Werk oplosmiddelvrij! Vervangingsplicht organische Oplosmiddelen voor drukkerijen Per 1 oktober 2000 bent u verplicht om producten die vluchtige organische stoffen bevatten, te vervangen door producten die onschadelijk of minder schadelijk zijn. Hiertoe verandert de arbeidsomstandighedenwetgeving. ‘Vluchtige organische stoffen’ zijn bijvoorbeeld oplosmiddelen. Ook in drukkerijen is de vervangingsplicht aan de orde. Naar schatting 30% van de werkgevers in drukkerijen komt regelmatig in aanraking met vluchtige organische stoffen. Dit kan leiden tot ernstige ziekteverschijnselen en arbeidsongeschiktheid. De vervangingsplicht is, in uw geval, gericht op werkzaamheden op het gebied van offsetdruk, zeefdruk, illustratiediepdruk, verpakkingsdiepdruk en flexodruk. De vervangende producten mogen een maximaal percentage aan vluchtige organische stoffen bevatten, of moeten stoffen bevatten die minder vluchtig zijn. Inmiddels zijn er, voor een aantal werkzaamheden, voldoende van dergelijke veiligere producten verkrijgbaar, zoals watergedragen inkten. Waarom een vervangingsplicht voor vluchtige organische stoffen? Vluchtige organische stoffen zijn onder andere oplosmiddelen die voorkomen in producten als drukinkt en reinigingsmiddelen. Deze stoffen vormen een ernstige bedreiging van de gezondheid. Zij hebben ‘neurotoxische’ (giftige) eigenschappen die het zenuwstelsel onherstelbaar kunnen beschadigen. En dat zorgt voor grote problemen, voor de werknemer en voor de mensen in zijn omgeving. De ziekte, die door langdurige blootstelling aan organische stoffen kan ontstaan, heet Organisch Psycho Syndroom (OPS). Genezing van OPS is niet mogelijk. In geval van lichte klachten kan herstel optreden als de blootstelling aan vluchtige stoffen eindigt. Daarom moet OPS worden bestreden. Vooral door de ziekte bij de bron aan te pakken. Ofwel: door te werken met producten waaraan geen of zo weinig mogelijk vluchtige organische stoffen zijn toegevoegd. Door te werken met vervangende producten verbetert u de arbeidsomstandigheden. Om welke oplosmiddelen gaat het? En loopt ook ú gevaar? Voorbeelden van organische oplosmiddelen, die voorkomen in producten die bij het drukken en bij het schoonmaken in drukkerijen worden gebruikt, zijn isopropylalcohol, tolueen en andere koolwaterstoffen. Deze stoffen kunnen het lichaam binnendringen door inademing of via de huid. Onder de huidige OPS patiënten bevinden zich ook (voormalige) werknemers van drukkerijen. Bij welke werkzaamheden bent u verplicht om vervangende producten te gebruiken? U bent verplicht om producten die vluchtige organische stoffen bevatten, te vervangen door veiligere producten, in de volgende werksituaties: • • • • • • • Het drukken met behulp van een offsetpers; Het zeefdrukken van papier en karton dat bestemd is voor gebruik in binnenruimten en dat zwaarder is dan 135 gram per vierkante meter; Het drukken, lakkeren, lamineren en cacheren met behulp van een verpakkingsdiepdrukpers, flexopers, lakkeer-, lamineer- of cacheermachine die niet is aangesloten op een afzuigsysteem; Het drukken en lakkeren op papier of karton met behulp van een flexodrukpers of lakkeermachine die niet is aangesloten op een installatie voor terugwinning of vernietiging van vluchtige organische stoffen (een zogenaamde naverbrander); Het lamineren en cacheren met behulp van een lamineer- of cacheermachine die niet is aangesloten op een installatie voor terugwinning of vernietiging van vluchtige organische stoffen (een naverbrander); Het reinigen van machines en machineonderdelen, gereedschappen en materialen die worden gebruikt bij offsetdruk, zeefdruk, verpakkingsdiepdruk en flexodruk; Het reinigen van vloeren in illustratiediepdrukkerijen. Welke vervangende producten moet u gebruiken? Offsetdruk Bij offsetdruk heeft u goede mogelijkheden om veiligere schoonmaakmiddelen te gebruiken, vooral bij de dagelijkse en op termijn ook bij de niet-dagelijkse reiniging van machines. ‘Niet-dagelijks’ duidt op bijzondere reinigingssituaties, zoals de verwijdering van hardnekkige inktresten, schoonmaak tijdens groot onderhoud en reiniging van rubberrollen bij een kleurwisseling van een donkere naar een lichte kleur. In deze gevallen is een agressiever en vluchtiger schoonmaakmiddel nodig om het beoogde resultaat te bereiken. Op dit moment is bij deze niet-dagelijkse reiniging het gebruik van minder vluchtige schoonmaakmiddelen nog niet goed mogelijk. Alle reinigingsmiddelen die niet onder ‘niet-dagelijks’ vallen, gelden in de vervangingsregeling als ‘dagelijkse reiniging’. Bij offsetdruk moet u streven naar een zo beperkt mogelijk