachtspunten voor het kleuteronderwijs
1. Gebruik van het ontwikkelingsplan








gebruik van het ontwikkelingsplan als basis voor het aanbod van activiteiten en materialen
graduele opbouw van doelen als houvast voor de opeenvolgende leeftijdsgroepen
gebruiken
deze opbouw gebruiken als basis voor de keuze van activiteiten
het aanbod van materialen in de hoeken relateren aan deze doelen
evenwicht in de domeinen bewaken via de themakaart
afspraken relateren aan deze doelen
nagaan of het actuele aanbod de totaliteit van de doelen dekt
toetsen aan leerplannen
2. Samenhang





gezamenlijk realiseren van verticale samenhang
samenhang in klasbeelden
aanbod van speelleermaterialen
gebruik van KVF
didactische aanpak gebaseerd op een ontwikkelingsondersteunende
kleuterbegeleiding
visie
3. Sociale vaardigheden

uniform onderwijsleerpakket
4. ICT


focussen op zelfstandig werken met educatieve software in computerklas
integreren van ICT - vaardigheden in de eigen klas
5. Overgang kleuterschool – lagere school




activiteiten in de lagere school ondernemen (kennismaken met leraren en locatie)
klas- en niveaudoorbrekende brugprojecten
doorgaande lijn in leerinhouden en didactiek
doorgaande lijn in benadering van het lerende kind
6. Werkelijkheidsgericht onderwijs






keuze van thema’s en de invulling ervan
doelstellingen uit de verschillende leergebieden benaderen vanuit hun natuurlijke
samenhang
materialenaanbod en hoekenwerk: rijke exploratie- en expressiemogelijkheden
materialen van thuis laten meebrengen
actief exploreren van de buurt
themahoeken
op
7. Leerstrategieën






denkstimulering, zelfsturing en het aanleren en leren toepassen van strategieën
klasinrichting en zelfstandig werken bieden kansen om zelfstandig te leren plannen en
organiseren
zelfinstructiemethode (beertjes) om de zelfsturing van kinderen te ondersteunen
als instap bij een activiteit polsen naar wat kinderen al weten en kunnen
creatieve denken en het zelfstandig zoeken naar oplossingen stimuleren
partnerwerk en groepswerk hanteren om kinderen te laten zien hoe anderen een
probleem aanpakken
8. Welbevinden







kinderen zich thuis laten voelen
kinderen laten ervaren dat leren en ontwikkelen leuk, boeiend en uitdagend is
veilige leef- en leeromgeving creëren
leefregels positief uitnodigend formuleren en visualiseren
zithoek (kringgesprekken , conflicten bespreken, ervaringen uitwisselen)
verrijking van de kleuterspeelplaats
uitdagende opdrachten en materialen die het handelen en denken van kleuters stimuleren
(uitgebreid en gevarieerd aanbod aan hoeken en spelmaterialen)
9. Klasdoorbrekend werken




totaalaanbod van de twee parallelklassen staat ter beschikking
kritisch het gezamenlijke aanbod bekijken en bijsturen
bevordert het gelijkgericht werken
gelijkgericht gestalte te kunnen geven aan opdrachten zoals basisvorming en zorgbreedte
10. Zorgverbredend werken










alle ontwikkelingsaspecten zijn onderwerp van observatie en discussie
aandacht besteden aan zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld
maximaal benutten van de leertijd door een goede klasorganisatie
functioneel observatie- en registratiedocument
afspraken over welke aspecten van de ontwikkeling hoe en op welk tijdstip van het jaar in
beeld worden gebracht
kleurcodes op een overzichtstabel bieden ook snel een overzicht van welke kleuters voor
welke ontwikkelingsaspecten meer ondersteuning nodig hebben
door de goede beeldvorming kunnen we tijdens activiteiten snel differentiëren in
moeilijkheidsgraad en bepaalde kleuters sterker begeleiden en ondersteunen
voor kleuters die niet voldoen aan de leeftijdspecifieke verwachtingen, gebruiken de
leidsters een aanvullend, meer gedetailleerd observatiedocument om beter zicht en
greep te krijgen op het probleem
op vaste momenten in de week tijd voor verdere observatie of hulpverlening
stappenplannen uitwerken om meer doelgerichte en samenhangende interventies te
realiseren, interventies moeten nog systematischer en doelgerichter aangepakt
worden


hulp aan een leerling geïntegreerd onderwijs wordt ondersteund door de samenwerking
met de leraar buitengewoon onderwijs en de medewerker van het Centrum voor
Leerlingenbegeleiding (CLB).
De zorg voor kinderen met problemen wordt gecoördineerd en ondersteund door het
multidisciplinair overleg (MDO). Leraren bereiden dit overleg zorgvuldig voor, waardoor
er tijd is om concrete afspraken te maken over wie wat doet.
11. Teamwork











