UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten

advertisement
UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE
Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst
Lore Derdeyn
NKVK – 13 oktober 2015
Overzicht
1. Bewijs van de aannemingsovereenkomst
2. Belangrijke clausules van de aannemingsovereenkomst
3. De rechtstreekse vordering van de onderaannemer
2
1. Bewijs van de aannemingsovereenkomst
 Principe
 Geen geschrift vereist voor geldige totstandkoming tussen handelaars
 DUS: overeenkomst kan mondeling tot stand komen
 Maar in de praktijk is een geschrift vereist voor bewijsvoering (art. 25
W. Kh.), want getuigenbewijs in handelszaken is zeer zeldzaam
 Advies: documenteer schriftelijk (fax, e-mail,…) de stand van de
transactie




Is er een contract? Is er een offerte die aanvaard werd?
Over welke punten is er een akkoord?
Waarover is er nog geen overeenstemming?
Waarover moet nog onderhandeld worden?
3
2. Belangrijke clausules van de
aannemingsovereenkomst
A.
B.
C.
D.
E.
Prijs
Uitvoering
Overmacht en imprevisie
Aanvaarding van de werken: de oplevering
Bevrijding van aansprakelijkheid: exoneratiebedingen
4
2.A. Prijs (1/2)
 Aanneming tegen onbepaalde prijs:
 Aannemer loopt geen risico aangaande de prijs (noch van
materialen, noch van omvang werken en werkuren)
 Aannemer is niet gebonden door plan of bestek, zijn eerder
indicatief, aannemer mag de werkelijk uitgevoerde werken
aanrekenen
 Aanneming tegen vaste/bepaalde prijs (art. 1793 B.W.):
 Aannemer draagt alle risico’s: prijs, materiaal, werkuren,
moeilijkheden in uitvoering van de plans
 Geen verhoging van prijs voor verhoging van loon of materiaal,
maar een herzieningsclausule is wel geldig
5
2.A. Prijs (2/2)
 Aanneming op bestek (prijslijst):
 Aannemer loopt geen risico voor onvolledige plannen of fout in de
inschatting van het werk
 Aannemer draagt wel risico voor wijzigingen in waarde van het
materiaal en loon van de werkkrachten (partijen kunnen
indexeren)
6
2.B. Uitvoering van de
aannemingsovereenkomst (1/2)
 Goed uitvoeren:
 Volgens de plannen en bestekken en de regels van de kunst
 Raad geven en waarschuwen
 Bewaren en bewaken (werfpolitie)
 Architect: controleren en bepalen van de technische elementen
 Tijdig uitvoeren:
 Zoals bepaald in de overeenkomst of binnen redelijke termijn
 Opletten voor een mogelijk schadebeding
7
2.B. Uitvoering van de
aannemingsovereenkomst (2/2)
• Voorbeeld
“Ingeval de werken binnen [ ] werkdagen na het verstrijken van de voornoemde
termijn nog niet voltooid zijn, dient de aannemer zonder voorafgaande
ingebrekestelling het door de opdrachtgever ondergane nadeel (schade en
winstderving) te vergoeden.
Deze vergoeding wordt forfaitair vastgesteld op [ ] euro per werkdag vertraging,
te berekenen vanaf de [ ] werkdag na het verstrijken van de in het eerste lid van
dit artikel bepaalde termijn of vanaf de eerste dag volgend op de datum die in
deze aannemingsovereenkomst was bepaald als voorlopige oplevering.”
8
2.C. Overmacht en imprevisie (1/2)
 Overmacht =
 Onmogelijkheid om de overeenkomst (tijdig) uit te voeren
onafhankelijk van de wil van degene die ze moet uitvoeren
 Voorbeeld:
“Als overmacht geldt elke gebeurtenis die tijdelijk een
onoverkomelijke hinderpaal vormt voor de normale uitvoering van
de verplichtingen van de aannemer zoals brand, oorlog, algemene
of gedeeltelijke stakingen.”
9
2.C. Overmacht en imprevisie (2/2)
 Imprevisie =
 Onredelijkheid om van de debiteur te eisen dat hij de
overeenkomst onder de voorwaarden van het contract uitvoert
omwille van veranderde economische omstandigheden
 Voorbeeld:
“In geval van een fundamentele verandering van de omstandigheden
die tot gevolg heeft dat aan een partij een onredelijke last wordt
opgelegd, zullen de partijen overleggen om tot een rechtvaardige
aanpassing van deze overeenkomst te komen. Bij gebreke van een
akkoord binnen … dagen, stelt elke partij een expert aan die samen
zullen oordelen of het economisch evenwicht van de overeenkomst
fundamenteel is aangetast ten gevolge van een onvoorzienbare
gebeurtenis.”
10
2.D. Aanvaarding van de werken: de oplevering

Principes:
 Oplevering kan uitdrukkelijk maar ook stilzwijgend (bv.: door volledige
betaling en ingebruikname, door verhuring of verkoop van het
gebouw…de rechter oordeelt)
 Voorlopige oplevering: vaststelling van de conformiteit van de reeds
geleverde werken met de plannen en van de nog uit te voeren werken
en/of herstellingen
 Definitieve oplevering: bevrijding voor lichte zichtbare gebreken en
vertrekpunt voor tienjarige aansprakelijkheid