gebruik van isopropylalcohol. Dit bereikt u primair door het treffen van ‘good housekeeping’ maatregelen. Deze staan beschreven in het Handboek Milieumaatregelen Grafische Industrie en Verpakkingsdrukkerijen. De wettelijke verplichtingen zijn: • Vochtwater bevat ten hoogste 8% isopropylalcohol en andere mono-alcoholen bij automatische doseersystemen; • Vochtwater bevat ten hoogste 10% isopropylalcohol en andere mono-alcoholen bij handmatige doseersystemen en bij rotatie-offsetpersen van voor 1985; • • Producten voor de reiniging van machines bevatten ten hoogste 0,1% gehalogeneerde koolwaterstoffen of monoaromaten; Dagelijkse reiniging dient te gebeuren met zogenaamde K3-middelen, reinigingsmiddelen met een vlampunt van te minste 55 ºC. Niet-vluchtige middelen mogen natuurlijk ook worden gebruikt. Zeefdruk In zeefdrukkerijen kunt u in bepaalde situaties werken met inkten die aanzienlijk minder vluchtige organische stoffen bevatten dan de producten die jarenlang in gebruik waren. Deze mogelijkheid is er op dit moment voor het bedrukken van voldoende dik papier en karton (bestemd voor toepassing in binnenruimten en zwaarder dan 135 gram per vierkante meter) waaraan geen bijzondere eisen worden gesteld ten aanzien van duurzaamheid. De wettelijke verplichtingen zijn: • Producten voor het bedrukken van papier en karton dat bestemd is voor binnenruimten en dat zwaarder is dan 135 gram per vierkante meter, bevatten ten hoogste 150 gram vluchtige organische stoffen per kilogram product; • Producten voor de reiniging van machines bevatten ten hoogste 0,1% gehalogeneerde koolwaterstoffen of mono-aromaten; • Het reinigen van machines of machine-onderdelen, gereedschapppen of materialen die worden gebruikt bij zeefdrukken, dient te gebeuren met zogenaamde K2- of K3middelen, reinigingsmiddelen met een vlampunt van ten minste 21 ºC of met nietvluchtige middelen. Illustratiediepdruk Voor de reiniging van vloeren in illustratiediepdrukkerijen moet u tolueen vervangen door andere producten. De wettelijke bepaling hierbij is dat producten die u voor deze reiningswerkzaamheden gebruikt, ten hoogste 0,1% gehalogeneerde koolwaterstoffen of mono-aromaten bevatten en een vlampunt hebben van ten minste 55 ºC (K3-middelen of nietvluchtige middelen). Verpakkingsdiepdruk en flexodruk De vervangingsregeling heeft betrekking op: • • • Het drukken, lakkeren, lamineren of cacheren met behulp van een verpakkingsdiepdrukpers, flexopers of lakkeer-, lamineer- of cacheermachine die niet is aangesloten op een afzuigsysteem. De werkzaamheden op deze machines mag u alleen uitvoeren met producten die maximaal 50 gram vluchtige organische stoffen per kilogram product bevatten. Het lamineren of cacheren op alle materialen met behulp van een lamineer- of cacheermachine, die niet is aangesloten op een terugwininstallatie of naverbrander, maar wél op een afzuiginstallatie. Deze werkzaamheden mag u alleen uitvoeren met producten die maximaal 50 gram vluchtige organische stoffen per kilogram product bevatten. Indien bij deze machine wel een terugwininstallatie of naverbrander aanwezig is, geldt de vervangingsregeling niet. Bedrijven die zo’n installatie nog niet gereed hebben, maar daar wel de aanschaf van voorbereid hebben, worden beschouwd als bedrijven waar een dergelijke installatie reeds aanwezig is. Let op: indien bijzondere eisen aan de kwaliteit of bestendigheid van het vervaardigde product worden gesteld, is de vervangingsregeling niet van toepassing. • • • • De uitzondering voor deze werkzaamheden is echter beperkt. Op jaarbasis mag u nog ongeveer 10% van het lamineer- of cacheerwerk met conventionele producten doen. Het drukken of lakkeren van papier en karton met behulp van een flexodrukpers of lakkeermachine, die niet is aangesloten op een terugwininstallatie of naverbrander, maar wel is aangesloten op een afzuiginstallatie. Deze werkzaamheden mag u uitvoeren met producten die maximaal 50 gram vluchtige organische stoffen per kilogram product bevatten; Let op: indien bijzondere eisen aan de kwaliteit of bestendigheid van het vervaardigde product worden gesteld, bijvoorbeeld als er gouddruk of een andere speciale techniek nodig is, is de vervangingsregeling niet van toepassing. De uitzondering voor de werkzaamheden is echter beperkt. Op jaarbasis mag u nog ongeveer 10% van het druk- of lakkeerwerk met conventionele producten doen. Wanneer voldoet u aan bovengenoemde beperking van 10%? Als het totale gewicht van de vluchtige organische stoffen in de producten die u gebruikt, op jaarbasis maximaal 80% is van het gewicht van de vaste stof die u opbrengt. Het