goede werkcondities voor het team
motiverend en aangenaam werkmilieu
hecht team en collegialiteit
Het team kleuteronderwijs staat geregeld stil bij de afgesproken pedagogischdidactische aanpak en reflecteert kritisch hierover. Teamleden gaan na of ze inderdaad
realiseren wat ze beogen en maken indien nodig afspraken om bij te sturen.
Kleuterleidsters hebben inkijk in elkaars klaspraktijk. Ze bezitten een grote openheid en
intellectuele eerlijkheid om de eigen praktijk kritisch evaluatief te benaderen en te
toetsen aan uitgangspunten.
De verantwoordelijkheid voor de niveauspecifieke werking is toevertrouwd aan twee
leraren GOK en BOS. Samen met de directeur vormen zij het kernteam.
In het kleuteronderwijs inspireert, stuurt, ondersteunt en begeleidt de leraar GOK en
BOS in sterke mate het team kleuterleidsters in het gelijkgericht realiseren van de
basisvorming en de zorgbreedte. Er zijn duidelijke prioriteiten waaraan stapsgewijs
wordt gewerkt. De kleuterleidsters hebben inkijk in elkaars praktijk, o.m. door de
klasdoorbrekende werking, en kunnen hierdoor gemakkelijk elkaars praktijk
bespreekbaar stellen en zoeken naar verbetering en afstemming. De leraar BOS focust
op doelstellingen op teamniveau. Zij heeft in sterke mate voeling met de klaspraktijk van
de collega’s, observeert, geeft feedback, stelt de aanpak in vraag, maakt moeilijkheden
bespreekbaar, werkt leerkrachtondersteunende materialen uit, …. Door die werkwijze is
er in het kleuterteam een sterke vernieuwings- en verbeterdynamiek op gang gekomen
waarbij alle leraren zich aangesproken voelen op hun competenties en zich ook goed
voelen.
De directeur volgt het werk van de leraren eerder van op afstand. Via doorloopbezoeken,
functioneringsgesprekken en door informele gesprekken met leraren bouwt hij een beeld
op van hun werk. Hij benadert leraren zelden vanuit een controlerende en didactischbegeleidende, maar meestal vanuit een motiverende en een breed ondersteunende
houding.
De lerarenkamers hebben een belangrijke rol als trefpunt voor de teamleden
In het kleuteronderwijs leren de leidsters hun weg vinden in de mediatheek in
opbouw.
De directeur stimuleert de leraren individuele nascholingen te volgen.
het team kleuterleidsters evolueert sterk in de richting van ‘lerende organisatie’ door in
de school zelf kansen te creëren en te benutten om van en met elkaar te leren
12. Ouderparticipatie



De school heeft een erg lage drempel voor de ouders
Buiten de georganiseerde oudercontacten nemen zowel leerkrachten als ouders geregeld
het initiatief om over kinderen te praten
vele schoolpoort- en klasdeurcontacten



open sfeer tussen ouders en teamleden
themablaadjes, leerlingenwerk meegeven
bij de school- en klaswerking betrokken
Synthesebeeld
Een belangrijke troef voor de school is de sterke vernieuwings- en verbeterdynamiek in het
kleuteronderwijs. Door intensieve samenwerking en onder deskundige begeleiding van de
leraar BOS, is het team erin geslaagd stevige fundamenten uit te werken voor een
verantwoorde basisvorming en voor een degelijke zorgverbredende werking. Men leert van en
met elkaar en realiseert op een planmatige, gelijkgerichte manier wat men vooropstelde.
Aanbevelingen onderwijskundig en organisatorisch functioneren
Het team van de kleuterafdeling kan de kwaliteit van haar onderwijs verhogen door:

de actuele werking van samen zoeken, overleggen, afspreken en bijsturen verder te zetten;

na te gaan of men door het actuele aanbod de totaliteit van de ontwikkelingsdoelen
voldoende nastreeft;

de leerplannen te raadplegen om het aanbod inzake basisvorming te verdiepen;

te zorgen voor meer samenhang en systematiek in zorgverbredende interventies voor
kleuters met problemen.
In het kader van een permanente kwaliteitszorg vraagt het inspectieteam aan de school de
werkpunten die zich aandienen, eventueel aangevuld met zelfgekozen werk- en groeipunten, te
verwerken in een actieplan op middellange en korte termijn om zo op een doelgerichte en
planmatige manier te bouwen aan de kwaliteit van het geboden onderwijs.
Werkpunten voor het kleuteronderwijs
1. Gebruik van het ontwikkelingsplan
 afspraken relateren aan deze doelen
 nagaan of het actuele aanbod de totaliteit van de doelen dekt
 toetsen aan leerplannen
3. Sociale vaardigheden
 uniform onderwijsleerpakket
4. ICT
 integreren van ICT-vaardigheden in de eigen klas
5. Overgang kleuterschool – lagere school
 doorgaande lijn in leerinhouden en didactiek
 doorgaande lijn in benadering van het lerende kind
7. Leerstrategieën
 denkstimulering, zelfsturing en het aanleren en leren toepassen van strategieën
 zelfinstructiemethode (beertjes) om de zelfsturing van kinderen te ondersteunen
8. Welbevinden
 verrijking van de kleuterspeelplaats
10. Zorgverbredend werken
 stappenplannen uitwerken om meer doelgerichte en samenhangende interventies te
realiseren, interventies moeten nog systematischer en doelgerichter aangepakt worden
Download