Maar
 Mogelijkheid om te bedingen dat de voorlopige oplevering toch de lichte
zichtbare gebreken dekt.
 Mogelijkheid om te bedingen dat de voorlopige oplevering geldt als
definitieve oplevering en dus geldt als vertrekpunt voor de tienjarige
aansprakelijkheid.
11
2.E. Exoneratieclausules (1/2)
 Contract met handelaar (art. 1641 e.v. Burgerlijk Wetboek)
 Exoneratie voor lichte fout
 Exoneratie voor zware fout
 Exoneratie voor zware en opzettelijke fout van aangestelden
 GEEN exoneratie voor eigen bedrog of opzettelijke fout
 Contract met consument (artikel VI.83, 13° Wetboek van economisch
recht van 28 februari 2013)
 Exoneratie voor lichte fout
 GEEN exoneratie voor zware fout
 GEEN exoneratie voor zware of opzettelijke fout van aangestelden
 GEEN exoneratie voor eigen bedrog op opzettelijke fout
12
2.E. Exoneratieclausules (2/2)
 Advies:
 Contractuele aansprakelijkheden en verzekeringsverplichtingen
op elkaar afstemmen en overeenstemmen van schadeposten
gedekt door verzekeringen met mogelijke schadeposten ten
gevolge van contractuele aansprakelijkheid
 Voorbeeld:
“X wijst uitdrukkelijk elke aansprakelijkheid af voortspruitend uit haar
activiteiten in de mate dat de schade, waarvoor ze aansprakelijk gesteld
zou kunnen worden, per voorval meer beloopt dan € 5.000.000 aan
lichamelijke letsels of € 5.000.000 aan materiële en immateriële schade.”
13
3. Rechtstreekse vordering (1/5)
 Principe
Bouwheer
Aannemer
Rechtstreekse
vordering
Onderaannemer

Art. 1798 B.W.: “Metselaars, timmerlieden, arbeiders, vaklui en onderaannemers gebezigd bij het
oprichten van een gebouw of voor andere werken die bij aanneming zijn uitgevoerd, hebben tegen
de bouwheer een rechtstreekse vordering ten belope van hetgeen deze aan de aannemer
verschuldigd is op het ogenblik dat hun rechtsvordering word ingesteld.
De onderaannemer wordt als aannemer en de aannemer als bouwheer beschouwd ten opzichte
van de eigen onderaannemers van de eerstgenoemde.”
14
3. Rechtstreekse vordering (2/5)

Titularissen van de vordering:
 Metselaars, timmerlieden, arbeiders, vaklui
 Onderaannemers





Slechts in 1ste en 2de graad?
Rechtspraak: geen reden om het voordeel van de rechtstreekse vordering te
beperken
Grondwettelijk Hof, 02/02/2012: Er wijst niets op dat de wetgever het voordeel van
die bescherming heeft willen beperken tot de onderaannemers in de 1ste en de 2de
graad. De rechtstreekse vordering moet derhalve toegekend worden aan de
onderaannemers in de 3de graad en verder.
Nuance: enkel de onderaannemer heeft RV t.a.v. bouwheer. De onderaannemers
in 2e, 3e, etc. graad hebben slechts een RV tegen resp. hoofdaannemer,
onderaannemer in 1e graad, onderaannemer in 2e graad, etc.
 De bij een overheidsopdracht gebezigde werklieden en onderaannemers
Zijn GEEN titularissen:



Leveranciers van de aannemer
Bedienden van de aannemer
Arbeiders van de onderaannemer
15
3. Rechtstreekse vordering (3/5)
 Karakteristieken

Dit is een eigen recht = de opbrengst van zijn vordering komt de
onderaannemer exclusief toe, zonder enig vorm van samenloop met andere
schuldeisers van de hoofdaannemer (wel met andere schuldeisers van de
opdrachtgever)

Onvolmaakte karakter: het bestaan en/of de omvang van de rechtstreekse
vordering wordt bepaald op het ogenblik waarop de vordering wordt
ingesteld

Dwingend karakter: de bouwheer en de hoofdaannemer kunnen in de
aannemingsovereenkomst de toepassing ervan door de onderaannemer
niet uitsluiten (Gent 5 maart 2007, T.Aann. 2009, 31, noot B. Van Lierde)
16
3. Rechtstreekse vordering (4/5)
 Toepassingsgebied : Rechtstreekse vordering > voorrecht (artikel 20, 12° Hyp. W)

Voorrecht: alle vorderingen van de onderaannemer op de hoofdaannemer mbt
werken aan het gebouw van de bouwheer. Bovenop de hoedanigheid van
onderaannemer, wordt aldus een interventie op de bouwplaats vereist.

Rechtstreekse vordering: kan worden uitgeoefend mbt alle werken die bij
aanneming zijn uitgevoerd, dus ook werken aan roerende goederen
 Voorwerp
 Al hetgeen de bouwheer aan de hoofdaannemer verschuldigd is op het moment
de rechtstreekse vordering wordt ingesteld

Geen vormvoorschriften
 De onderaannemer moet ondubbelzinnig doen blijken dat van zijn aanspraak op
rechtstreekse betaling van de bouwheer


Hof van Beroep te Antwerpen, 30/05/2005: het leggen van een bewarend
derdenbeslag is gelijk aan een ondubbelzinnige aanspraak op rechtstreekse betaling
Cassatie, 10/06/2011: een brief van de advocaat van de onderaannemer aan de
bouwheer is voldoende
17
3. Rechtstreekse vordering (5/5)
 Aandachtspunten:




Best bij aangetekend schrijven om latere discussies mbt ogenblik instellen
vordering te vermijden
Schuld van de bouwheer moet niet voortvloeien uit de
aannemingsovereenkomst mbt werken waarvoor onderaannemer nog niet is
betaald
Rechten onderaannemer pas gefixeerd op ogenblik uitoefenen rechtstreekse
vordering
Evenredige verdeling tussen verschillende onderaannemers bij onvoldoende
onderpand
18
Vragen?
[email protected]
[email protected]
[email protected]
© Lydian, oktober 2015. Deze presentatie verstrekt enkel algemene informatie en houdt geen advies in.
Download