gaat hierbij om alle producten (inclusief reinigingsmiddelen) die u gebruikt bij al het lamineren, cacheren, lakkeren en drukken tezamen. Alle schoonmaakwerkzaamheden die verband houden met alle bovengenoemde werkzaamheden. Producten die u hierbij gebruikt, mogen maximaal 50 gram vluchtige organische stoffen per kilogram bevatten. Dit geldt niet als u deze werkzaamheden doet met behulp van een afgesloten of afgezogen installatie. De vervangingsregeling heeft géén betrekking op: • Het drukken en lakkeren van kunststof en aluminium met behulp van een flexodrukpers of lakkeermachine die is aangesloten op een afzuiginstallatie; • Het drukken met behulp van een diepdrukpers, die is aangesloten op een afzuigsysteem; • Het drukken, lakkeren, lamineren en cacheren met machines die zijn aangesloten op een naverbrander. In één oogopslag: in welke situaties moet u organische oplosmiddelen vervangen? Vervangingsplicht voor verpakkingsdiepdrukken en flexodrukken en voor het lakkeren met behulp van een lakkeermachine: Nee Afzuiging Vervangen Ja Ja Diepdruk Niet vervangen Nee Flexo/lakkeermachine + naverbrander Ja Niet vervangen Nee Kunststof/metaal Ja Niet vervangen Nee Bijzondere eisen Ja Niet vervangen (max. 10% v.d. werkzaamheden) Nee Vervangen Vervangingsplicht voor lamineren en cacheren met Behulp van een lamineer- of cacheermachine: Nee Afzuiging Vervangen Ja Ja + Naverbrander Niet vervangen Nee Bijzondere eisen Nee Vervangen Ja Niet vervangen (max. 10% v.d. werkzaamheden) Wanneer gaat de vervangingsplicht voor drukkerijen in? De vervangingsplicht voor drukkerijen geldt per 1 oktober 2000. Een uitzondering op deze datum betreft het zeefdrukken van papier en karton dat is bestemd voor toepassingen in binnenruimten en dat zwaarder is dan 135 gram. Het vergt bij dit werk nog enige tijd om de benodigde technische aanpassingen te plegen. De vervangingsplicht geldt daarom bij dit werk vanaf 1 januari 2002. Vanaf die datum mogen de producten die u gebruikt ten hoogste 150 gram vluchtige organische stoffen per kilogram product bevatten. Een tweede uitzondering op de ingangsdatum betreft het offsetdrukken met behulp van rotatie-offsetpersen die voor het eerst in gebruik zijn genomen vóór 1 januari 1985. Voor het offsetdrukken met deze machines geldt pas vanaf 1 januari 2003 dat het vochtwater ten hoogste 10% isopropylalcohol of andere mono-alcoholen mag bevatten. De Arbeidsinspectie ziet toe op de naleving van de vervangingsplicht. De vervangingplicht vluchtige organische stoffen krijgt brede steun van het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen (KVGO), Kartoflex, de Verenging van Zeefdruk en Sign Ondernemingen en de vakorganisaties FNV KIEM en CVN Media. De verschillende partijen hebben actief meegewerkt aan de nieuwe regeling. Wat kost de vervangingsplicht? En wat levert het op? De vervangingsplicht brengt kosten en baten met zich mee. Kosten zijn bijvoorbeeld de mogelijk hogere prijs van vervangende producten. Of een andere manier van werken, waarvoor scholing nodig is. De belangrijkste winst van de vervangingplicht schuilt in de verbeterde arbeidsomstandigheden en daarmee een uiteindelijke vermindering van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid – een baat die dus niet alleen in geld uit te drukken is. En ook het milieu profiteert. Een verminderd gebruik van organische oplosmiddelen helpt om de ozonlaag te beschermen. Andere, puur bedrijfsmatige opbrengsten van mogelijke beperkingen van de aansprakelijkheid van de werkgever als gevolg van gezondheidsschade voor de werknemer, en verlagingen van de milieuheffingen. Daarom dus: werk oplosmiddelvrij. Het lost heel veel problemen op. Meer informatie? Met vragen over de gevaren van organische oplosmiddelen, of over wat de vervangingsplicht voor uw bedrijf of uw werk precies betekent, kunt u terecht bij uw Arbo-dienst, werkgeversorganisatie en vakbond. Hier kunt u ook de volledige, letterlijke tekst van de wijzigingen in de Arbeidsomstandighedenregelgeving opvragen. Deze vindt u ook op de Internetsite www.overheid.nl Algemene informatie over OPS staat in de brochure ‘Organisch Psychosyndroom (OPS), Informatie voor werknemers en werkgevers. (Datum uitgave: maart 2004 / Bestelcode SZW 411) Deze is te bestellen bij Postbus 51 infolijn, 0800-8051 (gratis). Heeft u vragen over de brochures dan kunt de contact opnemen met de informatietelefoon van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0800-9051 (gratis). Voor algemene vragen aan de rijksoverheid kunt u gratis bellen met de Postbus 51 infolijn, 0800-8051 (gratis), elke werkdag van 09.00 – 21.00 uur.