De bewijswaarde van dagelijkse prestatiebladen

advertisement
Info nota Paycover
06/06/2012
Bewijswaarde van dagelijkse prestatiebladen in de
transportsector
Het prestatieblad is een verplicht en tevens zeer belangrijk document op het
gebied van het bewijsrecht.
In het verleden werd op basis van de CAO van 25 januari 1985 (deze werd gesloten in
de schoot van het paritair comité 140) het bewijs van het prestatieblad al geregeld.
In een uitspraak van het Arbeidshof van Brussel werd op basis van deze voormalige CAO
geoordeeld dat, wanneer de werkgever het dagelijks prestatieblad niet ondertekent, een
weerlegbaar vermoeden wordt ingesteld van het bestaan van die prestaties. Met
andere woorden, bij niet-ondertekening van het prestatieblad door de
werkgever wordt vermoed dat de prestaties neergeschreven op het
prestatieblad bestaan. De werkgever kan alleen door het geven van een tegenbewijs
aantonen dat de neergeschreven prestaties niet juist zijn.
Het geval dat aan het Arbeidshof voorlag, betrof een prestatieblad dat door de chauffeur
was ondertekend maar niet door zijn werkgever. De chauffeur in kwestie had ontslag
genomen uit de onderneming, en eiste via de rechtbank dat de uren op het
prestatieblad nog zouden worden uitbetaald. Het prestatieblad was opgesteld en
ondertekend door de chauffeur zelf, maar niet door zijn werkgever. De chauffeur
staafde zijn uren op het prestatieblad met de gegevens uit zijn tachograaf. De rechter
oordeelde dat de werkgever geen geldig tegenbewijs kon leveren. De
tachograafgegevens werden op juistheid gecontroleerd en als voldoende bevonden door
de rechtbank. De chauffeur heeft dus op voldoende wijze bewijs geleverd en bij gevolg
heeft de werkgever de achterstallige uren moeten betalen aan de chauffeur.
Ondertussen is de CAO van 25 januari 1985 opgeheven en is de zelfde wetgeving
opgenomen in de CAO van 27 januari 2005. Hierin zijn de volgende regels
aangaande het prestatieblad opgenomen:
-
Artikel 16 bepaalt welke rubrieken het prestatieblad tenminste moet bevatten,
deze rubrieken moeten steeds op elk prestatieblad vermeld staan.
-
de contracterende partijen van de arbeidsovereenkomst zijn ertoe gehouden het
dagelijks prestatieblad te gebruiken voor de berekening van de bezoldiging,
evenals voor de vaststelling van de vergoedingen van de werknemers.
Als gevolg van deze wetgeving zijn al de werkgevers dus verplicht een
prestatieblad te gebruiken in voorgenoemde gevallen.
-
Indien het exemplaar getekend is door beide contracterende partijen van de
overeenkomst, is geen enkele betwisting mogelijk.
Betwistingen zijn slechts toegelaten ingeval één van de partijen weigert het
prestatieblad te ondertekenen. Werkgevers en werknemers mogen niet zonder wettige
en nauwkeurige reden weigeren het voorgelegde prestatieblad te ondertekenen.
-
De bewijslast valt ten laste van de niet-ondertekenende partij, en in geval van
betwisting bij de werkgever.
Nog steeds geldt dat in geval van betwisting, de opgetekende prestaties, in
het door de werkgever niet ondertekende document, juist zijn, zolang de werkgever
deze niet kan weerleggen door middel van een tegenbewijs.
Bepalingen uit deze CAO kan men ook aantreffen aan de achterkant van elk
prestatieblad.
Recent heeft het Arbeidshof te Antwerpen een opmerkelijk vonnis geveld met betrekking
tot het prestatieblad.
In casu betrof het een werknemer die te werk gesteld was bij een BVBA en deze op 27
december 2007 verlaten had. De werknemer was echter nog in bezit van
prestatiebladen waarmee hij een vordering instelde tegen zijn werkgever voor het
betalen van achterstallig loon. In 2009 dagvaardde de werknemer de BVBA voor de
Arbeidsrechtbank van Turnhout voor de betaling van meer dan 13.000€ achterstallig
loon, te vermeerderen met verschillende intresten en gerechtskosten. In de loop van de
procedure deelde de werknemer mee dat hij zijn vordering ex contractu (vordering die
verjaart omdat zij meer dan een jaar na het beëindigen van het contract werd ingesteld)
naar een vordering ex delicto (vordering met een verjaringstermijn van vijf jaar) wilde
omzetten. Deze omzetting werd door de rechtbank toegestaan. De Arbeidsrechtbank
veroordeelde de BVBA in eerste aanleg tot het betalen van de hoger vermelde
bedragen.
De BVBA ging tegen het vonnis in hoger beroep bij het Arbeidshof te Antwerpen.
Het Arbeidshof stelde vast dat de chauffeur zijn vordering meer dan 1 jaar na het einde
van de arbeidsovereenkomst had ingediend. Hierdoor was zijn vordering verjaard omdat
ze op de vordering ex contractu steunde, maar dit zou niet het geval zijn indien ze op de
vordering ex delicto (wegens het misdrijf van het niet betalen van voldoende loon) zou
steunen. De werknemer had zijn vordering reeds op deze manier veranderd in loop van
de procedure voor de arbeidsrechtbank, - zodat zijn vordering in een vordering ex
delicto veranderde - waardoor de bewijsregels uit het strafrecht van toepassing zijn.
In de ogen van het Arbeidshof, voerde de werknemer niet genoeg bewijs aan om de
schuld van de BVBA aan het misdrijf (niet betalen van het loon) aan te tonen.
Het door de werknemer ingeroepen bewijs van de arbeidsprestaties werd niet afdoende
geleverd door eenzijdige, en na zijn periode van tewerkstelling, opgestelde
prestatiebladen voor te leggen. De BVBA haalde zijn gelijk door te stellen dat de
tegenpartij
de
prestatiebladen
nooit heeft
voorgelegd
aan
de
BVBA/werkgever. Deze haalde in haar conclusie aan dat ze nooit kennis heeft gehad
van deze prestatiebladen en zich er dus nooit akkoord meer heeft verklaard. Het
Arbeidshof besliste dat er geen omkering van de bewijslast is bij een
vordering ex delicto en dat eenzijdige opgaven van de chauffeur zijn
vordering niet bewijzen.
www.paycover.be
[email protected]
PayCover vzw is het sociaal kantoor, gespecialiseerd in de transport en logistieke sector.
________________________________________________________________________
P.S. hogergenoemde beknopte informatie wordt U louter informatief overgemaakt en onder alle
voorbehoud-deze informatie doet geen afbreuk aan de soevereine appreciatierecht van hoven en
rechtbanken. Wij wensen u er in het bijzonder op te wijzen dat de geciteerde wijzigingen nog verder zullen
uitgewerkt worden( of reeds zijn).
Download